NL1015760C2 - Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van ge´soleerde buis. - Google Patents

Description

Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van geïsoleerde buis

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een geïsoleerde buis of pijp. De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting daarvoor, alsmede op een geïsoleerde buis of pijp zelf.

5 Geïsoleerde buizen of pijpen worden gebruikt voor doorvoer van koelmedium, zoals in koelinstallaties, en van verwarmingsmedium, zoals in CV-installaties, of beide, in luchtbehandelingsinstallaties. De pijp zelf is daarbij vervaardigd van koper of kunststof. De isolatie 10 wordt verschaft door een om de pijp aan te brengen isolatiemantel, van bijvoorbeeld polyetheenschuim, waarop een beschermende buitenlaag aangebracht is.

De isolatiemantels worden in lengtes of in rolvorm geleverd en ter plaatse van de installatie om de 15 pijpen aangebracht, hetgeen kan geschieden door axiaal opschuiven of door de mantel van opzij om de pijp te schuiven. Een nadeel hiervan is dat de aanvoer van beide onderdelen gescheiden plaatsvindt, en met de mantels veel lucht en dus niet-benut volume vervoerd wordt. het 20 aanbrengen van de mantels vergt veel inspanning, waarbij niet gegarandeerd is dat de mantel in lengterichting volmaakt aansluitend is. Voorts is een nadeel dat ter 1015760 2 plaatse twee voorraden moeten worden aangehouden. Dat geldt ook voor de leverancier, die bovendien van twee fabrieken moet afnemen, te weten de fabriek van de pijp en de fabriek van de mantel.

5 Geprofileerde buitenlagen zijn op zich bekend als buigbare, vrij stijve (vervaardigd van een thermohar-dende kunststof) hulzen voor fluidumpijpen van bijvoorbeeld vloerverwarmingen of air-conditioningsinstallaties. In die toepassingen ligt de pijp vrij in de geribbelde 10 huls. Een nadeel hiervan is dat er in de luchtruimte tussen pijp en huls een schoorsteeneffect kan optreden, hetgeen het rendement verslechterd. Voorts is het nadelig dat de pijp onder invloed van zwaartekracht excentrisch in de huls zal liggen.

15 Een doel van de uitvinding is hierin verbetering te brengen. Vanuit een aspect voorziet de uitvinding daartoe in een werkwijze voor het vervaardigen van een samenstel van een warmte-isolatiebuis en tenminste een daarin opgenomen pijp voor transport van fluïdum, waarbij 20 in een continu, aaneengesloten reeks processtappen de pijp, die bijvoorbeeld van kunststof of metaal kan zijn, wordt aangevoerd, een mantel van kunststof isolatiemateriaal wordt geëxtrudeerd en om de pijp wordt aangebracht, waarbij door coëxtrusie om de mantel een afslui-25 tende buitenlaag wordt aangebracht, die daarna gevormd wordt met omtreksribben.

Hiermee wordt op eenvoudige, weinig ruimte innemende wijze, in een continue, één-lijnsoperatie een complete, samengestelde geïsoleerde koel/verwarmingspijp 30 met ribbenvormige buitenlaag verschaft, die als het ware voorgemonteerd naar de plaats van installatie kan worden vervoerd, in opslag kan worden gehouden en gehanteerd kan worden. Met de werkwijze volgens de uitvinding wordt een pijpsamenstel verkregen, waarin de pijp op zijn plaats 35 binnen de geribbelde buitenlaag wordt gehouden door de isolatiemantel, welke mantel tevens een schoorsteeneffect voorkomt.

1015760 3

Bij voorkeur wordt het samenstel pijp/mantel/buitenlaag in een doorgaande beweging opgerold en in rolvorm opgeslagen.

Op voordelige wijze geschiedt het ribbenvormen 5 middels radiaal op de aangebrachte buitenlaag aangrijpende ribbenvormers, bij voorkeur met twee ribbenvormers die diametraal tegenover elkaar de buitenlaag aangrijpen en vervormen. Het vervormen van de buitenlaag vindt hierbij plaats wanneer deze gesteund is door de mantel en de pijp, 10 tijdens voortgaand transport.

