NL1015952C2 - Printkaartgeleider en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Printkaartgeleider en werkwijze voor het vervaar digen daarvan 5 De uitvinding heeft betrekking op een printkaartgeleider vol gens de aanhef van conclusie 1.

Een printkaartgeleider van deze soort is in verschillende uitvoeringsvormen bekend uit de praktijk.

Volgens een uitvoeringsvorm bestaat de geleider uit een kunst-10 stof rail met in de lengterichting ervan een groef voor het geleiden van een printkaart en met integraal gevormde vingers die veerkrachtig tegen de beide zijden van de printkaart kunnen steunen. Een dergelijke geleider is een gietstuk waarvan de vervaardiging moeilijk en duur is. Bovendien zijn de vingers in het gebied van hun buiglij-15 nen relatief dun waardoor de vingers gemakkelijk kunnen breken en onvoldoende stijf zijn wanneer ze, zoals algemeen de bedoeling is, aangebracht zijn dichtbij een moederbord met een connector waarin de printkaart nauwkeurig ingeschoven moet kunnen worden. Een ander bezwaar is dat dergelijke geleiders relatief lang zijn, waardoor de 20 ruimte op de printkaart voor het daarop plaatsen van componenten beperkt wordt.

Een andere uitvoeringsvorm van de bekende printkaartgeleider bestaat uit relatief dun veerkrachtig bladmetaal waaruit naar elkaar gerichte stroken gevormd zijn met daartussen een ruimte voor het ge-25 leiden van een printkaart. De stroken zijn als tanden naar elkaar gericht, waardoor het daartussen verschuiven van een printkaart niet glad verloopt en de oppervlakken van de printkaart beschadigd worden. Verder verschaffen de stroken geen veerkrachtig vasthouden van de printkaart, maar slechts een speling, wat het nauwkeurig positio-30 neren van de printkaart in een connector van een moederkaart bemoeilijkt.

De uitvinding beoogt de hiervoor genoemde bezwaren op te heffen.

Daartoe verschaft de uitvinding een printkaartgeleider volgens 35 conclusie 1.

1 0 U 9 5 2 2

Bovendien verschaft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke printkaargeleider volgens conclusie 4. Hierdoor kan de printkaartgeleider eenvoudig en goedkoop vervaardigd worden.

5 Andere eigenschappen en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden uit de hiernavolgende toelichting in combinatie met de bijgevoegde tekeningen, waarin: fig. 1 in perspectief een printkaartgeleider volgens de uitvinding met meerdere locaties voor het geleiden van een printkaart 10 toont; fig. 2 een vooraanzicht van de geleider van fig. 1 toont; fig. 3 een bovenaanzicht van de geleider van fig. 1 toont; fig. 4 een linker zijaanzicht van de geleider van fig. 1 toont; 15 fig. 5 een achteraanzicht van een linker gedeelte van de ge leider van fig. 1 toont; en fig. 6 in perspectief een gedeelte van een constructie toont waarin de geleider van fig. 1 toegepast is.

De in fig. 1 getoonde printkaartgeleider 1 bestaat uit veer-20 krachtig materiaal en heeft de vorm van een hoekprofiel met haakse zijden 2, 3. In de zijde 2 zijn in de lengterichting van de geleider 1 op vijf locaties paren 5 van vingers 6, 7 gevormd. De vingers 6, 7 zijn over buiglijnen 8 die loodrecht op de zijde 3 staan over een kleinere hoek dan 90° gebogen. Op afstand van de zijde 2 zijn de 25 vingers 6, 7 over buiglijnen 9, die evenwijdig aan de buiglijnen 8 zijn, tot onder de rest van de betreffende vinger 6, 7 teruggebogen. De afstand tussen de vingers 6, 7 op het niveau van de buiglijnen 9 en gemeten loodrecht op een tussen de vingers 6, 7 van een paar 5 te schuiven printkaart (16 in fig. 6) is kleiner dan de dikte van de 30 printkaart. De ruimte tussen de vingers 6, 7 van elk paar 5 wordt hier geleideruimte genoemd.

