NL1015514C2 - Inrichting voor het stoppen van vrachtwagens. - Google Patents

Inrichting voor het stoppen van vrachtwagens. Download PDF

Info

Publication number
NL1015514C2
NL1015514C2 NL1015514A NL1015514A NL1015514C2 NL 1015514 C2 NL1015514 C2 NL 1015514C2 NL 1015514 A NL1015514 A NL 1015514A NL 1015514 A NL1015514 A NL 1015514A NL 1015514 C2 NL1015514 C2 NL 1015514C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
aiming means
truck
signal source
potential locations
lamps
Prior art date
Application number
NL1015514A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Berends
Original Assignee
Stertil Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stertil Bv filed Critical Stertil Bv
Priority to NL1015514A priority Critical patent/NL1015514C2/nl
Priority to EP20010202437 priority patent/EP1167253B1/en
Priority to DE60102745T priority patent/DE60102745D1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1015514C2 publication Critical patent/NL1015514C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G69/00Auxiliary measures taken, or devices used, in connection with loading or unloading
    • B65G69/006Centring or aligning a vehicle at a loading station using means not being part of the vehicle

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Lighting Device Outwards From Vehicle And Optical Signal (AREA)

Description

1 τ
INRICHTING VOOR HET STOPPEN VAN VRACHTWAGENS
De onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor het stoppen van een achterwaarts bij een loading dock geparkeerde vrachtwagen.
Wanneer een vrachtwagen voor het laden en/of 5 lossen bij een loading dock is geparkeerd, is het van belang, dat de vrachtwagen niet weg kan rijden, voordat het laden en/of lossen is voltooid. Het gevaar bestaat, dat een vorkheftruck of soortgelijk vervoermiddel, dat naar de vrachtwagen onderweg is, achter de vrachtwagen 10 uit de loading dock kan vallen, wanneer de vrachtwagen onverwachts optrekt en wegrijdt. Bovendien is het vanuit een logistiek oogpunt zeer ongunstig, wanneer een vrachtwagen vroegtijd, d.w.z. voor voltooiing van laden en/of lossen wegrijdt.
15 Het is in de techniek bekend om gebruik te maken van inrichtingen met armen, die beweegbaar zijn om ten minste één van de wielen van de vrachtwagen aan te grijpen en pas vrij te geven als het laden en/of lossen is voltooid. Een dergelijke inrichting is bijv. bekend 20 uit de Internationale octrooiaanvrage PCT/NL94/00326.
Met een dergelijke bekende inrichting wordt overigens tevens effectief voorkomen, dat het voertuig geleidelijk van de parkeerplaats weg kan rollen, bijvoorbeeld als gevolg van enigszins versleten remmen, het in-25 en uitrijden van vorkheftrucks of palletwagens, etcetera.
De bekende techniek kent een aantal nadelen. Onder invloed van wetgeving in verschillende landen worden de zijkanten van vrachtwagens in steeds verdergaande mate afgeschermd door zijpanelen om te voorkomen, 30 dat ongelukken kunnen gebeuren, in het bijzonder met fietsers en voetgangers. Hierdoor is de voor een bekende inrichting beschikbare ruimte om een wiel aan te grijpen 1015514 I Γ 2 steeds kleiner aan het worden. Met de bekende inrichtingen bestaat op termijn het gevaar, dat de effectieve hoogte van de wielblokkering te laag wordt om te allen tijde te voorkomen dat een vrachtwagen vroegtijdig weg-5 rijdt door over de blokkering te rijden, in het bijzonder als de vrachtwagen nagenoeg leeg en dus licht is. Om dit soort problemen op te lossen neemt de complexiteit en storingsgevoeligheid van de bestaande installaties toe.
De bekende inrichting kent ook nog andere nadelen.
10 Met de onderhavige uitvinding is beoogd (aan vullende) veiligheidsmaatregelen te treffen om te voorkomen dat een vrachtauto vroegtijdig van een loading dock weg rijdt, waartoe een inrichting is verschaft, die zich onderscheidt, door een signaleringsinstallatie in een 15 voor de loading dock gelegen wegdek op een eerste op voorhand bepaalde afstand vanaf de loading dock, waarbij de signaleringsinstallatie richtmiddelen omvat, die zijn georiënteerd op ten minste één van de lengte van de vrachtwagen en van de hoogte van de cabine van de vracht-20 wagen afhankelijke locatie van een chauffeur in de cabine .
