NL1015431C2 - Kleurkathodestraalbuis - elektronenkanon en een kleurkathodestraalbuis . - Google Patents

Kleurkathodestraalbuis - elektronenkanon en een kleurkathodestraalbuis . Download PDF

Info

Publication number
NL1015431C2
NL1015431C2 NL1015431A NL1015431A NL1015431C2 NL 1015431 C2 NL1015431 C2 NL 1015431C2 NL 1015431 A NL1015431 A NL 1015431A NL 1015431 A NL1015431 A NL 1015431A NL 1015431 C2 NL1015431 C2 NL 1015431C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
electrode
voltage
focusing
electrodes
focusing electrode
Prior art date
Application number
NL1015431A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1015431A1 (nl
Inventor
Amano Yasunobu
Natori Makoto
Original Assignee
Sony Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sony Corp filed Critical Sony Corp
Publication of NL1015431A1 publication Critical patent/NL1015431A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1015431C2 publication Critical patent/NL1015431C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01JELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
    • H01J29/00Details of cathode-ray tubes or of electron-beam tubes of the types covered by group H01J31/00
    • H01J29/46Arrangements of electrodes and associated parts for generating or controlling the ray or beam, e.g. electron-optical arrangement
    • H01J29/48Electron guns
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01JELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
    • H01J29/00Details of cathode-ray tubes or of electron-beam tubes of the types covered by group H01J31/00
    • H01J29/46Arrangements of electrodes and associated parts for generating or controlling the ray or beam, e.g. electron-optical arrangement
    • H01J29/48Electron guns
    • H01J29/50Electron guns two or more guns in a single vacuum space, e.g. for plural-ray tube
    • H01J29/503Three or more guns, the axes of which lay in a common plane
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01JELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
    • H01J2229/00Details of cathode ray tubes or electron beam tubes
    • H01J2229/48Electron guns
    • H01J2229/4844Electron guns characterised by beam passing apertures or combinations

Landscapes

  • Details Of Television Scanning (AREA)
  • Cathode-Ray Tubes And Fluorescent Screens For Display (AREA)

