NL1013262C2

NL1013262C2 - Fixatie-element voor draden, in het bijzonder van droogmolen.

Info

Publication number: NL1013262C2
Application number: NL1013262A
Authority: NL
Inventors: Antonius Johannes Verbeek; Sven Hubertus Johannes Smeets
Original assignee: Brabantia Nederland Bv
Priority date: 1999-10-11
Filing date: 1999-10-11
Publication date: 2001-04-17
Also published as: US6585121B1; EP1137836A1; CA2356833A1; DE60001912T2; WO2001027378A1; AU1063901A; DE60001912D1; AU743736B2; EP1137836B1

Description

Fixatie-element voor draden» in het bijzonder voor een droogmolen.

De uitvinding heeft betrekking op een fixatie-element voor het verbinden van de twee einden van een draad, welk fixatie-element twee paar zich door het element 5 uitstrekkende gaten heeft en elk paar gaten bestemd is om er een einddeel van de draad lusvormig doorheen te rijgen.

Een dergelijk element is beschreven in US-A-4583649.

Draad dat voor waslijnen of droogmolens wordt gebruikt bestaat uit een stevige kem, die de spankrachten op de draad moet opnemen en een zachte, gladde 10 buitenmantel die de draad dikte geeft en het makkelijker maakt de draad schoon te maken. De mantel kan minder grote krachten opnemen dan de kem. Bij het met elkaar verbinden van de uiteinden van dergelijk draadmateriaal is het van belang dat de verbinding niet enkel op de buitenmantel maar ook op de sterkere kem aangrijpt.

Bij toepassing van het fixatie-element volgens genoemd US-A-4583649 steekt 15 een deel van het ene draadeinde door een lus van het andere draadeinde en omgekeerd.

De weerstand tegen het ten opzichte van elkaar los schieten van de draadeinden kan bij zware belasting tekort schieten waardoor bij toepassing op een droogmolen, de natte was die de belasting veroorzaakt, op de grond valt.

Met de uitvinding wordt beoogd dit bezwaar te ondervangen en het in de aanhef 20 aangeduid fixatie-element te verschaffen dat een ten opzichte van de stand van de techniek grotere weerstand tegen verschuiven van de draadeinden ten opzichte van elkaar vertoont.

Volgens de uitvinding is dit fixatie-element hiertoe gekenmerkt doordat het bovendien van twee kokers is voorzien en elke koker bestemd is om er een uit de gaten 25 stekend vrij einde van de draad doorheen te steken een en ander zodanig, dat het naar de genoemde koker lopende draaddeel een naar een gat in het fixatie-element lopend draaddeel overlapt, waarbij de doorlooprichting van de kokers in hoofdzaak loodrecht staat op die van de genoemde gaten.

Doordat de draaduiteinden nog een extra knik maken om door de kokers te lopen, 30 wordt de weerstand tussen draad en fixatie-element vergroot. Als gevolg van het feit dat de doorlooprichting van de kokers in hoofdzaak loodrecht staat op die van de gaten, kan een vlakke uitvoeringsvorm van het fixatie-element worden bereikt, ook als de 1013262« 2 uiteinden van de draad, die uit de kokers steken, op enige afstand van het uiteinde van de kokers worden afgeknipt.

Om nog meer weerstand tussen draden en fixatie-element te verkrijgen, kan het voordelig zijn dat de kokers zich uitstrekken in de richting van de verbindingslijn 5 tussen de gaten van de respectievelijk gatenparen. Dit heeft een gunstige uitwerking op de wrijving tussen draden en fixatie-element.

