NL1014228C2 - Inrichting voor het blokkeren van een voertuig. - Google Patents

Inrichting voor het blokkeren van een voertuig. Download PDF

Info

Publication number
NL1014228C2
NL1014228C2 NL1014228A NL1014228A NL1014228C2 NL 1014228 C2 NL1014228 C2 NL 1014228C2 NL 1014228 A NL1014228 A NL 1014228A NL 1014228 A NL1014228 A NL 1014228A NL 1014228 C2 NL1014228 C2 NL 1014228C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wheel
guideway
carriage
locking
carriageway
Prior art date
Application number
NL1014228A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Berends
Original Assignee
Stertil Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stertil Bv filed Critical Stertil Bv
Priority to NL1014228A priority Critical patent/NL1014228C2/nl
Priority to US09/770,325 priority patent/US20010026751A1/en
Priority to DE60113884T priority patent/DE60113884T2/de
Priority to EP01200290A priority patent/EP1120371B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1014228C2 publication Critical patent/NL1014228C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G69/00Auxiliary measures taken, or devices used, in connection with loading or unloading
    • B65G69/003Restraining movement of a vehicle at a loading station using means not being part of the vehicle
    • B65G69/005Restraining movement of a vehicle at a loading station using means not being part of the vehicle the means engaging at least one wheel of the vehicle

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Platform Screen Doors And Railroad Systems (AREA)
  • Loading Or Unloading Of Vehicles (AREA)
  • Handcart (AREA)
  • Train Traffic Observation, Control, And Security (AREA)
  • Refuge Islands, Traffic Blockers, Or Guard Fence (AREA)

