NL1015513C2 - Laspistool. - Google Patents

Description

r

LASPISTOOL

De onderhavige uitvinding betreft een las-pistool, zoals dat bijvoorbeeld bekend is bij MIG of MAG of innershield lassen, alsmede een lastip afzonderlijk voor een dergelijk laspistool en een om de lastip aan het 5 laspistool aan te brengen huls. Een dergelijk bekend laspistool omvat: een greep; een lastip, welke verwisselbaar aan de greep aan te brengen is en een doorgang voor lasdraad omvat; en een toevoer voor lasdraad, die aansluit op de doorgang in de lastip.

10 Bij de bekende laspistolen zijn de diverse componenten zoals de lastip, van materialen gemaakt, zoals koper, die dusdanig heet kunnen worden tijdens het lassen hiermee, dat de lasdraad, die door de lastip heen wordt gevoerd, al in de lastip begint te smelten. Dit 15 wordt veroorzaakt, doordat lasdraadmateriaal uit het lasbad met een temperatuur van bijv. ca. 1700°C als gevolg van onzuiverheden en andere oorzaken weg kan springen uit het lasbad, terwijl de lastip bijv. een temperatuur heeft van ca. 1000°C. Wanneer gesmolten 20 lasdraadmateriaal uit het lasbad de korte afstand tussen het lasbad en de lastip overbrugt en op de lastip terecht komt, hecht dit gesmolten lasdraadmateriaal zich direct aan de lastip. Wanneer dit gesmolten lasdraadmateriaal in de nabijheid van de uitgang van de doorgang voor de 25 lasdraad terecht komt, vormt een dergelijke afzetting een belemmering voor de doorvoer van lasdraad. Als gevolg van een dergelijke belemmering van de doorvoer en een dalende snelheid van-doorvoer van de lasdraad kan het lasdraadmateriaal al in de doorgang of nabij de uitgang van de 30 doorgang van de lastip beginnen te smelten als gevolg van de temperatuur hiervan. Hierdoor wordt een opstopping veroorzaakt, wanneer gesmolten lasdraadmateriaal zich in het binnenste van de lastip vastzet. Een dergelijke 1015513 2 opstopping van de lastip is niet te verhelpen. Als dit optreedt, dient het lassen onderbroken te worden, waarna een afkoelperiode in acht genomen kan worden of een speciale tang moet worden gebruikt om de oude lastip te 5 verwijderen, waarna een nieuwe lastip op het laspistool gemonteerd kan worden, waarvan de doorgang dan nog open is.

Het noodzakelijkerwijs verwisselen van de lastip treedt geregeld op. Bij doorlopende laswerkzaamhe-10 den komt het voor, dat de lastip soms elk half uur verwisseld dient te worden, wanneer de gebruikte lastip verstopt is geraakt. Deze situatie is al geruime tijd onveranderd gebleven.

Met het veelvuldig noodzakelijkerwijs verwisse-15 len van lastippen hangen hoge kosten samen, zowel direct m.b.t. de verbruikte lastippen als de onderbrekingen bij de laswerkzaamheden.

Met de onderhavige uitvinding is beoogd de bovengenoemde nadelen van de bekende techniek te verhel-20 pen, waartoe een laspistool is verschaft, dat zich onderscheidt doordat de lastip althans nabij de uitgang van de doorgang een bekleding omvat van een voor aanhechting van gesmolten lasdraad ongevoelig materiaal. Zoals hierboven reeds is opgemerkt, omhelst de onderhavige uitvinding 25 tevens een lastip met een dergelijke bekleding en eventueel ook een verwisselbaar om de lastip aan de greep aan te brengen huls voor een laspistool, waarin de onderhavige uitvinding is verwezenlijkt, bijv. door een bekleding hierop of uitsparing om plaats te bieden aan de 30 bekleding op de lastip, zonder een bij het lassen gebruikte gasstroom te belemmeren.

Door de bekleding wordt effectief aanhechting van uit het lasbad afkomstig lasdraadmateriaal vermeden, waardoor het gevaar dat de lasdraad al in de lastip 35 smelt, doeltreffend kan worden bestreden. Derhalve behoeft de lastip veel minder veelvuldig te worden verwisseld en is zeer langdurig gebruik van een enkele lastip mogelijk gemaakt.

