NL1013115C2 - Lasbadondersteuning. - Google Patents

Description

Lasbadondersteunina.

De uitvinding heeft betrekking op een ondersteuning voor het lasbad tijdens het aan elkaar lassen van twee bij elkaar geplaatste buizen of pijpen.

Bij het aan elkaar lassen van twee pijpen om een 5 buisleiding voor bijvoorbeeld gas of olie te vormen, worden de pijpen met de eindranden bij elkaar gebracht, waarbij de eindranden op een kleine afstand van elkaar en de pijpen in lijn met elkaar gehouden worden middels positioneringsmiddelen, in het bijzonder een zogenaamde 10 "line-up clamp". Deze line-up clamp is in de pijpen op-stelbaar en is voorzien van twee aan weerszijden van de voeg op te stellen reeksen druksegmenten, die tegen de binnenwand van de pijpen gespannen kunnen worden. Nadat de pijpen gesteld zijn wordt met behulp van een over de 15 buitenomtrek bewegende lasautomaat de las gemaakt. Om te voorkomen dat lasmateriaal door de spleet heen in de pijpen kan komen maakt men gebruik van van binnenuit aan te brengen lasbadsteunen, die in de werkzame stand een in omtreksrichting aaneengesloten oppervlak kunnen vormen.

20 Uit het Amerikaans octrooischrift 5.110.031 is een line-up clamp met lasbadsteunen bekend, waarbij de lasbadsteunen aangebracht zijn op hydraulische of pneumatische zuiger/cilindersamenstellen, waarmee zij van een radiaal ingetrokken ruststand naar een radiaal uitgezette 25 werkstand bewogen kunnen worden. De eigenlijke lasbadsteu- •1 o ? * . v 2 nen, van koper of van ceramisch materiaal, zijn bevestigd op dragers, die zelf via een cardankoppeling bevestigd zijn op het uiteinde van de betreffende zuigerstang, voor aanpassing aan eventuele onregelmatigheden in de pijpwand.

5 De eigenlijke lasbadsteunen zijn parallellogram-vormig en kunnen bij het intrekken van de zuigerstangen ten opzichte van elkaar verdraaien als gevolg van de plaatsing van torsieveren tussen de zuigerstang van de ene lasbadsteuen en de drager van de naastgelegen lasbadsteun. Hierdoor 10 wordt voorkomen dat door de bij het intrekken kleiner wordende omtrekslengte de lasbadsteunen elkaar zouden hinderen.

Uit de Europese octrooiaanvrage 0.767.719 is een andere line-up clamp bekend. Hierbij zijn de lasbadsteunen 15 middels axiale bouten bevestigd op de opstaande benen van U-vormige dragers, die zelf in axiale richting verschuifbaar op een as gemonteerd zijn in U-vormige zadels. Tussen de U-vormige dragers en de wanden van de zadels bevinden zich veren. Aldus kunnen de U-vormicfe houders enigermate 20 axiaal bewegen bij het radiaal intrekken van de lasbadsteunen om zo een kleinere omtrekslengte te compenseren.

De zadels zelf zijn elk aan hun radiale binnenzijde voorzien van een stang die nauwpassend opgenomen is in een koker in het gestel van de line-up clamp. Op de 25 boden van de koker bevindt zich een radiale drukveer, die het ondereind van de stang aangrijpt. De drukveer oefent een permanente radiale buitenwaartse kracht uit op het zadel en daarmee op de lasbadsteun. Voor het in een ingetrokken stand houden van de lasbadsteun zijn de naburige 3 0 druksegmenten voorzien van een in de; radiale baan van de drager reikende aanslag. Wanneer de druksegmenten worden uitgezet beweegt de lasbadsteun dus vanzelf mee.

