NL1013473C2 - Aandrukgereedschap en werkwijze voor het tot hechting aandrukken van een folie op een ondergrond. - Google Patents

Description

Titel: Aandrukgereedschap en werkwij ze voor het tot hechting aandrukken van een folie op een ondergrond.

De uitvinding uitvinding heeft betrekking op een aandrukgereedschap voor het tot hechting aandrukken van een folie op een ondergrond, omvattende een relatief hard en stijf dragerdeel met een aandrukvlak waarmee tijdens 5 gebruik folie tegen de ondergrond kan worden gedrukt, welk aandrukvlak is voorzien van een tussenlaag met lage wrijving.

Een dergelijk aandrukgereedschap wordt door de vakman "rakel" genoemd en wordt veelal toegepast voor het 10 aanbrengen van zelfklevende kunststoffolie op een ondergrond, bijvoorbeeld een van reclame-opdruk voorziene vinylfolie op een carrosseriedeel van een voertuig. Een voorbeeld van een dergelijk aandrukgereedschap is de PA-l "plastic applicator" van het type "gold" die door de 15 onderneming 3M te St. Paul, Verenigde Staten, op de markt wordt gebracht. Het dragerdeel is daarbij uitgevoerd als een in hoofdzaak vlakke, langwerpige kunststoffen spatel waarvan de lange zijden elk nabij de rand aan weerszijden zijn voorzien van aandrukvlakken. De tussenlaag is 20 wrijvingsverlagend en wordt gevormd door een hoes die los om het aandrukgereedschap heen wordt aangebracht, zodanig dat de wrijving tussen het aandrukvlak en de folie wordt verlaagd. De hoes wordt door genoemde onderneming op de markt gebracht onder de naam SA-1 "Low Friction Sleeve".

25 Tijdens gebruik van het aandrukgereedschap wordt de folie, nadat een zelfklevende zijde daarvan van een schutlaag is ontdaan en op de ondergrond is gelegd, met behulp van het aandrukvlak handmatig tot hechting tegen de ondergrond aangedrukt. Het aandrukvlak wordt daarbij over 30 een van een beschermlaag voorziene keerzijde van de folie gestreken om de folie aan te drukken en om luchtinsluitsels en plooien te verwijderen. Nadat de folie tot hechting is aangedrukt, wordt de beschermlaag van de folie verwijderd.

1013473 2

Nadelig van het bekende aandrukgereedschap is dat het relatief snel slijt. Met name veroorzaken oneffenheden in het oppervlak waar de folie op aan wordt gebracht relatief gemakkelijk beschadigingen in de tussenlaag en/of 5 het aandrukvlak, waardoor het gelijkmatig aandrukken van de folie wordt belemmerd. Daarnaast heeft de hoes een aanzienlijke vermindering van het gebruiksgemak van het aandrukgereedschap tot gevolg. In het bijzonder kan de hoes tijdens gebruik ongewild verschuiven. Voorts moet, wanneer 10 de wrijving tussen het aandrukvlak en de folie onvoldoende is om een deel van folie, bijvoorbeeld een plooi, door intensieve bewerking glad te strijken, een gereedschap te worden gepakt dat een aandrukvlak heeft met een hogere wrijvingscoëfficiënt. In de praktijk wordt het 15 aandrukgereedschap hierdoor veelal zonder hoes toegepast, dat wil zeggen, zonder dat het aandrukvlak is voorzien van een wrijvingsverlagende tussenlaag. Dit leidt tot een aanzienlijke vergroting van de inspanning en de tijd die nodig is om de folie op de ondergrond aan te brengen.

20 Een verder nadeel van het bekende aandrukgereedschap is dat het nodig is om de folie tijdens het aandrukken te voorzien van een beschermlaag om beschadiging van de folie door het aandrukvlak of de tussenlaag tegen te gaan. Met name is dit het geval bij het aandrukken van voorbedrukte 25 folie of folie die is voorzien van insnijdingen of onderbrekingen, zoals letters of contouren. In de praktijk leidt dit er toe dat een aan te brengen folie na bedrukking of insnijding (opnieuw) moet worden voorzien van een beschermlaag.