Description

INRICHTING VOOR HET BLOKKEREN VAN EEN VOERTUIG
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het blokkeren van een voertuig, omvattende een langs een rijbaan opgestelde leibaan, een op de leibaan aangrijpende en geleid daarlangs verplaatsbare wagen die 5 voorzien is van dwars uitstekende wielaangrijpingsmidde- len, welke ten minste wielblokkeringsmiddelen omvatten, en grendelmiddelen voor het vergrendelen van de wagen.
Een dergelijke inrichting is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 9302280. Daarbij zijn de 10 wielaangrijpingsmiddelen in dwarsrichting verplaatsbaar ten opzichte van de wagen.
De inrichting van de onderhavige soort wordt in het bijzonder gebruikt bij laadperrons, waar een vrachtwagen met zijn laadopening aan de achterzijde tegen een 15 laadopening of perron van een magazijn kan worden geman oeuvreerd. De inrichting voorkomt daarbij dat de vrachtwagen weg kan rollen, hetgeen bijzonder gevaarlijk is wanneer bijvoorbeeld met vorkheftrucks lading in en/of uit de vrachtwagen wordt getransporteerd.
20 Bij de bekende inrichting zijn de dwarsuitste- kende wielblokkeringsmiddelen beweegbaar aan de wagen aangebracht. De aandrijving van deze inrichting en daardoor de gehele inrichting is tamelijk gecompliceerd, doordat enerzijds de wagen aangedreven moet worden en 25 anderzijds bovendien de wielblokkeringsmiddelen.
De uitvinding beoogt dan ook een inrichting voor het blokkeren van een voertuig van de in de aanhef omschreven soort te verschaffen, die eenvoudig van constructie is.
30 Dit doel wordt met de inrichting volgens de uitvinding bereikt doordat de leibaan aan een vooreinde een zich van nabij de rijbaan omhoog uitstrekkend leivlak en een daaraan aansluitend, zich in hoofdzaak evenwijdig aan de leibaan uitstrekkend leivlak omvat en een de 35 wielblokkeringsmiddelen dragend deel van de wagen in •f r. -f A •'"i η λ ? U i ‘4 L· £ 8 '··-ii 2 hoofdzaak de leivlakken volgend langs de leibaan verplaatsbaar is tussen een voorste stand nabij de rijbaan en een achterste stand op een afstand boven de rijbaan.
In de voorste stand kan een vrachtwagen met zijn achter-5 wiel over de wielblokkeringsmiddelen rijden, doordat deze zich in een lage positie bevinden. Bij het verder naar achter bewegen van de wagen komen de wielblokkeringsmiddelen omhoog en steken dan uit voor het te blokkeren wiel van de vrachtwagen. Zodra de vrachtwagen in de gewenste 10 positie is gemanoeuvreerd en de wielblokkeringsmiddelen aanliggen tegen de voorzijde van het te blokkeren wiel, worden de grendelmiddelen in werking gesteld doordat de vrachtwagen in de gekozen positie wordt geblokkeerd.
De inrichting kan bijzonder eenvoudig worden 15 uitgevoerd aangezien geen afzonderlijke drijfmiddelen voor de wielblokkeringsmiddelen nodig zijn.
Een gunstige uitvoering is gekenmerkt in conclusie 2. Het achterwaarts overrijden van de wielblokkeringsmiddelen zal hierdoor zonder enige hinder plaats 20 kunnen vinden.
De voorkeur omvat de inrichting volgens de uitvinding aandrijfmiddelen voor het tussen de voorste en de achterste stand langs de leibaan verplaatsen van de wagen. Hierdoor kunnen de wielblokkeringsmiddelen op 25 betrouwbare wijze tegen de voorzijde van het te blokkeren wiel worden bewogen en met enige kracht daartegen worden aangedrukt.
Een geschikte uitvoering is daarbij gekenmerkt in conclusie 4. Wanneer door de sensor een te blokkeren 30 voertuigwiel wordt gedetecteerd, kunnen de besturingsmid- delen de aandrijfmiddelen in werking stellen, zodat een snelle en automatische werking van de inrichting wordt verkregen.
Op geschikte wijze is de sensor een drukgevoe-35 lige sensor die aan de rijbaan is aangebracht, achter de uitsparing voor de wielblokkeringsmiddelen. Zodra het te blokkeren achterwiel van de vrachtwagen de in de uitsparing liggende blokkeringsmiddelen is gepasseerd en de 3 daarachter aangebrachte sensor activeert, worden de aandrijfmiddelen ingeschakeld en zullen de wielblokke-ringsmiddelen tegen het achterwiel worden aangedreven.