Omdat de geleider 1 uit veerkrachtig materiaal bestaat is het zelfs toegestaan dat de afstand tussen de vingers op het niveau van de buiglijnen 9 nul of negatief is. Een voorwaarde is slechts dat de 35 afstand tussen de buiglijnen 8 van de vingers 6, 7 van een paar 5 groter is dan de dikte van de printkaart.

Fig. 6 toont een constructie 12 waaraan een aantal geleide-rails 14 met elk een geleidegroef 15 evenwijdig en op afstand aan ^ p* · . . r> * -.* < h t · v w.' ·. ?* 3 elkaar bevestigd zijn. Elke geleiderail 14 is geschikt voor het in de groef 15 ervan geleiden van een randgedeelte van een printkaart 16 waarop elektronische componenten, zoals 17, aangebracht zijn.

Voor het tegenoverliggende randgedeelte van elke printkaart 16 is 5 een verdere geleiderail 14 (niet getoond) bevestigd waarvan de ge-leidegroef 15 naar de eerder genoemde geleidegroef 15 gekeerd is.

Aan de constructie 12 is zodanig een moederprintkaart 18, hierna moederbord genoemd, bevestigd, dat de printkaart 16 loodrecht op het moederbord 18 verschuifbaar is en een het diepst in de con-10 structie 12 te schuiven uiteinde van de printkaart 16 in een of meer connectors (niet getoond) van het moederbord 18 gestoken kan worden.

Tussen de uiteinden van de geleiderails 14 en het moederbord 18 zijn evenwijdig aan het moederbord 18 twee tegenoverliggende 15 printkaartgeleiders 1 (waarvan één in fig. 6 getoond) volgens de uitvinding aangebracht. De printkaartgeleider 1 kan op verschillende wijzen aan de constructie 12 bevestigd zijn, zoals door puntlassen of met behulp van schroeven via gaten 19 in de zijde 3 van de printkaartgeleider 1.

20 De groef 15 van elke geleiderail 14 mondt uit tegenover de ge- leideruimte tussen de vingers 6, 7 van een bijbehorend paar 5.

Door de verende werking van de vingers 6, 7 wordt een voorste rand van een printkaart 16 die via een paar tegenoverliggende geleiderails 14 in de constructie 12 geschoven wordt nauwkeurig en zeker 25 naar een bepaalde locatie van het moederbord 18, in het bijzonder in een connector daarvan, geleid.

De sterkte van de verende werking van de vingers 6, 7 van de printkaartgeleider 1 kan door geschikte keuze van het uitgangsmateriaal van de geleider 1 gemakkelijk vooraf bepaald en later gehand-30 haafd worden.

De printkaartgeleider 1 is eenvoudig en goedkoop te vervaardigen. Voor het vervaardigen kan men uitgaan van een vlakke strook waarin uitlijngaten 20 in de latere zijde 3 en uitsparingen voor het vrijmaken van de vingers 6, 7 in de latere zijde 2 gestanst kunnen 35 worden. Vervolgens kunnen de nog vlakke vingers 6, 7 over de buig-lijnen 8, 9 gebogen worden. Ten slotte kan de strook over een in de lengterichting ervan verlopende hoeklijn 23 gebogen worden voor het vormen van de haakse zijden 2,3 van de printkaartgeleider 1. Deze 4 vervaardigingswerkwijze kan zelfs in een continu proces uitgevoerd worden voor het verkrijgen van printkaartgeleiders met vele paren 5 van vingers 6, 7 die later op de gewenste lengte gesneden kunnen worden.

5 Hoewel de printkaartgeleider 1 in combinatie met de bijgevoeg de tekeningen hiervoor toegelicht is als uitgevoerd met meer dan één paar 5 vingers 6, 7 omvat de printkaartgeleider volgens de uitvinding tevens een uitvoeringsvorm met een enkel paar 5 vingers 6, 7.

