NL1012739C2 - Voerinrichting, in het bijzonder voor het verstrekken van krachtvoer. - Google Patents

Voerinrichting, in het bijzonder voor het verstrekken van krachtvoer. Download PDF

Info

Publication number
NL1012739C2
NL1012739C2 NL1012739A NL1012739A NL1012739C2 NL 1012739 C2 NL1012739 C2 NL 1012739C2 NL 1012739 A NL1012739 A NL 1012739A NL 1012739 A NL1012739 A NL 1012739A NL 1012739 C2 NL1012739 C2 NL 1012739C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
feeding device
pouring channel
channel
feed
feeding
Prior art date
Application number
NL1012739A
Other languages
English (en)
Inventor
Renu Fransen
Albert Freddie Kamps
Original Assignee
Maasland Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Maasland Nv filed Critical Maasland Nv
Priority to NL1012739A priority Critical patent/NL1012739C2/nl
Priority to DE60024213T priority patent/DE60024213T2/de
Priority to PCT/NL2000/000444 priority patent/WO2001008472A1/en
Priority to DK00942564T priority patent/DK1117291T3/da
Priority to EP00942564A priority patent/EP1117291B1/en
Priority to AT00942564T priority patent/ATE310383T1/de
Priority to AU57167/00A priority patent/AU5716700A/en
Priority to JP2001513223A priority patent/JP2003505096A/ja
Application granted granted Critical
Publication of NL1012739C2 publication Critical patent/NL1012739C2/nl
Priority to US09/818,893 priority patent/US20020124804A1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/02Automatic devices
    • A01K5/0275Automatic devices with mechanisms for delivery of measured doses
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/02Automatic devices
    • A01K5/0225Gravity replenishment from a reserve, e.g. a hopper
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/02Automatic devices
    • A01K5/0225Gravity replenishment from a reserve, e.g. a hopper
    • A01K5/0241Gravity replenishment from a reserve, e.g. a hopper dispensing by means of stirring mechanisms or agitators operated by the animal

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Feeding And Watering For Cattle Raising And Animal Husbandry (AREA)
  • Centrifugal Separators (AREA)
  • Brushes (AREA)

Description

%
VOER INRICHTING, IN HET BIJZONDER VOOR HET VERSTREKKEN VAN KRACHTVOER
De uitvinding heeft betrekking op een voerinrichting, in het bijzonder voor het verstrekken van krachtvoer 5 zoals beschreven in de aanhef van conclusie 1.
Een dergelijke voerinrichting is bekend.
Bij de bekende voerinrichting doen zich problemen voor in het stortkanaal, in het bijzonder wanneer het stort-kanaal uitmondt boven de voertrog. De problemen ontstaan 10 doordat tijdens het vreten de uitgeademde lucht van het dier in het stortkanaal terechtkomt en daar condenseert tegen de wand van het stortkanaal waardoor er resten van het krachtvoer aankoeken tegen de wand van het stortkanaal, hetgeen kan leiden tot verstoppingen en/of slechte afvoer van het voer 15 via het stortkanaal.
De uitvinding beoogt een voerinrichting waarbij bovengenoemd probleem zich niet voordoet of althans tot een minimum wordt beperkt.
Overeenkomstig de uitvinding wordt dit bereikt door 20 de maatregelen zoals beschreven in het kenmerk van conclusie 1.
Volgens een eerste uitvoeringsvoorbeeld overeenkomstig de uitvinding omvatten de preventiemiddelen ontluch-tingsmiddelen met behulp waarvan het stortkanaal wordt 25 ontlucht. De ontluchtingsmiddelen zorgen ervoor dat de uitgeademde lucht die in het stortkanaal terechtkomt direct wordt afgevoerd, zodat deze niet kan neerslaan tegen de wand van het stortkanaal. Volgens een kenmerk van de uitvinding worden de ontluchtingsmiddelen gevormd door ten minste één 30 perforatie in het stortkanaal. Omdat een grote opening in het stortkanaal ertoe kan leiden dat voer buiten het stortkanaal terechtkomt, is het voorts ook mogelijk volgens een kenmerk van de uitvinding verscheidene kleine perforaties in het stortkanaal aan te brengen. Aldus ontstaat een rooster van 35 perforaties. Teneinde ook in een dergelijk geval te voorkomen dat voer buiten het stortkanaal terechtkomt, zijn de perforaties volgens een nader kenmerk van de uitvinding uitgevoerd in de vorm van lamellen die in het stortkanaal steken.