Description

KLEURKATHODESTRAALBUIS-ELEKTRONENKANON EN EEN KLEURKATHO-DESTRAALBUIS
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Terrein van de uitvinding:
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op 5 een rechtstreeks driebundelsysteem met een kleurkathode-straalbuis-elektronenkanon dat wordt gebruikt bij een kleurkathodestraalbuis die een kleurenbuis of een kleu-rendisplay-eenheid vormt en op een kleurenkathodestraal-buis die is uitgerust met het elektronenkanon.
10 Beschrijving van de stand der techniek
Tegenwoordig wordt steeds vaker de eis gesteld van een beter oplossend vermogen van een kleurkathodestraalbuis. In het bijzonder wordt veel aandacht geschonken aan het probleem van de vorm van de lichtvlek van een 15 elektronenbundel op een scherm.
Verder heeft men het probleem dat voorkeursvor-men van drie elektronenbundels niet tegelijkertijd kunnen worden verkregen omdat er een spanningsverschil bij het scherpstellen optreedt tussen de drie elektronenbundels 20 op een scherm.
Hierdoor ontstaat een verschijnsel dat een rood teken onduidelijk wordt op de rechter zijde van een scherm van een displaymonitor en dat een blauw teken onduidelijk wordt aan de linker zijde van het scherm, 25 welk verschijnsel algemeen wordt waargenomen.
Voor het oplossen van dit probleem wordt voorgesteld gebruik te maken van een kleurkathodestraalbuis-elektronenkanon met een zogenaamde ingebouwde vier-pool-lens.
H Figuur 1 laat een schematisch blokdiagram zien van een algemeen toegepast kleurkathodestraalbuis-elek- tronenkanon met een ingebouwde vier-pool-lens.
Het elektronenkanon 70 vertoont drie kathoden H 5 Κ^, Κβ en KB die rechtstreeks evenwijdig zijn geplaatst, en een eerste elektrode 11, een tweede elektrode 12, een derde elektrode 13, een vierde elektrode 14, een vijfde I elektrode, een zesde elektrode 16 en een afschermkap 17 die coaxiaal zijn opgesteld in volgorde vanaf de kathodes 10 (KR, KQ en Kg) naar een anode toe. Bovendien is de vijfde elektrode verdeeld in een (5-1)e elektrode 51 en een (5- I 2)e elektrode 52. Verder zijn de tweede elektrode 12 en de vierde elektrode 14 elektrisch met elkaar verbonden.
In het geval van het kleurkathodestraalbuis- 15 elekronenkanon 70 wordt een vaste scherpstelspanning I (eerste scherpstelspanning) Efl aangelegd op de derde elektrode 13 en de (5-1)e elektrode 51 via een stangge- deelte.
Een tweede scherpstelspanning Ef2 waarop een 20 parabolische (zogenaamde paraboolvormige) golfvormige I spanning die een afbuiging in horizontale richting ver- I oorzaakt synchroon met de eerste scherpstelspanning Efl I is gesuperponeerd, wordt aangelegd aan de (5-2)e elektrode I 52.
25 Daarbij wordt een vier-pool-lens (niet afge- I beeld) gevormd tussen de (5-1)e elektrode 51 en de (5-2)e elektrode 52 en bovendien veroorzaakt de vier-pool-lens een intensiteitsverandering in een scherpstellens (niet I afgebeeld) die is gevormd tussen de (5-2)e elektrode 52 en I 30 de zesde elektrode 16.
I Als gevolg hiervan is het mogelijk om elektro- I nenbundels te vormen in de omtreksgedeelten in de rechter I en linker richtingen op een fluorescent scherm van voor- keursvormen.
I 35 Figuur 2 toont een schematisch aanzicht van een I kleurkathodestraalbuis.
I Zoals figuur 2 laat zien worden drie elektro- I nenbundels R, G en B uitgezonden vanuit een elektronenka- 3 non 1 en stuit daarbij op omtreksgedeelten van een fluorescent scherm aan de linker en rechter zijden ervan die op afstand van elkaar zijn gelegen in een magnetisch veld van een afbuigjuk. Daarom zijn de richtingen en de inten-5 siteiten van een magnetisch veld dat wordt ontvangen door drie elektronenbundels van elkaar verschillend.
Daardoor zou de vervormingstoestand van de door elektronenbundels veroorzaakte vlekken aan de rechter en linker omtreksgedeelten van het fluorescente scherm 4 10 verschillend van elkaar zijn binnen de groep van drie elektronenbundels R, G en B. In figuur 2 wordt door het symbool 3 een glazen buis aangeduid. Bovendien wordt onder de rechterzijde van het scherm en de linkerzijde van het scherm de rechter-, respectievelijk linkerzijde 15 van het fluorescente scherm 4 van de kleurkathodestraal-buis bedoeld, wanneer men kijkt naar het scherm 4 vanaf de buitenzijde.
Een scherpstelpanning wordt gewoonlijk zodanig ingesteld dat de vorm van de vlek van de centrale elek-20 tronenbundel G temidden van de drie elektronenstralenbundels R, G en B optimaal is.
Wanneer de drie elektronenbundels R, G en B botsen tegen de rechterzijde van het fluorescerende scherm 4, zal in dit geval de rode elektronenbundel R 25 doorgelaten worden verder buiten een afbuig-magnetisch veld dat wordt gevormd door een afbuigjuk 2 dan de elektronenbundels G en B en wordt sterk beïnvloed door het magnetische afbuigveld. Als gevolg hiervan zal de vervorming van de door de elektronenbundel R gevormde vlek op 30 het fluorescerende scherm 4 groter worden dan die welke wordt veroorzaakt door de elektronenbundels G en B.
Bovendien zal, wanneer de drie elektronenbundels R, G en B botsen tegen de linkerzijde van het fluorescerende scherm 4, de blauwe elektronenbundel 4 passe-35 ren meer naar buiten toe ten opzichte van een afbuigend magnetisch veld dat wordt gevormd door het afbuigjuk 2, dan het geval is bij de elektronenbundels G en R de bundel sterk zou worden beïnvloed door het magnetische 4 afbuigveld. Als gevolg hiervan zal de vervorming van de lichtbundel-vlek van de elektronenbundel B op het fluorescerende scherm 4 groter worden dan die welke worden veroorzaakt door de elektronenbundels R en G.
5 Daardoor zal in het geval van een weergavemoni- tor, in het bijzonder een huidige grote kleurenweergave-monitor met een hoge resolutie, een verschijnsel optreden dat het rode karakter onduidelijk wordt aan de rechterzijde van een scherm en een blauw karakter onduidelijk 10 wordt aan de linkerzijde van het scherm zoals hierboven beschreven is als gevolg van de bovengenoemde verschijnselen.
Er kan worden opgemerkt dat het verschijnsel optreedt omdat een verschil ontstaat rondom een scherm 15 tussen de scherpstelspanningen van de drie elektronenbundels R, G en B.
Daarom is als één van de middelen voor het oplossen van de problemen, voorgesteld in het voorgaande om gebruik te maken van een kleurkathodestraalbuis in een 20 elektronenkanon, waardoor lenseffecten worden verkregen die verschillend van sterkte zijn voor een rode elektronenbundel R en een blauwe elektronenbundel B (zie de ter inzage gelegde Japanse octrooiaanvrage no. Hei 11-067120 en Hei 11-149885).
25 Figuur 3 laat een elektrode-opstelling zien in een uitvoering van het hier eerder voorgestelde kleurkathodestraalbuis-elektronenkanon.
Het elektronenkanon 50 vertoont drie kathoden Kg, KG en Kg die in één lijn zijn geplaatst evenwijdig aan 30 elkaar en een eerste elektrode 11, een tweede elektrode 12, een derde elektrode 13, een vierde elektrode 14, een vijfde elektrode (deze wordt later beschreven), een zesde elektrode 16, en een afschermkom 17 die coaxiaal zijn geplaatst in volgorde vanaf de kathoden Kg, KQ en Kg naar 35 een anode toe. Bovendien zijn de tweede elektrode 12 en de vierde elektrode 14 elektrisch met elkaar verbonden.
De vijfde elektrode die overeenkomt met een scherpstelektrode is verdeeld in een (5-1)e elekrode 51 en 5 een (5-2)e elektrode 52. Bovendien is de (5-1)e 51 verdeeld in een (5-lA)e elektrode 51A, (5-lB)e elektrode 51B, en (5-lC)e elektrode 51C.
Een eerste vier-pool-lens wordt gevormd door de 5 (5-IA)e elektrode 51A, (5-B)e elektrode 51B en (5-lC)e elektrode 51C en een tweede vier-pool-lens wordt gevormd door de (5-lC)e elektrode 51C en (5-2)e elektrode 52. Bovendien wordt de vier-pool-elektrodewerking van de tweede vier-pool-lens bestuurd door de eerste vier-pool-10 lens.
Een vaste scherpstelspanning (eerste scherp-stelspanning) Efl wordt aangelegd aan de derde elektrode 13 en de (51-A)e 51A en (5-lC)e elektrode 51C aan de buitenzijde van de driedelige (5-1)e elektrode 51. Een 15 derde scherpstelspanning Ef3, met een golfvormige spanning waarvan de vorm overeenkomt met een zaagtand synchroon met de horizontale afbuiging (zie figuur 4) en de vaste scherpstelspanning Efl zijn gesuperponeerd, wordt aangelegd aan de (5-lB)e elektrode 51B. Een tweede scherp-20 stelspanning Ef2, waarop een paraboolgolflijnvormige spanning synchroon met de horizontale afbuiging (zie figuur 4) en de vaste scherpstelspanning Efl zijn gesuperponeerd worden bovendien aangelegd aan de (5-2)e elektrode 52.
25 Deze drie scherpstelspanningen Efl, Ef2 en Ef3 worden normaal toegevoerd vanaf een systeemgedeelte aan het voorste eind van het elektronenkanon 50.
De golfvorm van de derde scherpstelspanning Ef3 kan een golfvorm zijn waarvan de vorm overeenkomt met de 30 afgebeelde zaagtandvorm en waarbij de lineaire verandering is afgebeeld in figuur 5A of het kan gaan om een sinusvormige golf die intermitterend wordt opgewekt bij elke horizontale afbuigcyclus, zoals is afgebeeld in figuur 5B.
35 De (5-lA)e elektrode 51A, de (5-lB)e elektrode 51B, en de (5-1)e elektrode 51C worden respectievelijk verschaft met behulp van de drie elektronenbundels die gaan door de boringen.
H In het geval van de in het voorgaande voorge- stelde kleurkathodestraalbuis-elektronenkanon, is het I mogelijk om onafhankelijk de magnetische afbuigvelden te I regelen, die horen bij de drie elektronenbundels R, G en I 5 B doordat bij elke elektronenbundel een verbeterde vorm I van de boringen wordt toegepast, door welke boringen de
elektronenbundels van de (5-1)e elektroden 51A, 51B en 51C
passeren. Door het regelen van de magnetische afbuigvel- den komt een verschil tussen de convergerende werkingen 10 van de elektronenstralenbundels te vervallen, worden voorkeursvormen van de drie elektronenbundels verkregen rondom een scherm en wordt het verschijnsel opgeheven dat I rood nadelig wordt beïnvloed aan de rechterzijde van een H scherm en blauw nadelig wordt beïnvloed aan de linkerzij - 15 de van het scherm.
I Bij het toepassen van de hiervoor beschreven I methode kan het effect niet volledig worden bereikt I tenzij de drie soorten scherpstelspanningen, dat wil I zeggen de vaste scherpstelspanning EF1, de paraboolvormi- I 20 ge golfspanning Ef2 en de zaagtandvormige golfspanning
Ef3 onafhankelijk worden ingesteld. De instelling is daarom ingewikkeld in vergelijking met het geval van het gebruikelijke elektronenkanon dat is afgebeeld in figuur I 18, waarbij twee soorten scherpstelspanningen Efl en Ef2 I 25 alleen maar behoeven te worden ingesteld.
I Daarom stelt de onderhavige aanvrage een elek- I tronenkanon voor met een spanning die in staat is een I spanning aan te brengen die wordt verkregen door de I zaagtandvormige golfspanning Ef3 te voeren door een I 30 ingebouwde weerstand naar de (5-lA)e elektrode 51A en (5- I lC)e elektrode 51C in plaats van vooraf de ingebouwde weerstand te verbinden tussen de (5-lA)e elektrode 51A en I de (5-lc)e elektrode 51C aan de ene kant en de (5-lB)e I elektrode 51B aan de andere kant en de vaste scherpstel- I 35 spanning fl aan te leggen.
I Daardoor wordt het aantal scherpstelspanningen I dat moet worden ingesteld verminderd tot twee spanningen I zoals de spanning Ef2 met de parabolische golfvorm en de 7 zaagtandvormige golfspanning Ef3 en wordt het mogelijk om te voorkomen dat de instelling te ingewikkeld wordt.
In het geval van de werkwijze voor het verschaffen van een spanning via een ingebouwde weerstand, 5 kan echter het probleem ontstaan dat de elektrische spanning zal fluctueren ten gevolge van overspraak tussen de elektroden en kan daardoor een gewenste elektrische spanning niet worden aangelegd aan een elektrode verschillend van het geval van het rechtstreeks aanbrengen 10 van een spanning op een elektrode.
Als gevolg hiervan zal een werking van een vier-pool-lens die alleen kan optreden aan de rechter- en linkereinden van een scherm, ontstaan in het midden en aan de einden van de Y-as (centrale bovenste en onderste 15 gedeelten) van het scherm en in het bijzonder ontstaat een verschijnsel dat de scherpstellingskarakteristiek aan de einden van de Y-as van het scherm nadelig wordt beïnvloed .
20 SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Voor het oplossen van de hiervoor genoemde problemen verschaft de onderhavige uitvinding een in één lijn liggende met drie lichtbundels werkende kleurkatho-25 destraalbuis-elektronenkanon en een kleurkathodestraal-buis die de beïnvloeding kan verminderen die ontstaat ten gevolge van nevenspraak tussen elektroden en verder vormen van de vlekken van de drie elektronenbundels verschaft die zoveel mogelijk in vorm zijn bij de rechter 30 en linker einden va^ een fluorescerend scherm.