Bij een geschikte uitvoering van de aandrijfmiddelen kan 5 hierbij verder de vrachtwagen achteruit worden bewogen tot in de gewenste eindpositie, doordat de wielblokke-ringsmiddelen het achterwiel van de vrachtwagen verder naar achteren drukken.
Een geschikte, weinig onderdelen omvattende en 10 daardoor economische, aandrijfinrichting wordt gekenmerkt in conclusie 6.
Op geschikte wij ze wordt het buigzame orgaan van de aandrijfinrichting gevormd door een ketting. De ketting kan op geschikte wijze grote krachten overbrengen 15 en is zeer robuust uit te voeren. De bijbehorende ket- tingschijven, zoals bijvoorbeeld bij ankerlieren van schepen toegepast, kunnen de kettingen slipvrij aangrijpen.
Op geschikte wijze is de maatregel van conclu-20 sie 8 toegepast. De aandrijving kan met een door de slipkoppeling gemaximeerde kracht het te blokkeren wiel naar achteren bewegen totdat het te blokkeren voertuig in zijn eindpositie is gedwongen. De aandrijfinrichting kan vervolgens worden uitgeschakeld met verder voor de hand 25 liggende middelen, zoals bijvoorbeeld een sensor die het slippen van de slipkoppeling detecteert.
De uitvinding zal verder worden toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van de bijgevoegde figuren.
30 Figuur 1 toont een zijaanzicht van een uitvoe ringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding in een eerste bedrijfsstand.
Figuur 2 toont de inrichting van figuur 1 in een tweede bedrijfsstand.
35 Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van een laadstation waarin een aantal inrichtingen volgens de uitvinding is aangebracht.
'ï 4
Figuur 4 toont een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht volgens pijl IV in figuur 3.
Figuur 5 toont een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een andere uitvoeringsvari-5 ant.
De in figuur 1 in zijaanzicht getoonde inrichting 51 volgens de uitvinding is bestemd voor het blokkeren van een voertuig 53, in het bijzonder door een wiel 54 daarvan bij de verplaatsing te blokkeren.
10 De inrichting 51 omvat een langs een rijbaan 52 opgestelde leibaan 55, waarlangs een wagen 58 verplaatsbaar is van de in figuur 1 getoonde voorste stand naar een meer naar achteren gelegen stand zoals getoond in figuur 2.
15 De leibaan 55 omvat aan het in de figuren links weergegeven vooreinde een zich van nabij de rijbaan 53 omhoog uitstrekkend leivlak 57 en een daaraan aansluitend, zich in hoofdzaak evenwijdig aan de rijbaan uitstrekkend leivlak 56.
20 De leivlakken 56 en 57 worden bij het hier getoonde uitvoeringsvoorbeeld gevormd door delen van het kokerprofiel waaruit de leibaan 55 is opgebouwd. De leivlakken 56 en 57 vormen in het bijzonder die delen waarover de wielen 59, 60 van de wagen 58 rollen.
25 Het voorste deel van de wagen 58 draagt wiel- blokkeringsmiddelen in de vorm van een dwarsuitstekende stang 61.
In de in figuur 1 weergegeven situatie, waarbij de wagen 58 zich in zijn voorste positie bevindt, is de 30 wielblokkeringsstang 61 opgenomen in een uitsparing 62 in de rijbaan. In deze situatie kan het wiel 54 van de vrachtwagen 53 eenvoudig achterwaarts de wielblokkering 61 passeren.
De inrichting 51 is verder voorzien van een 35 aandrijving 64 die op de wagen 58 aangrijpt. In de hier weer gegeven voorkeursuitvoeringsvorm wordt de aandrij-ving 64 gevormd door een kettingaandrijving die omvat een vrijloopschijf 66 nabij het vooreinde van het zich even- 5 wijdig aan de rijbaan 52 uitstrekkende deel 56 van de leibaan 55 en een aangedreven kettingschijf 65 geheel aan het achtereinde van dit deel. Althans de kettingschijf 65 is van het type met uitsparingen in zijn omtrek waarin de 5 schakels van een ketting kunnen vallen, zodat een slip- vrije aandrijving van de ketting mogelijk is. Om de kettingschijven 65 en 66 is een ketting 68 aangebracht die, zoals meer in detail in figuur 4 wordt getoond, verbonden is met het achtereinde van de wagen 58.
10 De kettingschijf 65 is via een geschikte over brenging 67 verbonden met een aandrijfmotor.