De uitvinding heeft tot doel een inrichting voor het ondersteunen van een lasbad ter plaatse van de over-35 gang tussen twee pijpen te verschaffen, die constructief eenvoudig van opzet is en waarmee een strakke aanligging van de lasbadsteunen tegen het binnenoppervlak van de 3 pijpen, ook bij oneffenheden, mogelijk is.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een inrichting voor het ondersteunen van een lasbad ter plaatse van een van buiten af te maken lasverbinding tussen twee stalen 5 pijpen, omvattend een binnen de pijpen op te stellen gestel en een aantal lasbadschoenen, die zelf op het gestel ondersteund zijn middels uithoudermiddelen, die door bedieningsmiddelen verplaatsbaar zijn tussen een radiaal ingetrokken ruststand en een radiaal uitgezette 10 werkstand, waarin de lasbadschoenen met elkaar een in omtreksrichting in hoofdzaak aaneengesloten vloer vormen voor het lasbad, waarbij de bedieningsmiddelen een bron voor fluidum onder druk omvatten en de uithoudermiddelen door de bedieningsmiddelen met het fluidum onder druk 15 brengbare kamers omvatten, en waarbij de kamers vervormbare zijwanden bezitten.

Doordat de vervormbaarheid gecombineerd wordt met de kamers van de uithoudermiddelen kan de constructie eenvoudig blijven. Van extra, onderhoudsgevoelige midde-20 len, zoals een cardanverbinding, kan worden afgezien.

Bij voorkeur zijn de zijwanden van de kamers in radiale richting vervormbaar, vooi een verbeterde aanpas- u sing aan radiale oneffenheden op !;het binnenoppervlak van de pijpen.

25 Bij voorkeur zijn de zijwanden van de kamers in axiale richting van de pijpen vervormbaar, om zo ook, zonder bijzondere ingrepen, een verplaatsingsmogelijkheid voor de lasbadschoenen in axiale richting tijdens het intrekken van de lasbadschoenen te verschaffen. De lasbad-3 0 schoenen kunnen dan uit het vlak van de las weg kantelen, waardoor sneller ruimte vrij komt in omtreksrichting.

Een zeer eenvoudige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt verkregen indien gebruik gemaakt wordt van kamers met balgvormige zijwan-35 den.

Bij voorkeur zijn de kamers aan hun radiale buitenzijde voorzien van een stijve steunplaat, waarop een J?i? ' 0 ' V ij 4 lasbadschoen is bevestigd. De stijve steunplaat kan losmaakbaar bevestigd zijn op een stijf einddeel op de betreffende kamer.

Volgens een voordelige verdere ontwikkeling van 5 de inrichting volgens de uitvinding is de stijve steunplaat dan middels zich in hoofdzaak in radiale richting uitstrekkende en naast de lasbadschoen gelegen bouten bevestigd op het genoemde stijve einddeel op de betreffende kamer. Hierdoor wordt bereikt dat de lasbadschoen 10 met radiaal reikend gereedschap voor vervanging los gemaakt kan worden, waarvoor een nauwe spleet tussen lasbadschoen en naburig druksegment voldoende kan zijn. In vergelijking met de opstelling volgens EP-A-0.767.719, waar men met axiaal reikend gereedschap de lasbadschoenen 15 moet los zien te maken, kunnen de druksegmenten veel dichter bij de lasbadschoenen geplaatst worden, hetgeen de uitrichting ten goede komt.

Bij voorkeur is de lasbadschoen met zijn onder-oppervlak losmaakbaar bevestigd aan de stijve steunplaat. 20 Na het verwijderen van de lasbadschoen met steunplaat kan men beide vervangen of de vervanging beperkt houden tot de schoen zelf.

Vanuit een ander aspect verschaft de uitvinding een samenstel omvattend een inrichting volgens de uitvin-25 ding alsmede positioneringsmiddelen net houdmiddelen voor het aangrijpen van het binnenoppervlak van de beide pijpen om de pijpen ten opzichte van elkaar in lijn en op de juiste onderlinge afstand te houden, waarbij de stijve steunplaat gelegen is binnen de axiale ruimte tussen de 30 houdmiddelen.