Een kleurkathodestraalbuis-elektronenkanon volgens de onderhavige uitvinding omvat een driedelige eerste scherpstelelektrode en een tweede scherpstelelek-trodesysteem tegenover de eerste scherpstelelektrode: 35 waarbij een spanning met een parabolische golfvorm die synchroon is met een horizontale aftasting, wordt aangelegd aan de tweede scherpstelelektrode; waarbij van de driedelige scherpstelelektrode, een ingebouwde weerstand H de centrale elektrode elektrisch verbindt met de beide buitenste elektroden; waarbij een spanning, waarop een eerste spanningscomponent met een golfvorm die overeen- komt met een zaagtandvorm en die is gesynchroniseerd met 5 de horizontale aftasting, en een tweede spanningscompo- nent met een parabolische golfvorm die convex is in de richting tegengesteld aan de parabolische golfvorm en die I is gesynchroniseerd met de horizontale aftasting, worden gesuperponeerd waarbij deze samengestelde spanning wordt 10 aangelegd aan de centrale elektrode welke spanning wordt aangelegd aan de centrale elektrode, en een spanning die wordt verkregen door de spanning waarop de eerste span- ningscomponent en de tweede spanningscomponent zijn gesuperponeerd geleiden door de ingebouwde weerstand, en I 15 de verkregen spanning aan te leggen aan de beide buiten- ste elektroden.
Een kleurkathodestraalbuis volgens de onderha- I vige uitvinding wordt gevormd doordat deze is uitgerust I met het kleurkathodestraalbuis-elektronenkanon in de 20 hiervoor beschreven uitvoering.
I Bij toepassing van het kleurkathodestraalbuis- I elektronenkanon en de kleurkathodestraalbuis volgens de I onderhavige uitvinding zal, omdat de spanning die wordt verkregen door het doorvoeren van de spanning waarop de I 25 eerste spanningscomponent en de tweede spanningscomponent I zijn gesuperponeerd, door de ingebouwde weerstand, wordt I aangelegd aan de buitenste elektroden van de eerste scherpstelelektroden, een component, die wordt verkregen I door het doorvoeren van de tweede spanningscomponent I 30 convex in de tegengestelde richting ten opzichte van de I parabolische golfvorm van de spanning die moet worden I aangelegd aan de tweede scherpstelelektrode wordt aange- I legd aan de beide buitenste elektroden. Deze component maakt het mogelijk om de invloed van nevenspraak vanaf de I 35 tweede scherpstelelektrode, waaraan een parabolisch I gevormde spanning wordt aangelegd, over te brengen naar I de beide buitenste elektroden.
9
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENING
Figuur 1 laat een schematisch blokdiagram zien van een gebruikelijke kleurkathodestraalbuis-elektronen-5 kanon met een ingebouwde vier-pool-lens; figuur 2 is een schematisch aanzicht van een kleurkathodestraalbuis; figuur 3 toont een schematisch blokdiagram van het kleurkathodestraalbuis-elektronenkanon dat reeds 10 eerder is voorgesteld; figuur 4 laat een schema zien van een golfvorm van een scherpstelspanning die wordt aangelegd aan het elektronenkanon in figuur 3; figuren 5A en 5B tonen schema's waarin nog 15 andere golfvormige spanningen worden afgebeeld die kunnen worden aangelegd aan het elektronenkanon in figuur 3; figuur 6 laat een schema zien van een elektronensysteem van een kleurkathodestraalbuis-elektronenkanon in een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; 20 figuur 7 is een doorsnede die een eerste vorm geving toont van de vorm van de (5-1)e elektrode van het elektronenkanon uit figuur 6; figuur 8 toont schema's die de eerste uitvoering laten zien van de vorm van de (5-1)e elektrode van 25 het elektronenkanon uit figuur 6; figuur 9 toont een schematisch beeld van een vorm van een doorlaatopening voor een elektronenstraalbundel voor het aan de zijde van de kathode gelegen vlak van de (5-lA)e elektrode van het elektronenkanon uit 30 figuur 6; figuur 10 is een schema dat schetsmatige aanzichten laat zien van het aan de zijde van de anode gelegen vlak van de (5-lC)e elektrode en de vorm van de openingen voor het doorlaten van de elektronenstraalbun-35 del in de (5-2)e elektrode van het elektronenkanon in figuur 6; U · 5 10 figuur 11 is een schema dat een uitvoering laat zien van de golfvorm van een scherpstelspanning die wordt gebruikt voor het elektronenkanon uit figuur 6; figuur 12 is een schema dat een uitvoeringsvorm 5 toont van de golfvorm van een scherpstelspanning die wordt gebruikt voor het elektronenkanon uit figuur 6; figuur 13 is een schema dat de vormgeving laat zien van de golfvorm van een scherpstelspanning die wordt gebruikt voor het elektronenkanon uit figuur 6; 10 figuur 14 toont een diagram dat een andere uitvoering laat zien van de golfvorm van een scherpstelspanning die wordt gebruikt voor het elektronenkanon in figuur 6; figuur 15 is een schema dat nog weer een andere 15 uitvoeringsvorm toont van de golfvorm van een scherpstelspanning die wordt gebruikt voor het elektronenkanon in figuur 6; figuur 16 is een schema dat nog een andere uitvoering toont van de golfvorm van een scherpstelspan-20 ning die wordt gebruikt voor het elektronenkanon in figuur 6; figuren 17A, 17B en 17C zijn schema's die een tweede uitvoering laten zien van de vorm van de (5-1)e elektrode van het elektronenkanon uit figuur 6; 25 figuren 18A en 18B zijn schema's die de posi ties laten zien van de (5-1)e elektrode voor de uitvoeringsvormen in de figuren 17A, 17B en 17C.
figuren 19A, 19B en 19C zijn schema's die de derde uitvoeringsvormen laten zien van de vorm van de (5-30 l)e elektroden van het elektronenkanon in figuur 6; figuren 20A en 20b zijn schema's die de posities laten zien van de (5-1)e elektrode voor de uitvoeringsvormen uit figuur 19; en figuur 21 toont een schema voor het toelichten 35 van de invloeden van nevenspraak op een golfvorm van een spanning in geval van een scherpstelspanning.
11
BESCHRIJVING VAN VOORKEURSUITVOERINGSVORMEN VAN DE UITVINDING
Volgens de onderhavige uitvinding wordt gebruik 5 gemaakt van een kleurkathodestraalbuis-elektronenkanon dat bestaat uit een driedelige eerste scherpstelelektrode en een tweede scherpstelelektrodesysteem zodanig dat dit ligt tegenover de eerste scherpstelelektrode, waarbij een parabolisch-golfvormige spanning synchroon met horizonta-10 le aftasting wordt aangelegd aan de tweede scherpstelelektrode, een ingebouwde weerstand die de centrale elektrode en de beide buitenste elektroden van de driedelige eerste scherpstelelektrode met elkaar, waarbij een spanning, waarop een eerste spanningscomponent met een 15 golfvorm overeenkomende met een zaagtandvorm die synchroon is met de horizontale aftasting en een tweede spanningscomponent met een parabolische golfvorm die convex is in tegengestelde richting ten opzichte van de eerste genoemde parabolische golfvorm, worden gesuperpo-20 neerd, en deze spanning wordt aangelegd aan de centrale elektroden terwijl een spanning die wordt verkregen door het leiden van een spanning waarop de eerste spanningscomponent en de tweede spanningscomponent zijn gesuperpo-neerd, door de ingebouwde weerstand, wordt aangelegd aan 25 de beide buitenste elektroden.
Bovendien wordt volgens de onderhavige uitvinding gebruik gemaakt van het kleurkathodestraalbuis-elektronenkanon, dat zodanig is uitgevoerd dat in de driedelige scherpstelelektroden, één van de boringen 30 waardoor heen de twee buitenste elektronenbundels gaan, welke bundels deel uitmaken van de eerder genoemde drie elektronenbundels, waarbij de ene boring wordt gevormd tot een horizontale langwerpige astigmatische vorm en de andere boringen worden gevormd in een verticaal langwer-35 pige astigmatische vorm door de tegenoverliggende verdeelde scherpstelelektroden en binnen dezelfde scherpstelelektroden is één van de boringen waardoor heen de buitenste elektronenbundels gaan, gevormd tot een hori- 12 zontaai langwerpige astigmatische vorm en de andere boringen waardoor heen de buitenste elektronenbundels gaan is gevormd tot een verticaal langwerpige astigmatische vorm.
5 Verder wordt het kleurkathodestraalbuis-elek- tronenkanon zodanig uitgevoerd dat in de driedelige scherpstelelektrode, één van de boringen waardoor heen de buitenste elektronenbundels van de drie elektronenbundels gaan, zodanig is gevormd dat deze een grote diameter 10 vertoont en de andere van de boringen is zodanig gevormd dat deze een kleine diameter vertoont door de tegenover liggende driedelige scherpstelelektrode en binnen dezelfde scherpstelmethode, is één van de boringen waardoor heen de buitenste elektronenbundels gaan zodanig gevormd 15 dat deze een grote diameter heeft en de andere van de boringen waardoor heen de buitenste elektronenbundels gaan is zodanig gevormd dat deze een kleine diameter vertoont.
Verder wordt volgens de onderhavige uitvinding 20 gebruik gemaakt van het kleurkathodestraalbuis-elektro-nenkanon dat zodanig is uitgevoerd dat in de driedelige scherpstelelektroden, één van de elektroden rondom de boringen waardoor heen van de drie elektronenbundels de twee buitenste elektronenbundels gaan, dik uitgevoerd en 25 de andere van de elektroden is rondom de boringen dun uitgevoerd door de tegenoverliggende gedeelde scherpstel-elektroden en binnen dezelfde scherpstelelektroden is de omtrek van één van de boringen waardoor heen de buitenste elektrodenbundels gaan, dik uitgevoerd en de omtrek van 30 de andere van de boringen waardoor heen de buitenste elektronenbundels gaan is dun uitgevoerd.
De onderhavige uitvinding maakt gebruik van een kleurkathodestraalbuis die bestaat uit een elektronenkanon dat omvat een in drieën verdeelde eerste scherpstel-35 elektrode en een tweede scherpstelelektrodesysteem dat tegenover de eerste scherpstelelektrode ligt, waarbij een spanning mat een parabolische golfvorm is gesynchroniseerd met de horizontale aftasting en wordt aangelegd aan 13 de tweede scherpstelelektrode. Een ingebouwde weerstand wordt verschaft, welke weerstand een elektrische verbinding vormt met een centrale elektrode en de beide buitenste elektroden die deel uitmaken van de in drie gedeelde 5 eerste scherpstelelektroden, waarbij een spanning waarop een eerste spanningscomponent is gesuperponeerd die een golfvorm vertoont die overeenkomt met de zaagtandvormige golfvorm die is gesynchroniseerd met de horizontale aftasting en een tweede spanningscomponent met een para-10 bolische golfvorm, die convex is in tegengestelde richting ten opzichte van de eerst genoemde parabolische golfvorm, welke spanning wordt aangelegd aan de centrale elektrode en een spanning die wordt verkregen door het doorvoeren van een spanning waarop de eerste spannings-15 component en de tweede spanningscomponent zijn gesuperponeerd en wordt aangelegd aan de beide buitenste elektroden via de ingebouwde weerstand.
Bovendien maakt de onderhavige uitvinding gebruik van de kleurkathodestraalbuis die zodanig is 20 uitgevoerd dat in de driedelige scherpstelelektrode één van de boringen waardoor heen van de drie elektronenbundels de twee buitenste elektronenbundels gaan, wordt gevormd tot een horizontale langwerpige astigmatische vorm en de andere van de boringen wordt gevormd tot een 25 verticaal langgerekte astigmatische vorm door de tegenover liggende gedeelde scherpstelelektroden, waarbij binnen dezelfde scherpstelelektrode één van de boringen waardoor heen de buitenste elektronenbundels gaan, wordt gevormd tot een horizontaal-langwerpige astigmatische 30 vorm en de andere van de boringen waardoor heen de buitenste elektronenbundels gaan, wordt gevormd tot een verticaal-langgerekte astigmatische vorm.
Verder maakt de onderhavige uitvinding gebruik van de kleurkathodestraalbuis die zodanig is uitgevoerd 35 dat in de driedelige scherpstelelektroden één van de boringen waardoor heen van de drie elektronenbundels twee buitenste elektronenbundels gaan, zodanig is gevormd dat deze boring een grote diameter heeft en de andere van de 14 boringen is zodanig gevormd dat deze een kleine diameter heeft bij de het tegenoverliggende gedeelte scherpstel-elektrode en binnen dezelfde scherpstelelektrode is één van de boringen waardoor heen de buitenste elektronenbun-5 dels gaan, zodanig gevormd dat deze een grote diameter heeft en de andere van de boringen waardoor heen de buitenste elektronenbundels gaan is zodanig gevormd dat deze een kleine diameter heeft.
Verder maakt de onderhavige uitvinding gebruik 10 van de kleurkathodestraalbuis die zodanig is uitgevoerd dat in de driedelige scherpstelelektroden één van de elektroden rondom de boringen waarvan de drie elektronenbundels de twee buitenste elektronenbundels gaan, dik is uitgevoerd en de andere van de elektroden rondom de 15 boringen dun zijn uitgevoerd bij de tegenover liggende gedeelde scherpstelelektroden en binnen dezelfde scherpstelelektroden is de omtrek van één van de boringen waardoor de buitenste elektronenbundels gaan, dik uitgevoerd en de omtrek van de andere van de boringen waardoor 20 de buitenste elektronenbundels gaan is dun uitgevoerd.
Figuur 6 laat een elektrodesysteem zien van het kleurkathodestraalbuis-elektronenkanon in een uitvoe-ringsvorom volgens de onderhavige uitvinding.
Het is mogelijk om een kleurkathode-straalbuis 25 zodanig uit te voeren dat deze dezelfde constructie vertoont als de kleurkathodestraalbuis die is afgebeeld in figuur 2 bij het kleurkathodestraalbuis-elektronenka-non 10 in figuur 6.
Het elektronenkanon 10 vertoont drie kathoden 30 Kp, KG en Kg die achter elkaar en evenwijdig aan elkaar zijn geplaatst, waarbij een eerste elektrode 11, een tweede elektrode 12, een derde elektrode 13, een vierde elektrode 14, een vijfde elektrode, een zesde elektrode 16 en een afdekkap 17 zijn geplaatst in de volgorde vanaf 35 de kathoden K (Kg, KG en Kg) naar een anode toe.