Een ander bezwaar van de bekende geribbelde hulzen is dat de vervormbaarheid van de hulzen begrensd is, hetgeen onder omstandigheden het installeren moeilijk maakt. Om hierin verbetering te brengen wordt er volgens 15 de uitvinding in voorzien, dat de omtreksribben en het daartussen gelegen overige deel van de buitenlaag axiaal indrukbaar gevormd worden. Hiermee is niet alleen axiale verkorting of verlenging mogelijk gemaakt, maar ook zal de buigbaarheid verbeterd zijn. De vervorming kan daarbij 20 plaats vinden ter plaatse van de vouwlijnen in de buitenlaag. Ongewenste plooivorming (bij in het zicht gelegen bochtgedeelten) wordt hiermee voorkomen.

Het heeft de voorkeur indien de buitenlaag vervaardigd is van een thermoplastisch materiaal, in het 25 bijzonder polyolefine, bijvoorbeeld polyetheen, en/of de mantel van polyetheen.

Opgemerkt wordt dat een samengestelde leiding voor air-conditioningsystemen bekend is, omvattend een koperen fluïdumleiding, een daaromheen gelegen 30 isolatiemantel van polyetheenschuim, en een daaromheen gelegen dunne laag van polyetheen, die voorzien is van piramide-achtige profileringen. De buitenlaag wordt hierbij in de vorm van een platte strook bij de mantel gebracht, onder invloed van warmte om de mantel heenges-35 lagen en vervolgens in een vorm geseald. Daarna wordt de pijp axiaal in de mantel ingevoerd, die daarbij onder druk gehouden wordt om de diameter te vergroten.

10 1 5760 4

Bij voorkeur wordt de mantel, voorzien van een langssnede, van opzij om de pijp aangebracht. Tijdens het transport van de pijp wordt de mantel hierbij na geëxtrudeerd te zijn om de pijp geplaatst door de pijp -5 relatief gezien door de langssnede in te voeren in de mantel.

De mantel kan hierbij daarna, voordat deze wordt voorzien van de buitenlaag, ter plaatse van de langsnaad worden gedicht, bijvoorbeeld door smelten, waarna op de zo 10 verkregen ononderbroken omtrek de buitenlaag geëxtrudeerd kan worden.

Vanuit een ander aspect verschaft de uitvinding een samenstel voor het uitvoeren van een werkwijze volgens de uitvinding, omvattend een voorraad pijp, eerste trans-15 portmiddelen voor transport van de pijp vanaf de voorraad in procesrichting naar daaropvolgende bewerkingsstations, een extruder voor een isolatiemantel, tweede transportmiddelen voor het voeren van de isolatiemantel van de extruder naar de pijp benedenstrooms van de voorraad 2 0 daarvan, middelen voor het om de pijp aanbrengen van de isolatiemantel tijdens voortgaand transport van beide, middelen voor het aanbrengen van een buitenlaag om de isolatiemantel, middelen voor het aanbrengen van omtreks-ribben in de buitenlaag en middelen voor het op een voor-25 raadrol opnemen van de zo verkregen samengestelde pijp.

Bij voorkeur omvatten de middelen voor het aanbrengen van de omtreksribben twee of meer radiaal op de buitenlaag aangrijpende ribbenvormers, bij voorkeur met de buitenlaag mee aangedreven omlopende vormbanden. De rib-30 benvormers zijn op voordelige wijze diametraal tegenover elkaar opgesteld om de buitenlaag over de gehele omtrek op zekere en stabiele wijze aan te grijpen en te vervormen.

Vanuit weer een ander aspect verschaft de uitvinding een rol samengestelde pijp voor temperatuurcon-35 ditionering, omvatten een pijp voor doorvoer van fluïdum, een daaromheen gelegen mantel van isolerend materiaal en een daaromheen gelegen van omtreksribben voorziene huls.

1015?6fi 5

Bij voorkeur is de huls axiaal indrukbaar/uit trekbaar en/of vervaardigd van thermoplastisch materiaal.

