NL1015603C2 - Inrichting en werkwijze voor het spelen met een met munten te bekrachtigen roulettespeler. - Google Patents

Description

» r

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET SPELEN MET EEN MET MUNTEN TE BEKRACHTIGEN ROULETTESPELER

De uitvinding betreft een inrichting en een werkwijze voor het spelen met een met munten te bekrachtigen roulettespeler volgens de aanhef van conclusie 1.

Uit DE 33 32 420 Tl is een met munten te be-5 krachtigen roulettespeler bekend, waarbij de roulettespeler onder een halve bol van glas, onbeïnvloedbaar door gebruikers van het spelapparaat, is geplaatst. De speler omvat een schijf met vlakke voor opname van een kogel en coaxiaal hieromheen een omloopoppervlak voor de kogel.

10 Hierlangs wordt de kogel op gang gebracht en geraakt vervolgens op één van de vlakken van de schijf. De positie van de kogel wordt door middel van sensormiddelen geregistreerd. Aan deze publicatie is echter geen manier te ontlenen hoe een dergelijke inrichting vorm te geven 15 is, waarbij enkele winstcombinaties vaker dan andere kunnen optreden.

Verder is uit DE 35 14 091 Al een vermaaksrou-lette bekend, die een beeldscherm voor spelbesturing en selectie omvat. De kogelpositie in het vak van de rote-20 rende middelste schijf wordt door middel van sensormiddelen geregistreerd, die onder de schijf voor het dragen van de kogel zijn aangebracht.

Aan de uitvinding ligt de opgave ten grondslag een met munten te bekrachtigen automaat dusdanig verder 25 vorm te geven, dat het verloop van de kogel en derhalve het resultaat van het spel te beïnvloeden is.

Dit doel wordt door de kenmerkende eigenschappen van conclusie 1 bereikt.

Verdere gunstige uitvoeringsvormen van de 30 uitvinding zijn in de afhankelijke conclusies gedefinieerd.

101RRn 7 2

De inrichting volgens de uitvinding vertoont als voordeel, dat door de speler op de behuizing uitgeoefende schokken of stoten hierdoor niet op het behuizings-gedeelte van de speelinrichting worden overgedragen, 5 aangezien tussen deze beide geen verbinding bestaat. Door de werkwijze volgens de uitvinding is het mogelijk doelmatig vooraf bepaalde wingetallen aan te sturen, waarbij de kogel op een op voorhand bepaalde plaats van het opnamevlak van de middelste schijf naar de coaxiaal 10 geplaatste omloopbaan wordt gestuurd. Door de voortdurende registratie van de kogelpositie en een hiervan afgeleid; waar de kogel de schijf betreedt, kan deze tussentijds in een overeenkomstige positie worden gebracht.

Aan de hand van de tekening wordt een uitvoe-15 ringsvorm van de uitvinding beschreven. Hierin toont: fig. 1 een speelinrichting voor roulette in zijaanzicht, fig. 2 de speelinrichting voor roulette in langsdoorsnede langs de snede II-II in fig. 1 en 20 fig. 3 een schema van het spelverloop van een werkwijze voor het besturen van de speelinrichting voor roulette van fig. 1.

In fig. 1 is een met referentienummer 1 aangeduide, met munten te bekrachtigen speelinrichting 1 voor 25 roulette in zijaanzicht weergegeven. De speelinrichting 1 voor roulette omvat een speelinrichting 2. De speelinrichting 2 wordt op afstand zonder contact door een tafelvormig vormgegeven, met speelplaatsen 4 uitgeruste behuizing 3 van de speelinrichting 1 voor roulette om-30 ringd. De tafelvormige behuizing omvat om de omtrek de speelplaatsen 4 met bedieningselementen, zoals drukknoppen en zogenaamde trackballs. Aan de achterzijde van de tafelvormige behuizing 3 bevindt zich een zuilvormig gedeelte 5, waarin een beeldscherm 6 is aangebracht en 35 welke voor onderhoud uit het zuilvormige gedeelte 5 kan worden gezwenkt. De tafelvormige behuizing omvat aan elke zijde twee speelplaatsen 4. Deze zijn elk met niet weergegeven bedieningselementen uitgerust, die met een niet 101RR03 3 weergegeven, in de behuizing aangebrachte besturingseenheid in verbinding staan.