De tweede elektrode 12 en de vierde elektrode 14 zijn elektrisch met elkaar verbonden. Bovendien is een tussengelegen elektrode (GM) 18 waaraan een tussengelegen 15 spanning is aangelegd, geplaatst tussen de vijfde elektrode en de zesde elektrode.
De derde elektrode 13 is verdeeld in een (3-1)e elektrode 13A en een (3-2)e elektrode 13B. Een derde 5 dynamische vier-pool-lens DQL1 wordt gevormd door de ΟΙ)* elektrode 13A en de (3-2)e elektrode 13B.
Bovendien is de vijfde elektrode die overeenkomt met een scherpstelelektrode verdeeld in twee elektroden zoals de (5-1)e elektrode 51 die dienst doet als 10 een eerste scherpstelelektrode en de (5-2)e elektrode 52 die dienst doet als een tweede scherpstelelektrode.
Verder is de (5-1)e elektrode 51 verdeeld in drie elektroden zoals (5-lA)e elektrode 51A, de (5-lB)e elektrode 51B en de (5-lC)e elektrode 51C.
15 Een spanning zoals 0 V (of tientallen V) wordt aangelegd aan de eerste elektrode 11, een spanning van 200 tot 800 V wordt aangelegd aan de tweede elektrode 12 en de vierde elektrode 14 en een anodespanning van 22 kV tot 30 kV wordt aangelegd aan de zesde elektrode 16.
20 Een tussenspanning zoals 14 kV die wordt ver kregen door het verdelen van een anodespanning door twee weerstanden R1 en R2 wordt aangelegd aan de tussengelegen elektrode 18 voor het opwekken van een elektrisch-veld-vergrotende lenswerking. Daardoor wordt het mogelijk om 25 de spanningsgradient niet te groot te maken tussen de zesde elektrode 16 en de (5-2)e elektrode 52 om de invloed te verminderen van een sferische afwijking op een elektronenbundel. Het wordt daardoor mogelijk om de vorm van de vlek op het gehele scherm te verbeteren.
30 Verder, wordt een derde scherpstelspanning Ef3 (later nog te beschrijven) aangelegd aan de centrale (5-lB)e elektrode 51B van de in drieën verdeelde (5-1)e elektrode 51 als een dynamische scherpstelspanning.
Een tweede scherpstelspanning Ef2 die eveneens 35 later nog wordt beschreven, wordt aangelegd aan de (5-2)e elektrode 52 als een verdere dynamische scherpstelspanning. Bovendien wordt de tweede scherpstelspanning Ef2 H die wordt aangelegd aan de (5-2)e elektrode 52 toegevoerd aan de (3-1)e elektrode 13A.
I In deze uitvoering zijn verder de (3-2)e elek- I trode 13B en de beide buitenste (5-lA)e elektrode 51A en I 5 de (5-lC)e elektrode 51C van de in drieen verdeelde (5-1)e elektrode 51 tot één geheel verbonden en de elektroden 13, 51A, en 51C die tot één geheel zijn verbonden, zijn I elektrisch verbonden met de (5-lB)e elektrode 51B via de I ingebouwde weerstand 27.
10 De eerste scherpstelspanning Efl, waarin de derde scherpstelspanning Ef3 staat onder de werking van een laagdoorlaatfilter waardoor heen de ingebouwde weer-
stand 27 is verbonden met de elektroden 13B, 51A en 51C
I als een statische scherpstelspanning.
I 15 In dit geval wordt de eerste scherpstelspanning I Efl een golfvormige spanning waarin de derde scherpstel- I spanning Ef3 een afnemende amplitude vertoont in overeen- I stemming met de werking van het banddoorlaatfilter van de I ingebouwde weerstand 27.
20 Bovendien wordt een onafhankelijke vier-pool-
lens IQL gevormd door de (5-1)e elektroden 51A, 51B en 51C
I en een lenswerking wordt tot stand gebracht door de eerste scherpstelspanning Efl en de derde scherpstelspan- I ning Ef3.
I 25 Verder wordt een tweede dynamische vier-pool- I lens DQL2 gevormd door de (5-1)e elektrode 51C en de (5- I 2)e elektrode 52 en wordt een lenswerking tot stand ge- I bracht door de eerste scherpstelspanning Ef2 en de tweede I scherpstelspanning Ef2.
I 30 Verder wordt de vier-pool-lenswerking van de tweede dynamische vier-pool-lens DQL2 bestuurd door de I onafhankelijke vier-pool-lens IQL.
I De ingebouwde weerstand 27 maakt bijvoorbeeld gebruik van een diklagige weerstand die een weerstands- I 35 waarde vertoont van tientallen tot duizenden M ohm, I ofschoon dit afhankelijk is van een frequentieband waarin een kleurkathode wordt gebruikt.
17
In overeenstemming met de hiervoor beschreven inrichting is het mogelijk om een van buitenaf toegevoerde scherpstelspanning te verdelen in de tweede scherp-stelspanning Ef2 en de derde scherpstelspanning Ef3.
5 Bovendien wordt in het kleurkathodestraalbuis- elektronenkanon 10 van deze uitvoeringsvorm, de (5-1)e elektrode, dat wil zeggen de (5-lA)e elektrode 51A, de (5-lB)e elektrode 51B en de (5-lC)e elektrode 51C respectievelijk gebruik gemaakt van vormen waarmee de drie elek-10 tronenbundels R, G en B onafhankelijk kunnen worden geregeld op dezelfde wijze als het eerder voorgestelde kleurkathodestraalbuis-elektronenkanon dat eerder is beschreven.
De figuren 7 tot 10 tonen vormen van de borin-15 gen van de (5-1)e elektroden 51A, 51B en 51C en de (5-2)e elektrode 52 waardoor heen de elektronenbundels gaan.
Figuur 7 toont doorsneden van de (5-1)e elektrode (51a, 51B en 51C) in horizontale richting en figuur 8 laat schematische aanzichten zien van de vormen van de 20 boringen voor het doorlaten van de elektronenbundel in daartegenover liggende vlakken van de driedelige (5-1)e elektroden 51A, 51B en 51C.
Figuur 9 laat een schematisch aanzicht zien van de boringen voor het doorlaten van de elektronenbundel in 25 vlak 51A1 aan de naar de kathode K gekeerde zijde van de (5-lA)e elektrode en figuur 10 toont schematische aanzichten van een vlak 51C2 aan de anodezijde van de (5-lC)e elektrode en de vormen van de boringen voor het doorlaten van de elektronenbundel in de (5-2)e elektrode.
30 Zoals is afgebeeld in de figuren 7 en 8, zijn in tegenover elkaar liggende vlakken van de (5-1)e elektroden 5IA, 51B en 51C dat wil zeggen het aan de zijde van de anode gelegen vlak 51A2 van de (5-1A) elektrode 51A, de beide vlakken van de (5-lB)e elektrode 51B en het 35 vlak 51C1 van de (5-lC)e elektrode 51C aan de kathodezijde K, boringen voor het doorlaten van de elektronen 2IA, 21B en 21C (door welke openingen de elektronenbundel R in deze uitvoering heengaat), die zijn aangebracht aan de H ene eindzijde en die een astigmatische vorm vertonen die verschilt van de boringen 23A, 23B en 23C waardoor heen de elektronenbundel gaat (waar doorheen de elektronenbun- I del B in deze uitvoering gaat) welke openingen zijn H 5 aangebracht in de andere eindzijde, dat wil zeggen met een verticaal-langwerpige of een horizontaal-langwerpige I vorm.
Bovendien zijn boringen voor het doorlaten van elektronenbundels aangebracht in de beide eindzijden van I 10 de (5-1)e elektroden 51A, 51B en 51C die respectievelijk een astigmatische vorm vertonen die verschillend is van I die van de boringen voor het doorlaten van de elektronen- H bundels die zijn aangebracht in het vlak van de tegenover H liggende (5-1)e elektrode.
H 15 In het bijzonder zijn de astigmatische vormen I van de boringen 2IA en 23A voor het doorlaten van de I elektronenbundels aangebracht op de beide eindzijden van I de (5-IA)e elektrode 51A verschillend van die van de boringen 21B en 23B voor het doorlaten van de elektronen- I 20 bundel, welke openingen zijn aangebracht aan beide zijden I van de tegenover liggende (5-lB)e elektrode 51B. Asstigma- tische vormen van de boringen voor het doorlaten van de I elektronenbundel 21B en 23B die zijn aangebracht op de I beide eindzijden van de (5-lB)e elektrode 51B verschillen 25 van die van de boringen 21C en 23C voor het doorlaten van I de elektronenbundels, welke boringen zijn aangebracht op I de beide eindzijden van de tegenoverliggende (5-lC)e I elektrode 51C.
I Dat wil zeggen de boringen 2IA en 21C waar I 30 doorheen de elektronenbundel gaat (waar doorheen de I elektronenbundel R in deze uitvoering gaat), welke borin- I gen zijn aangebracht aan het ene eind van de beide bui-
I tenste (5-lA)e elektrode 51A en de (5-lC)e elektrode 51C
I respectievelijk een horizontale langwerpige astigmatische I 35 vorm vertonen, terwijl de boringen 22A en 22C waar door- I heen de elektronenbundel gaat (waar doorheen de elektro- I nenbundel G gaat in deze uitvoering) zijn aangebracht in
I het midden tussen de elektroden 51A respectievelijk 51C
19 die een cirkelvorm vertonen en de boringen 23A en 23C waardoor de elektronenbundels gaan (in deze uitvoeringsvorm gaat daar de elektronenbundel G doorheen), zijn aangebracht aan de andere eindzijden van de elektroden 5 51A respectievelijk 51C en vertonen ze een verticaal langwerpige astigmatische vorm. De boring 21B waar doorheen de elektronenbundel gaat (in dit geval gaat de elektronenbundel R hier doorheen), is aangebracht aan de ene eindzijde van de centrale (5-lB)e elektrode 51B en 10 heeft deze boring een verticaal langwerpige astigmatische vorm, terwijl de boring 22B waardoor heen de elektronenbundel gaat (in dit geval de elektronenbundel G) die is aangebracht in het midden van de elektrode 51B heeft een cirkelvorm en de boring 23B waardoor heen de elektronen-15 bundel gaat (in deze uitvoeringsvorm de elektronenbundel B) die is aangebracht aan de andere zijde van de elektrode 51B, vertoont een horizontaal langwerpige astigmatische vorm.
Wanneer in dit geval de rode elektronenbundel R 20 door de vergelijkenderwijs buitenzijde van een magnetisch afbuigveld aan de rechterzijde van een scherm gaat door horizontaal langwerpige, verticaal langwerpige en horizontaal langwerpige astigmatische openingen voor het doorlaten van elektronenbundels, zal een convergerende 25 lenswerking optreden in de vierpolige lens van de gedeelde (5-1)e elektrode 51 aan de rechterzijde van een scherm en de convergerende lenswerking die reeds optrad zal daardoor worden versterkt.
Wanneer daarentegen de blauwe elektronenbundel 30 B die vergelijkenderwijs door de binnenzijde van een magnetisch afbuigveld aan de rechterzijde van een scherm gaat door verticaal langwerpige, horizontaal langwerpige en verticaal langwerpige astigmatische boringen voor het doorlaten van de elektronenbundel, zal een divergerende 35 lenswerking optreden in de vierpolige lens van de gedeelde (5-1)e elektrode 51 aan de rechterzijde van een scherm en de convergerende lenswerking tot dusver optrad, wordt verzwakt.
H Daardoor wordt het mogelijk om de vorm van de H lichtvlakken van de rode (R) en de blauwe (B) elektronen- bundels te verbeteren.
Door het vormen van de doorlaatopeningen voor 5 de drie elektronenbundels R, G en B van de (5-1)e elektro- den 51A, 51b en 51C en het toepassen van een golfvormige spanning die synchroon is met de horizontale aftasting van deze elektroden, als in het geval dat is afgebeeld in figuur 4, wordt het mogelijk om een convergerende werking 10 op de elektronenbundel op te heffen, doordat een magne- tisch afbuigveld dat wordt opgevangen door de beide buitenste elektronenbundels R en B wordt opgeheven en de I drie elektronenbundels R, G en B dezelfde voorkeursvorm verkrijgen.
15 Zoals is afgebeeld in figuur 9 zijn op het vlak I 51Al aan de anodezijde van de (5-lA)e elektrode 51A door-
gangsopeningen voor de drie elektronenbundels R, G en B
gevormd met een cirkelvorm die dezelfde afmetingen ver- I toont als de verticaal-langwerpige astigmatische vormen.
I 20 Zoals is te zien in figuur 10 op de (5-2)e I elektrode 52 zijn op de anodezijde van de (5-lC)e elektro- I de 51C doorlaatopeningen gevormd voor de drie elektronen- I bundels R, G en B met verticaal langwerpige astigmatische I vormen die dezelfde afmetingen hebben. Zoals figuur 10 I 25 laat zien zijn bovendien op de (5-2)e elektrode 52 tegen- I over het vlak 51C2 doorlaatopeningen voor de drie elek- I tronenbundels R, G en B gevormd met verticaal langwerpige astigmatische vorm die dezelfde afmetingen vertonen met screenvormige bovenste en onderste uitsteeksels 52.
30 De invloeden van nevenspraak in het elektronen kanon 10 met de hiervoor beschreven vormen van de elektronen, worden in het volgende beschreven. In de eerste plaats laat ter wille van de eenvoud van de beschrijving figuur 21 zien dat elke golfvorm van de scherpstelspan-35 ning, wanneer de amplitude van de derde scherpstelspan-ning Ef3 die dienst doet als een dynamische scherpstel-spanning, gelijk is aan 0, dat wil zeggen de scherpstel-spanning Ef3 heeft een vaste waarde.
21
Onder ideale omstandigheden, wanneer de nevenspraak tussen de elektroden niet in aanmerking wordt genomen, de derde scherpstelspanning Ef3 en de eerste scherpstelspanning Efl respectievelijk geheel dienst doen 5 als vaste scherpstelspanningen.
Omdat de tweede scherpstelspanning Ef2 een parabolische golfvorm vertoont (een zogenaamde parabool-vorm) met een amplitude van ongeveer 500 V, treedt echter nevenspraak op tussen de (5-2)e elektrode 52 waaraan de 10 tweede scherpstelspanning Ef2 is aangelegd en de (5-lC)e elektrode 51C waaraan de eerste scherpstelspanning Efl is aangelegd.
Daarbij laat de gemeten waarde Efl' van de eerste scherpstelspanning Efl een parabolische golfvorm 15 zien met een amplitude die kleiner is dan die van de tweede scherpstelspanning Ef2.
Ofschoon de feitelijke derde scherpstelspanning Ef3 kleiner is dan de eerste scherpstelspanning Efl, wordt deze bovendien beïnvloed door nevenspraak. Daardoor 20 zou een gemeten waarde Ef31 van de derde scherpstelspanning Ef3 eveneens een parabolische golfvorm vertonen met een amplitude die kleiner is dan van de eerste scherp-spanning Efl.