Het octrooi verschaft voorts een werkwijze voor het vervaardigen van een samenstel van een warmte-isola-5 tiebuis en tenminste een daarin opgenomen pijp voor transport van fluïdum, waarbij in een continu, aaneengesloten reeks processtappen de pijp, die bijvoorbeeld van kunststof of metaal kan zijn, wordt aangevoerd, een mantel van kunststof isolatie-materiaal wordt geëxtrudeerd en van 10 opzij om de pijp wordt aangebracht, waarbij door coëxtrusie om de mantel een afsluitende buitenlaag wordt aangebracht, waarbij de mantel voorafgaande aan het om de pijp aanbrengen reeds door coëxtrusie voorzien wordt van de buitenlaag.

15 De mantel wordt dan op efficiënte wijze gesloten door het aan elkaar smelten van de randen daarvan die de onderbreking begrenzen. De buitenlaag houdt dan ook de mantel zelf dicht, zonder dat de mantel zelf ter plaatse van de langsnaad behoeft te worden geseald.

20 Bij voorkeur geschiedt dit door de randen van de buitenlaag voor het smeltproces in tangentiale richting met een verhit middel te beroeren en daarna tegen elkaar te dwingen en vervolgens af te laten koelen om te stol-len/harden. De randen worden hierbij bij voorkeur met een 25 gas, in het bijzonder verwarmde lucht, verhit.

Het heeft daarbij de voorkeur dat de buitenlaag gevormd wordt door een gladde coating, zodat de randen elkaar in een tangentiaal vlak ontmoeten en de verhitting eenvoudig op dat vlak kan worden afgestemd.

30 Vanuit een ander aspect verschaft het octrooi een samenstel voor het uitvoeren van de werkwijze van de zojuist omschreven soort, omvattend een voorraad pijp, eerste transportmiddelen voor transport van de pijp vanaf de voorraad in procesrichting naar daaropvolgende 35 bewerkingsstations, een extruder voor een isolatiemantel, tweede transportmiddelen voor het voeren van de isolatiemantel van de extruder naar de pijp benedenstrooms 10 1 5760 6 van de voorraad daarvan, middelen voor het om de pijp aanbrengen van de isolatiemantel tijdens voortgaand transport van beide, een co-extruder voor het aanbrengen van een buitenlaag om de isolatiemantel voorafgaande aan 5 het om de pijp aanbrengen daarvan, middelen voor het na het om de pijp aanbrengen van de van de buitenlaag voorziene mantel in omtrekszin sluiten van de buitenlaag en middelen voor het op een voorraadrol opnemen van de zo verkregen samengestelde pijp.

10 Bij voorkeur zijn de sluitmiddelen voorzien van middelen voor het verhitten van kopse langsranden van de buitenlaag en van middelen voor het tangentiaal tegen elkaar brengen van de langsranden. De verhittingsmiddelen omvatten bij voorkeur tussen de langsranden plaatsbare en 15 daarnaar gerichte mondstukken, waarop een of meer leidingen voor toevoer van verhit fluïdum -in het bijzonder lucht- aangesloten zijn. De warmte benodigd voor het lassen van de randen wordt daarmee zo gericht en lokaal mogelijk toegevoerd.

20 Bij voorkeur zijn de mondstukken aangebracht op een drager daarvoor, waarbij de drager aandrijfbaar voor beweging van de mondstukken in procesrichting, zodat de effectiviteit maximaal is. Een eenvoudige opstelling is die waarbij de drager een omlopend aangedreven drager is, 25 bij voorkeur een roterend aangedreven schijf.

Bij voorkeur is tevens voorzien in een aanslag, zoals een voetje, waarmee voorkomen wordt dat de drager, in het bijzonder de draaiende schijf, tegen de pijp komt.

Teneinde de door de verhittingsmiddelen 30 toegevoerde warmte geen ongewenste invloed te laten uitoefenen op overige gedeelten van de mantel en de buitenlaag zijn bij de verhittingsmiddelen middelen opgesteld voor koeling van de onderdelen van het samenstel die contact maken met de buiten het contactgebied van de 35 langsranden gelegen gedeelten van de pijp/mantel/buitenlaag, of daarnaar op andere wijze warmte kunnen afgeven.

