NL1015254C2 - Documentfeeder. - Google Patents

Description

Titel: Documentfeeder

De uitvinding heeft betrekking op een documentfeeder voorzien van een behuizing, een documentmagazijn voorzien van een steunvlak, in de behuizing opgenomen, beweegbaar opgestelde zuignappen voor het aanzuigen van een onderste document van een stapel document, ten minste 5 één in de behuizing opgenomen documentintrekwals die is voorzien van ten minste één grijper die verzwenkbaar is ten opzichte van de betreffende documentintrekwals, een aandrijving voor het aandrijven van de ten minste ene documentintrekwals, de ten minste ene grijper ten opzichte van de betreffende documentintrekwals en de beweegbaar opgestelde zuignappen. 10 Bij de bekende documentfeeders, die veelal worden toegpast bij verpakkingsmachines, is het documentmagazijn slechts van één zijde toegankelijk doordat het documentmagazijn, althans het steunvlak daarvan wordt begrensd door constructiedelen van de documentfeeder. In de praktijk is dit met name vanuit ergnomisch bij het beladen van de documentfeeders 15 met een stapel documenten oogpunt bijzonder ongunstig.

Documentfeeders kunnen naast een verpakkingslijn zijn opgesteld. In die omstandigheid worden de documenten dwars op de transportrichting van de verpakkingslijn afgegeven. Het documentmagazijn van de documentfeeder bevindt zich dan in het algemeen met de vrije toegnakelijke 20 zijde boven de verpakkingslijn en om het magazijn te vullen moet de operator over de verpakkingslijn heen reiken met een stapel documenten in zijn handen. Het moge duidelijk zijn dat een dergelijke belasting ongunstig is voor de operator.

Documentfeeders kunnen ook boven de verpakkingslijn zijn 25 opgesteld, de zogenaamde in-line-opstelling. In die omstandigheden worden de documenten in de transportrichting van de verpakkingslijn afgegeven.

Bij de bekende documentfeeders is het steunvlak van het documentmagazijn ook zijdeling begrensd door zich in opwaartse richting uitstrekkende f01 5254* 2 constructiedelen, zodat ook de zijdelingse benadering van het documentmagazijn van een in-line opgestelde documentfeeder bijzonder lastig is omdat de operator de stapel documenten over de genoemde constructiedelen moet tillen. Ook in die situatie moet de operator derhalve 5 met een stapel documenten in zijn handen over de verpakkingslijn heen reiken.

De uitvinding beoogt derhalve een ergonomisch te beladen documentfeeder zonder de hierboven genoemde nadelen.

De documentfeeder van het in de aanhef beschreven type wordt 10 hiertoe volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de aandrijving, de documentintrekwals, en de beweegbaar opgestelde zuignappen, zodanig zijn gepositioneerd in de behuizing, dat het steunvlak niet wordt begrensd door zich ver boven het steunvlak uitstrekkende onderdelen, zodat het documentmagazijn vanaf verschillende zijden vrij toegankelijk is. Bij 15 voorkeur is het documentmagazijn vanaf vier zijden van de documentfeeder vrij toegankelijk.

Doordat het documentmagazijn vanaf verschillende en bij voorkeur vier zijden vrij toegankelijk is, kan de operator het documentmagazijn vanaf de voor hem meest gunstige positie beladen. Doordat hij de stapel 20 documenten bovendien niet over constructiedelen van de documentfeeder behoeft te tillen om deze op het steunvlak van het magazijn te plaatsen, is het beladen van het documentmagazijn aanzienlijk vereenvoudigd en vanuit ergonomisch oogpunt veel gunstiger.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een documentfeeder 25 voorzien van een behuizing, een documentmagazijn voorzien van een steunvlak, in de behuizing opgenomen, beweegbaar opgestelde zuignappen voor het aanzuigen van een onderste document van een stapel documenten, ten minste één in de behuizing opgenomen documentintrekwals die is voorzien van ten minste één grijper die verzwenkbaar is ten opzichte van de 30 betreffende documentintrekwals, een aandrijving voor het aandrijven van 101 52 5 4·^ 3 de ten minste ene documentintrekwals, de ten minste ene grijper ten opzichte van de betreffende documentintrekwals en de beweegbaar opgestelde zuignappen, waarbij over elke documentintrekwals een eerste snaar loopt, welke eerste snaar tezamen met een tweede snaar een 5 invoerneep, een doorvoortraject en een uitvoerneep bepalen, waarbij aan weerszijden van de eerste snaar een grijper is opgesteld, die op eenzelfde as verzwenkbaar zijn gemonteerd ten opzichte van de documentintrekwals en die elk zijn voorzien van een grijpertip.