Daardoor zal, zoals figuur 21 laat zien, het 25 verschil tussen de eerste scherpstelspanning Efl en de derde scherpstelspanning Ef3 gelijk zijn aan een vaste scherpstelspanning in een ideale toestand. Er treedt echter een potentiaalverschil aV op tussen de gemeten waarden Ef1 en Ef31.
30 Bovendien zal in het geval dat het elektronen kanon 10 de hiervoor beschreven uitvoering heeft, bij het beschouwen van een afmeting van de lichtplek in de hoek-gedeelten (in de nabijheid van de vier hoeken) het kanon 10 dikwijls zodanig zijn uitgevoerd dat het verschil 35 tussen de eerste scherpstelspanning Efl en de tweede scherpstelspanning Ef2 afneemt ofwel de scherpstelspanningen Efl en Ef2 bijna gelijk zijn aan elkaar. In dit geval wordt het kanon dikwijls zodanig uitgevoerd dat het Η Η verschil tussen de eerste scherpstelspanning Efl en de tweede scherpstelspanning Ef2 wordt vergroot en de eerste scherpstelspanning Efl wordt gelijk aan de derde scherp- H stelspanning Ef3 in het midden en op de einden van de Y- 5 as van een scherm.
Wanneer het kanon 10 is uitgevoerd als hiervoor is beschreven, zal indien nevenspraak optreedt tussen de elektroden, Efl kleiner worden dan Ef3 in het midden en aan de einden van de Y-as van een scherm overeenkomstig 10 het optreden van het potentiaalverschil aV en dus zal een potentiaalverschil optreden tussen Efl en Ef3. Het poten- tiaalverschil doet een vier-pool-lenswerking ontstaan in de onafhankelijke vier-pool-lens IQL die wordt gevormd I door de (5-1)e elektroden 51A, 51B en 51C.
H 15 Dat wil zeggen dat vier-pool-lenswerkingen die I oorspronkelijk op R, G en B werken alleen aan de rechter en linker einden van een scherm, eveneens zullen optreden I in het midden en aan de einden van de Y-as van het I scherm.
20 Daarbij zal van de elektronenbundels R en B één H van de bundels of zullen beide bundels een vervorming doen ontstaan van de lichtplek in het midden en aan de Y- I einden van het scherm.
Een aantal methoden voor het oplossen van dit 25 verschijnsel, dat wil zeggen de vervorming van een lichtplek ten gevolge van het potentiaalverschil tussen Efl en Ef2 zullen in de volgende beschrijving worden beschouwd.
Een eerste methode voor het oplossen is een methode van het instellen van een scherpstelspanningsaan-30 voerschakeling of een capaciteit tussen de elektroden waardoor de nevenspraak afneemt tussen de (5-2)e elektrode 52 waaraan de tweede scherpstelspanning Ef2 is aangelegd en de (5-lC)e elektrode 51C waaraan de eerste scherpstelspanning Efl wordt aangelegd.
35 Door het verkleinen van de amplitude van de tweede scherpstelspanning Ef2 zou bijvoorbeeld de nevenspraak afnemen.
23
Bovendien zal door het maken van een grotere afstand tussen de elektroden en daardoor het verkleinen van de capaciteit tussen de elektroden, de nevenspraak afnemen.
5 Verder is een tweede methode voor het verkrij gen van een oplossing een methode van het verkleinen van de lensgevoeligheid van de onafhankelijke vier-pool-lens IQL door het verkleinen van de verschillen tussen de lengte van de grote zijde en de lengte van de kleine 10 zijde van de openingen voor het doorlaten van de elektronenbundel van de (5-lA)e elektrode 51A, de (5-lB)e elektrode 51B en de (5-lC)e elektrode 51C dat wil zeggen van de mate van de astigmatie.
In dit geval zal voor het compenseren van de 15 vervorming van de lensgevoeligheid van de onafhankelijke vier-pool-lens IQL, de amplitude van de derde scherpstel-spanning Ef3 die wordt aangelegd aan de lens, worden verkleind.
Verder wordt een derde oplossingsmethode ge-20 vormd door een methode van het verbeteren van de golfvorm van de eerste scherpstelspanning Efl om ervoor te zorgen dat het potentiaalverschil tussen de (5-lC)e elektrode 51C en de (5-2)e elektrode 52 nadert tot 0.
Bij de onderhavige uitvinding wordt de derde 25 methode toegepast.
Volgens deze derde methode behoeft de golfvorm van de eerste scherpstelspanning Efl alleen maar te worden gewijzigd zonder het wijzigen van de gevoeligheid van de onafhankelijke vier-pool-lens IQL, de tussenruimte 30 tussen de elektroden, of de amplitude van de tweede scherpstelspanning Ef2. Daarom wordt het voordeel verkregen dat een verandering in het ontwerp van een elektronenkanon betrekkelijk klein blijft.
Bovendien wordt in het bijzonder bij deze 35 uitvoeringsvorm een golfvorm van de spanning van de derde scherpstelspanning Ef3 verbeterd teneinde de eerste scherpstelspanning Efl te gebruiken voor het tot 0 laten
Inaderen van het potentiaalverschil tussen de (5-lC)e elektrode 51C en de (5-2)e elektrode 52.
De figuren 11 tot 13 laten een uitvoeringsvorm zien van elk van de scherpstelspanningen met de golfvorm 5 Efl, Ef2, Ef3, die worden aangelegd aan het elektronenkanon 10 in deze uitvoering. De golfvorm van de spanning in figuur 13 is een uiteindelijke scherpstelspanning die wordt verkregen uit de golfvormige spanning in figuur 11 en de golfvorm in figuur 12.
10 Bij deze uitvoeringsvorm, wordt de derde scherpstelspanning Ef3 gebruikt als een golfvormige spanning waarop een eerste spanningscomponent, dat wil zeggen een golfvormige spanning Ef3-1 met een vorm die overeenkomt met een zaagtand die is gesynchroniseerd met 15 de horizontale aftasting als afgebeeld in figuur 11 en een tweede spanningscomponent, dat wil zeggen een golfvormige spanning Ef3-2 met een parabolische vorm (een zogenaamde paraboolvorm) die convex is in de richting tegengesteld aan de parabolische vorm bij de golfvorm van 20 de tweede scherpstelspanning Ef2 die is afgebeeld in figuur 12, worden gesuperponeerd.
De eerste spanningscomponent Ef3-1 en de spanningscomponent Ef3-2 worden gesuperponeerd en daardoor wordt de derde scherpstelspanning Ef3 verkregen met de 25 golfvormige spanning als afgebeeld in figuur 13.
De eerste scherpstelspanning Efl krijgt dan een golfvorm die wordt verkregen door het verminderen van de amplitude van de derde scherpstelspanning Ef3 in overeenstemming met de werking van de onderdoorlaatzeef van de 30 ingebouwde weerstand 27 zoals in het voorgaande is beschreven .
Volgens de onderhavige uitvinding wordt daardoor de eerste scherpstelspanning Efl eveneens een spanning waarop een eerste spanningscomponent, dezelfde als 35 de derde scherpstelspanning Ef3, dat wil zeggen een golfvormige spanning Efl-1 met een vorm die overeenkomt met de zaagtand die gesynchroniseerd is met de horizontale aftasting als afgebeeld in figuur 11 en een tweede I 25 I spanningscomponent dat wil zeggen een golfvormige span- I ning Efl-2 met een parabolische golfvorm die convex is in I de richting tegengesteld aan die van de parabolische vorm I van de golfvorm van de tweede scherpstelspanning Ef2 als I 5 afgebeeld in figuur 12, worden gesuperponeerd.
I De eerste spanningscomponent Efl-1 en de tweede I spanningscomponent Efl-2 worden gesuperponeerd en de I eerste scherpstelspanning Efl met de golfvormige spanning I als afgebeeld in figuur 13 wordt verkregen.
I 10 De tweede spanningscomponenten Efl-2 en Ef3-2 I die zijn afgebeeld in figuur 12 vertonen respectievelijk de werking voor het opheffen van een potentiaalverschil I aV ten gevolge van de nevenspraak als afgebeeld door de I gemeten waarden Efl' en Ef31 in figuur 21.
I 15 Door het toepassen van de golfvorm waarop de I tweede spanningscomponent als afgebeeld in figuur 12, wordt gesuperponeerd dat wil zeggen, de golfvormige I spanning die is afgebeeld in figuur 13, op de eerste spanningscomponenten Efl-1 en Ef3-1 als afgebeeld in I 20 figuur 11, een gemeten waarde waaraan de invloeden van nevenspraak worden toegevoegd levert een golfvormige I spanning die een weergave vormt van de eerste spannings- componenten Efl-1 en Ef3-1.
I Daarbij wordt een spanningsverschil VI tussen I 25 Efl en Ef3 aan de rechter en linker einden van een scherm I dat is afgebeeld in figuur 11 vastgesteld op een waarde die dicht bij 30V ligt en een amplitude V2 van Ef3 is ingesteld op een waarde die dicht bij 100 V ligt.
Bovendien bestaat geen potentiaalverschil 30 tussen Efl en Ef3 in het midden en bij de einden van de Y-as van een scherm.
H Dat wil zeggen een lens wordt gevormd op de (5- H l)e elektrode 51 aan de rechter en linker einden van het scherm omdat het potentiaalverschil VI wordt gevormd H 35 tussen de eerste scherpstelspanning Efl en de derde scherpstelspanning Ef3. Omdat geen potentiaalverschil bestaat tussen de eerste scherpstelspanning Efl en de derde scherpstelspanning Ef3 in het midden en aan de Η einden van de Y-as op het scherm, wordt geen lens gevormd op de (5-1)e elektrode 51.
In dit geval kan met betrekking tot de amplitu-de van de golfvorm van elke scherpstelspanning bijvoor-5 beeld worden gesteld dat de eerste scherpstelspanning Efl ongeveer 40 V bedraagt, de tweede scherpstelspanning Ef2 bedraagt ongeveer 500 V en de derde scherpstelspanning Ef3 heeft bijvoorbeeld een waarde van 100 V (=V2).
Polariteiten van de eerste spanningscomponenten H 10 Ef1-1 en Ef3-1 die dienst doen als golfvormspanningen met een vorm die overeenkomt met een zaagtand die kan worden gesuperponeerd en kan gebruikmaken van een golfvorm die H wordt verkregen door het omkeren van de golfvorm uit H figuur 11 zoals figuur 14 laat zien, zijn afhankelijk van H 15 de specificatie van een afbuigjuk.
Wanneer de golfvorm in figuur 14 wordt gesuper- H poneerd als de eerste spanningscomponent zullen de golf- vorm van de spanning van de eerste scherpstelspanning Efl en de derde scherpstelspanning Ef3 worden gevormd tot de 20 golfvorm die is afgebeeld in figuur 15.
Bovendien is het in plaats van het omkeren van een golfvorm eveneens toegestaan vormen te bepalen van H elektronenbundels die gaan door boringen in de (5-1)e I elektroden 51A, 51B en 51C in omgekeerde astigmatische 25 vormen of kan een omgekeerde lenswerking worden verkregen I door het vervormen van de doorlaatopening voor de blauwe I (B) elektronenbundel door die van de rode (R) elektronen- I bundel.
I Verder is het toegestaan om een golfvormige I 30 spanning te superponeren met een vorm die overeenkomt met I een zaagtand volgens de kromme in figuur 16 als de eerste I spanningscomponenten Ef3-1 en Efl-l in plaats van de golfvormige spanning van een vorm die overeenkomt met de zaagtand volgens de rechte lijn die is afgebeeld in 35 figuur 11.
In overeenstemming met de hiervoor beschreven uitvoering, kan omdat een scherpstelspanning wordt toegevoerd uit een uitwendige eenheid via twee leidingen zoals I 27 I een leiding van de tweede scherpstelspanning Ef2 en een I leiding voor de derde scherpstelspanning Ef3, waarbij het I aantal soorten scherpstelspanningen dat moet worden I ingesteld kleiner wordt in vergelijking met een geval I 5 waar het gaat om het toevoeren van scherpstelspanningen I door middel van drie leidingen.
I Verder wordt het mogelijk om de tijd te ver- I kleinen die nodig is voor het instellen van een scherp- I stelspanning.
I 10 Bovendien worden drie elektronenbundels gevormd I met voorkeursvormen tegelijkertijd door het vergroten van I het potentiaalverschil tussen de eerste scherpstelspan- I ning Efl en de derde scherpstelspanning Ef3 aan de rech- I ter en linker einden van een scherm, waarbij het potenti- 15 aalverschil in het midden en langs de einden van de Y-as I wordt opgeheven.
I Een werkwijze voor het gebruikmaken van een ingebouwde weerstand als een laagdoorlaatfilter, wordt beschreven in het octrooischrift 2645061.
20 Deze werkwijze kan echter alleen worden ge- I bruikt voor het tot één geheel verenigen van twee soorten I van scherpstelspanningen, dat wil zeggen een spanning met H een parabolische golfvorm en een vaste scherpstelspanning tot één spanning in een uitvoering met een dynamische 25 vier-pool-elektrode en een scherpstelelektrode waarbij I echter drie elektronenbundels niet worden gevormd tot voorkeursvormen zoals in het geval van de onderhavige uitvinding.
In dit geval, worden volgens de bovenstaande 30 uitvoeringsvorm, dynamische vier-pool-elektroden gevormd tussen de (5-lC)e elektrode 51C, de (5-2)e elektrode 52 en de zesde elektrode 16 en de werking van een scherpstel- ling wordt asymmetrisch bij de rechter en linker zijden van een scherm. Omdat het potentiaalverschil tussen de 35 eerste scherpstelspanning Efl en de tweede scherpstel- spanning Ef2 dienst doen als een factor voor de asymme- H trie, klein is, is het mogelijk om het potentiaalverschil H geheel te verwaarlozen.
I Verder worden andere uitvoeringen zoals vormen van boringen voor het doorlaten van elektronenstraalbundels van de driedelige (5-1)e elektrode 51 worden in het volgende beschreven.
5 Eerste uitvoering
Zoals is te zien in de figuren 7 en 8 in het geval van de eerste uitvoering, is het verschil tussen de convergerende werkingen van de elektrodestraalbundels ten gevolge van een magnetisch afbuigveld dat wordt opgevan-10 gen door de beide buitenste elektronenbundels R en B, wordt opgeheven door het vormen van de beide buitenste boringen voor het doorlaten van de elektronenbundels van de (5-1)e elektrode 51 tot verticaal en horizontaal langwerpige astigmatische vormen voor het brengen van de drie 15 elektronenstraalbundels R, G en B in dezelfde voorkeurs-vorm.
Dezelfde werking kan worden verkregen door de boringen voor de beide buitenste elektronenstraalbundels van de (5-1)e elektrode 51 in andere vormen als afgebeeld 20 in de tweede en derde uitvoeringsvormen die later nog zullen worden beschreven.