In fig. 2 is de behuizing 3 langs de snede II-II in fig. 1 weergegeven. De behuizing 3 ommantelt de 5 speelinrichting 2, welke een basisplaat 7 met in hoogte verstelbare voeten 8 en zijwanden 9, waar op de tegenover de basisplaat gelegen zijde een plaat 10 is aangebracht, omvat, waarop meer dan één bevestigingsinrichting 11 is aangebracht, waaraan de speelinrichting 2 is bevestigd.

10 De bevestigingsinrichtingen 1 zijn door middel van een instelaandrijving 12 in verticale richting te verplaatsen, zodat de speelinrichting 2 uit de horizontale toestand kan worden gebracht en wel in een willekeurige richting. De besturing van de niet nader weergegeven 15 instelaandrijving 12, welke met een hulpkrachtbron te bekrachtigen is, van de bevestigingsinrichting 11 resulteert met behulp van de niet nader weergegeven centrale besturingseenheid.

De speelinrichting omvat een speelschijf 13 met 20 rond de omtrek hiervan geplaatste kuiltjes 14 voor opname van een kogel. De speelschijf 13 wordt coaxiaal omringd door een kogelbaan 15. Aan de buitenomtrek van de kogelbaan 15 zijn sensoren 16 aangebracht, waarmee de afstand ten opzichte van een bovengelegen afdekkap 17 van de 25 speelinrichting 2 wordt bepaald. Met de gelijkmatig over de buitenomtrek van de kogelbaan 15 verdeelde sensoren 18 wordt geregistreerd in welk kuiltje 14 van de speelschijf 13 de kogel zich bevindt. De sensoren 18 zijn met de besturingseenheid verbonden. De sensoren 18 zijn vormge-30 geven als infraroodsensoren, en de kogelbaan 15 omvat in het gebied van de infraroodsensor een doorgang 19, zodat de detectiebundel van de sensor 18 zonder belemmering kan worden gericht op het kuiltje 14 van de speelschijf 13.

De kogelbaan 15 en de speelschijf 13 zijn met een koepel-35 vormig vormgegeven glaskap 17 afgedekt. De glaskap 17 is aan de tafelvormige behuizing bevestigd.

Een aandrijfmotor 20 voor de speelschijf 13 is aan de dekplaat 10 bevestigd. Vanaf een op de aandrijfas 10156o 3 4 24 van de aandrijfmotor 20 aangebracht aandrijftandwiel 21 loopt een tandriem 22 naar een aandrijftandwiel 23, dat op een verticale aandrijfas 24 van de speelschijf 13 aan de zijde van de behuizing gelagerd is aangebracht.

5 Aan de onderzijde van de speelschijf 13 is een getande schijf 26 aangebracht, waarop een vertande lichtkast 25 is aangebracht. De getande schijf 26 omvat een evenzo groot aantal tanden als het aantal vakken op de speelschijf 13. Aanvullend omvat de getande schijf 26 een 10 verder naar de behuizing 3 gerichte brug, welke overeenkomt met een aanvullende lichtkast. De lichtkasten zijn met de besturingseenheid verbonden.

In fig. 3 wordt aan de hand van een schema 27 van het verloop het beïnvloeden van de kogel nader be-15 schreven. Bij een aantal punten, dat afdoende is om te spelen, wordt de aandrijfmotor 20 van de speelschijf 13 zodanig door de besturingseenheid bekrachtigd, dat deze in de richting met de klok mee zolang met een lage snelheid wordt aangedreven, totdat de hoek de lichtkast 20 passeert en aldus een synchronisatie van posities heeft plaatsgevonden. Gedurende de hieropvolgende twee of drie volle omwentelingen wordt met de sensor 18 geregistreerd, in welk kuiltje 14 van de speelschijf 13 de kogel zich bevindt. De speelschijf 13 wordt daarna versneld, totdat 25 de kogel het kuiltje 14 verlaat en in de kogelbaan 15 raakt (functieblok 28, 29). De kogel loopt hierna vrij over de kogelbaan 15. Hierbij wordt de speelschijf 14 ononderbroken afgeremd (functieblok 30). Hierna wordt de speelschijf 13 in de tegengestelde richting ten opzichte 30 van de omloopbaan van de kogel tot een middelhoge loopsnelheid versneld (functieblok 31). Als gevolg van de wrijvingsweerstand op de kogel tijdens de omloop hiervan in de kogelbaan 15 wordt de snelheid van de kogel verlaagd en wordt deze door de hellende kogelbaan naar de 35 richting van de speelschijf gestuurd en komt in een kuiltje 14 van de speelschijf 13. De positie, resp. het kuiltje 14, waar de kogel zich bevindt, wordt door middel van de sensor 18 en door de bij de onder de speelschijf iniRfi0 3 * 1 « 5 13 aangebrachte getande schijf 26 behorende sensorposi-ties bepaald.