*

Een probleem bij de bekende documentfeeder is het zodanig 10 instellen van de drukkracht die door de beide, zich aan weerszijden van de eerste snaar opgestelde grijpers op de documentintrekwals wordt uitgeoefend, dat het document door beide grijpers even krachtig wordt ingeklemd. Wanneer deze krachten niet gelijk zijn bestaat de kans dat het document scheef wordt ingetrokken, hetgeen de' werking van de 15 documentfeeder op zeer nadelige wijze beïnvloedt. Bij de bekende documentfeeders zijn de grijpers instelbaar, zodat de positie van de beide grijpertips nauwkeurig kan worden ingesteld. In verband met slijtage van de grijpertips moet dit instellen regelmatig plaatsvinden. Een zeer geoefende vakman doet over dit instellen circa 30 minuten per grijperpaar. 20 Aangezien een documentfeeder vaak over 2 of 3 documentintrekwalsen beschikt en derhalve over 2 of 3 grijperparen, neemt het opnieuw instellen van de grijpers van een documentfeeder thans 1 tot 1,5 uur in beslag. Gedurende deze periode kan de documentfeeder niet worden gebruikt en is het, wanneer geen reserve documentfeeders beschikbaar zijn, noodzakelijk 25 om de verpakkingslijn stil te zetten. Het moge duidelijk zijn dat dit tot een enorm productieverlies leidt.

De uitvinding beoogt tevens een oplossing voor dit probleem te verschaffen en voorziet hiertoe in een documentfeeder van het hierboven beschreven type die wordt gekenmerkt doordat in de of elke 30 documentintrekwals een aanslagvlak voor de grijpertips is voorzien, welk 1015254^ 4 aanslagvlak beweegbaar is gelegerd, zodanig dat de grijpertips, wanneer deze zich in een grijpstand bevinden elk met even veel kracht op het aanslagvlak drukken.

Door de beweegbare legering van het aanslagvlak neemt het 5 aanslagvlak automatisch een evenwichtspositie in waarin de beide grijpertips een gelijke kracht uitoefenen, zelfs wanneer zich onder de ene grijpertip een dikker documentdeel bevindt dan onder de andere grijpertip.

De beweegbare legering van het aanslagvlak kan volgens een * nadere uitwerking van de uitvinding worden gevormd door een aanslagblok 10 dat rond een zwenkas verzwenkbaar is verbonden met de documentintrekwals, waarbij de zwenkas zich loodrecht uitstrekt op de rotatie-as van de documentintrekwals en in hoofdzaak evenwijdig verloopt aan het manteloppervlak van de documentintrekwals ter plaatse van het aanslagblok.

15 Eventueel kunnen op de grijpertips flexibele aanslagen van bijvoorbeeld rubber zijn gemonteerd die in een grijpstand van de grijpers aanliggen tegen het aanslagvlak. Dergelijke flexibele aanslagen kunnen over een hoge wrijvingscoëffiënt beschikken, zodat de documenten op zekere wijze worden aangegrepen.

20 De bekende documentfeeder van het in de aanhef beschreven type heeft nog een probleem waarvoor de uitvinding een oplossing beoogt te verschaffen. Het betreft de wijze waarop de onderdruk wordt gecreëerd in de zuignappen waarmee het onderste document van de stapel documenten althans ten dele van de stapel wordt losgetrokken. Bij de bekende 25 documentfeeder is de zuignap via een vacuümsluis - een soort klep die synchroon roteert met de documentintrekwals - verbonden met een vacuümbron. Het instandhouden van de vacuümbron kost circa 500 Watt per documentfeeder. Aangezien een verpakkingslijn soms wel is voorzien van 40 feeders vormt dit energieverbruik een groot nadeel.

