NL2001562C2 - Werkwijze voor het snijden van klevende folie op een ondergrond en beschermfoliestrip. - Google Patents

Description

P84638NL00

Titel: Werkwijze voor het snijden van klevende folie op een ondergrond en beschermfoliestrip

De uitvinding betreft een werkwijze voor het snijden van klevende folie op een ondergrond.

De uitvinding betreft ook een beschermfoliestrip met een klevende zijde voor aanbrenging op een ondergrond.

5 Het is bekend een sticker van zelfklevende kunststoffolie aan te brengen op een ondergrond. Deze folie omvat bijvoorbeeld PVC (polyvinylchloride) materiaal en wordt bijvoorbeeld gebruikt als reclame, bescherming of decoratieopdruk voor een voertuig. Bekende vormen van dergelijke folies bestaan bijvoorbeeld hoofdzakelijk uit gegoten of 10 gekalanderde vinyl. Dergelijke folies worden bijvoorbeeld op de carrosserie van een voertuig aangebracht, waarbij de folie enigszins dient aan te sluiten bij de randen van de carrosserie. Bijvoorbeeld dienen uitsparingen te zijn voorzien ter plaatse van ramen, deurnaden en/of sloten en dergelijke van het voertuig. Het is bijvoorbeeld mogelijk dergelijke folies aan te brengen op 15 een ondergrond van lak, hout, kunststof, glas en/of metaal.

De folie is enigszins elastisch zodat tijdens het opbrengen van de folie de folie enigszins wordt opgerekt, bijvoorbeeld om goed op dubbelgekromde voertuigdelen aan te sluiten. Bijvoorbeeld wordt met behulp van een rakel de folie nog eens aangedrukt zodat deze zich vlak en 20 spanningsvrij op de ondergrond hecht. Ook wordt de folie wel eens van te voren verwarmd en vervolgens om een deel van het voertuig, bijvoorbeeld een spatbord, aangebracht en opgerekt. Daarom is het in praktijk veelal moeilijk, zelfs bijna onmogelijk, een afgemeten voorgesneden folie exact op de randen van het voertuig, en/of de randen van de deurnaden, ramen, 25 sloten en dergelijke van het voertuig, aan te laten sluiten. Aangezien een ruimere folie achteraf nog kan worden gecorrigeerd, maar een te korte folie 2 moeilijk of niet kan worden bijgewerkt, worden de afmetingen van de folie veelal ruim genomen, en wordt de overmaat aan folie naderhand direct op het voertuig afgesneden zodat de snijlijnen goed te bepalen zijn aan de hand van het voertuig, en na het afsnijden de folie goed aansluit en 5 overgangsgebieden van folie op carrosserie slecht of nauwelijks zichtbaar zijn.

Voor het goed op de randen, ramen, deurklinken, scharnieren, sloten, en dergelijke van het voertuig laten aansluiten van de folie wordt folie veelal op het voertuig zelf afgesneden met een scherp mes. Tijdens het 10 snijden mag het mes de buitenzijde van het voertuig bij voorkeur niet beschadigen, aangezien beschadiging van de lak bijvoorbeeld roestvorming kan veroorzaken. Ook bij andere ondergronden, zoals bijvoorbeeld hout, kunststof, glas, metaal, dient het mes de ondergrond niet te beschadigen. Gebruikelijk wordt het mes zodanig diep in de dunne PVC folie gedrukt dat 15 een breuklijn wordt gerealiseerd, zonder dat het folie geheel wordt doorgesneden. Het weg te nemen deel van de folie wordt vervolgens met de hand langs de breuklijn afgesplitst. Voor het realiseren van een dergelijke breuklijn dient de mesdruk vakkundig te worden gedoseerd. Het snijden van folie op een voertuig wordt derhalve uitgevoerd door speciaal daarvoor 20 getrainde foliemonteurs.

Bijvoorbeeld bij relatief dikke en/of gelamineerde folies, in het bijzonder bij gekalanderd vinyl, is de mesdruk vanwege de dikte en taaiheid van de folie moeilijk te doseren. Bovendien kan het op vrijwel alle ondergronden gebeuren dat de ondergrond permanent wordt beschadigd 25 doordat tijdens het snijden de mesdruk te hoog is, of doordat te ver wordt doorgesneden met het mes. Bij glas ontstaan bijvoorbeeld lichte krassen en ook de omliggende rubbers worden soms aangesneden. Gevolgen van dergelijke beschadiging in een voertuig kunnen leiden tot lekkage en/of corrosievorming. Soms wordt het beschadigde vlak vervangen, of wordt de 30 ondergrond opnieuw geschuurd en bespoten. In bepaalde gevallen dient de 3 folie te worden weggenomen alvorens de schade te herstellen, waarna dezelfde of een nieuwe folie wordt aangebracht. Bovendien zal het voertuig gedurende langere tijd buiten dienst zijn. De kosten van de reparatie en/of de verzekering kunnen hoog oplopen.

5 Vanwege het niet uit te sluiten beschadigingsrisico mag in bepaalde gevallen niet rechtstreeks op de ondergrond worden gesneden. Denkt hierbij bijvoorbeeld aan het aanbrengen van folies op vliegtuigen, zeildoeken en/of ruiten voorzien van een coating.