Tweede uitvoeringsvorm
Als een tweede uitvoeringsvorm, laten de figuren 17A, 17B en 17C schematische aanzichten zien van 25 boringen voor het doorlaten van elektronenstraalbundels van de driedelige (5-1)e elektrode 51 (51A, 51B en 51C) , figuur 18A laat een doorsnede zien van de driedelige (5-1) elektrode 51 wanneer deze elektrode 51 horizontaal wordt doorgesneden, en figuur 18B laat een schematisch 30 perspectivisch aanzicht zien van een uitvoering van de boringen voor het doorlaten van de drie bijbehorende elektronenbundels.
Zoals de figuren 17A, 17B, 17C en 18A, 18B aan de tegenover elkaar liggende vlakken van de (5-1)e elek-35 troden 51A, 51B, en 51C, dat wil zeggen aan de zijde van de anode gelegen vlak 51A2 van de (5-lA)e elektrode 51A, zullen de beide vlakken van de (5-lB)e elektrode 51B en het aan de zijde van de kathode gelegen vlak 51C1 van de 29 (5-lC)e elektrode 51C, waarbij de boringen 21A, 21B en 21C voor het doorlaten van elektronenbundels zijn aangebracht aan de ene eindzijde (waardoor heen de elektronenbundel R gaat in deze uitvoeringsvorm), welke boringen zijn gele-5 gen tegenover de boringen 23A, 23B en 23C voor het doorlaten van de elektronenbundels (waardoor heen in deze uitvoering de elektronenbundel B gaat).
De boringen voor het doorlaten van de elektronenbundels die zijn gevormd aan de beide einden van de 10 (5-1)e elektroden 51A, 51B en 51C liggen tegenover de boringen voor het doorlaten van de elektronenbundels die I zijn gevormd op het vlak van de tegenover liggende (5-1)e I elektrode, rekening houdende met een diameter, dat wil I zeggen de eerder genoemde is groter dan de laatst genoem- I 15 de.
I In het bijzonder de boringen 21A en 23A voor I het doorlaten van de elektronenbundels aan de beide I einden van de (5-lA)e elektrode 51A verschillen ten op- I zichte van de boringen 21B en 23B voor het doorlaten van I 20 de elektronenbundels die zijn gevormd aan de beide einden I van de tegenoverliggende (5-lB)e elektrode 51B met betrek- I king tot de diameter en de boringen 21B en 23B voor het doorlaten van de elektronenbundels die zijn aangebracht aan de beide einden van de (5-lB)e elektrode 51B vertonen I 25 een verschillende diameter ten opzichte van de boringen I 21C en 23C voor het doorlaten van de elektronenbundels I die zijn gevormd aan de beide einden van de tegenoverlig- gende (5-lC)e elektrode 51.
Dat wil zeggen de boringen 2IA en 21C voor het 30 doorlaten van de elektronenbundels (waardoor heen in deze I uitvoering de elektronenbundel R gaat) die zijn gevormd I aan het ene eind van de beide buitenste (5-lA)e elektrode I 5IA en de (5-lC)e elektrode 51C vertonen respectievelijk I een grote diameter, waarbij de boringen 22A en 22 C voor H 35 het doorlaten van de elektronenbundels (waardoor heen in I deze uitvoeringsvorm de elektronenbundel C gaat), die
I zijn gevormd in het midden tussen de elektroden 5IA
I respectievelijk 51C vertonen een tussengelegen diameter I en de boringen 23A en 23C voor het doorlaten van de elektronenstraalbundels die zijn gevormd aan de andere einden van de elektroden 51A respectievelijk 51C vertonen een kleine diameter. De boring 21B voor het doorlaten van 5 de elektronenstraalbundel (waardoor heen in deze uitvoering de elektronenstraalbundel B gaat) die is gevormd op het ene eind van de centrale (5-lB)e elektrode 51B vertoont een kleine diameter en de boring 22B voor het doorlaten van de elektronenstraalbundel (waardoor heen de 10 elektronenstraalbundel G gaat in deze uitvoeringsvorm) die is gevormd in het midden van de elektrode 51B vertoont een tussenliggende diameter en de boring 23B voor het doorlaten van de elektronenstraalbundel (waardoor heen in deze uitvoeringsvorm de elektronenstraalbundel B 15 gaat) die is gevormd aan het andere eind van de elektrode 51b vertoont een grote diameter.
In de gevallen van de figuren IA, 17B, 17C en 18A, 18B, zal daardoor wanneer de rode elektronenstraalbundel R vergelijkenderwijs gaat langs de buitenzijde van 20 een magnetisch afbuigveld aan de rechterzijde van een scherm tevens gaat door de boringen voor het doorlaten van de elektronenstraalbundel met een grote diameter, een kleine diameter en een grote diameter, waarbij een convergerende lenswerking optreedt in de scherpstellens van 25 de gedeelde (5-1)e elektrode 51 aan de rechterzijde van het scherm en dus wordt een gebruikelijke werking van de convergerende lens versterkt.
Wanneer echter de blauwe elektronenbundel B gaat door de vergelijkenderwijs binnenzijde van een 30 magnetisch afbuigveld aan de rechterzijde van het scherm en gaat door de boringen voor het doorlaten van de elektronenstraalbundel met een grote, een kleine en een grote diameter, zal een divergerende lenswerking optreden in de scherpstellens van de gedeelde (5-1)e elektrode 51 aan de 35 rechterzijde van het scherm en wordt de gebruikelijke lenswerking verzwakt.
Door het vormen van doorlaatboringen voor de drie elektronenstraalbundels R, G en B van de (5-1)e 31 elektroden 51A, 51B en 51C als hiervoor beschreven en het toepassen van de golfvorm die is afgebeeld in de figuren 13 of 15 naar de elektroden 51A, 51B en 51C als de scherpspanningen Efl, Ef2 en Ef3, zal het verschil tussen 5 de convergerende werkingen op de elektronenstraalbundels ten gevolge van een magnetisch afbuigveld dat wordt opgevangen door de beide buitenste elektronenbundels R en B opgeheven en de drie elektronenstraalbundels R, G en B kunnen worden gevormd tot dezelfde voorkeursvorm.
10 Derde uitvoeringsvorm
In een derde uitvoeringsvorm laten de figuren 19A, 19B en 19C schematische aanzichten zien van vormen van boringen voor het doorlaten van de elektronenstraalbundels in de scherpelektroden 51A, 51B en 51C, waarbij 15 figuur 20A een doorsnede laat zien van de in drieën verdeelde (5-1)e elektroden, 51A, 51B en 51C wanneer de (5-1)e elektrode wordt doorgesneden volgens een horizontaal vlak en figuur 20B laat een schematisch perspectivisch aanzicht zien van een uitvoeringsvorm van doorlaat-20 openingen die horen bij de drie elektronenstraalbundels.
Zoals de figuren 19A, 19B en 19C laten zien zijn de boringen voor het doorlaten van de elektronenstraalbundels uitgevoerd met cirkelvormige openingen van dezelfde diameter.
I 25 Zoals is te zien in de figuren 20A en 20B zijn I verder in de tegenoverliggende vlakken van de (5-1)e elektroden 51A, 51B en 51C dat wil zeggen het aan de zijde van de anode gelegen vlak 51A2 van de (5-lA)e I elektrode 51a, de beide vlakken van de (5-lB)e elektrode 30 51B, de boringen 21A, 21B en 21C voor het doorlaten van de elektronenstraalbundel (waardoor heen in deze uitvoe- ringsvorm de elektronenstraalbundel R gaat) die zijn aangebracht aan de ene eindzijde, verschillen ten opzich- te van de boringen 23A, 23B en 23C voor het doorlaten van 35 de elektronenstraalbundels, die zijn aangebracht aan de andere eindzijde met betrekking tot de dikte van de plaat van de elektroden rondom de doorlaatopeningen.
132
Verder verschilt de omtrek van de doorlaatope-ningen voor de elektronenstraalbundel die zijn gevormd aan de einden van de (5-1)e elektroden 51A, 51B, 51C van de omtrek van de boringen voor het doorlaten van de elek-5 tronenstraalbundels die zijn aangebracht op het vlak van de tegenover liggende (5-1)e elektrode met betrekking tot de dikte van de plaat.
In het bijzonder verschilt de omtrek van de boringen 2IA en 23A voor het doorlaten van de elektronen-10 straalbundels die zijn gevormd aan de beide einden van de (5-IA)e elektrode 51A van de omtrek van de boringen 21B en 23B voor het doorlaten van de elektronenstraalbundels die zijn aangebracht aan de beide zijden van de tegenoverliggende (5-lB)e elektrode 51A met betrekking tot de dikte 15 van de plaat en de omtrek van de boringen 21B en 23B voor het doorlaten van de elektronenstraalbundel die zijn aangebracht bij de beide einden van de (5-lB)e elektrode 51B verschilt met betrekking tot de dikte van de plaat van de omtrek van de doorlaatopeningen voor de elektro-20 nenstraalbundel 21C en 23C die zijn aangebracht bij de beide einden van de tegenoverliggende (5-lC)e elektrode 51C.
Dat wil zeggen, de omtrek van de boringen 2IA en 21C voor het doorlaten van de elektronenstraalbundel 25 (waardoor heen in deze uitvoeringsvorm de elektronenstraalbundel R gaat) die zijn aangebracht aan de ene einden van de beide buitenste (5-lA)e elektrode 51A en de (5-lC)e elektrode 51C vertoont een kleine plaatdikte, de omtrek van de boringen 22A en 22C voor het doorlaten van 30 de elektronenstraalbundel (waardoor heen in deze uitvoering de elektronenstraalbundel G gaat) die zijn aangebracht in het midden tussen de elektronen 51A en 51C vertoont een kleine plaatdikte en de omtrek van de boringen 23A en 23C voor het doorlaten van de 35 elektronenstraalbundel (waardoor heen in deze uitvoeringsvorm de elektronenstraalbundel B gaat) die zijn gevormd bij de andere einden van de elektrode 51A en 51C vertoont een grote plaatdikte. De omtrek van de boring 33 21B voor het doorlaten van de elektronenstraalbundel (waardoor heen in deze uitvoering de elektronenstraal-I bunddel R gaat) die is aangebracht aan het ene eind van I de centrale (5-lB)e elektrode 51B vertoont verder een I 5 grote plaatdikte, de omtrek van de boring 22B voor het I doorlaten van de elektronenstraalbundel (waardoor heen in I dit geval de elektronenstraalbundel G gaat) die is aange- I bracht in het midden van de elektrode 51B vertoont een I kleine plaatdikte, en de opening 23B voor het doorlaten I 10 van de elektronenstraalbundel (waardoor heen in deze I uitvoering de elektronenstraalbundel B gaat) die is
I aangebracht aan het andere eind van de elektrode 51B
I vertoont een kleine plaatdikte.
I In de gevallen die zijn afgebeeld in de figuren I 15 19A, 19B, 19C en 20A, 20B gaat de rode elektronenstraal- I bundel R door vergelijkenderwijs buiten een magnetisch I afbuigveld aan de rechter zijde van een scherm door I doorlaatboringen voor de elektronenstraalbundel met een I kleine, een grote en een kleine plaatdikte en op deze I 20 wijze treedt een convergerend lenseffect op in de scherp- I stellens van de gedeelde (5-1)e elektrode 51 aan de rech- I ter zijde van het scherm en de gebruikelijke convergen- I tiewerking van de lens wordt versterkt.
De blauwe elektronenstraalbundel B gaat verge- I 25 lijkenderwijs door een magnetisch afbuigveld aan de rechter zijde van een scherm en gaat door grote, kleine I en grote plaatdikten heen rondom de boringen voor het I doorlaten van de elektronenstraalbundel en zo wordt een I divergerend effect van de lens dat optreedt in de scherp- I 30 stellens van de gedeelde (5-1)e elektrode 51 aan de rech- ter zijde van het scherm en een op de gebruikelijke wijze I optredende convergerende werking van de lens wordt ver- zwakt.
Door het construeren van de doorlaatboringen I 35 voor de drie elektronenstraalbundels R, G en B van de (5- l)e elektronen 51A, 51B en 51C als in het voorgaande beschreven en het toepassen van de golflijnvormige span- ning als afgebeeld in figuur 13 of 15 als de scherpstel- 134 spanningen Efl, Ef2, en Ef3, wordt het mogelijk om de verschillen in de convergentiewerking op de elektronenstraalbundels als gevolg van een magnetisch afbuigveld dat wordt opgevangen door de beide buitenste elektronen-5 straalbundels R en B op te heffen en daardoor kunnen de drie elektronenstraalbundels R, G en B worden vervormd tot dezelfde voorkeursvorm als in het eerste beschreven uitvoeringsvoorbeeld.
In het geval van de bovengenoemde uitvoerings-10 vormen, wordt een scherpstelelektrode gevormd door de driedelige (5-1)e elektrode 51 (51A, 51B en 51C) en de (5-2)e elektrode 52. Bovendien kan de onderhavige uitvinding worden toegepast bij een scherpstelelektrode in een andere uitvoeringsvorm.
15 De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de beschreven uitvoeringsvormen. De onderhavige uitvinding kan talrijke andere uitvoeringsvormen gebruiken zodat niet wordt afgeweken van de essentie van de onderhavige uitvinding.
20 Volgens de onderhavige uitvinding is het moge lijk om scherpstelspanningen toe te voeren via twee leidingen. Daardoor worden de handelingen voor het instellen van een scherpstelspanning eenvoudiger.
Verder kan volgens de onderhavige uitvinding of 25 de rode of de blauwe elektronenstraalbundel of beide bundels niet nadelig worden beïnvloed met betrekking tot vorm van de lichtvlek in het midden of bij de einden van de Y-as van een scherm en is het mogelijk om een compensatie te krijgen voor de beïnvloeding van de vormen van 30 de lichtvlekken van de rode en blauwe elektronenstraalbundels in de vier hoeken van het scherm.
Daardoor is het bij een kleurkathodestraalbuis mogelijk om een beeld van hoge kwaliteit te verkrijgen ook in de vier hoeken, in het midden langs de einden van 35 de Y-as op een scherm.
Na de beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding aan de hand van de tekening, zal het duidelijk zijn dat de onderhavige 35 uitvinding niet wordt beperkt tot de genoemde uitvoe-ringsvoorbeelden en dat zeer vele wijzigingen en modificaties kunnen worden toegepast door een deskundige op dit gebied zonder buiten het kader en de omvang van de onder-5 havige uitvinding te komen als beschreven in de volgende conclusies.