Bij voorkeur zijn de positioneringsmiddelen voorzien van richtmiddelen voor de steunplaat danwel de lasbadschoen.

Vanuit weer een ander aspect verschaft de uit-35 vinding een samenstel voor het aan elkaar lassen van twee stalen pijpen, omvattend positioneringsmiddelen voor het op de juiste plaats ten opzichte van elkaar houden van de 5 aan elkaar te lassen eindranden van de beide pijpen, alsmede een inrichting voor het ondersteunen van een lasbad ter plaatse van een van buiten af te maken lasver-binding tussen de twee stalen pijpen, omvattend een binnen 5 de pijpen op te stellen gestel en een aantal lasbadschoe-nen, die zelf op het gestel ondersteund zijn middels uithoudermiddelen, die door bedieningsmiddelen verplaatsbaar zijn tussen een radiaal ingetrokken ruststand en een radiaal uitgezette werkstand, waarin de lasbadschoenen met 10 elkaar een in omtreksrichting in hoofdzaak aaneengesloten vloer vormen voor het lasbad, waarbij de lasbadschoenen bevestigd zijn op de uithoudermiddelen middels van buiten af losmaakbare verbindingsmiddelen, die zich in hoofdzaak radiaal uitstrekken.

15 Bij voorkeur omvatten de positioneringsmiddelen houdmiddelen voor het aangrijpen van het binnenoppervlak van de beide pijpen, waarbij de stijve steunplaat gelegen is binnen de axiale ruimte tussen de houdmiddelen.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de 20 hand van een op schematische wijze in de bij gevoegde figuren weergegeven voorkeursuitvoering. Geteld wordt in: Figuur 1 een schematische deelopstelling van een losbadondersteuning en een line-up clamp voorafgaande aan het plaatsen van de lasbadsteun; en 25 Figuur 2 de opstelling van figuur 1, echter nu tijdens het aanbrengen van een las.

In figuur 1 zijn twee met elkaar te verbinden pijpen 1 en 2 weergegeven, die met hun schuine eindranden op een kleine afstand van elkaar gehouden worden om een 30 met lasmateriaal te vullen lasvoeg 3 te bepalen. Voor het uitrichten en op de juiste onderlinge afstand van elkaar houden van de pijpen 1 en 2 wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde line-up clamp 4, die hier is weergegeven met klemmechanismen 6a, 6b, die met behulp van niet nader 35 weergegeven middelen uitzetbaar en intrekbaar zijn in de richtingen A, wanneer dat gewenst is. Tijdens het klemmen danwel vasthouden van de pijp en 1 en 2 drukken drukseg- ί 1 d 3 - * 6 menten 9a en 9b tegen het binnenoppervlak van de pijpen 1 en 2, en zulks op langs de omtrek op regelmatige afstand van elkaar gelegen plaatsen. Voor meer uitleg hierover kan bijvoorbeeld verwezen worden naar de beide vernoemde 5 octrooischriften.

De duwsegmenten 9a en 9b zijn gedragen in U-vormige zadels 7a, 7b, aan het ondereind waarvan staven 8a, 8b reiken naar een scharnierbare verbinding met het gestel van de line-up clamp.

10 De zadels 7a,7b zijn aan hun naar elkaar gekeer de zijden voorzien van van schuine zijden voorziene richt-uitsteeksels 20a,20b, die hier overdreven groot zijn weergegeven.