De uitvinding beoogt een oplossing te bieden, waarmee 10 bovengenoemde en/of andere nadelen kunnen worden vermeden. De uitvinding voorziet daartoe in een werkwijze voor het snijden van klevende folie op een ondergrond, waarbij tenminste één randgebied wordt bepaald voor het snijden van aan te brengen klevende folie op een ondergrond, een klevende foliestrip ongeveer over het randgebied wordt aangebracht, de 15 ondergrond wordt beplakt met klevende folie zodat de folie tenminste deels de foliestrip overlapt, met een mes in de folie wordt gesneden terwijl op de foliestrip wordt gedrukt, de foliestrip tenminste deels onder de folie vandaan wordt gehaald en van de ondergrond wordt verwijderd.

Een lijn of gebied waar de toekomstige breuk of snijlijn is gelegen 20 kan in deze beschrijving worden aangeduid met randgebied. De foliestrip kan over het randgebied worden aangebracht, bijvoorbeeld, doch niet uitsluitend, over of nabij randen of naden van het voertuig, en/of de randen van de deurnaden, ramen, sloten en dergelijke van het voertuig, maar bijvoorbeeld ook als een rechte foliestrip op een vlak oppervlak zoals een 25 raam. De folie zal tenminste deels over de foliestrip en tot over het randgebied worden aangebracht. Er kan dan op de foliestrip in de folie worden gesneden zodat boven op de foliestrip een breuk of snijlijn in de folie wordt gevormd. De foliestrip beschermt de ondergrond tegen beschadiging door het mes. De foliestrip kan bijvoorbeeld gekromd, gehoekt of gewoon 30 recht op de ondergrond worden aangebracht.

4

Met een werkwijze volgens de uitvinding kan worden tegengegaan dat bij een fout in de dosering van de mesdruk de ondergrond beschadigd. Ook kunnen nu bijvoorbeeld bij relatief dikke en/of gelamineerde folies, in het bijzonder bij gekalanderd vinyl, relatief eenvoudig op het voertuig, en op 5 de foliestrip, worden doorgesneden.

In deze beschrijving kan onder “op” de foliestrip worden verstaan dat de folie direct op de foliestrip wordt doorgesneden, maar ook dat zich nog een deel van de folie tussen het mes en de foliestrip bevindt, waarbij het mes in de folie snijdt en op de foliestrip drukt. In het eerste geval wordt een 10 doorgaande snijlijn gerealiseerd, en in het tweede geval wordt bijvoorbeeld een breuklijn gerealiseerd, waarna de folie langs de breuklijn kan worden afgescheurd. Het eerste geval kan als voordelen hebben dat lijmresten op de ondergrond en/of enigszins gekrulde randen van de folie kunnen worden tegengegaan.

15 Nadat het te verwijderen deel van de folie is afgesplitst zal de foliestrip zich onder de rand van de folie bevinden. Bij voorkeur kan door een lage adhesie tussen de foliestrip en de folie de foliestrip relatief eenvoudig onder de folie vandaan worden gehaald. In een uitvoeringsvorm wordt de rand van de folie daarna nog nabewerkt, in het bijzonder glad 20 gestreken, zodat deze bij voorkeur zonder vouwen of rimpels op het voertuig aansluit.

Om bovengenoemde nadelen en/of andere nadelen op te heffen voorziet de uitvinding ook in een zelfklevende beschermfoliestrip voor aanbrenging op een voertuig, waarbij het materiaal van de foliestrip een rek 25 bij breuk van tenminste ongeveer 150% heeft, waarbij de foliestrip ongeveer tussen de 3 en 30 millimeter breed is.

Een dergelijke beschermfoliestrip zou direct onder de snijlijn van de klevende folie kunnen worden aangebracht zodat de folie op de foliestrip kan worden afgesneden. De foliestrip biedt daarbij bescherming tegen 30 krassen die ontstaan wanneer met het mes door de folie wordt gedrukt. Een 5 dergelijke foliestrip is tevens geschikt om de toekomstige breuk c.q snijlijn, dat wil zeggen een randgebied, van de folie op het voertuig te markeren.

Verrassenderwijs is gebleken dat de relatief hoge elasticiteit van het materiaal een weerstand tegen doorsnijden biedt die gunstig is. Deze 5 hoge elasticiteit brengt bovendien het voordeel met zich mee dat de foliestrip flexibel genoeg is om over een randgebied aan te brengen, waarbij bochten, en in bepaalde uitvoeringsvormen zelfs rechte hoeken, kunnen worden gevormd terwijl de fobestrip vlak blijft. Dit maakt de foliestrip geschikt om onder de snijhjn van de fohe aangebracht te worden als 10 bescherming tegen doordrukken van het mes. De breedte van de foliestrip is zodanig gekozen dat deze de flexibiliteit en vlakke vorm behoudt bij het in bochten aanbrengen op het voertuig.

Met een dergelijke smalle foliestrip wordt bescherming geboden tegen doordrukken van het mes, waarbij tevens de gewenste flexibiliteit van 15 de fobestrip kan worden behouden. Daarmee wordt het voordeel bereikt dat de fobestrip relatief scherpe bochten en/of hoeken kan maken, waarbij deze vlak tegen de ondergrond geplakt blijft en bescherming tegen doordrukken bhjft bieden. Bovendien kan een dergelijk dunne fobestrip op voordelige wijze worden opgerold tot een rol.