De aandrijving 64 wordt bestuurd door een niet nader in detail, maar voor de hand liggende besturingsin-richting, die een sensor 63 omvat die de aanwezigheid van 15 een te blokkeren wiel 54 detecteert. Deze sensor kan bijvoorbeeld een lichtsluis omvatten maar wordt in de hier getoonde voorkeursuitvoeringsvorm gevormd door een drukgevoelige sensor. Deze is, zoals figuur 1 en 2 duidelijk laten zien, aangebracht achter de uitsparing 62 20 waarin in ruststand zoals getoond in figuur 1, de wiel- blokkeringsmiddelen 61 liggen.
Zodra het te blokkeren wiel 54 de wielblokke-ringsmiddelen 61 is gepasseerd, zal dit wiel de drukgevoelige sensor 63 activeren, waardoor de besturingsmidde-25 len de aandrijving inschakelen. Hierdoor wordt de ketting 68 zodanig aangedreven dat de wagen 58 in figuur l en 2 gezien naar rechts wordt bewogen.
Uit een vergelijking van figuur 1 en 2 zal duidelijk zijn dat bij de achterwaartse beweging van de 30 wagen 58 het vooreinde, waaraan de wielblokkeringsstang 61 is aangebracht omhoog beweegt zodanig dat deze in een blokkerende positie voor het wiel 54 komt te liggen. Bij een verdere achterwaartse beweging van de wagen 58 blijft de wielblokkeringsstang 61 op deze hoogte, zoals getoond 35 in figuur 2.
De inrichting kan zodanig zijn uitgevoerd dat de door de aandrijving 64 te leveren kracht zo groot is dat hiermee de vrachtwagen 53 achterwaarts aangedreven ' '·' ·' ·' ·') ΓΊ , d. Om; 6 kan worden tot in de eindstand, met zijn achtereinde tegen een aanslagblok. Als alternatief kan de inrichting zodanig zijn uitgevoerd dat juist voldoende aandrijf-kracht wordt geleverd om de wagen te verplaatsen zodanig 5 dat de wagen slechts meeloopt met de door zijn eigen aandrijving voortbewogen vrachtwagen 53. In dit laatste geval zal de aandrijving 64 en in het bijzonder de overbrenging 67 zodanig zijn uitgevoerd dat deze zelfremmend is, dat wil zeggen dat deze geblokkeerd is tegen ver-10 plaatsing ten gevolge van een op de wagen uitgeoefende kracht.
Wanneer de vrachtwagen 53 in zijn eindpositie is aangekomen wordt de aandrijving van de wagen 58 vergrendeld. Dit kan inherent door de zojuist beschreven 15 zelfremmende uitvoering van de aandrijving of grendelmid- delen welke met afzonderlijke, hier niet nader getoonde, blokkeringsmiddelen op de ketting of de wagen aangrijpen teneinde deze in de blokkeringsstand te vergrendelen. Aldus is de vrachtwagen 53 geblokkeerd tegen voorwaartse 20 bewegingen.
Zoals figuur 3 laat zien wordt bij een geschikte toepassing van de inrichting volgens de uitvinding telkens een paar 70 inrichtingen zoals getoond in figuur 2 aangebracht voor een opening 71 waartegen de vrachtwa-25 gen achterwaarts geparkeerd moet worden. Deze openingen 71 kunnen bijvoorbeeld laad- en losopeningen zijn in een magazijn, waarbij lading uit de vrachtwagen 53 in het magazijn naar binnen of uit het magazijn in de vrachtwagen getransporteerd kan worden. Met behulp van de inrich-30 tingen 51 volgens de uitvinding wordt de vrachtwagen 53 op betrouwbare wijze tijdens het laden en lossen vastgezet, zodat de vrachtwagen niet onbedoeld van de opening 71 weg kan rijden, tijdens het laden en lossen. Dit zou namelijk een groot gevaar kunnen opleveren voor het 35 personeel dat het laden en lossen uitvoert, in het bij zonder wanneer daarbij gebruik gemaakt wordt van een vorkheftruck die van het magazijn in de vrachtwagen 3 naar binnen rijdt en weer terug.
/ Λ\ 7
De uitvoering met een inrichting volgens de uitvinding per opening 71 zal normaal gesproken de standaard uitvoering zijn. De dubbele opstelling zoals getoond in figuur 3 is wenselijk wanneer voertuigen met 5 meesturende achteras tussen de inrichtingen achteruit gereden moeten worden en de trekker niet voor het voertuig staat. In dat geval kunnen met de aandrijfmiddelen van de beide inrichtingen 51 het voertuig achterwaarts in de gewenste positie worden getrokken. De inrichting 10 volgens de uitvinding fungeert eveneens als wieldwinger waardoor de meesturende achteras in een dergelijk geval, die de neiging heeft uit te breken, tussen de beide inrichtingen 51 worden opgesloten.