101 525 4««» 5

De bekende vacuümsluizen hebben bovendien een redelijk groot intern volume en ook de afstand tussen de vacuümsluis en de zuignap is behoorlijk groot, zodat het interne volume van de zuigleiding waarmee de zuignap is verbonden vrij groot is. Het openen en sluiten van de 5 vacuümsluis heeft derhalve niet direct het creëren, respectievelijk opheffen van de onderdruk in de zuignap tot gevolg. Dit betekent dat de zuignap nog aan het document blijft zuigen of juist nog niet zuigt terwijl dit eigenlijk niet meer of juist wel nodig is. Het moge duidelijk zijn dat de timing van de werking van de zuignappen bijzonder kritisch is en dat’de situatie zoals die 10 soms optreedt bij de bekende documentfeeders in hoge mate ongewenst is. Het doet zich in de praktijk voor dat de zuignappen nog aan een document zuigen terwijl de grijpers het document reeds hebben aangegrepen en ook aan het document trekken. Dit levert grote intrekproblemen op waarbij de documenten kunnen beschadigen.

15 Nog een probleem van de bekende documentfeeders is dat de lucht die wordt aangezogen door de vacuümbron moet worden gefilterd omdat anders de vacuümbron, zoals bijvoorbeeld een vacuümpomp, beschadigt. Ook deze filters moeten zeer regelmatig worden gereinigd, circa eens per half uur, hetgeen tot capaciteitsverlies van de verpakkingslijn leidt en 20 bovendien vrij kostbaar is.

De uitvinding beoogt derhalve een documentfeeder, waarvan de zuignappen op precies het juiste moment starten en stoppen met zuigen, waarvan het energieverbruik laag is en waarbij het gebruik van filters achterwege kan blijven of in hoge mate kan worden gereduceerd.

25 De documentfeeder van het in de aanhef beschreven type wordt hiertoe volgens de uitvinding gekenmerkt doordat zuignap via een zuigleiding is aangesloten op een aanzuigopening van een ejector, welke ejector is voorzien van een persluchtopening, waarop een persluchtleiding is aangesloten.

10152541 6

Een ejector is een standaard in de handel verkrijgbare pneumatische component, die is voorzien van een aanzuigopening en een persluchtopening. In de ejector bevindt zich een persluchtkanaal met een vernauwing. In deze vernauwing gaat de perslucht sneller stromen, zodat 5 daar een onderdruk wordt gecreëerd. Op dit gebied van onderdruk is de aanzuigopening van de ejector aangesloten. Aldus bewerkstelligt de ejector een onderdruk bij de aanzuigopening wanneer er perslucht door het persluchtkanaal van de ejector wordt gevoerd. Perslucht is in het algemeen « in een fabriekshal aanwezig, zodat de pomp voor het creëren van een 10 vacuüm kan vervallen. Ook het energieverbruik dat benodigd is voor het verschaffen van het vacuüm is veel geringer. Bovendien is een ejector veel ongevoeliger voor vervuiling, zodat het gebruik van filters in hoge mate kan worden gereduceerd. Ook is er geen sprake meer van een groot intern volume waarin onderdruk moet worden opgewekt, zoals bij de bekende 15 vacuümsluis, zodat bij het stoppen van de toevoer van perslucht direct ook het vacuüm bij de aanzuigopening van de ejector wegvalt.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding verdient het de voorkeur wanneer de of elke zuigleiding die een bij die zuigleiding behorende zuignap verbindt met een ejector relatief kort is. Ook het interne 20 volume in de zuigleiding kan dan niet tot een langer aanhouden van de zuigende werking van de zuignap leiden dan gewenst is. Bij voorkeur zijn de zuigleidingen niet langer dan circa 5 cm.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is het bijzonder gunstig wanneer in de persleiding een electromagnetisch bekrachtigde 25 pneumatische klep is aangebracht, welke klep via een schakelaar wordt bediend, waarbij de stand van de schakelaar wordt bepaald door een taktschijf die synchroon loopt met de ten minste ene documentintrekwals. Een dergelijke electromagnetisch bekrachtigde pneumatische klep is bijzonder compact en kan dicht bij de ejector worden geplaatst, zodat het 30 openen en sluiten van de betreffende klep direct een creëren, respectievelijk 101 5254s* 7 wegvallen van de onderdruk in de zuignap tot gevolg heeft. De afstand tussen de door de taktschijf bediende schakelaar en de electromagnetisch bekrachtigde klep kan eenvoudig door een snoer worden overbrugd.