101 57 80 7

Vanuit een verder aspect verschaft het octrooi aldus een rol samengestelde pijp voor temperatuurconditio-nering, omvatten een pijp voor doorvoer van fluïdum, een daaromheen gelegen mantel van isolerend materiaal en een 5 daaromheen gelegen folie.

Vanuit een ander aspect verschaft het octrooi aldus een rol samengestelde pijp voor temperatuurconditio-nering, omvatten een pijp voor doorvoer van fluïdum, een daaromheen gelegen mantel van isolerend materiaal en een 10 daaromheen gelegen folie, waarbij de folie voorzien is van een langsseal en de mantel daaronder onderbroken is.

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde figuren weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: 15 Figuur 1 een schematische weergave van een opstelling waarmee overeenkomstig de uitvinding een samengestelde geïsoleerde pijp vervaardigd kan worden;

Figuur 2 een onderdeel van de opstelling volgens figuur 1, voor het maken van een geribbelde buis; 2 0 Figuren 3A en 3B respectievelijk een dwarsdoorsnede en een langsdoorsnede van een samengestelde warmteïsolerende buis vervaardigd met de opstelling volgens figuur 1;

Figuren 4A en 4B respectievelijk een zijaanzicht 2 5 en een doorsnede door een onderdeel voor een alternatieve opstelling voor het maken van een samengestelde warmteïsolerende buis volgens de uitvinding; en

Figuur 5 een dwarsdoorsnede door een met behulp van het onderdeel van de figuren 4A en 4B vervaardigde 30 samengestelde warmteïsolerende buis.

De opstelling 1 in figuur 1 bevindt zich op een beperkte ruimte. Zij omvat een houder 2 met een voor-raadrol 3 van een koperen of hard-kunststoffen pijp 6, die in de richting van A kan worden afgewikkeld om vervolgens 35 in de richting B verder in het proces te worden getransporteerd.

Daarnaast is opgesteld een extruder 3 met een 1015760 8 extruderkop 5, waaruit een kunststof-isolerende mantel 7 wordt geëxtrudeerd in de richting C.

Voor het besturen van de gehele opstelling 1 is een bedieningskast 4 voorzien.

5 Benedenstrooms van de houder 2 bevindt zich een samenvoegingstation 30, met een strekinriching 8 en benedenstrooms daarvan een van aangedreven rollen voorziene pijpdoorvoerinrichting 9 voor de pijp 6, en parallel daaraan, ook in het station 30, een geleidingsinrichting 10 10 voor de mantel 7, en een openingsmiddel 11 om de mantel 7 in langsrichting open te zetten. De mantel 7 kan reeds bij extrusie uit de kop 5 voorzien zijn van een langssnede, maar kan daarvan ook voorzien worden ter plaatse van het geleidingsmiddel 10 of het openingsmiddel 15 11.

Benedenstrooms daarvan bevindt zich richtmiddel 12, alwaar de opengehouden mantel 7 zijwaarts op de gestrekt gehouden pijp 6 geduwd wordt. Dit vindt plaats tijdens voortgaand transport van de pijp 6 in de richting 20 B en de mantel 7 in de richting C.

Benedenstrooms van de plaats van samenvoeging bevindt zich aandrukmiddel 13, waaruit de samengestelde pijp/mantel 14 komt om in de richting D in extruder 15 binnen te treden. In extruder 15 wordt een buitenlaag 18 25 over de mantel 7 gecoëxtrudeerd. In het geval van de opstelling van figuur 17 is dit een relatief dikke laag (bijvoorbeeld 0,5 mm), die een opzichzelf staande huls kan vormen. Deze huls 18 wordt daarna aangegrepen in het vormstation 16, waar met behulp van 2 mee-/omlopende 30 ribbenvormers 17 over de gehele omtrek omlopende omtreksribben worden gevormd. Het samengestelde eindprodukt 19 wordt in de richting E op een spoel 20 op houder 19 opgerold. De spoel 20 kan opgeslagen worden en daarna verzonden worden naar een plaats van de instal-35 latiewerkzaamheden.