Figuur 4 toont nog enigszins meer in detail de 15 constructie van de voorkeursuitvoeringsvorm van de in richting zoals getoond in de voorgaande figuren.
De leibaan 55 is hierbij vervaardigd van in het algemeen C-vormig profiel dat in het bijzonder ook gebruikt wordt voor hefkolommen van autohefbruggen. De 20 wagen 58 is, zoals eerder opgemerkt, aan het voor- res pectievelijk achtereinde voorzien van paren wielen 59, 60 die passend in de hoogte van het C-profiel zijn opgenomen. Het zal duidelijk zijn dat door de opsluiting van de wielen 59, 60 in het C-profiel 23 de wagen zowel tegen 25 een dwarse als een verticale verplaatsing opgesloten is.
De in figuur 5 getoonde alternatieve uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat een leibaan 76 die vervaardigd is van een I-profielbalk. Het bovenvlak van deze leibaan 76 vormt het leivlak dat 30 zich evenwijdig aan de rijbaan uitstrekt. Aan het voor einde is een plaat 82 aangebracht, die het oplopende leivlak vormt.
Aan de leibaan 76 is een wagen 77 aangebracht. Het gestel hiervan omvat een geleider 78 die redelijk 35 nauw passend om de bovenflens van het I-profiel grijpt, zodat optredende dwarskrachten en rotatiekrachten via de geleider 78 op de leibaan 76 worden overgebracht.
8
Aan de geleider 78 zijn wielen 81 gelagerd die een diameter hebben welke in hoofdzaak overeenkomt met de afstand van de tegenoverliggende flenzen van het I-profiel. In de getekende uitvoeringsvorm zijn aan weerszij-5 den van de leibaan 76 wielen 81 aangebracht die elk aan een zijde van het profiel daarin opgenomen zijn.
Een zwenkframe 79 is door middel van een as 80 aan de geleider 78 van de wagen 77 gelagerd. Aan dit zwenkframe 79 is het wielblokkeringsuitsteeksel 84 gela-10 gerd. In het verlengde van de as van het wielblokkerings uitsteeksel 84 zijn twee wielen 83 binnen het zwenkframe 79 gelagerd. Deze wielen 83 zijn in contact met de lei-vlakken van de leibaan 76.
In de getekende toestand van de inrichting 75 15 bevinden de wielen 83 zich in contact met het bovenste leivlak van de leibaan 76 doordat de wielblokkering 84 in zijn hoge stand verkeerd. Het zal duidelijk zijn dat, wanneer de wagen 77 naar voren beweegt, de wielen 83 op een gegeven moment langs het oplopende leivlak 82 naar 20 beneden kunnen bewegen, waardoor de wielblokkering 84 in zijn lage stand komt waarin een voertuigwiel daarover heen kan rijden. Op een verder met de hiervoor besproken uitvoeringsvorm analoge wijze wordt, na het passeren van een voertuigwiel een aandrijfinrichting 85 in werking 25 gesteld, die de wagen 77 over de leibaan 76 in figuur 5 gezien naar rechts beweegt. Hierbij komen de wielen 83 langs het oplopende leivlak 82 omhoog, waarbij de wielblokkering 84 op een blokkeringshoogte voor het te blokkeren wiel komt waarna de wagen verder achterwaarts, maar 30 in figuur 5 gezien naar rechts, beweegt.
De aandrijving van de wagen 77 geschiedt door aandrijfmiddelen 85 die bij dit uitvoeringsvoorbeeld omvatte een aan het lijf van de leibaan 76 gemonteerde hydromotor met snaarschijf 86 en een aan het vooreinde 35 van de leibaan 76 gemonteerde vrijloopsnaarschijf 87.
Over de snaarschijven zijn snaren 88 aangebracht die op niet getoonde maar voor de hand liggende wijze verbonden 1 O < . ·'' n f sj i '~i· /. r ·· -4 9 zijn met de wagen 77, teneinde deze heen en weer langs de leibaan 76 te kunnen aandrijven.
Opgemerkt wordt dat de uitvinding niet tot de in de figuren getoonde uitvoeringsvoorbeelden beperkt is. 5 Zo kan in plaats van een slipkoppeling in de aandrijving een electronisch geregelde aandrijving worden toegepast. Hierbij kan de weerstand die de vrachtwagen bij het positioneren ondervindt nauwkeurig worden ingesteld. Bovendien kan een detectie worden toegevoegd die aangeeft 10 dat de wagen in de uitgangspositie staat. Bij meerassige voertuigen kan hierdoor worden zeker gesteld dat alleen het laatste wiel de druksensoren gepasseerd is waarna het systeem in werking gesteld kan worden.