In verband met het reinigen van de zuignap verdient het volgens 5 een nadere uitwerking van de uitvinding de voorkeur dat de zuigleiding recht is. Een dergelijke zuigleiding kan eenvoudig met een naald of een tandenstoker van aangezogen stof- en papierresten worden ontdaan.

Wanneer bovendien de persleiding zich ter plaatse van de vernauwing in de * ejector in het verlengde uitstrekt van de zuigleiding kan ook deze 10 persleiding en de vernauwing daarin met behulp van de naald of > tandenstoker worden gereinigd vanaf de zuignap.

De uitvinding zal thans aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar de tekening, verder verduidelijkt.

Figuur 1 is een schematisch weergegeven, gedeeltelijk opengewerkt 15 zijaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een documentfeeder; figuur 2 toont een bovenaanzicht van een naast een verpakkingslijn en een boven een verpakkingslijn opgestelde documentfeeder met een daarbij afgebeelde operator; figuur 3 is een schematisch perspectiefaanzicht van de in figuur 1 20 weergegeven documentfeeder; figuur 4 toont een perspectiefaanzicht van een documentintrekwals met een grijperpaar en een tweetal snaren; figuren 5a-5d toont schematisch een aantal standen van het aanslagvlak van een grijperpaar; 25 figuur 6 toont schematisch een aansluitschema van een tweetal zuignappen; figuur 7 toont een doorsnede-aanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een ejector; en figuur 8 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een ejector 30 volgens de uitvinding.

101 5254"« 8

Het in figuur 1 schematische, opengewerkte zijaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een documentfeeder volgens de uitvinding is voorzien van een behuizing 1. Aan de bovenzijde van de behuizing 1 is een documentmagazijn 2 voorzien dat een steunvlak 3 omvat. In het 5 documentmagazijn 2 ligt op het steunvlak 3 een stapel documenten D. Zoals duidelijk zichtbaar is in figuur 1, wordt een voorzijde van de documenten D niet ondersteund door het steunvlak 3. De voorzijde van het onderste document Do kan door een aantal zuignappen 4 worden aangegrepen om deze voorzijde van het onderste document Do enigszins *naar beneden te 10 trekken los van de stapel documenten. Wanneer het onderste document Do enigszins is losgetrokken en.de zuignappen 4 derhalve in een naar beneden verzwenkte stand staan kan de documentsteun 28 het op één na onderste document ondersteunen. Hiertoe is de documentsteun 28 verplaatsbaar opgesteld en met behulp van het tandwiel 29 in.de met de pijlen A 15 weergegeven richtingen verplaatsbaar.

In de behuizing 1 zijn tevens een aantal documentintrekwalsen 5 gemonteerd op een gemeenschappelijke as 17. Elke documentintrekwals draagt een tweetal grijpers 6a, 6b die verzwenkbaar zijn rond een as 12 ten opzichte van de documentintrekwals 5. Voor de aandrijving van een 20 dergelijke grijpers 6a, 6b zij verwezen naar aanvraagsters Europees octrooi EP-B-0 713 836 en US-A-5 906 368 waarvan de materie hier als ingelast moet worden beschouwd. Overigens worden de documentintrekwalsen 5, de grijpers 6a, 6b, de documentsteun 28 en de verzwenkbare zuignappen 4 alle aangedreven door een aandrijving 7.

25 Over elke documentintrekwals 5 loopt een eerste snaar 8, welke eerste snaar 8 tevens over een keerwiel 30 wordt geleid. Over keerwielen 31 loopt een tweede snaar 14. De eerste en de tweede snaren 8, resp. 14 bepalen een invoerneep 9, een doorvoertraject 10 en een uitvoerneep 11.