30 De uitvinding beoogt een aandrukgereedschap van in de aanhef genoemde soort waarmee, met behoud van de voordelen, genoemde nadelen worden vermeden. Daartoe is het aandrukgereedschap volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de tussenlaag een relatief zachte, veerkrachtige kussenlaag 35 omvat. Hierdoor wordt bereikt dat de door het aandrukvlak op de folie uitgeoefende druk beter kan worden verdeeld en 101 3473 3 dat oneffenheden in de ondergrond kunnen worden opgevangen. Enerzijds leidt dit tot een verminderde kans op beschadiging van de tussenlaag en/of het aandrukvlak, waardoor de standtijd van het aandrukgereedschap sterk kan 5 worden vergroot. Anderzijds leidt dit tot een aanzienlijke verkleining van de kans op beschadiging van de folie. Hierdoor wordt bereikt dat voorbedrukte folie en folies met insnijdingen of onderbrekingen zonder beschermlaag op de folie kunnen worden aangedrukt, hetgeen leidt tot een 10 aanzienlijke besparing van tijd en materiaal.

In een verdere uitvoeringsvorm is de kussenlaag niet-verschuifbaar verbonden met het aandrukvlak en/of dragerdeel. Bij voorkeur is daarbij de kussenlaag door middel van een laag hechtmiddel verbonden met het 15 aandrukvlak. Hierdoor wordt bereikt dat de hanteerbaarheid van het aandrukgereedschap sterk wordt vergroot.

In een andere uitvoering omvat het aandrukgereedschap een verder aandrukvlak waarop geen tussenlaag is aangebracht. Hierdoor wordt bereikt dat het 20 aandrukgereedschap op eenvoudige wijze kan worden voorzien van een verder aandrukvlak met een hogere wrijving voor intensieve bewerking van het folie-oppervlak. Wanneer het dragermateriaal een hogere wrijvingscoëfficiënt heeft dan het materiaal van de tussenlaag kan dit op eenvoudige wijze 25 worden gerealiseerd door de tussenlaag zodanige afmetingen te geven dat een deel van de drager vrij is om als verder aandrukvlak te dienen.

In weer een andere uitvoeringsvorm is de kussenlaag uitgevoerd als een losneembare plakstrook van zacht, 30 veerkrachtig materiaal. Hierdoor wordt bereikt dat de kussenlaag op eenvoudige wijze kan worden vervangen.

In nog een andere uitvoering is de kussenlaag uitgevoerd uit vilt. Hierdoor wordt bereikt dat de door het aandrukvlak op de folie uitgeoefende druk zeer goed kan 35 worden verdeeld.

101 34 7 3 4

In een volgende uitvoering is de kussenlaag uitgevoerd als een weefsel. Hierdoor wordt bereikt dat de kussenlaag een hoge weerstand heeft tegen slijtage.

In nog een verdere uitvoering is de kussenlaag 5 uitgevoerd uit wol. Hierdoor wordt bereikt dat de kussenlaag niet alleen zeer zacht, maar ook zeer slijtagebestendig kan zijn.

In een zeer voordelige uitvoeringsvorm is de kussenlaag uitgevoerd als een strook wollen, vervilt 10 weefsel met een laag hechtmiddel waarmee de strook losneembaar op het aandrukvlak kan worden aangebracht.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van folie op een ondergrond, waarbij folie met behulp van een aandrukvlak van een 15 aandrukgereedschap tot hechting op een ondergrond wordt aangedrukt en waarbij tussen het aandrukvlak van het aandrukgereedschap en de folie een kussenlaag wordt aangebracht. Bij voorkeur wordt de kussenlaag daarbij tijdens het aandrukken direct en zonder verdere 20 beschermlaag in contact gebracht met een voorbedrukte of van insnijdingen of onderbrekingen voorziene zijde van de folie.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een als plakstrook uitgevoerde kussenlaag met lage wrijving voor 25 een aandrukgereedschap.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen van het aandrukgereedschap en de werkwijze zijn weergegeven in de volgconclusies.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de 30 hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat in een tekening is weergegeven. In de tekening toont: fig. 1 een schematisch perspectivisch aanzicht van het aandrukgereedschap; fig. 2 een schematisch perspectivisch aanzicht van 35 het aandrukgereedschap bij het aandrukken van de folie op een ondergrond; en 10134 73 5 fig. 3 een schematisch perspectivisch aanzicht van een als plakstrook uitgevoerde kussenlaag.

Opgemerkt wordt dat de figuren slechts schematische weergaven zijn van een uitvoeringsvoorbeeld van de 5 uitvinding. In de figuren zijn gelijke of overeenkomstige onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven.