Door de signaleringsinstallatie met de richtmiddelen zal het een chauffeur direct duidelijk zijn, wanneer hij wel of niet weg kan rijden, waarmee op doel-25 treffende wijze het laten stilstaan van een achterwaarts bij de loading dock geparkeerde vrachtauto is bewerkstelligd. Bijvoorbeeld kan als signaleringsinstallatie gebruik worden gemaakt van een rood licht, dat door de richtmiddelen wordt georiënteerd op de plaats van de 30 chauffeur in de cabine, die zich hierdoor direct zal beseffen of hij wel of niet weg kan rijden. Dit in tegenstelling tot aangrijping van één van de wielen volgens de bekende techniek, waar een dergelijk besef niet automatisch aanwezig is, maar wellicht tot stand komt, wanneer 35 de vrachtwagen op de plaats wordt gehouden, terwijl de chauffeur wil wegrijden. De signaleringsinstallatie kan dus een aanvulling zijn op een bekende aangrijpingsin- 1015514 3 richting met bijv. armen voor aangrijping van ten minste één van de wielen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm vertoont de inrichting de eigenschap, dat de signaleringsinstallatie 5 ten minste één signaalbron omvat met althans bij benadering evenveel richtmiddelen bij de signaalbron als het aantal potentiële locaties, waarbij de richtmiddelen vast op deze locaties zijn georiënteerd. Vrachtwagens kunnen verschillende lengtes hebben. Gemeten vanaf de loading 10 dock zijn deze lengtes bepalend voor de oriëntatie van de richtmiddelen. Door één signaalbron te gebruiken in samenhang met verschillende richtmiddelen, in overeenstemming met het aantal potentiële locaties, wordt het aantal signaalbronnen beperkt, terwijl nog altijd op elk 15 van de potentiële locaties een signaal aan de chauffeur wordt afgegeven.
Als alternatief of als aanvulling kan de inrichting de eigenschap vertonen, dat de signaleringsinstallatie ten minste één signaalbron omvat met instelbare 20 richtmiddelen bij de signaalbron, en waarbij de richtmiddelen instelbaar richtbaar zijn in althans bij benadering evenveel standen als het aantal potentiële locaties. Vanzelfsprekend komen dan de locaties overeen met de ingenomen standen van de richtmiddelen. Aldus kan met een 25 enkele signaalbron en de instelbare richtmiddelen elke van de potentiële locaties worden gedekt.
In een dergelijke uitvoeringsvorm kan de inrichting verder een detector omvatten om een betreffende van de potentiële locaties te bepalen en kan deze een 30 besturing omvatten om de richtmiddelen in te stellen op de betreffende van de potentiële locaties. Op deze manier wordt een eenvoudige instelling van de richtmiddelen bewerkstelligd. Als alternatief of als aanvulling kunnen de richtmiddelen met een besturing zijn aan te drijven om 35 althans bij benadering al de potentiële locaties te doorlopen. Hierdoor kan weer worden volstaan met een enkele combinatie van een signaleringsinstallatie en instelbaar aan te sturen richtmiddelen om op al de poten- 10«5' 4 4 tiële locaties of althans bij benadering al die locaties, een duidelijk signaal aan de chauffeur af te kunnen geven, wanneer hij vrij is om te vertrekken of niet.
Andere gunstige voorkeursuitvoeringsvormen en 5 voorbeelden van de uitvinding zullen duidelijk worden gemaakt aan de hand van de hierna volgende beschrijving, die is opgesteld in samenhang met de bijgevoegde figuren, waarin: fig. 1 een perspektivisch aanzicht toont van 10 een inrichting volgens de onderhavige uitvinding in bedrijf; fig. 2 een perspektivisch aanzicht toont van een deel van de in fig. 1 getoonde inrichting; fig. 3 een alternatief toont voor de in fig. 2 15 getoonde uitvoeringsvorm; fig. 4 een alternatief toont voor de in fig. 2 en 3 getoonde uitvoeringsvormen; en fig. 5 nog een alternatief toont als uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
20 In fig. 1 is een inrichting volgens de onderha vige uitvinding in bedrijf getoond.
In fig. 1 is een vrachtwagen 1 met een cabine 2 achterwaarts geparkeerd tegen een loading dock 3 van een gebouw 4. De vrachtwagen heeft een lengte L3, gemeten 25 vanaf de gevel van het gebouw 4. Voor de vrachtwagen 1 zijn in het wegdek 5 als lampen 6 vormgegeven signale-ringsinstallaties aangebracht, die als signaalbron dienst doen. De van de lampen 6 afkomstige lichtsignalen zijn georiënteerd op een chauffeur 7 in de cabine 2 van de 30 vrachtwagen 1.