Bovendien is de uitvinding niet* beperkt tot het gebruik van 10 paren 5 vingers 6, 7 maar kunnen in plaats van elk paar een groep van meer dan twee vingers 6, 7 gebruikt worden.

De vingers 6, 7 van een paar 5 of groep hoeven niet noodzakelijk in dezelfde richting van de zijde 2 gebogen te zijn.

Verder kan de printkaartgeleider volgens de uitvinding ook een 15 ander profiel dan het hoekprofiel van de getoonde printkaartgeleider 1 hebben.

Als materiaal voor de printkaartgeleider volgens de uitvinding kan verenstaal gebruikt worden. Wanneer de geleider dan geaard wordt en de vingers tegen aarde-sporen van de printkaart drukken kan daar-20 mee een uitstekende elektromagnetische afscherming verkregen worden. De relatief hoge druk die het verenstaal tussen de contacten (buig-lijnen 9) van de printkaartgeleider en de sporen van de printkaart kan uitoefenen, met behoud van de veerfunctie, voorkomt corrosievor-ming daartussen. Hierdoor is de elektromagnetische afscherming duur-25 zaam.

Claims (6)

1. Printkaartgeleider (1) geschikt voor bevestiging aan een ondersteuning (12) en omvattende een paar geleide-elementen die ,een ge- 5 leideruimte bepalen die geschikt is voor het daarin evenwijdig aan een rand van een printkaart (16) geleiden van een randgedeelte van de printkaart, met het kenmerk, dat de geleide-elementen bestaan uit veerkrachtige vingers (6, 7) die aan weerszijden van de geleideruim-te en versprongen in een aan buiglijnen (8, 9) van de vingers even- 10 wijdige richting over een kleinere buighoek dan 90° van een strook materiaal uitgaan, waarbij de buiglijnen (8, 9) loodrecht op een geleiderichting voor de printkaart en evenwijdig aan een hoofdvlak van de printkaart staan en eindgedeelten van de vingers teruggebogen zijn, zodanig dat een kleinste afstand tussen de vingers, gemeten 15 loodrecht op de printkaart, kleiner dan een dikte van de printkaart is.

2. Printkaartgeleider (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de strook in een richting loodrecht op de buiglijnen (8, 9) van 20 de vingers en op de printkaart (16) op meerdere locaties een groep vingers (6, 7) met een respectievelijke geleideruimte heeft.

3. Printkaartgeleider (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de strook een zijde van een hoekprofiel is waarvan een 25 hoeklijn (23) evenwijdig aan een richting loodrecht op de buiglijnen (8, 9) van de vingers (6, 7) is.

4. Werkwijze voor het vervaardigen van een printkaartgeleider (1), omvattende: 30. het over evenwijdige eerste buiglijnen (8) over een kleinere hoek dan 90° uit een strook veerkrachtig materiaal drukken van vingers (6, 7) onder vorming van een geleideruimte tussen de vingers die geschikt is voor het daarin loodrecht op de strook geleiden van een printkaart (16); 35. het op afstand van de eerste buiglijnen over aan de eerste buiglijnen (8) evenwijdige tweede buiglijnen (9) van elkaar afbuigen van eindgedeelten van de vingers (6, 7) aan weerszijden van de geleideruimte; i n 1 s q * ? « * zodanig dat een kleinste afstand tussen de vingers (6, 7) aan weerszijden van de geleideruimte kleiner dan de dikte van de printkaart (16) is.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat in de strook in een richting loodrecht op de buiglijnen (8, 9) op meerdere locaties een groep vingers (6, 7) met een respectievelijke geleideruimte gevormd wordt.

6. Werkwijze volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de strook na het vormen van de vingers (6, 7) langs een loodrecht op de buiglijn staande hoeklijn (23) over een hoek omgeret wordt. :' :