De uitvinding betreft voorts een droogmolen omvattende een staander en een aantal vanaf die staander uitstekende profielen met series van paren openingen en draden die zijn geregen door openingen in de profielen, welke profielen van ten minste 10 één paar tegenover elkaar liggende boringen zijn voorzien, waarbij elke boring bestemd is om er van buitenaf een einde van genoemde draad doorheen te steken en waarbij voor het fixeren van de twee uiteinden van een draad ten opzichte van dat profiel een fixatie-element wordt gebruikt, welk fixatie-element twee paar zich door het element uitstrekkende gaten heeft en elk paar gaten bestemd is om er een einddeel van de draad 15 lusvormig doorheen te rijgen. Een dergelijke droogmolen is eveneens bekend uit genoemd US-A-4583649. Volgens de uitvinding is het fixatie-element bovendien van twee kokers voorzien en is elke koker bestemd om er het overblijvende deel van het lusvormige door een paar gaten geregen draadeind doorheen te steken één en ander zodanig dat het naar de genoemde koker lopend draaddeel het vanaf een opening in het 20 profiel naar een gat in het fixatie-element lopende draaddeel overlapt, waarbij de doorlooprichting van de kokers in hoofdzaak loodrecht staat op die van de genoemde gaten. De kokers strekken zich bij voorkeur in de richting van de verbindingslijn tussen de gaten van de respectievelijke gatenparen uit.

De uitvinding zal nader worden toegelicht onder verwijzing naar de figuren.

25 Figuur 1 toont perspectivisch een droogmolen.

Figuur 2 toont een deel van een uitstekend profiel van de droogmolen met daarin opgenomen twee draden die zijn verbonden met het fixatie-element volgens figuur 3.

Figuur 3 toont een variant van de uitvoering volgens figuur 2 en; figuur 4 toont een uitvoeringsvorm van het fixatie-element volgens de 30 onderhavige uitvinding.

In figuur 1 wordt een droogmolen getoond omvattende een staander 1, daarvan uitstekende profielen 2 en tussen die profielen gespannen draden 3, 3' en 3". Volgens de f013262· 3 stand van de techniek maken de draden 3, 3' en 3" één omloop om de staander 1 en worden ze vervolgens met hun begin en eind aan elkaar bevestigd.

Zoals gezegd kunnen als de draden 3,3' of 3" breken deze worden vervangen door nieuwe. Het is wenselijk dat de verbinding van het begin en einde van een nieuwe 5 draad gemakkelijk en snel door de consument zelf is uit te voeren. Bovendien moet de lengte van de draad op eenvoudige wijze zo gekozen kunnen worden dat de draden, als de molen is uitgeklapt, op een wenselijke spanning staan.

Doordat de draden tijdens het in- en uitklappen van de droogmolen en tijdens het bewaren daarvan kunnen verschuiven, kunnen de krachten op de draden bij het 10 uitklappen aanzienlijk zijn. Verder kunnen ook de krachten als gevolg van het ophangen van nat wasgoed, aardig oplopen. Het is derhalve belangrijk dat de fixatie van de draden stevig is.

In de figuren 2 en 3 zijn uitvoeringsvormen van het fixatie-element 6 volgens de onderhavige uitvinding getoond, zoals deze worden gebruikt voor het fixeren van de 15 draad 3 in een droogmolen. Er is een deel van een uitstaand profiel 2 getoond, dat is voorzien van uitsparingen, waarvan alleen 4 zichtbaar is, waardoor de uiteinden 5 en 5' van de draad 3 naar het fixatie-element 6 lopen. De uiteinden 5,5' lopen respectievelijk na de uitsparingen door de gaten 8,7 en 8', 7' en vervolgens respectievelijk door de kokers 9 en 9'. Het verloop van de draden is in figuren 2 en 3 weergegeven, de 20 nummering van de onderdelen van het fixatie-element volgt beter uit figuur 3.

De toestand van de draad 3 zoals weergegeven in figuren 2 en 3 is bij uitstek geschikt om zijn lengte af te regelen. Omdat in deze toestand de uiteinden 5, 5' nog niet strak in de uitsparingen in het fixatie-element 6 zijn opgenomen, zijn de knikken 10 en 11 nog niet scherp en grijpt het draad nog nauwelijks aan op het element 6. Als de 25 draad 3 is afgeregeld op de juiste lengte, dan kunnen, door de draaduiteinden 5, 5', bij de punten 12 ten opzichte van het fixatie-element 6 vast te houden en aan de uiteinden 13 van de draad 3 te trekken, de draaduiteinden 5, 5' strak in het element 6 worden getrokken, waardoor de uiteindelijke verbinding wordt verkregen.