. *015513 3

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de lastip en de eventueel aan te brengen huls vervaardigd uit in hoofdzaak elektrisch geleidend materiaal en is tussen de lastip en de huls in bedrijf een elektrisch potentiaal-5 verschil aangelegd. In een dergelijke configuratie is het gunstig, wanneer de bekleding een elektrische isolator tussen de lastip en de huls vormt. In een dusdanige uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding kan effectief worden bestreden, dat er een (metalen) brug van 10 restmateriaal van de lasdraad wordt gevormd tussen de lastip en de huls, waarmee het elektrisch potentiaalverschil hiertussen wordt kortgesloten, of dat de eventueel toegepaste gasstroom door een opeenhoping lasdraadmateri-aal wordt verstoord, hetgeen de werking van het laspis-15 tool ten minste zou belemmeren of zelfs teniet doen.

De bekleding kan uit keramisch materiaal zijn vervaardigd, hetgeen een kostentechnisch zeer gunstige uitvoeringsvorm oplevert.

Als aanvulling kan de huls ten minste gedeelte-20 lijk aan de binnenzijde, die in gemonteerde toestand naar de lastip is gericht, zijn bekleed. Ook hiermee wordt de brugvorming van geleidend materiaal tussen de huls en de lastip voorkomen, of althans voorkomen, dat een kortsluiting tussen de lastip en de huls optreedt.

25 De onderhavige uitvinding zal hieronder nader worden beschreven aan de hand van een aantal niet-beperkende uitvoeringsvoorbeelden hiervan onder verwijzing naar de bijgevoegde tekening, waarin: fig. 1 een perspektivisch aanzicht toont van de 30 algemene configuratie van een laspistool; fig. 2 een doorsnede toont door een gedeelte van een bekend laspistool; fig-. 3 en fig. 4 resp. een uiteengenomen perspektivisch aanzicht en een doorsnede-aanzicht tonen van 35 een eerste uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding; fig. 5 en fig. 6 resp. een uiteengenomen perspektivisch aanzicht en een doorsnede-aanzicht van een 1015513 tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding tonen; en 4 fig. 7 en fig. 8 resp. een perspektivisch uiteengenomen aanzicht en een doorsnede-aanzicht tonen 5 van een derde uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding.

In fig. 1 is een perspektivisch aanzicht getoond van de algemene configuratie van een laspistool 1, zoals dat bijv. wordt gebruikt voor MIG/MAG lassen. Het 10 laspistool 1 in fig. 1 omvat een greep 2 met een bedieningsknop 3 voor het besturen van het laspistool 1.

Door de greep 2 heen lopen een lasdraad 4, die tijdens het lassen wordt opgestuwd, en een (niet in fig.

1 getoonde) gasaanvoer 5. Door de gasaanvoer 5 heen wordt 15 inert of actief gas toegevoerd naar de plaats, waar het feitelijke lassen plaatsvindt, d.w.z. bij het uiteinde van het laspistool 1. Het laspistool 1 omvat verder een huls 6, waarin een lastip 7 is aangebracht of aan te brengen is, en door de lastip 7 heen wordt de lasdraad 4 20 opgestuwd tijdens de laswerkzaamheden.

Zoals vermeld, loopt de lasdraad 4 door de lastip 7 heen. Daarentegen wordt inert of actief gas uit de gasaanvoer 5 door kanalen 8 heen in de ruimte tussen de huls 6 en de lastip 7 gevoerd.

25 De lastip 7 en de huls 6 zijn elk verwisselbaar aan de greep 2 aangebracht om deze te kunnen verwisselen, afhankelijk van de omstandigheden, zoals het soort las, de dikte van de lasdraad 4, etc. Het verwisselen van in het bijzonder de lastip 7 kan ook genoodzaakt zijn, 30 wanneer de doorgang voor de lasdraad 4 in de lastip 7 is verstopt. De configuratie, zoals die in het voorgaande is beschreven met betrekking tot het inwendige van het laspistool 1 -is voor de bekende techniek in fig. 2 getoond .

35 De in fig. 2 getoonde bekende configuratie van het laspistool vertoont in het bijzonder als nadeel, dat de lastip 7 verstopt kan raken, wanneer materiaal van de lasdraad 4 uit het lasbad afzet of hecht aan de lastip, '1015513 5 in het bijzonder nabij of in de doorgang 9 voor lasdraad 4 in de lastip 7. Het gevolg hiervan kan een opstopping van de doorgang 9 in de lastip 7 zijn, hetgeen niet anders te verhelpen is dan door de lastip 7 te vervangen.