t. ' λ « v»ar φ* * C; V ·’ / h * 'J : ^ ·.· 2
Teneinde de uitgeademde lucht zo snel mogelijk af te voeren, zijn de preventie- en/of ontluchtingsmiddelen volgens een nader kenmerk van de uitvinding althans nabij de onderzijde van het stortkanaal aangebracht. In het geval dat er diverse 5 reservoirs boven het stortkanaal zijn aangebracht, is het meestal zo dat het stortkanaal relatief breed is. Om te voorkomen dat de uitgeademde lucht in het stortkanaal naar boven stijgt, is in het stortkanaal een vernauwing aangebracht. De vernauwing bevindt zich volgens een kenmerk van de 10 uitvinding nabij de onderzijde van het stortkanaal, terwijl de ontluchtingsmiddelen onder de vernauwing zijn aangebracht. Volgens een deelkenmerk van de uitvinding verloopt de vernauwing V-vormig.
Volgens een tweede uitvoeringsvoorbeeld overeenkom-15 stig de uitvinding omvatten de ontluchtingsmiddelen een ontluchtingskanaal dat uitmondt in het stortkanaal. De uitvinding heeft dan ook voorts betrekking op een voerinrich-ting, in het bijzonder voor het verstrekken van krachtvoer, voorzien van ten minste één reservoir voor het opslaan van 20 het voer en van één doseerinrichting voor het doseren van het voer, alsmede van ten minste één stortkanaal waarlangs het voer vanuit het reservoir in een voertrog wordt gestort, met het kenmerk, dat de voerinrichting ontluchtingsmiddelen omvat in de vorm van een ontluchtingskanaal dat uitmondt in het 25 stortkanaal.
Met het ontluchtingskanaal kan net als met een schoorsteen trek in het stortkanaal worden aangelegd, zodat de uitgeademde lucht wordt afgevoerd. Volgens een nader kenmerk van de uitvinding mondt het ondereinde van het 30 ontluchtingskanaal uit nabij de plaats waar het voer in de voertrog wordt gestort. Het is voorts ook mogelijk volgens een nader kenmerk van de uitvinding de uitgeademde lucht van het dier geforceerd af te voeren. Volgens een kenmerk van de uitvinding omvatten de ontluchtingsmiddelen daartoe luchtfor-35 ceermiddelen met behulp waarvan geforceerd de luchtstroom in het stortkanaal en/of het ontluchtingskanaal en/of de voertrog wordt aangelegd. In een eenvoudig uitvoeringsvoorbeeld overeenkomstig de uitvinding omvatten de luchtforceermiddelen -¾ ·:. ·: ·'.? Λ ; 7 Vö S V‘ ... · 'V/ <«-r 3 een ventilator. Teneinde energie te besparen worden de luchtforceermiddelen volgens een kenmerk van de uitvinding automatisch geactiveerd als de detectiemiddelen constateren dat een dier zich nabij de voerinrichting bevindt.