In fig. 1 zijn verscheidene groepen lampen 6 in een strook 8 van het wegdek 5 aangebracht. Beide groepen lampen 6 zijn op dezelfde chauffeur 7 georiënteerd. De beide groepen lampen 6 bevinden zich resp. op afstand LI 35 en L2, gemeten vanaf de gevel van het gebouw 4, waarin het loading dock 3 zich bevindt. Naast de loading docks 3 zijn ook groepen lampen 9 aangebracht, die de chauffeur 7 in zijn achteruitkijkspiegel 10 kan zien.
1015514 5
Wanneer een loading dock 3 is gereserveerd voor vrachtwagens 1 met een specifieke, op voorhand bekende lengte L3, kunnen de lampen 6 vast zijn georiënteerd, waartoe richtmiddelen kunnen worden gebruikt, zoals die 5 hieronder in het bijzonder in verband met fig. 2 en fig.
3 zijn beschreven. De groepen lampen 6 op afstand LI en op afstand L2 vanaf de gevel van het gebouw 4 kunnen hierbij een vaste oriëntatie hebben, die mogelijkerwijs nog af kan hangen van variabele hoogtes van de chauffeur 10 7 in de cabine 2.
Als echter vrachtwagens van verschillende lengte bij het loading dock 3 kunnen worden geparkeerd voor het laden en/of lossen hiervan, zijn de lampen 6 bij voorkeur instelbaar georiënteerd of is bijv. gebruik 15 gemaakt van onderling verschillend georiënteerde groepen lampen 6. Elk van de groepen lampen 6 op resp. afstanden LI en L2 kan dan, in tegenstelling tot de situatie van fig. 1, zijn georiënteerd op een locatie, die afhangt van de hoogte van de chauffeur 7 in de cabine 2 en de lengte 20 L3 van de vrachtwagen 1. Dan kunnen de lampen 6 nog altijd elk vast zijn georiënteerd.
Andere voorkeursuitvoeringsvormen van signale-ringsinstallaties volgens de onderhavige uitvinding zullen hieronder nader aan de orde worden gesteld.
25 In fig. 2 is één van de groepen lampen 6 uit fig. 1 weergegeven. In de hier getoonde uitvoeringsvorm is in het wegdek 5 een uitsparing 11 aangebracht voor opname hierin van de groep lampen 6. De groep lampen 6 zit in een huis 12, dat is afgedekt met een gedeeltelijk 30 weggebroken aantal doorschijnende lenzen 13 om de van de lampen afkomstige lichtbundels te richten. De richtmiddelen, die door de lenzen 13 worden gevormd, zijn aldus stationair, zoals ook in fig. 1 is getoond. Wel zijn de de richtmiddelen vormende lenzen 13 zodanig geslepen, dat 35 de oriëntatie van fig. 1 bereikt wordt. Aldus maken de lenzen 13 deel uit van het huis, dat althans aan de bovenzijde de lampen 6 beschermt wanneer hierover voertuigen rijden. Als aanvulling kan de bovenzijde van huis 1015514 6 12 - met de lenzen 13 hierin - indrukbaar zijn. Aldus wordt de door een hieroverheen rijdend voertuig te nemen hindernis verkleind onder invloed van het gewicht van het voertuig zonder afbreuk te doen aan de werkzaamheid van 5 de inrichting.
In fig. 2 is weergegeven, dat de meest linker lamp 6 brandt; de overige twee lampen 6 in de behuizing 12 zijn uit. In een voorkeursuitvoeringsvorm kunnen de buitenste lampen 6 van de groep rood zijn en afwisselend 10 aan en uit gaan, terwijl de middelste lamp 6 bijv. groen is. Wanneer de vrachtwagen stil moet blijven staan, kunnen de buitenste lampen 6 afwisselend aan en uit knipperen, zodat, wanneer de vrachtwagen mag vertrekken, het middelste groene licht kan worden ingeschakeld. Ook 15 andere knipperlichtconfiguraties zijn mogelijk, bijv. met slechts twee lampen, waarvan er dan één rood en één groen is.
Opgemerkt wordt, dat de lampen 6 in de in fig.
2 getoonde uitvoeringsvorm een verwarming vormen. Als 20 aanvulling kan een additionele verwarming worden verschaft. Door de van de lampen of de additionele verwarming afkomstige warmte wordt doeltreffend voorkomen, dat de inrichting als gevolg van het ondersneeuwen hiervan niet meer te zien zou zijn. Een additionele verwarming is 25 van energie te voorzien op dezelfde wijze als de lampen zelf, te weten een (niet getoonde) voedingskabel, die door een in het wegdek 5 geslepen kabelgoot naar de inrichting kan lopen.