Op het moment dat de grijpers 6a, 6b de door de zuignappen 4 naar 30 beneden getrokken voorrand van het onderste document Do passeren, 1015254^ 9 bewegen de grijpers 6a, 6b van een geopende stand naar een grijpstand waarin de grijpertips 6a', 6b' komen aan te liggen tegen een aanslagvlak 13 van een aanslagblok 15 onder tussenvoeging van de voorrand van het onderste document Do. De documentintrekwals 5 roteert verder in de 5 rotatierichting R onder meename van het onderste document Do. De voorrand van het onderste document Do wordt daarbij in de invoerneep 9

van de snaren 8 en 14 geleid waarna het transport van het document D

wordt overgenomen door de beide snaren 8 en 14. Wanneer het document D

« eenmaal het doorvoertraject 10 bereikt bewegen de grijpers 6a, 6b vanuit de 10 grijpstand terug naar de vrijgavestand waarna het hierboven beschreven proces zich kan herhalen.

Een eerste bijzonderheid van de getoonde documentfeeder is dat het documentmagazijn 2 vanaf alle zijden van de documentfeeder vrij toegankelijk is doordat het steunvlak 3 niet wordt begrensd door zich ver 15 boven het steunvlak 3 uitstrekkende onderdelen van de documentfeeder. Dit is mogelijk doordat de documentintrekwalsen 5, de zuignappen 4, de aandrijving 7 en ook de documentsteun 28 zich alle in hoofdzaak onder het steunvlak 3 van het documentmagazijn 2 bevinden. Een en ander is nog duidelijk weergegeven in figuur 3 waar de documentfeeder uit figuur 1 20 schematisch in perspectief is weergegeven. In figuur 2 is een tweetal documentfeëders getoond die zijn opgesteld bij het transporttraject 32 van een verpakkingslijn. De linker documentfeeder is in-line opgesteld en geeft de document af in de transportrichting T van de verpakkingslijn. De rechter documentfeeder is naast de verpakkingslijn opgesteld en geeft de 25 documenten dwars op de transportrichting T af. Duidelijk zichtbaar is dat de operator O het magazijn 2, meer in het bijzonder het steunvlak 3 daarvan vanaf verschillende zijden van de feeder kan benaderen.

Een tweede bijzonderheid van de documentfeeder volgens de uitvinding is weergegeven in figuren 4 en 5a-5d. Figuur 4 toont een 30 perspectiefaanzicht van een documentintrekwals 5 met de eerste en de 1015254^ 10 tweede snaar 8, resp. 14. Tevens zijn de twee aan weerszijden van de eerste snaar 8 opgestelde grijpers 6a, 6b getoond die zwenkbaar zijn rond een gemeenschappelijke as 12. De grijpertips 6a', 6b' liggen in de grijpstand aan op een aanslagvlak 13 dat onderdeel uitmaakt van een aanslagblok 15.

5 Doordat het aanslagblok 15, zoals duidelijk is weergegeven in figuren 5a-5d verzwenkbaar is rond een zwenkas 16, zullen beide grijpertips 6a', 6b' met evenveel kracht op het aanslagvlak 13 drukken. De zwenkas 16 strekt zich loodrecht uit op de rotatie-as 17 van de documentintrekwals 5 en verloopt in hoofdzaak evenwijdig aan het manteloppervlak van de documentintrekwals 10 5 ter plaatse van het aanslagblok 15. Het verzwenkbare aanslagblok 15 neemt automatisch een evenwichtsstand aan. Figuur öa toont een stand van de grijpers waarin nog net geen sprake is van aangrijping van het document D. Figuur 5b toont de grijpertips 6a', 6b' in de grijpstand, waarbij deze onder inklemming van document D aanliggen tegen het aanslagvlak 13 van 15 het aanslagblok 15. Figuur 5c toont een situatie waarbij slechts één van de grijpers 6a' een document inklemt en figuur 5d toont een situatie waarbij een document D met ongelijke dikte wordt ingeklemd. Duidelijk is dat het aanslagblok 15 kantelt rond zwenkas 16 opdat beide grijpers 6a, 6b met even veel kracht tegen het aanslagvlak 13 aandrukken.