20 In een uitvoeringsvorm is de fobestrip ongeveer tussen de 100 en 600 micron dik, bij voorkeur ongeveer tussen de 150 en 400 micron. De fobestrip is bij voorkeur een elastomeer. Bij voorkeur omvat de fobestrip polyurethaan materiaal.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen van ondermeer een fobestrip 25 en werkwijze volgens de uitvinding zijn weergegeven in de volgconclusies en zuben tevens bbjken uit de beschrijving.

Verdere voordelen en kenmerken van de onderhavige uitvinding volgen uit de volgende beschrijving, waarin de uitvinding in meerdere uitvoeringsvoorbeelden aan de hand van de bijgevoegde tekeningen nader 30 wordt beschreven. Daarin toont: 6

Fig. 1 toont een kit voor het plakken van een folie op een voertuig;

Fig. 2-8 tonen stappen van een werkwijze voor het aanbrengen van een foliestrip en folie volgens de uitvinding.

In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen 5 gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. In de tekening zijn slechts als voorbeeld uitvoeringsvormen getoond. De daarbij gebruikte elementen zijn slechts als voorbeeld genoemd en dienen geenszins beperkend te worden uitgelegd

In figuur 1 is een kit 1 getoond voor het aanbrengen en afwerken 10 van een folie 3 op een voertuig 2. De folie 3 is klevend aan één zijde voor het beplakken van het voertuig 2. Aan de andere zijde is de folie 3 bijvoorbeeld voorzien van een bedrukking. De kit 1 omvat tevens een beschermfoliestrip 4, in deze beschrijving ook kortweg foliestrip genoemd, welke foliestrip 4 op voordelige wijze tot een rol 5 is opgerold. De foliestrip 4 is voorzien van een 15 klevende zijde voor aanbrenging op het voertuig 2. Bijvoorbeeld is de foliestrip ongeveer 10 millimeter breed en ongeveer 200 micron dik. Het materiaal van de foliestrip 4 omvat bijvoorbeeld een elastomeer, zoals bijvoorbeeld PU (polyurethaan), hoewel meerdere materialen geschikt kunnen zijn voor toepassing in een foliestrip 4 voor een werkwijze volgens 20 de uitvinding.

De folie 3 kan bijvoorbeeld PVC (polyvinylchloride) omvatten, bijvoorbeeld omvat de folie 3 wel of niet gelamineerd, gegoten of gekalanderd vinyl. De folie 3 kan geschikt zijn voor het beplakken van meerdere ondergronden zoals bijvoorbeeld, doch niet uitsluitend, lak, hout, 25 kunststof, glas en/of metaal. Bijvoorbeeld is de folie enigszins elastisch en relatief dun.

Voor afwerking van de folie 3 kan de kit 1 zijn ook voorzien van een mes 6, bijvoorbeeld een stansmes. Nadat een folie 3 is aangebracht op een deel van het voertuig 2, kan met het mes 6 over randgebieden worden 30 gesneden, in het bijzonder over de foliestrip 4, onder vorming van snijlijnen 7 y 7, 8 en/of eventueel uitsparingen 9, 10 in de folie3. De kit 1 is bijvoorbeeld ook voorzien van een föhn 18 en/of een aandrukgereedschap 19, zoals een rakel of spatel. De rakel 19, of kan op op zichzelf bekende wijze bijdragen aan een spanningsvrije vlakke verdeling van de folie 3 op de ondergrond. De 5 randen van de folie kunnen bijvoorbeeld nog enigszins worden nabewerkt met de föhn 18 en/of het aandrukgereedschap 19, zodat de randen van de folie 3 bij voorkeur relatief nauw en glad aansluiten op het voertuig 2.

Hieronder zal een werkwijze voor het snijden van de folie 3 op het voertuig 2 uitgebreider worden besproken, aan de hand van figuren 2 — 8, 10 waarin hetzelfde deel van een voertuig gedurende verschillende fases van de werkwijze is getoond.

In een uitvoeringsvorm worden een of meerdere deelgebieden 11 van een voertuig 2 bepaald, waarop de zelfklevende folie 3 zal worden aangebracht. Tevens worden een of meerdere randgebieden 12, 13 bepaald, 15 tot waar de folie 3 zich zal uitstrekken (fig. 2). Ter plaatse van deze randgebieden 12,13 kan in de folie 3 worden gesneden en zal de folie 3 worden gesplitst. De randgebieden 12, 13 kunnen bijvoorbeeld, doch niet uitsluitend, worden bepaald door randen en/of overgangsgebieden van deuren, ramen, deurklinken, scharnieren, sloten, etc, doch kan een dergelijk 20 randgebied zich ook op een doorgaand gebied uitstrekken, zoals bijvoorbeeld op een gekozen plaats van een ruit of plaat.