Tussen de beide delen van de line-up clamp 15 bevindt zich een inrichting 5 met behulp waarvan lasbad-steunen voor de lasruimten 3 worden verschaft, welke inrichting 5 onafhankelijk kan zijn van de line-up clamp, maar, indien dat gewenst is, daar ook deel van kan uitmaken. De lasbadsteuninrichting 5 omvat aan het radiale 20 buiteneind een reeks lasbadschoenen 10, van keramisch materiaal of van koper, of een ander geschikt materiaal. Deze schoenen 10 kunnen in bovenaanzicht trapeziumvormig zijn, zoals bijvoorbeeld is weergegeven in de Europese octrooiaanvrage 0.767.719 alwaar in omtreksrichting naast 25 elkaar gelegen schoenen ook een afwisselende trapeziumvorm bezitten. Elke schoen 10 is middels bouten 19 aan zijn onderzijde bevestigd op een stalen steunplaat 11, die met behulp van bouten 12 vastgelegd is op een stalen ring 13 . Hierdoor kan het samenstel van schoen 10 met steunplaat 30 11, nadat het samenstel van line-up clamp met lasbadsteun inrichting buiten de pijpleiding is gevoerd, eenvoudig met behulp van radiaal reikende gereedschappen worden losgemaakt. De druksegmenten 9a, 9b kunnen hierdoor in feite zeer dichtbij de rand van de steunplaat 11 geplaatst 35 worden, waarbij opgemerkt wordt dat in figuur 1 de onderlinge afstand overdreven groot is weergegeven.

Bijzonder is voorts dat de lasbadschoen 10 7 ondersteund wordt op een balgconstructie 14, waarvan het boveneind middels de genoemde ring 13 bevestigd aan de steunplaat 11 voor de schoen 10 en het ondereind middels ring 15 bevestigd aan het gestel 16 van de lasbadsteunin-5 richting 5. De balg 14 bepaalt met het inwendige een kamer die in fluidumverbinding met een drukbron 17 voor olie dan wel lucht, die geregeld wordt met behulp van bedienbare regelinrichting 18. Men kan daarbij naar gewenst de druk variëren voor het bereiken van een optimale aanligging van 10 de schoen 10 tegen het binnenoppervlak van de pijpen 1 en 2 .

Wanneer men de lasbadschoen 10 tot aanligging met binnenoppervlak van de pijp 1 en 2 wenst te brengen activeert men de drukbron 17, zodat het inwendige van de 15 balg 14 op druk komt en de balg 14 uitzet, en de schoen 10 in de richting B beweegt. De balg kan hierbij op een druk van 8-12 bar gebracht worden, hetgeen mogelijk is met balgen die in de handel verkrijgbaar zijn en thans voor andere doeleinden worden gebruikt, zoals de "Firestone 20 Airstroke (geregistreerd handelsmerk) Actuators". Dergelijke balgconstructies hebben bewezen over een lange periode met hoge drukken betrouwbaar te kunnen werken.

Wanneer de lasbadschoen een oneffenheid op het binnenoppervlak van een van de pijpen 1 of 2 treft, biedt 25 de zijwand van de balg 14 voldoende compensatie, zodat de schoen 10 toch zo goed als mogelijk kan aanliggen tegen het binnenoppervlak en een lekweg onder de lasruimte 3 wordt voorkomen.

Bij het bewegen van de lasbadschoen 10 in de 30 richting B zorgen de schuine zijden van de richtuitsteek-sels 20a, 20b er door contact met de randen van de steunplaat 11 voor dat de lasbadschoen 10 in axiale richting op zekere wijze geleid/opgesloten wordt gehouden tot aankomst tegen het binnenoppervlak van de pijpen 1,2 op de gewenste 35 plaats.

Na het voltooien van het aanbrengen van de las, zoals is weergegeven in figuur 2, kan de druk van de i i ; .

8 drukbron 17 worden afgelaten, en zal de schoen 10 weer ingetrokken worden in de richting C. Daarbij doet zich het voornoemde probleem van de kleiner wordende omtrekslengte voor, welk probleem in dit geval wordt opgelost doordat de 5 in omtreksrichting naast elkaar gelegen schoenen afwisselend in richting D en in de richting E, in de richting van hun grootste trapeziumzijde, zowel een axiale als in radiale richting weg kunnen kantelen. Door dat kantelen wordt de verplaatsingsbehoefte in axiale richting verkleind.