20 Een derde bijzonderheid van de getoonde documentfeeder is weergegeven in figuren 6-8 en is dat elke zuignap 4 via een zuigleiding 17 is aangesloten op een aanzuigopening 18 van een ejector 19. De ejector 19 is voorzien van een persluchtopening 21, waarop een persluchtleiding 20 is aangesloten. De zuigleidingen 17 die een zuignap 4 verbinden met een 25 ejector 19 zijn bij voorkeur relatief kort. In het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 8 is dit in extreme mate doorgevoerd. Bij voorkeur is de lengte van de zuigleiding 17 niet groter is dan 5 cm. In de persleiding 20 is een electromagnetisch bekrachtigde pneumatische klep 22 aangebracht, welke klep 22 via een schakelaar 23 wordt bediend. De stand van de schakelaar 23 1015254^ 11 wordt bepaald door een taktschijf 24 die synchroon loopt met de ten minste ene documentintrekwals 5.

Het verdient de voorkeur, in de getoonde uitvoeringsvoorbeelden is dat dan ook het geval, dat de zuigleiding 17 recht is, zodat deze eenvoudig 5 reinigbaar is. Reiniging kan bijvoorbeeld met een naald of tandenstoker worden uitgevoerd.

Zodra de schakelaar 23 met behulp van de taktschijf 24 wordt gesloten, opent de electromagnetisch bekrachtigde klep 22 zich en stroomt t er perslucht naar de beide injectors 19. Het inwendige van de in figuur 6 10 weergegeven injectors is schematisch weergegeven in figuur 7. Duidelijk zichtbaar is de vernauwing 25 in het inwendige persluchtkanaal 34 waardoor de perslucht daar sneller moet stromen als gevolg waarvan aldaar een onderdruk optreedt. Via de onderbreking 33 in het inwendige persluchtkanaal 34 wordt lucht aangezogen via de aanzuigopening 18 op 15 welke aanzuigopening 18 een zuigleiding 17 is aangesloten die een zuignap 4 draagt. Het sluiten van de schakelaar 23 heeft derhalve direct tot gevolg dat bij de zuignappen 4 een onderdruk optreedt met behulp waarvan de voorrand van het onderste document Do kan worden aangezogen en naar beneden getrokken. Bij het openen van de schakelaar 23 valt de onderdruk 20 in de zuignappen 4 direct weg door het sluiten van de klep 22.

Figuur 8 toont een alternatieve uitvoering van een ejector 19, waarbij het persluchtkanaal 34 een hoek van 90 graden doorloopt en de zuigleiding 17, die is aangesloten op de aanzuigopening 18 van de ejector 19, in het verlengde ligt van de vernauwing 25 van de ejector 19. Hierdoor 25 kan de zuigleiding 17 en de vernauwing 25 in de ejector 19 eenvoudig met een tandenstoker of naald vanaf de zuignap 4 worden gereinigd.

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld maar dat diverse wijzigingen binnen het door de conclusies gedefinieerde raam van de uitvinding mogelijk zijn.

101 5 2 5 4 ί

Claims (12)

1. Documentfeeder voorzien van een behuizing (1), een documentmagazijn (2) voorzien van een steunvlak (3), in de behuizing (1) opgenomen, beweegbaar opgestelde zuignappen (4) voor het aanzuigen van een onderste document (Do) van een stapel documenten (D), ten minste één 5 in de behuizing opgenomen documentintrekwals (5) die is voorzien van ten minste één grijper (6a, 6b) die verzwenkbaar is ten opziphte van de betreffende documentintrekwals (5), een aandrijving (7) voor het aandrijven van de ten minste ene documentintrekwals (5), de ten minste ene grijper (6a, 6b) ten opzichte van de betreffende documentintrekwals (5) en de 10 beweegbaar opgestelde zuignappen (4), met het kenmerk, dat de aandrijving (7), de documentintrekwals (5), en de beweegbaar opgestelde zuignappen (4), zodanig zijn gepositioneerd in de behuizing (1), dat het steunvlak (3) niet wordt begrensd door zich ver boven het steunvlak (3) uitstrekkende onderdelen, zodat het documentmagazijn (2) vanaf verschillende zijden vrij 15 toegankelijk is.

2. Documentfeeder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het documentmagazijn (2) vanaf vier zijden van de documentfeeder vrij toegankelijk is.

3. Documentfeeder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de 20 documentintrekwals (5), de zuignappen (4) en de aandrijving (7) zich op een niveau onder het steunvlak (3) van het documentmagazijn (2) bevinden.