Het aanbrengen van de draden kan het beste gebeuren door de molen uit te 30 klappen en zo de gewenste lengte van de draad 3 te bepalen. Als de juiste lengte van de draden is gevonden, zal het fixatie-element, mits de draad niet extreem wordt belast, deze op de juiste lengte houden. Vervolgens kan door op boven genoemde wijze de 1013262· 4 draaduiteinden 5, 5' goed aan te trekken, de verbinding tussen de draad 3 en het fixatie-element 6 worden verkregen, terwijl de lengte van de draad 3 onveranderd blijft.

Om een goede werking van het fixatie-element 6 te krijgen is de binnendiameter van de gaten en kokers 7,8,9, 7', 8', 9' ongeveer gelijk gekozen met de buitendiameter 5 van de draad 3. Door de afstand tussen de respectievelijke gaten 7, 8; 7', 8' van de parengaten klein te kiezen vergeleken met de diameter van de daad 3, zullen de knikken 10,11; 1Γ in sterke mate bijdragen aan de kracht die nodig is om de uiteinden 5, 5' uit het element 6 te trekken. Ook is het voordelig de kokers 9,9' zo te plaatsen dat de knik 11 zo scherp mogelijk is.

10 Het dient te worden opgemerkt dat, ondanks het feit dat het fixatie-element enkel is beschreven in combinatie met een wasdroger, dergelijke elementen voor tal van andere toepassingen goed bruikbaar zijn.

f013262"

Claims

1. Fixatie-element voor het verbinden van de twee einden van een draad, welk fixatie-element twee paar zich door het element uitstrekkende gaten heeft en elk paar gaten 5 bestemd is om er een einddeel van de draad lusvormig doorheen te rijgen, met het kenmerk, dat het fixatie-element bovendien van twee kokers is voorzien en elke koker bestemd is om er een uit de gaten stekend vrij einde van de draad doorheen te steken een en ander zodanig dat het naar de genoemde koker lopende draaddeel een naar een gat in het fixatie-element lopend draaddeel overlapt, waarbij de 10 doorlooprichting van de kokers in hoofdzaak loodrecht staat op die van de genoemde gaten.

2. Fixatie-element volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kokers zich uitstrekken in de richting van de verbindingslijn tussen de gaten van de 15 respectievelijke gatenparen.

3. Droogmolen omvattende een staander en een aantal vanaf die staander uitstekende profielen met series van paren openingen en draden die zijn geregen door openingen in de profielen, welke profielen van tenminste een paar tegenover elkaar 20 liggende boringen zijn voorzien, waarbij elke boring bestemd is om er van buitenaf een einde van genoemde draad doorheen te steken en waarbij voor het fixeren van de twee uiteinden van een draad ten opzichte van dat profiel een fixatie-element wordt gebruikt, welke fixatie-element twee paar zich door het element uitstrekkende gaten heeft en elk paar gaten bestemd is om er een einddeel van de 25 draad lusvormig doorheen te rijgen, met het kenmerk, dat het fixatie-element bovendien van twee kokers is voorzien en elke koker bestemd is om er het overblijvende deel van het lusvormige door een paar gaten geregen draadeind doorheen te steken een en ander zodanig dat het naar de genoemde koker lopende draaddeel het vanaf een opening in het profiel naar een gat in het fixatie-element 30 lopende draaddeel overlapt, en dat de doorlooprichting van de kokers in hoofdzaak loodrecht staat op die van de genoemde gaten. $013262· V

4. Droogmolen volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de kokers zich uitstrekken in de richting van de verbindingslijn tussen de gaten van de respectievelijke gatenparen. 1013262·