Één of meerdere randgebieden 12, waarbij doordrukken van het mes 6 boven de lak een bepaald risico vormt, kunnen worden bepaald. Om te verhinderen dat het mes 6 de lak van het voertuig 2 bij deze randgebieden 25 beschadigt wordt op deze randgebieden 12, bij voorkeur over de randgebieden 12, de klevende foliestrip 4 aangebracht. Dit is getoond in figuur 3. Hierbij wordt het randgebied 12 gevormd door een rand van een reliëf 14 in de carrosserie. De foliestrip 4 is over nagenoeg zijn gehele klevende oppervlak tegen het voertuig geplakt, en is bij voorkeur voorzien 30 van een nagenoeg glad oppervlak, of althans van een oppervlak zonder 8 vouwen. De foliestrip 4 maakt bochten 15 terwijl de bovenzijde van de foliestrip 4 vouwloos en/of glad blijft, en/of de foliestrip 4 met nagenoeg het gehele klevende oppervlak tegen het voertuig 2 is geplakt.

Zoals te zien in figuur 4, wordt de folie 3 tegen het deelgebied 11 5 van het voertuig 2 geplakt, tot over de randgebieden 12, 13, en tenminste deels de foliestrip 4 overlappend. Bij een eerste randgebied 12, in de figuur het randgebied 12 aangrenzend aan het reliëf 14 strekt de folie 3 zich in eerste instantie over de foliestrip 4 en nog verder uit. Doordat de foliestrip 4 in de vorm van de ondergrond tegen de ondergrond is geplakt, is het 10 randgebied 12 nog duidelijk waarneembaar. Bovendien kan de foliestrip 4 in een gunstige uitvoeringsvorm transparant zijn. Over het randgebied 12 wordt in de folie 3 gesneden, waarbij het mes 6 op de folie 3 en op de foliestrip 4 drukt. Bijvoorbeeld snijdt het mes 6 door de folie 3, of snijdt het mes 6 tot nabij de klevende laag doch niet geheel door de folie 3, waarna een 15 weg te nemen deel van de folie 3 langs de snijlijn wordt afgesplitst. In beide gevallen kan het mes 6 in de foliestrip 6 snijden, bijvoorbeeld omdat de folie 3 wordt doorgesneden, of omdat te ver wordt doorgedrukt, respectievelijk.

De foliestrip 6 verhindert dat het mes 6 direct de lak beschadigt.

Bij een tweede randgebied 13 waar zich een naad 16 bevindt is de 20 folie 3 bijvoorbeeld reeds op lengte begrensd. In een andere uitvoeringsvorm wordt de folie 3 bijvoorbeeld gesplitst met een relatief gering risico tot beschadiging van de lak. Een overmaat van folie 3 wordt bijvoorbeeld tot over het randgebied 13, in de naad 16, geplakt, waarbij de rand van de folie 3 in de naad 16 is weggestopt. Langs naad afgesneden waarbij mes niet over 25 carrosserie snijdt, en folie tegen carrosserie wordt gedrukt.

In figuur 5 is de gesplitste folie 3 getoond, waarbij de foliestrip 4 zich over het randgebied 12 uitstrekt. Een deel van de foliestrip 4 steekt onder de folie 3 uit. In figuur 6 is getoond dat de foliestrip 4 onder de folie 3 vandaan is gehaald en van het voertuig 2 is verwijderd. Door een relatief 30 lage adhesie tussen de foliestrip 4 en de kleeflaag van de folie 3, kan de 9 foliestrip 4 relatief eenvoudig onder de folie 3 vandaan worden gehaald. Bijvoorbeeld is de foliestrip 4 daartoe in hoofdzaak uit PU vervaardigd, en de folie 3 in hoofdzaak uit PVC, of bijvoorbeeld polyester. Het resulterende grensgebied 17 van de folie 3 zal door het loshalen van de foliestrip 4 5 vouwen en/of lubben kunnen vertonen. In een uitvoeringsvorm wordt de folie 3, in het bijzonder het grensgebied 17, nabewerkt, zodat de folie 3 ter plaatse weer relatief glad wordt. Dit kan bijvoorbeeld geschieden door de folie 3 plaatselijk te verwarmen, bijvoorbeeld met een föhn 18 (fig. 7). Daarnaast of in plaats daarvan kan de folie 3 plaatselijk wordt 10 gladgestreken met behulp van de hand en/of vingers en/of met een rakel 19 (fig. 8).

Zoals ook getoond in figuur 1, kan met behulp van de werkwijze volgens de uitvinding een uitsparing 9, 10 uit de folie 3 worden genomen. Bijvoorbeeld wordt daartoe de foliestrip 4 over een randgebied van het 15 voertuig 2 aangebracht zodat het een deelgebied omsluit, bijvoorbeeld een raam of slot of iets dergelijks. Vervolgens kan op de foliestrip 4 in de folie 3 worden gesneden zodat een uit te nemen gebied wordt omsloten, en een uitsparing in de folie 3 wordt bereikt.

Een zelfklevende foliestrip 4 voor bovenstaande werkwijze heeft bij 20 voorkeur een rek bij breuk van tenminste ongeveer 100%. Bijvoorbeeld is de rek bij breuk ongeveer tenminste ongeveer 150%, in het bijzonder tenminste ongeveer 200%, meer in het bijzonder tenminste ongeveer 300%. De elasticiteit van een PU foliestrip 4 kan bijvoorbeeld ongeveer 500% bedragen. Andere materialen zoals bijvoorbeeld elastomeren, in het 25 bijzonder bijvoorbeeld polybutadieen, rubber of siliconenmateriaal zouden ook geschikt kunnen zijn.