In de figuur 2 zijn de ribbenvormers 17 in bovenaanzicht weergegeven. Het betreft hier twee ribben- 1ö15760 9 vormers 17a, 17b, die respectievelijk in de richtingen Hl en H2 omlopen. Zij bestaan elk uit kettingen 24, die omlopend aangedreven worden, en waarop ribvormende schakels 23 aangebracht zijn. De ribvormende schakels 23 5 sluiten op elkaar en bestaan elk uit een houder 25 met vormribben 26. Deze vormribben 26 zijn half cirkelvormig convex en tandvormig, om het profiel weergegeven rechts in figuur 2 te kunnen vormen. De vormribben 26 van tegenover elkaar lopende schakels 23 van de ribbenvormers 27a, b 10 sluiten op elkaar aan.

Het eindprodukt is weergegeven in de figuren 3A en 3B, waarbij te zien is dat in het midden een kunststof of koperen pijp 6 aanwezig is met daaromheen een mantel van bijvoorbeeld polytheenschuim 7, daaromheen een ribben-15 vormige huls 18. De ribbenvormige huls 18 is min of meer kanteelvormig in doorsnede, met ribvormige verhogingen 26 en kanalen 28. Het gebruikte materiaal is thermoplastische kunststof, zoals polyolefine, bijvoorbeeld polyetheen, en de huls 18 kan althans door vouwen ter plaatse van de 20 hoekgebieden 27 in axiale richting vervormen. De mantel 7 kan strak om de pijp 6 aangebracht zijn.

Het is ook mogelijk om de opstelling van figuur 1 te gebruiken zonder vormstation 16 in te schakelen. Dit kan bijvoorbeeld wanneer gekozen wordt voor een gladde 25 folie als buitenlaag. In dat geval wordt in de extruder 15 een dunne, bijvoorbeeld polyetheen-coating op de mantel 7 aangebracht, en wordt het dan verkregen produkt op voorraad gerold.

Het is ook mogelijk om de extruder 15 coaxiaal 3 0 te koppelen met de extruder 3. In dat geval zal de mantel 7 bij het samenvoegen met de pijp 6 reeds voorzien zijn van een coating. In dat geval zal in het station 30 benedenstrooms van de plaats van samenvoeging een seal-inrichting opgesteld zijn, om de folie/coating af te 35 dichten. In dit voorbeeld kan gebruik worden gemaakt van de opstelling weergegeven in de figuren 4A en 4B, alwaar een schijf 20 weergegeven is, die aangedreven wordt in de 1015760 10 richting F, om dus aan de omtrek mee te kunnen lopen in de richting D van de samengestelde buis, waarvan de buitenlaag 18 hier is weergegeven. De schijf 20 is aan weerszijden voorzien van een omtreksreeks gaten 21, die zijn 5 aangesloten op verder niet weergegeven regelbare toevoer-middelen voor verhitte lucht. De schijf 20 is opgehangen aan een verder niet weergegeven gestel, waarin ook een voet 22 bevestigd is, die onder schijf 20 reikt, zoals schematisch weergegeven is in figuur 4B. Deze voet 22 is 10 in contact met het bovenoppervlak van de pijp 6 om de schijf 20, in het bijzonder de in het onderste gebied daarvan gelegen gaten 21, op de juiste afstand boven de pijp 6 te plaatsen. De afstand tussen voet en schijf is instelbaar.

15 Tijdens bedrijf laat men verhitte lucht in de richting G naar weerszijden uittreden uit de gaten 21, precies op de eindranden 18a, 18b van de folie 18. De omgevende onderdelen van de machine, hier verder niet getoond, die de rest van de samengestelde buis aangrijpen 20 voor transport, kunnen daarbij gekoeld worden.

