NL1013923C2

NL1013923C2 - Elektromechanische versluiting voor deuren en dergelijke.

Info

Publication number: NL1013923C2
Application number: NL1013923A
Authority: NL
Inventors: Erwin Koenhorst
Original assignee: Ankerslot Bv
Priority date: 1999-12-22
Filing date: 1999-12-22
Publication date: 2001-06-25
Also published as: EP1111169A1

Description

t

Elektromechanische versluiting voor deuren en dergelijk.

De uitvinding heeft betrekking op een elektromechani-sche versluiting voor deuren en dergelijke, omvattende een van een schoot voorzien slot en elektromechanische bedie-5 nings-middelen voor het uit een sluitplaat, die deel uit kan maken van een sluitkom, en in het slothuis trekken van de schoot, tegen de kracht van een veer in.

Wanneer dergelijke inrichtingen worden toegepast voor postkasten, garderobekasten, drankautomaten en dergelijke 10 zal de deur van een handgreep moeten worden voorzien om de deur te kunnen openen. Ook kan zich het bezwaar voordoen, * dat de langs elektromechanische weg op de schoot uitgeoefende kracht niet voldoende is voor het overwinnen van de wrijving tussen de schoot en de sluitplaat, die deel kan 15 uitmaken van een sluitkom, waarin de schoot is opgenomen. Men moet dan tegen de deur drukken of door middel van de handgreep daar aan trekken om de wrijving te verminderen.

Het is echter in vele gevallen gewenst dat geen handgreep op de deur van een dergelijke kast aanwezig is. 20 Hierdoor wordt voorkomen dat een onbevoegde tracht de deur met behulp van de handgreep te openen, waardoor de kans aanwezig is dat de deur en/of de kast wordt beschadigd.

Volgens de uitvinding wordt de deur nu voorzien van een extern en/of intern aangebracht verend element dat de 25 deur naar de open stand tracht te drukken, waardoor de schoot tegen de sluitplaat wordt aangedrukt en de door de elektromechanische bedienings-middelen uitgeoefende kracht onvoldoende is voor het overwinnen van de wrijving tussen de schoot en de sluitplaat.

30 Wanneer nu door het uitoefenen van een zekere druk op de deur de door het verende element daarop inwerkende kracht voldoende wordt overwonnen zal de schoot door de elektromechanische bedienings-middelen in het slothuis worden getrokken en zal de deur open gaan.

35 Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding kan het voorste vrije einde van de schoot worden voorzien van een blokkeringsrand, die uitsteekt in de richting van dat vlak van de deur waarop moet worden gedrukt bij het openen 1 0 1 39 23 2 van de deur.

Wanneer nu de wrijvingskracht die aanwezig is tussen de schoot en de sluitplaat door enige oorzaak niet groter is dan de door de elektromechanische bedienings-middelen 5 uitgeoefende kracht, zal toch de deur niet direct open gaan bij bekrachtiging van de elektromechanische bedienings-middelen .

Het verende element kan bijvoorbeeld worden gevormd door één of meer torsieveren, die zijn aangebracht in of 10 nabij het scharnier of de scharnieren van de deur.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een uitvoerings-voorbeeld getoond in de tekening, waarin:

Fig. 1 een doorsnede toont over een deel van een deur met daarin een slot en de elektromechanische bedienings-15 middelen daarvoor in de gesloten stand van de deur;

Fig. 2, 3 en 4 doorsneden tonen overeenkomstig fig. 1 maar van opvolgende fasen bij het openen van de deur;

Fig. 5 een detail toont, op vergrote schaal, van fig. 1 maar waarbij de schoot is voorzien van een blokkerings-20 rand; en

Fig. 6 een aanzicht toont van de deur volgens de voorgaande figuren, met weglating van een deel van de buitenwand van de deur.

Fig. 1 toont een deur 1 met daarin een slot 2 omvat-25 tende een slothuis 3 met daarin de schoot 4, die onder inwerking staat van een drukveer 5, die anderzijds aanligt tegen de elektromechanische bedienings-middelen 6. De bedienings-middelen 6 zijn door middel van de kabel 7 verbonden met middelen waardoor spanning aan de bedienings-midde-30 len kan worden toegevoerd.

De middelen waardoor spanning aan de kabel 7 kan worden toegevoerd kunnen bijvoorbeeld een identificatiesysteem omvatten, zoals een toegangscontrole-systeem, een pincode-unit of dergelijke. Hierdoor kan het onbevoegd 35 openen van de deur worden tegengegaan.