4. Documentfeeder voorzien van een behuizing (1), een documentmagazijn (2) voorzien van een steunvlak (3), in de behuizing (1) opgenomen, beweegbaar opgestelde zuignappen (4) voor het aanzuigen van 25 een onderste document (Do) van een stapel documenten (D), ten minste één in de behuizing (1) op genomen documentintrekwals (5) die is voorzien van ten minste één grijper (6a, 6b) die verzwenkbaar is ten opzichte van de 1015254’ betreffende documentintrekwals (5), een aandrijving (7) voor het aandrijven van de ten minste ene documentintrekwals (5), de ten minste ene grijper (6a, 6b) ten opzichte van de betreffende documentintrekwals (5) en de beweegbaar opgestelde zuignappen (4), waarbij over elke 5 documentintrekwals (5) een eerste snaar (8) loopt, welke eerste snaar tezamen met een tweede snaar (14) een invoerneep (9), een doorvoortraject (10) en een uitvoerneep (11) bepalen, waarbij aan weerszijden van de eerste snaar (8) een grijper (6a, 6b) is op gesteld, die op eenzelfde as (12) verzwenkbaar zijn gemonteerd ten opzichte van de docümentintrekwals (5) 10 en die elk zijn voorzien van een grijpertip (6a', 6b'), met het kenmerk, dat in de documentintrekwals (5) een aanslagvlak (13) voor de grijpertips (6a', 6b') is voorzien, welk aanslagvlak (13) beweegbaar is gelegerd, zodanig dat de grijpertips (6a', 6b'), wanneer deze zich in een grijpstand bevinden elk met even veel kracht op het aanslagvlak (13) drukken.

5. Documentfeeder volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het aanslagvlak (13) deel uitmaakt van een aanslagblok (15) dat rond een zwenkas (16) verzwenkbaar is verbonden met de documentintrekwals (5), waarbij de zwenkas (16) zich loodrecht uitstrekt op de rotatie-as (17) van de documentintrekwals (5) en in hoofdzaak evenwijdig verloopt aan het 20 manteloppervlak van de documentintrekwals (5) ter plaatse van het aanslagblok (15).

6. Documentfeeder volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat op de grijpertips (6a', 6b') flexibele aanslagen zijn gemonteerd die in een grijpstand van de grijpers (6a, 6b) aanliggen tegen het aanslagvlak (13).

7. Documentfeeder voorzien van een behuizing (1), een documentmagazijn (2) voorzien van een steunvlak (3), in de behuizing (1) opgenomen, beweegbaar opgestelde zuignappen (4) voor het aanzuigen van een onderste document (Do) van een stapel documenten (D), ten minste één in de behuizing (1) opgenomen documentintrekwals (5) die is voorzien van 30 ten minste één grijper (6a, 6b) die verzwenkbaar is ten opzichte van de 101 52 5 4-^ documentintrekwals (5), een aandrijving (7) voor het aandrijven van de documentintrekwals (5), de ten minste ene grijper (6a, 6b) ten opzichte van de wals (5) en de beweegbaar opgestelde zuignappen (4), met het kenmerk, dat elke zuignap (4) via een zuigleiding (17) is aangesloten op een 5 aanzuigopening (18) van een ejector (19), welke ejector (19) is voorzien van een persluchtopening (21), waarop een persluchtleiding (20) is aangesloten.

8. Documentfeeder volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de of elke zuigleiding (17) die een bij die zuigleiding (17) behorende zuignap (4) * verbindt met een ejector (19) relatief kort is.

9. Documentfeeder volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de lengte van de zuigleiding (17) niet groter is dan 5 cm.

10. Documentfeeder volgens één der conclusies 7-9, met het kenmerk, dat in de persleiding (20) een electromagnetisch bekrachtigde pneumatische klep (22) is aangebracht, welke klep (22) via een schakelaar (23) wordt 15 bediend, waarbij de stand van de schakelaar (23) wordt bepaald door een taktschijf (24) die synchroon loopt met de ten minste ene documentintrekwals (5).

11. Documentfeeder volgens één der conclusies 7-10, met het kenmerk, dat de zuigleiding (17) recht is, zodat deze eenvoudig reinigbaar is.

12. Documentfeeder volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de persleiding (20) zich in het verlengde uitstrekt van de zuigleiding (17) ter plaatse van een vernauwing (25) in de ejector (19). 101 5254 "