5 Volgens weer een ander uitvoeringsvoorbeeld over eenkomstig de uitvinding omvatten de preventiemiddelen automatische toevoermiddelen die nabij het ondereinde van het stortkanaal zijn aangebracht en die bij een proportionele dosering het stortkanaal vrijgeven juist vóór het doseren of 10 tijdens het doseren van het voer en daarna weer afsluiten, of die bij een continue dosering het stortkanaal zodanig vrijgeven dat het voer juist door de vrijgegeven opening stroomt. In het eerste geval wordt telkens als de dosering tijdelijk wordt aangezet de klep door de bedieningsmiddelen snel open-15 en dichtgedaan, zodanig dat het kanaal alleen wordt vrijgegeven om het voer af te voeren. In het tweede geval wordt afhankelijk van de hoeveelheid voer die per tijdseenheid door de doseerinrichting in het stortkanaal wordt gebracht de klep verder open- of dichtgezet. Aldus sluit het gedoseerde voer 20 de opening van het stortkanaal af, zodat de uitgeademde lucht niet in het stortkanaal kan komen. Volgens een nader kenmerk van de uitvinding omvatten de automatische toevoermiddelen een terugslagklep of een vrij roteerbaar nokkenrad. Volgens een nader kenmerk van de uitvinding wordt de terugslagklep 25 doof middel van een veer met bij voorkeur instelbare veerdruk gestuurd. Volgens weer een ander kenmerk van de uitvinding is het voorts ook mogelijk dat de toevoermiddelen een aandrijf-baar toevoerorgaan omvatten. Overeenkomstig de uitvinding kan dit toevoerorgaan een borstel of een vijzel of een nokkenrad 30 omvatten.
Volgens weer een ander uitvoeringsvoorbeeld overeenkomstig de uitvinding omvatten de preventiemiddelen, in het bijzonder de reinigingsmiddelen, een veeginrichting met behulp waarvan de wand van het stortkanaal wordt geveegd. De 35 veeginrichting is daarbij dusdanig opgesteld in het stortka naal dat eventuele condens en/of voerresten door de veeginrichting vanuit het stortkanaal naar de voertrog worden geveegd. In een uitvoeringsvoorbeeld overeenkomstig de 4 uitvinding omvat de veeginrichting ten minste één aandrijfbare wisinstallatie met behulp waarvan althans een deel van de wand van het stortkanaal wordt schoongewist. In weer een ander uitvoeringsvoorbeeld overeenkomstig de uitvinding omvat 5 de veeginrichting een aandrijf bare en/of langs de wand van het stortkanaal beweegbare borstel.
Volgens weer een ander kenmerk van de uitvinding is de voerinrichting, in het bijzonder het stortkanaal, voorzien van detectiemiddelen die een signaal afgeven als het stortka-10 naai vervuild en/of verstopt raakt. Het door de detectiemiddelen afgegeven signaal kan daarbij als stuursignaal voor de reinigingsmiddelen dienen en/of als waarschuwingssignaal voor de toezichthouder.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een 15 inrichting voor het automatisch melken van dieren, zoals koeien, voorzien van een melkplaats met een melkinstallatie en een voerinrichting zoals hierboven is beschreven. Volgens een nader kenmerk van de uitvinding omvat de inrichting een melkrobot met behulp waarvan melkbekers automatisch op de 20 spenen van een te melken dier worden aangesloten.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren, waarin:
Figuur 1 in zijaanzicht een doorsnede toont van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een voerinrichting overeen-25 komstig de uitvinding;
Figuur 2 een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een voerinrichting overeenkomstig de uitvinding toont;
Figuur 3 een derde uitvoeringsvoorbeeld van een voerinrichting overeenkomstig de uitvinding toont; 30 Figuur 4 een vierde uitvoeringsvoorbeeld van een voerinrichting overeenkomstig de uitvinding toont;
Figuur 5 een vijfde uitvoeringsvoorbeeld van een voerinrichting overeenkomstig de uitvinding toont;
Figuur 6 een zesde uitvoeringsvoorbeeld van een 35 voerinrichting overeenkomstig de uitvinding toont.