Claims (8)

1. Inrichting voor het blokkeren van een voertuig, omvattende een langs een rijbaan opgestelde lei-baan, een op de leibaan aangrijpende en geleid daarlangs verplaatsbare wagen die voorzien is van dwars uitstekende 5 wielaangrijpingsmiddelen, welke ten minste wielblokke- ringsmiddelen omvatten, en grendelmiddelen voor het vergrendelen van de wagen, waarbij de leibaan aan een vooreinde een zich van nabij de rijbaan omhoog uitstrekkend leivlak en een daaraan aansluitend, zich in hoofd- 10 zaak evenwijdig aan de leibaan uitstrekkend leivlak omvat en een de wielblokkeringsmiddelen dragend deel van de wagen in hoofdzaak de leivlakken volgend langs de leibaan verplaatsbaar is tussen een voorste stand nabij de rijbaan een achterste stand op een afstand boven de rijbaan.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de wielblokkeringsmiddelen in de voorste stand van de wagen opgenomen zijn in een uitsparing in de rijbaan.
3. Inrichting volgens conclusie 2, omvattende aandrij fmiddelen voor het tussen de voorste en de achter- 20 ste stand langs de leibaan verplaatsen van de wagen.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de aandrijfmiddelen besturingsmiddelen omvatten, welke ten minste een sensor omvatten die de aanwezigheid van een voertuigwiel nabij het vooreinde van de inrichting kan 25 detecteren.
5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de sensor een drukgevoelige sensor is die aan de rijbaan is aangebracht, achter de uitsparing voor de wielblokkeringsmiddelen .
6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de aandrijfmiddelen omvatten een eerste wiel dat nabij het achtereinde van de inrichting is gelagerd, een tweede wiel dat nabij het vooreinde is gelagerd en een om deze wielen aangrijpend eindloos 1. i buigzaam orgaan dat met de wagen is verbonden, waarbij één van de wielen met een motor is verbonden.
7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij het buigzame orgaan een ketting is en de wielen kettingschij- 5 ven zijn.
8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, waarbij de aandrijfmiddelen een tussen het aangedreven wiel en de motor geschakelde slipkoppeling omvat. 1 0 1 4 - : - -w ^ ;
NL1014228A 2000-01-28 2000-01-28 Inrichting voor het blokkeren van een voertuig. NL1014228C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014228A NL1014228C2 (nl) 2000-01-28 2000-01-28 Inrichting voor het blokkeren van een voertuig.
US09/770,325 US20010026751A1 (en) 2000-01-28 2001-01-26 Device for blocking a vehicle
DE60113884T DE60113884T2 (de) 2000-01-28 2001-01-29 Vorrichtung zum Blockieren eines Fahrzeuges
EP01200290A EP1120371B1 (en) 2000-01-28 2001-01-29 Device for blocking a vehicle