Claims (8)

1. Kleurkathodestraalbuis-elektronenkanon omvattende: een driedelige eerste scherpstelelektrode; en een tweede scherpstelelektrodesysteem, zodanig 5 dat dit is gekeerd naar de eerste scherpstelelektrode; waarbij een spanning met een parabolische golfvorm, die is gesynchroniseerd bij de horizontale aftasting, wordt aangelegd aan de tweede scherpstelselektrode, 10 een ingebouwde weerstand is opgenomen, die een centrale elektrode en de beide buitenste elektroden, die deel uitmaken van de driedelige eerste scherpstelelektro-H de, H een spanning waarop een eerste spanningscompo- 15 nent die een golfvorm vertoont overeenkomend met een H zaagtandvorm, die wordt gesynchroniseerd met een horizon- tale aftasting en een tweede spanningscomponent met een parabolische golfvorm die convex is en tegengesteld gericht is ten opzichte van de eerstgenoemde parabolische 20 golfvorm, welke spanningscomponenten zijn gesuperponeerd en bij de samengestelde spanning wordt aangelegd aan de centrale elektrode, en een spanning die wordt verkregen door een I spanning waarop de eerste spanningscomponent en de tweede 25 spanningscomponent zijn gesuperponeerd, te leiden door de I ingebouwde weerstand en de verkregen spanning aan te I leggen aan de beide buitenste elektroden.
2. Kleurkathodestraalbuis-elektrodekanon vol- I gens conclusie 1, waarbij I 30 in de driedelige scherpstelelektrode één van de I openingen, waardoor heen de twee buitenste elektronen- straalbundels van de drie elektronenstraalbundels gaan, is gevormd tot een horizontaal langwerpige astigmatische I vorm en de andere van de openingen is gevormd tot een I 35 verticaal langwerpige astigmatische vorm door de daar tegenover liggende scherpelektrode en binnen dezelfde scherpstelelektroden is één van de openingen waardoor heen de buitenste elektronenbundels gaat, gevormd tot een horizontaal langwerpige astigmatische vorm en de andere 5 van de openingen, waardoor heen de buitenste elektronenstralenbundels gaan, is gevormd tot een verticaal langgerekte astigmatische vorm.
3. Kleurkathodestraalbuis-elektronenkanon volgens conclusie 1, waarbij 10 in de driedelige scherpstelelektrode één van de openingen waardoor heen de twee buitenste elektronen van de drie elektronenbundels gaan, zodanig is gevormd dat deze een grote diameter heeft en de andere van de openingen is zodanig gevormd dat deze een kleine diameter heeft 15 bij de daartegenover liggende gedeelde scherpstelelektrode en binnen diezelfde scherpstelelektrode is één van de openingen waardoorheen de buitenste elektronenbundels gaan, zodanig gevormd dat deze een grote diameter heeft en de andere van de openingen waardoor heen de buitenste 20 elektronenstraalbundels gaan is zodanig gevormd dat deze een kleine diameter heeft.
4. Kleurkathodestraalbuis-elektronenkanon volgens conclusie 1, waarbij de driedelige scherpstelelektrode één van de om de elektroden heengaande openin- 25 gen waardoor heen twee buitenste elektronenstraalbundels van de drie elektronenstraalbundels gaan dik is uitgevoerd en de andere van de openingen rondom de elektroden is dun uitgevoerd door de tegenover liggende gedeelde scherpstelelektrode en binnen dezelfde scherpstelelektro-30 den is de omtrek van één van de openingen waardoor heen de buitenste elektronenstralenbundels gaan is dik uitgevoerd en de omtrek van de andere van de openingen waardoor heen de buitenste elektronenbundels gaan is dun uitgevoerd.
5. Kleurkathodestraalbuis die wordt gevormd samen met een elektronenkanon omvattende: een driedelige eerste scherpstelelektrode,· en H een tweede scherpstelelektrodesysteem zodanig dat dit ligt tegenover de eerste scherpstelelektrode; waarbij een spanning met een parabolische golfvorm die 5 is gesynchroniseerd met de horizontale aftasting, is aangelegd aan de tweede scherpstelelektrode, een ingebouwde weerstand is aanwezig, welke I weerstand een elektrische verbinding tot stand brengt met I een centrale elektrode en met de beide buitenelektroden 10 die deel uitmaken van de driedelige eerste scherpstel- I elektrode, een spanning waarop een eerste spanningscompo- nent met een golfvorm die overeenkomt met een zaagtand- I golfvorm die is gesynchroniseerd met een horizontale 15 aftasting en een tweede spanningscomponent met een para- bolische golfvorm die convex is in de tegengestelde richting ten opzichte van de eerdere parabolische golf- vorm welke spanningscomponenten worden gesuperponeerd en I aangelegd aan de centrale elektrode, en 20 een spanning die is verkregen door het voeren H van een spanning waarop de eerste spanningscomponent en I de tweede spanningscomponent zijn gesuperponeerd, door de I ingebouwde weerstand, wordt aangelegd aan de beide bui- I tenste elektroden. I 25
6. Kleurkathodestraalbuis volgens conclusie 5, waarin I in de driedelige scherpstelelektrode één van de I openingen waardoor heen de twee buitenste elektronenbun- I dels van de drie elektronenbundels gaan is gevormd tot I 30 een horizontaal langwerpige astigmatische vorm en de andere van de openingen is gevormd tot een verticaal I langwerpige astigmatische vorm door de tegenover liggende I gedeelde scherpstelelektrode en binnen dezelfde scherp- I stelelektrode één van de openingen waardoor heen de I 35 buitenste elektronenbundels gaan is gevormd tot een I horizontaal langwerpige astigmatische vorm en de andere I van de openingen waardoor heen de buitenste elektronen- I * 39 I bundels gaan is gevormd tot een verticaal langwerpige I astigmatische vorm.
7. Kleurkathodestraalbuis volgens conclusie 5, I waarbij I 5 in de driedelige scherpstelelektrode één van de I openingen waardoor heen de twee buitenste elektronenbun- I dels van de drie elektronenbundels gaan zodanig is ge- I vormd dat deze een grote diameter heeft en de andere van I de openingen is zodanig gevormd dat deze een kleine I 10 diameter heeft door de tegenover liggende gedeelde I scherpstelelektrode en binnen dezelfde scherpstelelektro- I de is één van de openingen waardoor heen de buitenste I elektronenbundels gaan, zodanig is gevormd dat deze een I grote diameter heeft en de andere van de openingen waar- I 15 door heen de buitenste elektronenbundels gaan is zodanig I gevormd dat deze een kleine diameter heeft.
8. Kleurkathodestraalbuis volgens conclusie 5, I waarbij I in de driedelige scherpstelelektrode één van de I 20 elektroden rondom de openingen waardoor heen de twee buitenste elektronenbundels van de drie elektronenbundels I gaan dik is uitgevoerd en de andere van de openingen I rondom de elektroden dun is uitgevoerd door de tegenover liggende gedeelde scherpstelelektrode en binnen dezelfde I 25 scherpstelelektrode is de omtrek van één van de openingen I waardoor heen de buitenste elektronenbundels gaan dik I uitgevoerd en de omtrek van de andere van de openingen waardoor heen de buitenste elektronenbundels gaan is dun I uitgevoerd. I 30
NL1015431A 1999-06-22 2000-06-14 Kleurkathodestraalbuis - elektronenkanon en een kleurkathodestraalbuis . NL1015431C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP17574599 1999-06-22
JP11175745A JP2001006571A (ja) 1999-06-22 1999-06-22 カラー陰極線管用電子銃及びカラー陰極線管