1 0 : 3 9 5
Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede van een voerin-richting 1 die in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is uitgevoerd als een krachtvoer inrichting. De voer inrichting 1 omvat twee reservoirs 2 waarin twee verschillende soorten 5 krachtvoer kunnen zijn opgeslagen. Nabij het ondereinde van ieder reservoir 2 bevindt zich een doseerinrichting 3 met behulp waarvan continu of periodiek krachtvoer vanuit het reservoir in een stortkanaal 4 kan worden gestort. Het stortkanaal 4 mondt uit boven een voertrog 5. In een buiten-10 wand van het stortkanaal 4 zijn ontluchtingsmiddelen 6 aangebracht. De ontluchtingsmiddelen 6 worden gevormd door perforaties 7 die ieder zijn afgedekt door een lamel 8. De perforaties 7 kunnen een willekeurige vorm hebben zoals bijvoorbeeld een rond gat of een sleuf gat. Teneinde de uitgeademde 15 lucht van een dier nog beter te kunnen afvoeren, omvatten de ontluchtingsmiddelen 6 in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld luchtforceermiddelen 9. De luchtforceermiddelen 9 worden gevormd door een ventilator 10. Het zal duidelijk zijn dat het ook mogelijk is de ontluchtingsmiddelen 6 zonder 20 luchtforceermiddelen 9 uit te voeren.
In figuur 2 is een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een voerinrichting 1 overeenkomstig de uitvinding gegeven, waarbij gelijke onderdelen met het eerste uitvoeringsvoorbeeld met gelijke verwijzingscijfers zijn weergegeven. In het 25 tweede uitvoeringsvoorbeeld overeenkomstig de uitvinding wordt het stortkanaal 4 vernauwd doordat het nabij de onderzijde een v-vormig verloop 11 heeft. De opening 12 nabij de onderzijde van het V-vormig verloop 11 van het stortkanaal 4 is voldoende om de maximale dosering van de doseerinrich-30 tingen 3 te kunnen afvoeren. Zoals weergegeven in figuur 2 zijn de perforaties 7 onder het V-vormig verloop 11 van het stortkanaal 4 aangebracht. Aldus wordt bereikt dat de door het dier uitgeademde lucht niet of nauwelijks in de bovenzijde van het stortkanaal 4 terechtkomt maar slechts in de 35 onderzijde daarvan, waar het dan ook direct door de perforaties wordt afgevoerd, terwijl dat deel van het stortkanaal 4 niet in aanraking komt met het gedoseerde krachtvoer.
Figuur 3 toont een derde uitvoeringsvoorbeeld van 'S Λ ·<* 'v 3 5 Vi «... i ** 6 een voerinrichting 1 overeenkomstig de uitvinding waarbij gelijke onderdelen met de voorgaande uitvoeringsvoorbeelden met gelijke verwijzingscijfers zijn weergegeven. In het derde uitvoeringsvoorbeeld overeenkomstig de uitvinding omvatten de 5 ontluchtingsmiddelen 6 een ontluchtingskanaal 13 dat met zijn ondereinde 14 uitmondt nabij de onderzijde van het stortka-naal 4. Het ontluchtingskanaal 13 is eveneens voorzien van luchtforceermiddelen 9 die een ventilator 10 omvatten. Het zal echter duidelijk zijn dat het ook mogelijk is uitgeademde 10 lucht van het dier af te voeren door middel van het ontluchtingskanaal 13 zonder deze luchtforceermiddelen.
Figuur 4 toont een vierde uitvoeringsvoorbeeld van een voerinrichting 1 overeenkomstig de uitvinding, waarbij overeenkomstige onderdelen met de vorige uitvoeringsvoorbeel-15 den met gelijke verwijzingscijfers zijn weergegeven. In het vierde uitvoeringsvoorbeeld overeenkomstig de uitvinding zijn nabij de onderzijde van het stortkanaal 4 automatische toevoermiddelen 15 aangebracht die het stortkanaal 4 proportioneel vrijgeven uitsluitend wanneer er voer in het stortka-20 naai 4 wordt gestort. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld omvatten de automatische toevoermiddelen 15 een terugslagklep 16 die tegen veerwerking in naar beneden toe kan uitwijken om aldus het gedoseerde krachtvoer in de voertrog 5 te laten vallen.