De rotatiesnelheid van de speelschijf wordt hierna door de besturingseenheid vertraagd, zodat de 5 gebruiker van de met munten te bekrachtigen speelinrich-ting 1 voor roulette ook visueel kan zien, in welk kuiltje 14 de kogel zich bevindt (functieblok 31). Het bij het kuiltje 14 behorende herkenningsgetal is hierboven aangebracht. Het bepaalde winstgetal wordt in een display 10 van de speelinrichting 2 weergegeven.

Om op voorhand bepaalde kuiltjes doelmatig te bereiken, worden de onder de speelinrichting 1 voor roulette aangebrachte bevestigingsinrichtingen 11 ten opzichte van elkaar in de hoogte door middel van de 15 desbetreffende instelaandrijving veranderd, zodat de speelschijf 13 op een op voorhand bepaalde positie een hoogste punt vertoont. Hierbij resulteert op een plaats langs de kogelbaan 15 een rekenkundig te bepalen maximale hoogte. Deze positie is de beoogde positie van de speel-20 schijf 13, waar de kogel op de speelschijf 13 komt.

Aangezien de positie, waar de kogel de speelschijf 13 verlaat en de positie, waar de kogel op de speelschijf 13 komt in het gebied van de maximale hoogte is gelegen, op voorhand te bepalen en reproduceerbaar is, 25 kan gedurende de vrije tijd, waarin de kogel over de kogelbaan 15 rolt, het beoogde kuiltje, waarin de kogel terecht moet komen, in de op voorhand bepaalde positie worden gebracht. Op basis van de bij benadering gelijkblijvende hoeksnelheid van de kogel en van de speelschijf 30 13 is tot op ± 1 of 2 kuiltjes 14 op voorhand te bepalen, in welk kuiltje 14 de kogel terecht zal komen.

10156C3

Claims (5)

1. Speelinrichting voor roulette met een draaibare speelschijf met kuiltjes voor opname van een kogel, een de speelschijf concentrisch omringende kogelbaan, een aandrijving voor de draaibare speelschijf, waarvan de 5 draairichting om te schakelen is, sensoren voor het registreren van de positie van de kogel en de positie van de speelschijf, en een besturingseenheid met een microcomputer voor besturing van het verloop, evenals bedie-ningselementen, die met de besturingseenheid zijn verbon-10 den, met het kenmerk, dat de speelschijf (13) ten opzichte van de kogelbaan (15) door middel van instelmidde-len (11) in een schuinstand ten opzichte van de horizontaal kan worden gebracht.

2. Speelinrichting voor roulette volgens con-15 clusie 1, met het kenmerk, dat de kogelbaan (15) en de speelschijf (13) op een gemeenschappelijke dekplaat (10) zijn aangebracht, en dat de dekplaat (10) met behulp van instelaandrijvingen (12) schuin ten opzichte van de horizontaal te positioneren is.

3. Speelinrichting voor roulette volgens con clusie 1, met het kenmerk, dat meer dan één instelaandrij ving (12) langs de omtrek van de kogelbaan (15) is aangebracht, en dat de speelinrichting (2) met de instelaandrij vingen (12) schuin ten opzichte van de horizontaal 25 kan worden gepositioneerd.

4. Speelinrichting voor roulette volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de speelinrichting (2) mechanisch is ontkoppeld van een de speelinrichting (2) omringende behuizing (3).

5. Werkwijze voor het aandrijven van een speel inrichting voor roulette met een draaibare speelschijf met kuiltjes voor opname hierin van een kogel, een de speelschijf concentrisch omringende kogelbaan, een aandrijving voor de draaibare speelschijf, waarvan de draai- 1015603 • · n richting omkeerbaar is, sensoren voor het registreren van de positie van de kogel en de positie van de speelschijf, en een besturingseenheid met een microcomputer voor het besturen van het verloop, en met bedieningselementen, die 5 met de besturingseenheid zijn verbonden, met het kenmerk, dat de speelschijf (13) met kuiltjes (14) voor opname van een kogel geleidelijk na een op voorhand bepaalde hoek-snelheid wordt versneld, en dat de speelschijf (13) kan worden gestopt en in tegengestelde richting kan worden 10 versneld, totdat de hoeksnelheid van de kogel is bereikt. 1015603