De rek van het materiaal kan samenhangen met een relatief hoge elasticiteit van het materiaal, met andere woorden een relatief lage elasticiteitsmodulus (Young’s modulus). Bijvoorbeeld heeft de foliestrip 4 10 een elasticiteitsmodulus van minder dan ongeveer 0.1, in het bijzonder minder dan 0.05, meer in het bijzonder minder dan 0.01.

Dergelijke relatief gunstige elasticiteitseigenschappen van het materiaal maken de foliestrip 4 geschikt als bescherming tegen 5 doordrukken van het mes 6. Indien het mes 6 in de foliestrip 4 wordt geduwd, zal het materiaal eerste worden ingeduwd voordat het mes enigszins in de foliestrip 4 snijdt. Bij door de folie 3 drukken zal het elastische materiaal van de foliestrip 4 bovendien voor relatief veel wrijving zorgen waardoor het mes 6 enigszins kan worden afgeremd en/of vastloopt. 10 Aan de andere kant, indien de folie 3 wordt doorgesneden en het mes 6 op de foliestrip 4 snijdt, kan de stroefheid van de foliestrip 4 bijdragen aan het tegengaan van uitglijden van het mes 6. De elasticiteit van het materiaal van de foliestrip 4 is bij voorkeur tenminste hoger dan de elasticiteit van de folie 3.

15 Nog een voordeel van een relatief hoge elasticiteit kan zijn dat de foliestrip 4 relatief ver kan worden uitgerekt, zodat de foliestrip 4 relatief eenvoudig langs relatief rechte lijnen kan worden aangebracht.

De relatief hoge elasticiteit draagt bovendien bij aan de buigbaarheid en flexibiliteit van de foliestrip 4, wat gunstig is voor het 20 bereiken van bochten 15 en/of hoeken met de foliestrip 4, zoals hierboven reeds is uitgelegd. Door de elasticiteit van het materiaal kunnen de bochten 15 en/of hoeken met relatief gemak en relatief snel worden bewerkstelligd. Bij een relatief hoge elasticiteit kunnen bijvoorbeeld hoeken van 90° worden gemaakt met de foliestrip 4 waarbij de bovenzijde van de foliestrip 4 25 nagenoeg vouwloos en/of glad blijft, en/of de foliestrip 4 met nagenoeg het gehele klevende oppervlak tegen het voertuig 2 geplakt blijft.

In andere uitvoeringsvormen worden bijvoorbeeld niet of moeilijk zijwaarts buigende foliestrips 4 gebruikt. Bijvoorbeeld bij folies 3 die langs relatief rechte lijnen dienen te worden geplakt en/of gesneden, zoals 30 bijvoorbeeld bij antigraffiti folies en/of ruitfolies.

11 ff

Het gebruik van PU foliestrips 4 heeft het voordeel dat deze de flexibiliteit en elasticiteit behoudt bij relatief lage temperaturen, in. tegenstelling tot bijvoorbeeld PVC materiaal dat in veel folies 3 wordt toegepast.

5 De foliestrip 4 is bij voorkeur ongeveer tussen de 3 en 30 millimeter breed. Dit is breed genoeg om de folie 3 op af te snijden waarbij een risico dat naast de foliestrip 4 wordt gesneden beperkt kan blijven. Tevens kan de foliestrip 4 binnen een dergelijk breedtebereik nog relatief gemakkelijke onder de folie 3 vandaan worden getrokken.

10 Voor een foliestrip 4 met een dergelijke breedte kan bijvoorbeeld een rol, bijvoorbeeld een PU rol van relatief grote breedte worden gebruikt, welke rol wordt doorgesneden in schijfjes van 3 tot 30 millimeter.

De dikte van de foliestrip ligt bijvoorbeeld ongeveer tussen de 100 en 600 micron is, bij voorkeur ongeveer tussen de 150 en 400 micron. Een 15 foliestrip 4 met binnen een dergelijk diktebereik kan nog relatief eenvoudig worden herkend als reliëf in de folie 3, als de folie 3 er tenminste deels overheen is gebracht (zie bijvoorbeeld figuur 4), zodat wordt tegengegaan dat de gebruiker langs de foliestrip 4 snijdt. Tevens is gebleken dat een dikte van minimaal 100 micron, in het bijzonder minimaal 150 micron, meer 20 in het bijzonder minimaal 200 micron enige praktische bescherming kan bieden bij praktische gevallen waarbij door de folie 3 wordt gedrukt. Binnen genoemd bereik wordt bovendien een gunstige flexibiliteit bereikt, waarmee de bochten 15 en/of hoeken van een aangebrachte foliestrip 4 nog enige tijd in vorm blijven. Ook kan met een dikte van de foliestrip van maximaal 600 25 micron, bij voorkeur maximaal 400 micron tegengegaan dat de folie 3 te zeer vervormt bij het loshalen van de foliestrip 4.

Bij voorkeur is de foliestrip 4 tenminste deels transparant zodat de randgebieden 12, 13 van de ondergrond door de foliestrip 4 kunnen worden herkend, wat kan bijdragen tot een nauwkeurige positionering van de 30 foliestrip 4 op de ondergrond.