25 Figuur 5 toont een vijfde uitvoeringsvoorbeeld van een voerinrichting 1 overeenkomstig de uitvinding, waarbij overeenkomstige delen met de vorige uitvoeringsvoorbeelden met gelijke verwijzingscijfers zijn weergegeven. In het vijfde uitvoeringsvoorbeeld overeenkomstig de uitvinding 30 omvatten de automatische toevoermiddelen 15 een motorisch aandrijfbaar toevoerorgaan 17. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld wordt het aandrijfbare toevoerorgaan 17 gevormd door een borstel 18. Het zal echter duidelijk zijn dat in plaats van een borstel 18 ook een vijzel of een 35 nokkenrad kan worden toegepast. In het geval dat een nokken-rad wordt toegepast is het tevens mogelijk een vrij draaibaar nokkenrad toe te passen. Het zal duidelijk zijn dat, wanneer de doseerinrichtingen 3 worden ingeschakeld, het aandrijfbaar 7 toevoerorgaan 17 tevens wordt ingeschakeld.
Figuur 6 toont een zesde uitvoeringsvoorbeeld van een voerinrichting 1 overeenkomstig de uitvinding, waarbij overeenkomstige onderdelen met de overige uitvoeringsvoor-5 beelden met gelijke verwijzingscijfers zijn weergegeven. In het zesde uitvoeringsvoorbeeld overeenkomstig de uitvinding omvat de voerinrichting 1 reinigingsmiddelen 19 met behulp waarvan het stortkanaal 4 wordt gereinigd. De reinigingsmiddelen 19 worden in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld 10 gevormd door een veeginrichting 20. De veeginrichting 20 omvat een aantal motorisch aandrijfbare wissers 21 die tegen de wanden van het stortkanaal 4 zijn aangebracht. De wissers 21 zijn daarbij zo opgesteld dat condens en/of vuil vanuit het stortkanaal 4 naar de voertrog 5 wordt toegevoerd.
15 In het zesde uitvoeringsvoorbeeld overeenkomstig de uitvinding zijn verder detectiemiddelen 22 aangebracht die een signaal afgeven als de wanden van het stortkanaal 4 vervuild raken en/of het stortkanaal 4 verstopt raakt. De detectiemiddelen 22 omvatten een sensor 23 die in het stort-20 kanaal 4 is aangebracht en met behulp waarvan de wand van het stortkanaal 4 kan worden afgetast. De sensor 23 kan bijvoorbeeld een optische of akoestische of zelfs een mechanische sensor zijn. Het zal duidelijk zijn dat de detectiemiddelen 22 ook in de andere uitvoeringsvoorbeelden worden toegepast. 25 Hetzelfde geldt voor de reinigingsmiddelen 19.
‘w·:

Claims (25)

1. Voerinrichting (1), in het bijzonder voor het verstrekken van krachtvoer, voorzien van ten minste één reservoir (2) voor het opslaan van het voer en van ten minste 5 één doseerinrichting (3) voor het doseren van het voer, alsmede van ten minste één stortkanaal (4) waarlangs het voer vanuit het reservoir (2) in een voertrog (5) wordt gestort, met het kenmerk, dat de voerinrichting (1) preventie- en/of reinigingsmiddelen (6; 15; 19) omvat met behulp waarvan 10 althans wordt voorkomen dat het stortkanaal (4) vervuild en/of verstopt raakt.
2. Voerinrichting volgens conclusie 1, met het ken merk, dat de preventiemiddelen ontluchtingsmiddelen (6) omvatten met behulp waarvan het stortkanaal (4) wordt ont- 15 lucht.
3. Voerinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de ontluchtingsmiddelen (6) worden gevormd door ten minste één perforatie (7) in het stortkanaal (4).
4. Voerinrichting volgens conclusie 3, met het ken- 20 merk, dat er verscheidene perforaties (7) in het stortkanaal (4) zijn aangebracht.
5. Voerinrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de perforaties (7) zijn uitgevoerd in de vorm van lamellen (8) die in het stortkanaal (4) steken.
6. Voerinrichting volgens een der voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat de preventie- en/of ontluchtings-middelen althans nabij de onderzijde van het stortkanaal (4) zijn aangebracht.
7. Voerinrichting volgens een der voorgaande conclu- 30 sies, met het kenmerk, dat in het stortkanaal (4) een vernauwing (11) is aangebracht.
8. Voerinrichting volgens conclusie 7, met het ken merk, dat de vernauwing (11) boven de ontluchtingsmiddelen (6) is aangebracht.
9. Voerinrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de vernauwing (11) V-vormig verloopt.
10. Voerinrichting volgens een der voorgaande conclu- Λ - -- , 1V- t v ; sies, met het kenmerk, dat de ontluchtingsmiddelen (6) een ontluchtingskanaal (13) omvatten dat uitmondt in het stortka-naal (4).
11. Voerinrichting volgens conclusie 6, met het ken- 5 merk, dat het ondereinde van het ontluchtingskanaal (13) uitmondt nabij de plaats waar het voer in de voertrog (5) wordt gestort.
12. Voerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ontluchtingsmiddelen (11) 10 luchtforceermiddelen (9) omvatten met behulp waarvan geforceerd een luchtstroom in het stortkanaal (4) en/of het ontluchtingskanaal (13) en/of de voertrog (5) wordt aangelegd.
13. Voerinrichting volgens conclusie 12, met het 15 kenmerk, dat de luchtforceermiddelen (9) een ventilator (10) omvatten.
14. Voerinrichting volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat de luchtforceermiddelen (9) automatisch worden geactiveerd als met detectiemiddelen wordt geconstateerd dat 20 een dier zich nabij de voerinrichting (1) bevindt.
15. Voerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de preventiemiddelen automatische toevoermiddelen (15) omvatten die nabij het ondereinde van het stortkanaal (4) zijn aangebracht en die bij een proporti- 25 onele dosering het stortkanaal (4) vrijgeven juist vóór het doseren of tijdens het doseren van het voer en daarna weer afsluiten, of die bij een continue dosering het stortkanaal (4) zodanig vrijgeven dat het voer juist door de vrijgegeven opening stroomt.
16. Voerinrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de automatische toevoermiddelen (15) een terugslagklep (16) of een vrij roteerbaar nokkenrad omvatten.
17. Voerinrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de terugslagklep (16) door middel van een veer 35 met bij voorkeur instelbare veerdruk wordt gestuurd.
18. Voerinrichting volgens een der conclusies 15 - 17, met het kenmerk, dat de automatische toevoermiddelen (15) een aandrijfbaar toevoerorgaan (17) omvatten. \ «
19. Voerinrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat het aandrijfbare toevoerorgaan (17) een borstel (18) of een vijzel of een nokkenrad omvat.
20. Voerinrichting volgens een der voorgaande conclu-5 sies, met het kenmerk, dat de preventiemiddelen en in het bijzonder de reinigingsmiddelen (19) een veeginrichting (20) omvatten met behulp waarvan de wand van het stortkanaal (4) wordt geveegd.
21. Voerinrichting volgens conclusie 20, met het 10 kenmerk, dat de veeginrichting (20) ten minste een aandrijfbare wisinrichting (20) omvat met behulp waarvan althans een deel van de wand van het stortkanaal (4) wordt schoon gewist.
22. Voerinrichting volgens conclusie 20 of 21, met het kenmerk, dat de veeginrichting (20) een aandrijfbare en/of 15 langs de wand van het stortkanaal beweegbare borstel omvat.
23. Voerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voerinrichting (1) is voorzien van detectiemiddelen (22) die een signaal af geven als het stortkanaal (4) vervuild en/of verstopt raakt.