5 Ook kan het zijn, dat stukjes materiaal van de lasdraad 4 terugvallen in de ruimte tussen de huls 6 en de lastip 7 en aldus een elektrisch geleidende brug tussen de lastip 7 en de huls 6 of een verstoring van de gasstroom kunnen vormen. Hierdoor wordt de werking van het laspistool 1 10 verhinderd, omdat een tussen de huls 6 en de lastip 7 aangelegd potentiaalverschil van belang is voor het lassen. Wanneer zich een elektrisch geleidende brug vormt wordt dit potentiaalverschil opgeheven.

Daarentegen is volgens de onderhavige uitvin-15 ding, zoals die hieronder in meer detail zal worden beschreven, een bekleding verschaft. Opgemerkt wordt, dat in de verschillende figuren gelijke of gelijksoortige componenten zullen worden aangeduid met dezelfde referen-tienummers.

20 In de figuren 3 en 4 zijn resp. een uiteengeno men perspektivisch aanzicht en een doorsnede-aanzicht getoond van een eerste uitvoeringsvorm van een laspistool volgens de onderhavige uitvinding. Hierin omvat de lastip een metalen, in het bijzonder koper, kern 10, met in 25 hoofdzaak een gelijksoortige vorm als de lastip, die in fig. 2 is getoond. Over de kern 10 is een bekleding 11 aangebracht. De bekleding 11 is vervaardigd uit een materiaal waaraan gesmolten lasdraadmateriaal niet of nauwelijks hecht. Verder bezit het materiaal van de 30 bekleding 11 elektrisch isolerende eigenschappen, zodat geen kortsluiting ontstaat, wanneer ondanks de bekleding restmateriaal van de lasdraad 4 in de ruimte tussen de huls 6 en de -lastip 7 terecht komt. Een voorbeeld van het materiaal van de bekleding 11 van de lastip 7 is bijv.

35 keramisch materiaal, maar de uitvinding is hier niet toe beperkt. Ook andere materialen, bijv. met een hogere smelttemperatuur dan de temperatuur van een betreffend lasbad, zijn mogelijk. De kern 10 kan bijvoorbeeld, zoals 101551 a 6 hierboven reeds is opgemerkt, van koper, eventueel ook chroom, zijn vervaardigd. Door de eigenschappen van de bekleding 11 van de lastip 7 hecht gesmolten materiaal van de lasdraad 4 aan de lastip in of bij de doorgang 9, 5 aangezien de bekleding zich tot in/bij de uitgang van de doorgang uitstrekt. Als de bekleding 11 ook elektrisch isolerende eigenschappen bezit, wordt kortsluiting vormende brugvorming voorkomen tussen de huls 6 en de kern 10 van de lastip 7.

10 In de figuren 5 en 6 is nog een verdere ontwik keling van de uitvoeringsvorm van de figuren 3 en 4 weergegeven.

In de uitvoeringsvorm van de figuren 5 en 6 zijn aan de bekleding 11 van de lastip 7 koelvinnen 12 15 aangebracht. Deze koelvinnen 12 kunnen uit hetzelfde materiaal als de bekleding 11 zijn vervaardigd, maar binnen het kader van de uitvinding kunnen deze evenzeer uit ander materiaal zijn gemaakt. De kern 10 is in hoofdzaak hetzelfde als die welke in de figuren 3 en 4 is 20 getoond. In tegenstelling tot de getoonde uitvoeringsvorm verdient het de voorkeur om de vinnen 12 recht vorm te geven om turbulentie van het gas te voorkomen. De vinnen zijn dan zowel radiaal als axiaal rechtlijnig.

Opgemerkt wordt, dat in de figuren 3 en 4 de 25 bekleding 11 zeer dun kan zijn en de lastip 7 zelfs uitwendig een identieke vorm kan hebben als die, welke in fig. 2 is weergegeven. Het is tevens mogelijk, dat de huls aan de binnenzijde hiervan extra ruimte biedt voor de lastip 7, zodat ondanks de grotere afmetingen van de 30 lastip 7 met een dikkere laag bekleding 11 voldoende ruimte resteert voor doorstroming van het gas.

Een dergelijke doorstroming van het gas, dat afkomstig is 'uit de gasaanvoer 5 via de kanalen 8, is juist bevorderlijk voor de werking van de koelvinnen 12 35 in de figuren 5 en 6. Door de koelvinnen 12 is het koel-oppervlak van de lastip 7 vergroot ten opzichte van de uitvoeringsvorm van de figuren 3 en 4. Het langs de koelvinnen 12 stromende gas koelt aldus de lastip 7.