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1015431A1 NL1015431A1 (nl) 2000-12-28
NL1015431C2 true NL1015431C2 (nl) 2004-08-31

Family

ID=16001518

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1015431A NL1015431C2 (nl) 1999-06-22 2000-06-14 Kleurkathodestraalbuis - elektronenkanon en een kleurkathodestraalbuis .

Country Status (4)

Country Link
US (1) US6504324B1 (nl)
JP (1) JP2001006571A (nl)
KR (1) KR20010007470A (nl)
NL (1) NL1015431C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4771216A (en) * 1987-08-13 1988-09-13 Zenith Electronics Corporation Electron gun system providing for control of convergence, astigmatism and focus with a single dynamic signal
EP0899768A2 (en) * 1997-08-25 1999-03-03 Sony Corporation Color cathode-ray tube electron gun
JPH11149885A (ja) * 1997-11-14 1999-06-02 Sony Corp カラー陰極線管用電子銃
EP0938124A1 (en) * 1998-02-19 1999-08-25 Sony Corporation Color cathode-ray tube electron gun

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3775253D1 (de) * 1986-04-03 1992-01-30 Mitsubishi Electric Corp Kathodenstrahlroehre.
US4922166A (en) * 1986-06-30 1990-05-01 Sony Corporation Electron gun for multigun cathode ray tube
JP2645061B2 (ja) 1988-03-11 1997-08-25 株式会社東芝 カラー受像管装置
US5399946A (en) * 1992-12-17 1995-03-21 Samsung Display Devices Co., Ltd. Dynamic focusing electron gun
US5763993A (en) * 1994-04-01 1998-06-09 Samsung Display Devices Co., Ltd. Focusing electrode structure for a color cathode ray tube

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4771216A (en) * 1987-08-13 1988-09-13 Zenith Electronics Corporation Electron gun system providing for control of convergence, astigmatism and focus with a single dynamic signal
EP0899768A2 (en) * 1997-08-25 1999-03-03 Sony Corporation Color cathode-ray tube electron gun
JPH1167120A (ja) * 1997-08-25 1999-03-09 Sony Corp カラー陰極線管用電子銃
JPH11149885A (ja) * 1997-11-14 1999-06-02 Sony Corp カラー陰極線管用電子銃
EP0938124A1 (en) * 1998-02-19 1999-08-25 Sony Corporation Color cathode-ray tube electron gun

Also Published As

Publication number Publication date
JP2001006571A (ja) 2001-01-12
US6504324B1 (en) 2003-01-07
NL1015431A1 (nl) 2000-12-28
KR20010007470A (ko) 2001-01-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0621625B1 (en) Color cathode ray tube apparatus
EP0641010B1 (en) Dynamic off-axis defocusing correction for deflection lens crt
NL8702631A (nl) Kleurenbeeldbuis, afbuigsysteem en elektronenkanon.
DE1762569A1 (de) Farbbildroehre mit Korrekturvorrichtungen fuer die Elektronenstrahlen
NL194352C (nl) Elektronenstraalbuis met lenssystemen vormende convergentiejukken.
KR930011058B1 (ko) 칼라 음극선관용 다단집속형 전자총
NL1015431C2 (nl) Kleurkathodestraalbuis - elektronenkanon en een kleurkathodestraalbuis .
NL7809160A (nl) Kleurenbeeldbuis.
US2572861A (en) Deflection system for cathode-ray tubes
CN1105394C (zh) 带电子枪的图象显示装置及其所用的电子枪
US3548248A (en) Misconvergence compensation for single gun,plural beam type color tv picture tube
US2137353A (en) Television tube
JPH0131259B2 (nl)
US5418421A (en) Cathode-ray tube with electrostatic convergence electrode assembly
CA1273986A (en) In-line electron gun system for a colour picture tube compensated for beam-spot distortion
NL8402609A (nl) Kathodestraalbuis.
DE1918877A1 (de) Farbbildroehre
KR950004399B1 (ko) 다아나믹 포커스 전자총
SU1279543A3 (ru) Цветна электронно-лучева трубка
DE4407751A1 (de) Konvergenzjoch
DE887550C (de) Anordnung zur Erzeugung eines Elektronenbrennflecks auf dem Schirm einer Kathodenstrahlroehre
JPS6049542A (ja) 撮像管
KR900002904B1 (ko) 칼라음극선관용 전자총
JP2000504474A (ja) インライン型電子銃を有するカラー陰極線管
SU1088088A1 (ru) Электроннолучева трубка

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20040628

PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060101