ίο i v; ? $ \

Claims (13)

1. Inrichting voor het ondersteunen van een lasbad ter plaatse van een van buiten af te maken lasver-binding tussen twee stalen pijpen, omvattend een binnen de pijpen op te stellen gestel en een aantal lasbadschoenen, 5 die zelf op het gestel ondersteund zijn middels uithouder-middelen, die door bedieningsmiddelen verplaatsbaar zijn tussen een radiaal ingetrokken ruststand en een radiaal uitgezette werkstand, waarin de lasbadschoenen met elkaar een in omtreksrichting in hoofdzaak aaneengesloten vloer 10 vormen voor het lasbad, waarbij bedieningsmiddelen een bron voor fluïdum onder druk omvatten en de uithoudermid-delen door de bedieningsmiddelen met het fluïdum onder druk brengbare kamers omvatten, en waarbij de kamers vervormbare zijwanden bezitten.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de zijwanden van de kamers in radiale richting vervormbaar zijn.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de zijwanden van de kamers in axiale richting van de 20 pijpen vervormbaar zijn.

4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de kamers balgvormige zijwanden bezitten.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de kamers aan hun radiale buitenzijde voor- 25 zien zijn van een stijve steunplaat, waarop een lasbad-schoen is bevestigd.

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de stijve steunplaat losmaakbaar bevestigd is op een stijf einddeel op de betreffende kamer.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de stijve steunplaat middels zich in hoofdzaak in radiale richting uitstrekkende en naast de lasbadschoen gelegen bouten bevestigd is op het genoemde stijve einddeel op de betreffende kamer.

8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, waarbij 5 de lasbadschoen met zijn onderoppervlak losmaakbaar bevestigd is aan de stijve steunplaat.

9. Samenstel omvattend een inrichting volgens conclusie 7, voorts omvattend positioneringsmiddelen met houdmiddelen voor het aangrijpen van het binnenoppervlak 10 van de beide pijpen om de pijpen ten opzichte van elkaar in lijn en op de juiste onderlinge afstand te houden, waarbij de stijve steunplaat gelegen is binnen de axiale ruimte tussen de houdmiddelen.

10. Samenstel volgens conclusie 9, waarbij de 15 positioneringsmiddelen voorzien zijn van richtmiddelen voor de steunplaat danwel de lasbadschoen.

11. Samenstel voor het aan elkaar lassen van twee stalen pijpen, omvattend positioneringsmiddelen voor het op de juiste plaats ten opzichte van elkaar houden van 20 de aan elkaar te lassen eindranden van de beide pijpen, alsmede een inrichting voor het ondersteunen van een lasbad ter plaatse van een van buiten af te maken lasver-binding tussen de twee stalen pijpen, omvattend een binnen de pijpen op te stellen gestel en een aantal lasbadschoe- 25 nen, die zelf op het gestel ondersteund zijn middels uithoudermiddelen, die door bedieningsmiddelen verplaatsbaar zijn tussen een radiaal ingetrokken ruststand en een radiaal uitgezette werkstand, waarin de lasbadschoenen met elkaar een in omtreksrichting in hoofdzaak aaneengesloten 30 vloer vormen voor het lasbad, waarbij de lasbadschoenen bevestigd zijn op de uithoudermiddelen middels van buiten af losmaakbare verbindingsmiddelen, die zich in hoofdzaak radiaal uitstrekken.

12. Samenstel volgens conclusie 10, waarbij de 35 positioneringsmiddelen houdmiddelen omvatten voor het aangrijpen van het binnenoppervlak van de beide pijpen, waarbij de stijve steunplaat gelegen is binnen de axiale ruimte tussen de houdmiddelen.

13. Inrichting voor het ondersteunen van een lasbad ter plaatse van een van buiten af te maken lasver-binding tussen twee stalen pijpen, omvattend een of meer 5 van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o-AF