Figuren en 2 tonen een aandrukgereedschap 1 voor het tot hechting aandrukken van een folie 10 op een ondergrond 12. De ondergrond 12 is in hoofdzaak glad, zoals een gelakt 10 plaatstalen of kunststoffen carrosseriedeel van een voertuig. Het aandrukgereedschap 1 omvat een in hoofdzaak vlakke, langwerpige kunststoffen spatel 2. De lange zijden van de spatel lopen taps toe en zijn elk nabij de rand 3A, 3B aan weerszijden voorzien van aandrukvlakken 4A, 4B, 4C 15 en 4D. De aandrukvlakken hebben een lengte van bijvoorbeeld 80-120 mm en een breedte van bijvoorbeeld 0,5-5 mm, afhankelijk van de invalshoek en de mate van doorbuiging van de spatel 2.

Het aandrukgereedschap 1 is nabij het midden 20 voorzien van ribben 5 om tijdens gebruik steun te bieden aan de vingers van een gebruiker wanneer het aandrukgereedschap met de hand tegen de folie 10 wordt aangedrukt.

De aandrukvlakken 4A en 4B van het 25 aandrukgereedschap 1 zijn voorzien van een tussenlaag met lage wrijving die is uitgevoerd als een ten opzichte van het harde, stijve dragermateriaal relatief zachte, veerkrachtige kussenlaag. De kussenlaag is compressibel en is uitgevoerd als een plakstrook 6 die over de 30 aandrukvlakken 4A en 4B is aangebracht. De plakstrook 6 is vervaardigd uit vervilt wolweefsel 6A dat aan de onderzijde is voorzien van een laag hechtmiddel (fig. 3). De laag hechtmiddel kan zijn uitgevoerd als een strook dubbelzijdig plakband 7, zodat de kussenlaag niet verschuifbaar doch 35 losneembaar is verbonden met de spatel 2. De dikte van de kussenlaag is bij voorkeur groter dan 0,5 mm, in het 1013473 6 bijzonder groter dan 1,0 ram. De dikte van de kussenlaag is voorts bij voorkeur kleiner dan 5 mm, in het bijzonder kleiner dan 2 mm. Een zeer goed resultaat werd bereikt met een kussenlaag van circa 1 mm dikte. De plakstrook 6 kan 5 reeds met geschikte afmetingen worden geleverd, maar kan ook van een grotere strook worden afgescheiden die bijvoorbeeld tot een van voorgedefinieerde perforaties voorziene rol is opgerold.

Refererend aan fig. 2 wordt tijdens gebruik van het 10 aandrukgereedschap 1 de folie 10, nadat een zelfklevende zijde 11 daarvan is ontdaan van een niet-weergegeven schutlaag op de ondergrond 12 gelegd en met behulp van het aandrukvlak 4B handmatig tot hechting tegen de ondergrond 12 aangedrukt. Het aandrukvlak 4B wordt daarbij direct in 15 contact gebracht met de van letterinsnijdingen 14, onderbrekingen 15 en/of bedrukking 16 voorziene toonzijde 13 van de folie. Een beschermlaag kan daarbij achterwege worden gelaten. De kussenlaag zorgt er daarbij voor dat zonder beschadiging van de toonzijde 13 luchtinsluitsels 17 20 en plooien 18 in de folie 10 kunnen worden weggestreken, zodat een goede hechting tot stand komt tussen de folie 10 en.de ondergrond 12.

Indien nodig kan een deel van de folie 10 dat intensiever moet worden bewerkt, bijvoorbeeld een deel waar 25 een hardnekkige plooi 18 in het oppervlak aanwezig is, in contact gebracht worden met één der aandrukvlakken 4C of 4D. Deze aandrukvlakken zijn niet voorzien van een tussen-of kussenlaag en hebben een hogere wrijvingscoëfficiënt. Hierbij hoeft het aandrukgereedschap 1 slechts van positie 30 veranderd te worden en hoeft geen verder aandrukgereedschap te worden gepakt.

Opgemerkt wordt dat in deze context onder een tussenlaag met lage wrijving ten minste dient te worden verstaan een laag met een wrijvingscoëfficiënt die lager is 35 dan de wrijvingscoëfficiënt van het spatelmateriaal van een kunststoffen spatel, zoals bijvoorbeeld van genoemde PA-1 101 3473 7 plastic applicator, welke laag tijdens gebruik tussen het aandrukvlak en het oppervlak van de aan te drukken folie is gelegen. In het bijzonder dient onder een tussenlaag met lage wrijving te worden verstaan een laag met een 5 wrijvingscoêfficiënt die in de orde van grootte ligt of die lager is dan de wrijvingscoêfficiënt van het materiaal van genoemde SA-1 hoes.