Verder wordt opgemerkt, dat hoewel in fig. 2 30 lampen 6 als signaalbronnen zijn weergegeven, de functie hiervan evenzeer te verwezenlijken is met andere middelen, zoals LED's, die hier niet expliciet zijn getoond. Een dergelijke configuratie kan bijvoorbeeld een serie multi-LED's zijn, die een lange levensduur vertonen en 35 een op zich in combinatie met de richtmiddelen afdoende lichtsterkte op kunnen leveren. Bovendien is een in het wegdek 5 aan te brengen uitsparing voor opname van het huis hierin veel kleiner te maken met een aanmerkelijk 1015514 7 lagere kans op beschadiging hiervan. In een dergelijk geval wordt voorzien, dat zelfs opbouw op het wegdek 5 mogelijk wordt, waartoe dan alleen een (niet getoonde) kabelgoot met een (niet getoonde) voedingskabel door het 5 wegdek moet worden getrokken. Een serie multi-LED's met een bijbehorend aantal lenzen heeft als voordeel, dat de verscheidene te verwezenlijken afstanden voor het richten van de lichtsignalen ook daadwerkelijk wordt verkregen.
In fig. 3 is een alternatieve uitvoeringsvorm 10 getoond, waarbij een huis 12 in een uitsparing 11 in een wegdek 5 een enkele lichtbron 6 bevat. Achter de lichtbron 6 is een spiegel 14 opgesteld om zoveel mogelijk van het van de lichtbron 6 afkomstige licht bovenwaarts te sturen. Tussen de lichtbron 6 en het bovenoppervlak van 15 het wegdek 5 zijn achtereenvolgens een tweetal lenzen 13 aangebracht, waarvan de eerste in het lichtpad de lichtbundels parallel maakt, terwijl de tweede lens 13 in het lichtpad ombuiging verzekert in de gewenste richtingen.
De behuizing 12 is afgedekt met een doorschijnende bedek-20 king 15. Ook in de in fig. 3 getoonde uitvoeringsvorm is de oriëntatie stationair.
In fig. 4 is een uitvoeringsvorm getoond, waar lamp 6 zonder huis in een gat 11 in het wegdek 5 is geplaatst. Het gat 11 is bedekt met een doorschijnende 25 bedekking 15, zodat georiënteerde lichtbundels uit kunnen treden. In de hier getoonde uitvoeringsvorm zijn de richtmiddelen gevormd door een glasvezelbundel 16, die een kromming vertoont en aansluit op lens 13 om licht van de lamp 6 in te vangen. Door de kromming van de glasve-30 zelbundel wordt de gewenste oriëntatie van de door de doorschijnende bedekking heen uittredende lichtbundels bereikt.
In-fig. 4 is schematisch verder een diafragma 17 in doorsnede getoond. Het diafragma 17 bevat een 35 doorgang 18 voor doorlating van licht. Het diafragma 17 is verschuifbaar over de onderzijde van de doorschijnende bedekking 15, zodat een deel van de uit de glasvezelbundel 16 tredende lichtbundels kan worden geblokkeerd. Op 1015514 8 deze wijze is de oriëntatie van de signaleringsinstalla-tie te beïnvloeden, afhankelijk van de lengte L3 van de vrachtwagen in fig. 1 en tevens de hoogte van de chauffeur in de cabine 2 van de vrachtwagen 1.
5 Een verdere ontwikkeling van het in fig. 4 getoonde principe van instelbaarheid is weergegeven in fig. 5. Hierbij is de lamp 6 op een kantelplaat 18 gemonteerd, die rust op een uitschuifbare stang 19, terwijl het van de lamp 6 afkomstige licht via spiegelplaat 20 10 door de doorschijnende bedekking 15 heen naar buiten te sturen is. Afhankelijk van de stand van de kantelplaat en hiermee van de spiegelplaat 20 is de oriëntatie van de uittredende lichtbundels te beïnvloeden. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van sensoren 21 in het wegdek 5 om de 15 lengte L3 van de vrachtwagen 1 te bepalen om in overeenstemming hiermee de kantelplaat 18 in stand in te stellen met de stang 19, die hiertoe is verbonden met een aandrijving 22, die in verbinding staat met de sensoren 21. Mogelijkerwijs is tussen de sensoren 21 en de motor 22 20 nog een besturing aangebracht om de van de sensoren 21 afkomstige informatie te verwerken en in overeenstemming hiermee de motor 22 aan te sturen.
Het zal duidelijk zijn, dat verschillende alternatieve of aanvullende uitvoeringsvormen mogelijk 25 zijn binnen het kader van de onderhavige uitvinding, die alle dienen te worden beschouwd als zijnde gelegen binnen het bereik van de onderhavige uitvinding, zoals dat is gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies, hoewel deze andere uitvoeringsvormen niet in het voorgaande zijn 30 beschreven, maar zich wel na kennisneming van het voorgaande direct aan de vakman zullen opdringen. Zo kunnen andere signaleringsinstallaties worden gebruikt dan de beschreven lampen 6 en kunnen andere instelbare richtmid-delen worden toegepast dan die, welke hier zijn beschre-35 ven, bijvoorbeeld met kantelbare tralieroosters, etc.
10155H