12

In een uitvoeringsvorm is de foliestrip 4 voorzien van een adhesielaag op acrylaatbasis toegepast. Bijvoorbeeld is de kleefkracht van de foliestrip 4 op roestvrij staal ongeveer tussen de 100 en 1100 Newton per meter. Bij voorkeur neemt de kleefkracht van de foliestrip 4, na aanbrengen 5 op de ondergrond niet of weinig toe, of neemt deze af, zodat de foliestrip 4 relatief eenvoudig weer van de ondergrond kan worden verwijderd, ook wanneer deze reeds een dag op de ondergrond is bevestigd. Bij voorkeur is de kleefkracht van de foliestrip 4 zodanig dat de foliestrip 4 relatief eenvoudig van de ondergrond kan worden verwijderd. Ook kan bij voorkeur 10 tenminste een deel van de foliestrip 4 binnen kort tijdsbestek worden losgehaald en herbevestigd, waarbij na herbevestiging voldoende kleefkracht behouden blijft. Ook wordt de adhesielaag zodanig gekozen dat geen lijmresten achterblijven.

Bij voorkeur is de kleefkracht van de folie 3 op de ondergrond 15 hoger, bij voorkeur meerdere malen hoger, dan de kleefkracht van de folie 3 op de foliestrip 4. Hierdoor kan de foliestrip 4 relatief eenvoudig onder de folie 3 uit worden getrokken. Bij voorkeur is ook de kleefkracht van de foliestrip 4 op de ondergrond hoger dan de kleefkracht van de folie 3 op een bovenzijde van de foliestrip. In het bijzonder is de kleefkracht van de 20 kleefzijde van de folie 3 op de bovenzijde van de foliestrip 4 relatief laag, wat het relatief gemakkelijk maakt de foliestrip 4 onder de folie 3 vandaan te trekken. In praktijk is gebleken dat PVC folies slecht hechten op de bovenzijde van een PU foliestrip 4. Een slechte hechting van de folie 3 op de foliestrip 4 maakt het mogelijk de folies 3 een of meerdere malen te 25 herpositioneren terwijl de foliestrip 4 op de ondergrond kan blijven plakken.

Een folie die is omgevormd tot een dunne foliestrip 4 volgens de uitvinding is de Avery® 7521 Functional Film. De breedte van deze film is gereduceerd tot tussen de 3 en 30 millimeter. In deze uitvoeringsvorm heeft de foliestrip 4 de volgende eigenschappen.

13

De foliestrip 4 is vervaardigd uit PU en heeft een dikte van 200 micron (ISO 534 200). De lijm is permanent, UV-bestendig en op acrylaatbasis vervaardigd. Het rugpapier omvat enkelzijdig gecoat, gebleekt kraftpapier van 140 g per m2. Hieronder volgt een opsomming van verdere 5 eigenschappen van deze geteste foliestrip 4.

Glanzend: (ISO 2813) 60 % bij 20°;

Maatvastheid: (DIN 30646) 0,3 mm max.;

Kleefkracht: aanvankelijk FINAT FTM-1, roestvrij staal 500 N/m;

Kleefkracht: uiteindelijk FINAT FTM-1, roestvrij staal 720 N/m; 10 Brandbaarheid: Zelfdovend;

Houdbaarheid: Opgeslagen bij 22°C/50-55 % RH 2 jaar;

Duurzaamheid: Verticale blootstelling 7 jaar;

Minimale aanbrengtemperatuur: 10° C;

Temperatuurbereik: - 40 tot +110° C; 15 Vochtbestendigheid bij 20 uur blootstelling: Geen effect;

Roestbestendigheid bij 120 uur blootstelling: Geen bijdrage aan roest;

Bestendigheid tegen chemicaliën: Zwakke zuren hebben geen effect en ook zwakke basen hebben geen effect; 20 Bestendigheid tegen oplosmiddelen: Aangebracht op aluminium:

Antivries, 4 uur onderdompeling: Geen effect;

Reiniging: De film is bestand tegen reiniging met heet water en/of hoge-druk reinigingsapparatuur.

De volgende voordelige toepassingen kunnen bijvoorbeeld met de 25 uitvinding worden bereikt.

Met de beschermingsfoliestrip 4 kan vrijwel elke willekeurige vrije vorm vanuit de hand als directe snijmal worden uitgezet. Vervolgens kunnen decoraties over de beschermingstape worden geplakt en op de gebogen beschermfoliestrip op maat worden afgesneden.

14

In een uitvoeringsvorm kan met de beschermingsfoliestrip 4 een willekeurige vorm vanuit de hand ten behoeve van een productiemal worden uitgezet, waarbij schetsen met potlood niet meer nodig is. Vervolgens kan een folie 3 die geschikt is voor het maken van een mal (applicationtape) op 5 de gebogen beschermfoliestrip 4 op maat tot mal worden gesneden. De mal doet vervolgens bijvoorbeeld dienst om op een snijtafel seriematig folies 3 vooraf op maat te snijden.

In nog een uitvoeringsvorm kunnen de folies 3, bijvoorbeeld zogenaamde functional films (bijvoorbeeld transparante folies, “black-out®” 10 films, “tattoo” films) op de beschermingsfoliestrip 4 in vorm worden gesneden direct op motorkappen en/of bumpers en/of doortreds, en dergelijke. Een voordeel kan zijn dat de folie 3 eenvoudiger direct op een 3D ondergrond kan worden gemonteerd, dan dat deze exact passend kan worden voorgesneden vanuit een mal.