Direct benedenstrooms van de schijf 20 zijn transporterende aandrukbanden 31, 32a, 32b, opgesteld, die volgens een driehoekopstelling de samengestelde buis aangrijpen en daarop een aandrukkracht uitoefenen om de 25 randen 7a en 7b van de mantel 7 en de randen 18a, 18b van de filmlaag 18 tegen elkaar aan te drukken. Daarbij versmelten de randen 18a, 18b, met elkaar, maar niet de randen 7a, 7b van de mantel 7.

De platte uitvoering van ondermeer de aandruk-30 band 31 maakt het ook mogelijk om andere profielen te verwerken, bijvoorbeeld met een platte onderzijde.

Na aldus behandeld te zijn kan het eindprodukt 19 weergegeven in figuur 5 verkregen worden, alwaar een pijp, in het bijzonder koperen pijp, omgeven is door een 35 polyetheen schuimmantel 7, die zelf gecoat is met een polyolefine film 18, die gelast is ter plaatse van 29.

10 1 5760.

Claims (28)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een samenstel van een warmte-isolatiebuis en tenminste een daarin opgenomen pijp voor transport van fluïdum, waarbij 5 in een continu, aaneengesloten reeks processtappen de pijp, die bijvoorbeeld van kunststof of metaal kan zijn, wordt aangevoerd, een mantel van kunststof isolatiemateriaal wordt geëxtrudeerd en om de pijp wordt aangebracht, waarbij door coëxtrusie om de mantel een afslui- 10 tende buitenlaag wordt aangebracht, die daarna gevormd wordt met omtreksribben.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het aldus verkregen samenstel van pijp, mantel en buitenlaag in een doorgaande beweging opgerold en in rolvorm opgesla- 15 gen wordt.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij de omtreksribben gevormd worden middels radiaal op de aangebrachte buitenlaag aangrijpende ribbenvormers.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij twee 20 ribbenvormers diametraal tegenover elkaar de buitenlaag aangrijpen en vervormen.

5. Werkwijze volgens een der conclusies 1-4,. waarbij de omtreksribben en de daartussen gelegen buitenlaag axiaal indrukbaar uitgevoerd worden.

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclu sies, waarbij de buitenmantel vervaardigd is van een thermoplastisch materiaal, bij voorkeur polyolefine, bijvoorbeeld polyetheen.

7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclu- 30 sies, waarbij de mantel vervaardigd is van polyetheen.

8. Werkwij ze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de mantel, voorzien van een langssnede, van opzij om de pijp wordt aangebracht.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij de 1015760 mantel ter plaatse van de langsnaad wordt gedicht, bijvoorbeeld door smelten, voordat op de zo verkregen ononderbroken omtrek de buitenlaag geëxtrudeerd wordt.

10. Rol samengestelde pijp voor temperatuurcon- 5 ditionering, omvatten een pijp voor doorvoer van fluïdum, een daaromheen gelegen mantel van isolerend materiaal en een daaromheen gelegen van omtreksribben voorziene huls.

11. Samenstel voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattend 10 een voorraad pijp, eerste transportmiddelen voor transport van de pijp vanaf de voorraad in procesrichting naar daaropvolgende bewerkingsstations, een extruder voor een isolatiemantel, tweede transportmiddelen voor het voeren van de isolatiemantel van de extruder naar de pijp 15 benedenstrooms van de voorraad daarvan, middelen voor het om de pijp aanbrengen van de isolatiemantel tijdens voortgaand transport van beide, middelen voor het aanbrengen van een buitenlaag om de isolatiemantel, middelen voor het aanbrengen van omtreksribben in de buiteniaag en 2. middelen voor het op een voorraadrol opnemen van de zo verkregen samengestelde pijp.

12. Samenstel volgens conclusie 11, waarbij de middelen voor het aanbrengen van de omtreksribben twee of meer radiaal op de buitenlaag aangrijpende ribbenvormers.

13. Samenstel volgens conclusie 12, waarbij de ribbenvormers gevormd worden door met de buitenlaag mee aangedreven omlopende vormbanden.