Claims (13)

1. Inrichting voor het stoppen van een achterwaarts bij een loading dock geparkeerde vrachtwagen, omvattende een signaleringsinstallatie in een voor het loading dock gelegen wegdek op een eerste op voorhand 5 bepaalde afstand vanaf het loading dock, waarbij de signaleringsinstallatie richtmiddelen omvat, welke zijn georienteerd op ten minste één van de lengte van de vrachtwagen en van de hoogte van de cabine van de vrachtwagen afhankelijke locatie van een chauffeur in de cabi- 10 ne.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de signaleringsinstallatie ten minste één signaalbron omvat met althans bij benadering evenveel richtmiddelen bij de signaalbron als het aantal potentiële locaties, waarbij 15 de richtmiddelen vast op deze locaties zijn georienteerd.
3. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de signaleringsinstallatie ten minste één signaalbron omvat met instelbare richtmiddelen bij de signaalbron, en de richtmiddelen instelbaar richtbaar zijn in althans bij 20 benadering evenveel standen als het aantal potentiële locaties.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de inrichting verder een detector omvat om een betreffende van de potentiële locaties te bepalen, en een besturing 25 omvat om de richtmiddelen in te stellen op de betreffende van de potentiële locaties.
5. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de richtmiddelen met een besturing zijn aan te drijven om althans bij benadering al de potentiële locaties te 30 doorlopen.
6. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de richtmiddelen ten minste één lens omvatten.
7. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de instelbare richtmiddelen een beweegbaar diafragma omvat- 10155*4 ten voor selectieve, met de betreffende van de potentiële locaties overeenkomende doorlating.
8. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de richtmiddelen een kantelbare spiegelplaat omvatten.
9. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de signaleringsinstallatie is aangebracht in een althans aan de bovenzijde beschermende behuizing.
10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij de bovenzijde van de behuizing indrukbaar is.
11. Inrichting volgens conclusie 1, verder omvattende een verwarming tegen ondersneeuwen.
12. Inrichting volgens conclusies 2 en 11, waarbij de verwarming een de signaalbron vormende lamp omvat.
13. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de signaalbron een LED omvat. 10155H
NL1015514A 2000-06-23 2000-06-23 Inrichting voor het stoppen van vrachtwagens. NL1015514C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015514A NL1015514C2 (nl) 2000-06-23 2000-06-23 Inrichting voor het stoppen van vrachtwagens.
EP20010202437 EP1167253B1 (en) 2000-06-23 2001-06-25 Device for stopping trucks
DE60102745T DE60102745D1 (de) 2000-06-23 2001-06-25 Anhaltevorrichtung für Kraftfahrzeuge

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015514 2000-06-23
NL1015514A NL1015514C2 (nl) 2000-06-23 2000-06-23 Inrichting voor het stoppen van vrachtwagens.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1015514C2 true NL1015514C2 (nl) 2001-12-28