15 In nog een uitvoeringsvorm kunnen met de beschermfoliestrip 4 relatief rechte referentielijnen op voertuigen 2 worden uitgezet.

In een uitvoeringsvorm kan op vliegtuigen, door voormontage van de beschermfoliestrip 4, de vliegtuigfolie 3 worden aangebracht zonder de buitenzijde te beschadigen. De foliestrip 4 kan bijvoorbeeld rond de ramen, 20 of bij de voorzijde leading-edge worden aangebracht.

Diverse snijhandelingen kunnen direct op personenwagens bestelwagens en bestelbussen worden uitgevoerd met verminderd risico ten opzichte van conventionele methoden. Bijvoorbeeld kan worden gesneden langs deurgrepen, stootstrips, deur en/of raam rubbers, afwerkingstrips, 25 deurnaden, en dergelijke.

Tevens wordt het door de uitvinding mogelijk gemaakt gelamineerde en/of dikkere folies 3 op vrachtwagens af te werken, bijvoorbeeld langs stelbalken, rond hang- en/of sluitwerk op achterzijden en dergelijke. Met behulp van de beschermfoliestrip 4 wordt ten opzichte van 15 conventionele methoden het risico verminderd dat bijvoorbeeld kitnaden en/of aluminium wordt aangesneden.

In nog een uitvoeringsvorm kan nagenoeg naadloos aansluiten van twee foliedelen 3 worden bereikt, in het bijzonder door toepassen van de 5 zogenaamde “door en door” snijdtechniek, vergelijkbaar met behangtechnieken. Hierbij kan mogelijk een zogenaamd krimpnaadje ontstaan, echter kan dit krimpnaadje mogelijk aantrekkelijker zijn dan een overlap in de twee aansluitende folies 3.

In een verdere uitvoeringsvorm worden bijvoorbeeld raamfolies 10 (veiligheids/ inbraakwerende/ zonwerende en combinatiefolies); “Clear view” folies 3 (gaatjesfolie met of zonder laminaat); “Cristal frosted” en “dusted” (zandstraal) folie 3 na voormontage van de bescbermfoliestrip 4 direct op een ondergrond zoals glas, eventueel met coating, gesneden. Eventueel kunnen bijvoorbeeld rechte lijnen op glas worden gesneden, waarbij de 15 foliestrip 4 langs een rechte lijn op het glas wordt geplakt.

Bijvoorbeeld kunnen reflectieve folies 3 (permanent en semipermanent) na voormontage van de beschermfoliestrip 4 direct op de ondergrond worden gesneden. Dit is bijvoorbeeld voordelig bij signaalmarkeringen voor bijvoorbeeld politie, brandweer, marechaussee 20 en/of ambulances omdat (deels) direct op het voertuig gewerkt kan worden. Een bijkomend voordeel kan zijn dat daar waar reflectieve folies op een onderliggende folie worden gemonteerd (bij 'ëar wrap) bij het afsnijden van het reflective materiaal geen hinderlijke lijmresten op de snijlijn achterblijven.

25 In een uitvoeringsvorm kunnen zogenaamde relatief dikke en stugge folies 3, zoals bijvoorbeeld “Diamond-Grades®”, na voormontage van de beschermfoliestrip 4 direct op de ondergrond worden gesneden.

In een uitvoeringsvorm waar een folie 3 wordt gemonteerd op een zeildoek kan na voormontage met de beschermfoliestrip 4 folie (met AT) 30 direct op het zeildoek worden gesneden.

16

De werkwijze volgens de uitvinding kan in een uitvoeringsvorm ook bij dunne gegoten (“cast”) vinyls (PVC) worden toegepast. Daarbij kan de “application tape” direct na het snijden worden verwijderd, om eventueel uitrekken van de folie 3 te voorkomen. Hierbij wordt bijvoorbeeld door de 5 application tape heengesneden. De folie 3 inclusief application tape kan bijvoorbeeld na montage direct op een ondergrond worden afgesneden. Hierbij kan de application tape meer stevigheid geven aan de relatief dunne laag PVC, waardoor bij het snijden mogelijk minder snel een slingerende snijlijn ontstaat.

10 Bij het doorsnijden van folie 3 bestaat altijd het risico dat tot voorbij de folie 3 wordt doorgesneden. Als de beschermfoliestrip 4 iets ruimer wordt voorgemonteerd kan de kans op uitschietbeschadigingen worden verminderd.

Waar de folie 3 bijvoorbeeld door hoeken van een profielrand heen 15 moet worden gesneden is het veelal lastig om de mesdruk te doseren. Indien vooraf beschermfoliestrip 4 wordt aangebracht kan ook deze handeling met verminderd risico worden uitgevoerd.

De volgende folies 3 zijn getest en zijn onder meer geschikt voor toepassing met de uitvinding. Uiteraard zijn meer folies 3 geschikt voor 20 toepassing van uitvinding dan alleen ondergenoemde folies 3.