In de gesloten stand van de deur 1 is de schoot 4 opgenomen in een opening 8 in een sluitplaat 9 die bijvoorbeeld deel uit kan maken van een sluitkom. De opening 8 is voorzien van een omgebogen deel 10 waarvan het voorste 1 01 3923 3 vrije einde zich uitstrekt tot voorbij het voorste punt van de schoot 4 wanneer deze zich in de opening 8 bevindt. Op deze wijze wordt voorkomen dat het slot kan worden geopend door het tussen de schoot en de sluitplaat inschuiven van 5 een plaatje.

Zoals in het bijzonder getoond in fig. 6 zijn nabij de scharnieren 11 van de deur 1 torsieveren 12 aangebracht. Hierdoor zal, als gezien in fig. l, de deur trachten te draaien in de richting van de pijl P. De schoot 4 zal hier-10 door met een zekere kracht tegen de rand 13 van de opening 8 in de sluitplaat 9 worden aangedrukt.

Wanneer nu de elektromechanische bedienings-middelen 6 , worden bekrachtigd zal de daardoor op de schoot 4 uitgeoefende kracht niet voldoende zijn om de schoot uit de ope-15 ning 8 te trekken. Dit laatste kan wel gebeuren wanneer op de deur een zekere kracht wordt uitgeoefend, zoals in fig.

2 met de pijl R is aangegeven. Er zal dan een spleet 14 ontstaan tussen de schoot 4 en de rand 13 van de opening 8 in de sluitplaat 9 waardoor de schoot 4 naar binnen toe kan 20 worden getrokken tegen de kracht van de veer 5 in. De deur zal dan open gaan onder invloed van de veren 12.

Fig. 3 toont de deur 1 in de enigszins geopende stand wanneer de schoot 4 nog onder invloed staat van de elektromechanische bedienings-middelen 6.

25 Fig. 4 toont de deur in de geopende stand waarbij de schoot 4 door de elektromechanische middelen 6 is vrij gegeven. De deur kan nu weer zonder meer worden dicht gedrukt tegen de werking van de torsieveren 12 in. Dit dicht drukken wordt vergemakkelijkt doordat de schoot 4 is voor-30 zien van een schuine oploopkant 15 zodat de tegenwerkende kracht van de veer 5 kan worden overwonnen. Verder wordt het naar binnen toe drukken van de schoot 4 vergemakkelijkt door de aanwezigheid van het omgebogen deel 10 van de sluitplaat 9.

35 Fig. 5 toont een deel van het slot op grotere schaal.

Zoals blijkt is hierbij de schoot 4 voorzien van een blok-keringsrand 16, die uitsteekt naar die buitenwand 17 van de deur waarop de kracht R, zie fig. 2, wordt uitgeoefend. Wanneer nu de schoot wordt ingetrokken doordat de daarop, 1n 1 39 2 3 4 door de elektromechanische bedienings-middelen 6, uitgeoefende kracht groter is dan de wrijvingskracht tussen de schoot 4 en de rand 13 van de sluitplaat 9 zal toch de deur niet direkt opengaan. Er zal op het vlak 17 van de deur 1 5 een kracht moeten worden uitgeoefend zodat de blokkerings-rand 16 de rand 13 kan passeren.

Zoals getoond in fig. 5 bezit de schoot 4 randdelen 18 die de naar buiten toe gaande beweging van de schoot 4 beperken.

10 Het zal duidelijk zijn, dat slechts een enkele moge lijke uitvoeringsvorm van een elektromechanische verslui-ting volgens de uitvinding in de tekening is weergegeven en * hierboven beschreven en dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindings-gedachte te val-15 len, zoals deze in bijgaande conclusies is aangegeven.

conclusies 1 0 1 39 23

Claims

1. Elektromechanische versluiting voor deuren (1) en dergelijke, omvattende een van een schoot (4) voorzien slot (2) en elektromechanische bedienings-middelen (6) voor het 5 uit een sluitplaat (9), die deel kan uitmaken van een sluitkom, en in het slothuis (3) trekken van de schoot (4), tegen de kracht van een veer (5) in, met het kenmerk, dat de deur (1) is voorzien van een extern en/of intern aangebracht verend element (12) dat de deur naar de open stand 10 tracht te drukken, waardoor de schoot (4) tegen de sluitplaat (9) wordt aangedrukt en de door de elektromechanische ’ bedienings-middelen (6) uitgeoefende kracht onvoldoende is voor het overwinnen van de wrijving tussen de schoot (4) en de sluitplaat (9).

2. Versluiting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het voorste vrije einde van de schoot (4) is voorzien van een blokkeringsrand (16), die uitsteekt in de richting van dat vlak (17) van de deur (1) waarop moet worden gedrukt bij het openen van de deur.

3. Versluiting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het verende element wordt gevormd door één of meer tor-sieveren (12), die zijn aangebracht in of nabij het scharnier (11) of de scharnieren van de deur (1). 1013923