Ook wordt opgemerkt dat de lage wrijvingstussenlaag geïntegreerd kan zijn met het dragerdeel, bijvoorbeeld door 10 de relatief zachte, veerkrachtige tussenlaag door middel van twee componenten spuitgieten op het aandrukvlak van het relatief harde, stijve dragerdeel aan te brengen.

Opgemerkt wordt eveneens dat in figuren 2 en 3 de dikte van de folie 10 en de plakstrook 6 vergroot is 15 weergegeven. In het bijzonder geldt dit voor de dikte van de lijmlaag aan de zelfklevende zijde 11 van de folie en de strook dubbelzijdig plakband 7.

Opgemerkt wordt voorts dat de uitvinding niet beperkt is tot het hier besproken uitvoeringsvoorbeeld en 20 dat vele uitvoeringsvarianten mogelijk zijn.

Zo kan het dragerdeel van het aandrukgereedschap zijn vervaardigd uit een ander materiaal dan kunststof, bijvoorbeeld uit hout, metaal of samenstellingen van materialen en kan het aandrukgereedschap worden toegepast 25 voor het aanbrengen van folie op ramen, wanden en borden. Voorts kunnen de afmetingen van het aandrukgereedschap anders gekozen zijn en kan het aandrukgereedschap deel uitmaken van een machine waarmee folie machinaal op een ondergrond wordt aangedrukt. Met name kan dit voordelig 30 zijn bij het aanbrengen van folie op een deur- of raamkozijn ter vervanging van een verflaag. Tevens kan de kussenlaag zijn uitgevoerd uit een niet-geweven materiaal en kan de tussenlaag op de drager zijn vastgeklemd. Ook kan de drager geheel omkleed zijn met een kussenlaag. Daarnaast 35 is het mogelijk dat de folie niet zelfklevend is, bijvoorbeeld wanneer de ondergrond is voorzien van een laag 101 3473 8 kleefmiddel of wanneer de folie door middel van statische elektriciteit aan de ondergrond kan worden gehecht.

Dergelijke varianten zullen de vakman duidelijk zijn en worden geacht te liggen binnen het bereik van de 5 uitvinding zoals verwoord in de hierna volgende conclusies.

101 3473

Claims (12)

1. Aandrukgereedschap voor het tot hechting aandrukken van een folie op een ondergrond, omvattende een relatief hard en stijf dragerdeel met een aandrukvlak waarmee tijdens gebruik de folie tegen de ondergrond kan worden 5 gedrukt, welk aandrukvlak is voorzien van een tussenlaag met lage wrijving, met het kenmerk, dat de tussenlaag een relatief zachte, veerkrachtige kussenlaag omvat.

2. Aandrukgereedschap volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kussenlaag niet-verschuifbaar is verbonden 10 met het aandrukvlak en/of het dragerdeel.

3. Aandrukgereedschap volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de kussenlaag door middel van een laag hechtmiddel is aangebracht op het aandrukvlak.

4. Aandrukgereedschap volgens een der voorgaande 15 conclusies, met het kenmerk, dat het aandrukgereedschap een verder aandrukvlak omvat waarop geen tussenlaag is aangebracht.

5. Aandrukgereedschap volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kussenlaag is 20 uitgevoerd als een losneembare plakstrook van zacht, veerkrachtig materiaal.

6. Aandrukgereedschap volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kussenlaag een laag vilt omvat.

7. Aandrukgereedschap volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kussenlaag een weefsel omvat.

8. Aandrukgereedschap volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kussenlaag wol omvat.

9. Werkwijze voor het aanbrengen van folie op een ondergrond, waarbij folie met behulp van een aandrukvlak van een aandrukgereedschap tot hechting op een ondergrond wordt aangedrukt en waarbij tussen het aandrukvlak van het 101 3473 aandrukgereedschap en de folie een kussenlaag wordt aangebracht met lage wrijving.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij de kussenlaag tijdens het aandrukken direct en zonder verdere 5 beschermlaag in contact wordt gebracht met de folie.

11. Plakstrook, omvattende een strook zacht, veerkrachtig materiaal dat aan een zijde is voorzien van hechtmiddel, kennelijk bestemd voor toepassing als kussenlaag met lage wrijviong in een aandrukgereedschap 10 volgens een der conclusies 1-8.

12. Plakstrook volgens conclusie 11, waarbij het zachte veerkrachtige materiaal een vervilt weefsel omvat. 101 3473