'1015513 7

Juist in een uitvoeringsvorm met uitstulpingen vormende koelvinnen of dergelijke andere ruimte innemende uitvoeringsvormen van een bekleding zal het in veel gevallen noodzakelijk zijn om extra ruimte te bieden in 5 hét binnenste van de huls 6.

In figuren 7 en 8 is nog een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding getoond, waar een hulsbekleding 13 in het binnenste van de huls is aangebracht, d.w.z. aan de naar de lastip 7 gerichte zijde. In 10 deze figuur is een op zich conventionele lastip 7 weergegeven, waarbij wordt opgemerkt, dat de bekleding 13, die eventueel ook elektrisch isolerend is, in contact kan staan met de bekleding 11 van lastip 7. Wanneer de huls-bekleding 13 ook daadwerkelijk uit elektrisch isolerend 15 materiaal bestaat, hetgeen bijzonder gewenst is in de hier getoonde uitvoeringsvorm, wordt desalniettemin door het elektrisch isolerende karakter van de hulsbekleding 13 brugvorming en kortsluiting als gevolg hiervan en verstoring van de gasstroom voorkomen.

20 Na kennisneming van het voorgaande zullen zich vele aanvullende en alternatieve uitvoeringsvormen aan de vakman opdringen. Zo is de keuze van het materiaal van de bekleding vrij. Een willekeurig materiaal, dat aan de gestelde voorwaarden onder de heersende omstandigheden 25 voldoet, kan binnen het kader van de onderhavige uitvinding worden toegepast. Verder kan de lastip vele andere vormen hebben dan die, welke hier aan de orde zijn gesteld, en hetzelfde geldt voor de hulzen. Aldus blijkt, dat de uitvinding niet is beperkt tot de hier expliciet 30 getoonde en beschreven uitvoeringsvormen, maar slechts tot de definities van de bijgevoegde conclusies.

»015513

Claims (12)

1. Laspistool, omvattende: - een greep; - een lastip, welke verwisselbaar aan de greep aan te brengen is en een doorgang voor lasdraad omvat; 5. een toevoer voor lasdraad, welke aansluit op de doorgang ; waarbij de lastip althans nabij de uitgang van de doorgang een bekleding omvat van een voor aanhechting van gesmolten lasdraad ongevoelig materiaal.

2. Laspistool volgens conclusie 1, waarbij de lastip en een verwisselbaar om de lastip aan de greep aan te brengen huls uit in hoofdzaak elektrisch geleidend materiaal zijn vervaardigd en tussen de lastip en de huls in bedrijf een elektrisch potentiaalverschil is aange- 15 legd.

3. Laspistool volgens conclusie 2, waarbij de bekleding een elektrische isolator tussen de lastip en de huls vormt.

4. Laspistool volgens conclusie 1, waarbij de 20 bekleding uit keramisch materiaal is vervaardigd.

5. Laspistool volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de huls ten minste gedeeltelijk aan de binnenzijde, welke in gemonteerde toestand naar de lastip is gericht, is bekleed.

6. Laspistool volgens conclusie 1, 2 en 3, waarbij de huls is bekleed met elektrisch isolerend materiaal.

7. Laspistool volgens conclusie 1, 2 en 3, waarbij de hu-ls een bekleding omvat van voor aanhechting 30 van gesmolten lasdraad ongevoelig materiaal.

8. Laspistool volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de smelttemperatuur van de bekleding in hoofdzaak hoger is dan de temperatuur van gesmolten H015513 « » lasdraadmateriaal in een in bedrijf van het laspistool gegenereerd lasbad.

9. Lastip voor een laspistool met een bekleding volgens ten minste één van de voorgaande conclusies.

10. Huls voor een laspistool met een bekleding volgens ten minste één van de voorgaande conclusies.

11. Huls volgens conclusie 10, welke aan de naar de lastip gerichte zijde een uitsparing omvat om plaats te bieden aan de bekleding zonder een gasaanvoer 10 te belemmeren.

12. Huls volgens conclusie 10 of 11, welke ten minste gedeeltelijk aan de binnenzijde, welke in gemonteerde toestand naar de lastip is gericht, is bekleed met elektrisch isolerend materiaal. Λ.015 51 3