• Avery® 900 SC

• Avery® MPI1004 en MPI 1005 ongelamineerd • Avery® wrapping films

• Avery® 7521 functional film transparent PU

25 · Avery® 7541 functional film transparent PVC

• Avery® 7545 functional film transparent PVC

• Avery® 7551 functional film black PVC

• Avery® 1004 en 1005 met DOL laminaat

• Avery® 556 functional film black PVC

17 • Avery® reflective series • Avery® diamond grade • inbraakwerende ruitfolies van diverse leveranciers • Zonwerende ruitfolies van diverse leveranciers 5 · 3M® 70/100 serie • 3M® 160/180/ (zonder laminaat) • 3M® IJ 380 serie (event, met laminaat) • 3M® wrapping film • 3M® 160/180 serie (met laminaat) 10 · 3M® reflective material • 3M® diamond grade • 3M® Di-Noc

Voertuigen voor toepassing van de uitvinding kunnen bijvoorbeeld delen van auto’s, motors, vrachtwagens, bussen, trailers, vliegtuigen, 15 helikopters, zeilen, boten, of andere voertuigen betreffen. Naast voertuigen kan de werkwijze op geschikte wijze worden toegepast op ondergronden als gebouwen, beelden, poppen, of andere al dan niet gekromde vlakken, bijvoorbeeld omvattende lak, hout, kunststof, rubber, glas en/of metaal.

De beschreven en vele vergelijkbare variaties, evenals combinaties 20 daarvan, worden geacht binnen het door de cönclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen. Uiteraard kunnen verschillende aspecten van verschillende uitvoeringsvormen en/of combinaties daarvan met elkaar worden gecombineerd en uitgewisseld. Er dient aldus niet tot slechts de genoemde uitvoeringsvormen te worden beperkt.

25

Claims (19)

1. Werkwijze voor het snijden van klevende folie op een ondergrond, waarbij tenminste één randgebied wordt bepaald voor het snijden van aan te brengen klevende folie op een ondergrond, 5 een klevende foliestrip ongeveer over het randgebied wordt aangebracht, de ondergrond wordt beplakt met klevende folie zodat de folie tenminste deels de foliestrip overlapt, met een mes in de folie wordt gesneden terwijl op de foliestrip 10 wordt gedrukt, de foliestrip tenminste deels onder de folie vandaan wordt gehaald en van de ondergrond wordt verwijderd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij althans deels door de folie op de foliestrip wordt gesneden.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de foliestrip een deelgebied omsluit en in de folie op de foliestrip wordt gesneden.

4. Werkwijze volgens één der conclusies 1 - 3, waarbij na het snijden en afsplitsen van de folie een randgebied van de op de ondergrond aangebrachte folie wordt nabewerkt middels verwarming en/of met een 20 rakel.

5. Zelfklevende beschermfoliestrip voor aanbrenging op een ondergrond, waarbij het materiaal van de foliestrip een rek bij breuk van tenminste ongeveer 150% heeft, waarbij de foliestrip ongeveer tussen de 3 en 30 millimeter breed is.

6. Beschermfoliestrip volgens conclusie 5, waarbij de foliestrip ongeveer tussen de 100 en 600 micron, bij voorkeur ongeveer tussen de 150 en 400 micron dik is.

7. Beschermfoliestrip volgens conclusie 5 of 6, waarbij de kleefkracht van de foliestrip op roestvrij staal ongeveer tussen de 100 en 1100 Newton per meter bedraagt.

8. Beschermfoliestrip volgens één der conclusies 5-7, waarbij de 5 foliestrip een elastomeer omvat.

9. Beschermfoliestrip volgens één der conclusies 5 - 8, waarbij de foliestrip polyurethaan omvat.

10. Beschermfoliestrip volgens één der conclusies 5 - 9, waarbij de foliestrip tenminste deels transparant is.

11. Beschermfoliestrip volgens één der conclusies 5 - 10, waarbij de foliestrip tot een rol is opgerold.

12. Kit van een beschermfoliestrip volgens één der conclusies 5 - 11 en een zelfklevende kunststoffolie.

13. Kit volgens conclusie 12, waarbij de elasticiteit van het materiaal 15 van de foliestrip hoger is dan de elasticiteit van de folie.

14. Kit volgens conclusie 12 of 13, waarbij kleefkracht van de folie op de ondergrond hoger is, bij voorkeur meerdere malen hoger, dan de kleefkracht van de folie op de foliestrip.

15. Kit volgens één der conclusies 12 - 14, waarbij kleefkracht van de 20 foliestrip op de ondergrond hoger is dan de kleefkracht van de folie op een bovenzijde van de foliestrip.

16. Kit volgens één der conclusies 12 - 15, waarbij de folie PVC omvat.

17. Gebruik van een beschermfoliestrip volgens één der conclusies 5 — 11. en/of kit volgens één der conclusies 12 — 16 in een werkwijze volgens één 25 der conclusies 1-4.

18. Gebruik van een beschermfoliestrip volgens één der conclusies 5 -11 voor bevestiging tegen een ondergrond en voor het eroverheen, tenminste deels, plakken van een folie voor het snijden van de folie op de foliestrip.

19. Beschermfoliestrip volgens één der conclusies 5 - 11, kit volgens 30 één der conclusies 12 — 16, werkwijze volgens één der conclusies 1 — 4, of gebruik volgens één der conclusies 17 of 18, waarbij de ondergrond een voertuig betreft. 5