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014228 2000-01-28
NL1014228A NL1014228C2 (nl) 2000-01-28 2000-01-28 Inrichting voor het blokkeren van een voertuig.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1014228C2 true NL1014228C2 (nl) 2001-07-31

Family

ID=19770699

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1014228A NL1014228C2 (nl) 2000-01-28 2000-01-28 Inrichting voor het blokkeren van een voertuig.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US20010026751A1 (nl)
EP (1) EP1120371B1 (nl)
DE (1) DE60113884T2 (nl)
NL (1) NL1014228C2 (nl)

Families Citing this family (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6773221B2 (en) * 2001-07-05 2004-08-10 Rite-Hite Holding Corporation Positive locking mechanism for a wheel-activated vehicle restraint
US8006811B2 (en) 2007-09-07 2011-08-30 Rite-Hite Holding Corporation Loading dock wheel restraint comprising a flexible elongate member
US7914042B2 (en) * 2008-05-13 2011-03-29 Rite-Hite Holding Corporation Support frame vehicle restraints
NL2004466C2 (nl) 2010-03-29 2011-10-03 Stertil Bv Inrichting en werkwijze voor het blokkeren van een voertuig en laad-losstation daarvan voorzien.
NL2009050C2 (nl) 2012-06-21 2013-12-24 Stertil Bv Blokkeringsinrichting voor een voertuig, werkwijze daarvoor en laad-losstation voorzien daarvan.
PL3074282T3 (pl) 2013-11-29 2018-03-30 9172-9863 Québec Inc. Klin pod koło
CA2987966C (en) 2015-06-03 2022-12-13 9172-9863 Quebec Inc. Bidirectional wheel chock restraint system
CA3075768A1 (en) 2017-09-14 2019-03-21 9172-9863 Quebec Inc. Wheel chock with locking mechanism
US20210292112A1 (en) * 2019-04-05 2021-09-23 Leum Engineering, Inc. D/B/A Dockzilla Co. Vehicle Leveler with Door Interlock
USD987542S1 (en) 2021-03-22 2023-05-30 9172-9863 Québec Inc. Wheel chock
USD995394S1 (en) 2021-03-22 2023-08-15 9172-9863 Québec Inc. Wheel chock
CN113997972B (zh) * 2021-11-29 2022-11-29 国能铁路装备有限责任公司 轮对阻挡装置
CN113997971B (zh) * 2021-11-29 2022-11-25 国能铁路装备有限责任公司 轮对阻挡装置

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1995018029A1 (en) * 1993-12-28 1995-07-06 Stertil B.V. Wheel blocking
EP0919496A2 (en) * 1994-03-07 1999-06-02 Rite-Hite Corporation Vehicle activated wheel chocking system

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1995018029A1 (en) * 1993-12-28 1995-07-06 Stertil B.V. Wheel blocking
NL9302280A (nl) 1993-12-28 1995-07-17 Stertil Bv Wielblokkering.
US5896957A (en) * 1993-12-28 1999-04-27 Stertil B.V. Wheel blocking device
EP0919496A2 (en) * 1994-03-07 1999-06-02 Rite-Hite Corporation Vehicle activated wheel chocking system

Also Published As

Publication number Publication date
DE60113884D1 (de) 2005-11-17
EP1120371B1 (en) 2005-10-12
DE60113884T2 (de) 2006-07-13
EP1120371A1 (en) 2001-08-01
US20010026751A1 (en) 2001-10-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1014228C2 (nl) Inrichting voor het blokkeren van een voertuig.
NL1013747C2 (nl) Voertuigblokkeringsinrichting.
US5762459A (en) Wheel-activated vehicle restraint system
US8590674B2 (en) Chock system
US7370753B2 (en) Extendable conveyor with boom brake
US6773221B2 (en) Positive locking mechanism for a wheel-activated vehicle restraint
NL2004466C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het blokkeren van een voertuig en laad-losstation daarvan voorzien.
JP2004501829A (ja) 航空機用牽引車およびその係合および持上げ装置
AU749556B2 (en) Apparatus to facilitate rail transit by motor vehicles
FR3039529A1 (fr) Dispositif pour l&#39;immobilisation d&#39;un vehicule tel qu&#39;une remorque devant un quai de chargement, procede de pilotage dudit dispositif
EP1252039B1 (en) Removable load bed for vehicles
EP0639488A1 (fr) Dispositif de calage d&#39;un camion acculé à un quai de chargement
US5439076A (en) Emergency brake device for trucks and the like
EP0868376B1 (en) Wheel-activated chocking device for vehicles
US3831786A (en) Material handling apparatus
US7637217B2 (en) Railway auto carrier and loading system
JP2004161430A (ja) 車両引きずり検知装置及びそれを用いたx線検査装置
US1047154A (en) Railway braking device.
RU1801821C (ru) Устройство дл автономного привода колес транспортного средства
NL1025130C2 (nl) Liftkooi met grijper.
AU681165B2 (en) Emergency brake device for trucks and the like
CZ20014654A3 (cs) Zajią»ovací zařízení pro kola vozidla
MXPA98004561A (en) Vehicle with elevated box
CZ376891A3 (cs) Brzda dvoustopých vozidel
GB2147670A (en) Automatic brake

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190201