Family

ID=19771587

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1015514A NL1015514C2 (nl) 2000-06-23 2000-06-23 Inrichting voor het stoppen van vrachtwagens.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP1167253B1 (nl)
DE (1) DE60102745D1 (nl)
NL (1) NL1015514C2 (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
KR100820766B1 (ko) 2007-04-25 2008-04-11 (주) 피에스디테크 방열판을 장착한 자가 제설용 안전 유도등
WO2015077893A1 (en) 2013-11-29 2015-06-04 9172-9863 Québec Inc. Wheel chock and method
PL3303073T3 (pl) 2015-06-03 2020-04-30 9172-9863 Québec Inc. System unieruchamiania pojazdów za pomocą dwukierunkowych klinów pod koła
EP3681771B1 (en) 2017-09-14 2023-06-07 9172-9863 Québec Inc. Wheel chock with locking mechanism
CN110329806B (zh) * 2019-07-10 2021-02-09 山东科技大学 一种货车装车位姿调整装置及其调整方法
CN112551195B (zh) * 2020-11-25 2023-05-26 深圳市镭神智能系统有限公司 车辆与登车桥对接的方法及月台管理系统
USD987542S1 (en) 2021-03-22 2023-05-30 9172-9863 Québec Inc. Wheel chock
USD995394S1 (en) 2021-03-22 2023-08-15 9172-9863 Québec Inc. Wheel chock
CN117213919B (zh) * 2023-11-07 2024-04-02 山东大学 应用于轨道式双车道扦样机的粮车停放定位方法及系统

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2672578A1 (fr) * 1991-02-07 1992-08-14 Huguet Francis Dispositif de securite pour quais de chargement et de dechargement.
JPH0619535A (ja) * 1992-07-01 1994-01-28 Gennen Yuso Kk 車両の停車位置案内装置および車両の停車位置案内方法
DE19618047A1 (de) * 1995-06-20 1997-01-09 Schubert Hans Joachim Sicherheitseinrichtung für die Be.- und Entladung an Überladebrücken

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2672578A1 (fr) * 1991-02-07 1992-08-14 Huguet Francis Dispositif de securite pour quais de chargement et de dechargement.
JPH0619535A (ja) * 1992-07-01 1994-01-28 Gennen Yuso Kk 車両の停車位置案内装置および車両の停車位置案内方法
DE19618047A1 (de) * 1995-06-20 1997-01-09 Schubert Hans Joachim Sicherheitseinrichtung für die Be.- und Entladung an Überladebrücken

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 018, no. 228 (P - 1730) 25 April 1994 (1994-04-25) *

Also Published As

Publication number Publication date
DE60102745D1 (de) 2004-05-19
EP1167253A1 (en) 2002-01-02
EP1167253B1 (en) 2004-04-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20170001554A1 (en) Dynamic Warning System
NL1015514C2 (nl) Inrichting voor het stoppen van vrachtwagens.
US5982278A (en) Road monitoring device
EP1969395B1 (en) Object-detecting lighting system and method
US6877879B2 (en) Process for improving the visibility in vehicles
US7333029B2 (en) Automated traffic control system
CN102371937A (zh) 带有数字投影机的汽车
CA3078381A1 (en) Retroreflectors providing information encoded in reflected non-visible laser while retaining visible light safety properties
HU215625B (hu) Közúti jelzőberendezés
KR101274549B1 (ko) 곡선도로의 영상제공 장치.
KR102106637B1 (ko) 스마트 방지턱
US7315235B1 (en) First warning system for automotive vehicles
US20050073437A1 (en) Pedestrian presence indicator
RU2751291C1 (ru) Пешеходный переход с принудительной системой остановки автотранспортных средств
US6827522B2 (en) Left-turn driving support device
RU2541589C1 (ru) Пешеходный переход
EP3061650A1 (en) Direction indicator for long vehicles
US6579035B1 (en) Traffic warning device and method of use
US6510378B2 (en) Traffic control system for signalling timely any obstruction on the road
US20090231155A1 (en) Emergency/hazard warning system
ITRM980780A1 (it) Impianto di illuminazione per autoveicoli
WO2001097197A1 (en) Hazard lighting
CN112351913A (zh) 标记装置、车辆及计算机程序
CN218481896U (zh) 车道偏离识别装置
KR102639195B1 (ko) 카메라와 바닥형 보행자신호등이 연동되는 교통신호 제어 시스템 및 방법

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060101