14. Samenstel volgens conclusie 13, waarbij twee ribbenvormers diametraal tegenover elkaar opgesteld zijn 3. om de buitenlaag over de gehele omtrek aan te grijpen en te vervormen.

15. Werkwijze voor het vervaardigen van een samenstel van een warmte-isolatiebuis en tenminste een daarin opgenomen pijp voor transport van fluïdum, waarbij 35 in een continu, aaneengesloten reeks processtappen de pijp, die bijvoorbeeld van kunststof of metaal kan zijn, wordt aangevoerd, een mantel van kunststof isolatie- 10 1 5760 materiaal wordt geëxtrudeerd en van opzij om de pijp wordt aangebracht, waarbij door coëxtrusie om de mantel een afsluitende buitenlaag wordt aangebracht, waarbij de mantel voorafgaande aan het om de pijp aanbrengen reeds 5 door coëxtrusie voorzien wordt van de buitenlaag.

16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij de buitenlaag een radiale onderbreking bezit en deze gesloten wordt door het aan elkaar smelten van de randen daarvan die de onderbreking begrenzen.

17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij de randen voor het smeltproces in tangentiale richting met een verhit middel beroerd worden en daarna tegen elkaar gedwongen worden en vervolgens afgekoeld worden.

18. Werkwijze volgens conclusie 16 of 17, waar-15 bij de randen met gas verhit worden.

19. Werkwijze volgens conclusie 15, 16, 17 of 18, waarbij de buitenlaag gevormd wordt door een gladde coating.

20. Samenstel voor het uitvoeren van de 20 werkwijze volgens een der conclusies 15-19, omvattend een voorraad pijp, eerste transportmiddelen voor transport van de pijp vanaf de voorraad in procesrichting naar daaropvolgende bewerkingsstations, een extruder voor een isolatiemantel, tweede transportmiddelen voor het voeren 25 van de isolatiemantel van de extruder naar de pijp benedenstrooms van de voorraad daarvan, middelen voor het om de pijp aanbrengen van de isolatiemantel tijdens voortgaand transport van beide, een co-extruder voor het aanbrengen van een buitenlaag om de isolatiemantel vooraf-30 gaande aan het om de pijp aanbrengen daarvan, middelen voor het na het om de pijp aanbrengen van de van de buitenlaag voorziene mantel in omtrekszin sluiten van de buitenlaag en middelen voor het op een voorraadrol opnemen van de zo verkregen samengestelde pijp.

21. Samenstel volgens conclusie 20, waarbij de sluitmiddelen voorzien zijn van middelen voor het verhitten van kopse langsranden van de buitenlaag en van mid- 1015760 delen voor het tangentiaal tegen elkaar brengen van de langsranden.

22. Samenstel volgens conclusie 21, waarbij de verhittingsmiddelen tussen de langsranden plaatsbare en 5 daarnaar gerichte mondstukken omvatten, waarop een of meer leidingen voor toevoer van verhit fluïdum aangesloten zijn.

23. Samenstel volgens conclusie 22, waarbij de mondstukken aangebracht zijn op een drager daarvoor, 10 waarbij de drager aandrijfbaar voor beweging van de mondstukken in procesrichting, waarbij bij voorkeur tevens voorzien is in een aanslag, zoals een voetje, waarmee voorkomen wordt dat de drager, tegen de pijp komt.

24. Samenstel volgens conclusie 23, waarbij de 15 drager een omlopend aangedreven drager is, bij voorkeur een roterend aangedreven schijf.

25. Samenstel volgens een der conclusies 21-24, waarbij bij de verhittingsmiddelen middelen opgesteld zijn voor koeling van de onderdelen van het samenstel die 2. contact maken met de buiten het contactgebied van de langsranden gelegen gedeelten van de pijp/mantel/buitenlaag, of daarnaar op andere wijze warmte kunnen afgeven.

26. Samenstel voorzien van een of meer van de in 25 de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij - gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

27. Inrichting voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij -gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

28. Werkwijze omvattend een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij -gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende stappen. -o-o-o-o-o-o-o-o- AF/KP 1015760