24. Inrichting voor het automatisch melken van dieren, zoals koeien, voorzien van een melkplaats met een melkinstal-latie en een voerinrichting zoals beschreven in een der conclusies 1-23.
25. Inrichting volgens conclusie 24, met het kenmerk, 25 dat de inrichting een melkrobot omvat. • .. · , / 3 9 i. V - -"
NL1012739A 1999-07-29 1999-07-29 Voerinrichting, in het bijzonder voor het verstrekken van krachtvoer. NL1012739C2 (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1012739A NL1012739C2 (nl) 1999-07-29 1999-07-29 Voerinrichting, in het bijzonder voor het verstrekken van krachtvoer.
DE60024213T DE60024213T2 (de) 1999-07-29 2000-06-23 Fütterungsvorrichtung, insbesondere zum zuführen von kraftfutter, und anlage zum automatischen melken von tieren
PCT/NL2000/000444 WO2001008472A1 (en) 1999-07-29 2000-06-23 A feeding apparatus, intended in particular for supplying concentrate
DK00942564T DK1117291T3 (da) 1999-07-29 2000-06-23 Fodringsapparat, især beregnet til tilförsel af kraftfoder
EP00942564A EP1117291B1 (en) 1999-07-29 2000-06-23 A feeding apparatus, intended in particular for supplying concentrate
AT00942564T ATE310383T1 (de) 1999-07-29 2000-06-23 Fütterungsvorrichtung, insbesondere für zuführung von konzentraten
AU57167/00A AU5716700A (en) 1999-07-29 2000-06-23 A feeding apparatus, intended in particular for supplying concentrate
JP2001513223A JP2003505096A (ja) 1999-07-29 2000-06-23 特に濃厚肥料を与えるための給餌装置
US09/818,893 US20020124804A1 (en) 1999-07-29 2001-03-28 Feeding apparatus, intended in particular for supplying concentrate

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1012739 1999-07-29
NL1012739A NL1012739C2 (nl) 1999-07-29 1999-07-29 Voerinrichting, in het bijzonder voor het verstrekken van krachtvoer.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1012739C2 true NL1012739C2 (nl) 2001-01-30

Family

ID=19769673

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1012739A NL1012739C2 (nl) 1999-07-29 1999-07-29 Voerinrichting, in het bijzonder voor het verstrekken van krachtvoer.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US20020124804A1 (nl)
EP (1) EP1117291B1 (nl)
JP (1) JP2003505096A (nl)
AT (1) ATE310383T1 (nl)
AU (1) AU5716700A (nl)
DE (1) DE60024213T2 (nl)
DK (1) DK1117291T3 (nl)
NL (1) NL1012739C2 (nl)
WO (1) WO2001008472A1 (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6722311B1 (en) * 2003-02-14 2004-04-20 Texas Hunter Products Fixed platform feeder for animals and birds
NL2007536C2 (en) 2011-10-05 2013-04-08 Academisch Ziekenhuis Leiden Lumc Adjuvant compound.
NL2010026C2 (en) 2012-08-22 2014-02-25 Lely Patent Nv Feeding apparatus for supplying feed to a trough and a method of monitoring the funtioning of such a feeding apparatus.
CN103891663B (zh) * 2012-12-28 2016-08-03 河南省水产科学研究院 网箱投饵机下料装置
USD704384S1 (en) * 2013-03-15 2014-05-06 Redneck Outdoor Products, LLC Animal feeder
DK178508B1 (da) * 2015-05-22 2016-04-18 Christian Dahl Doseringsautomat, fortrinsvis til dosering af foder
KR101716385B1 (ko) * 2016-06-29 2017-03-14 박현웅 자동 청소 기능을 갖는 양돈용 급이기
KR101929194B1 (ko) * 2018-06-21 2019-03-14 송기원 기능성 사료 자동 급이기 및 그를 구비하는 지상식 하우스 축사 자동화 시스템
WO2020130759A1 (ko) * 2018-12-21 2020-06-25 조치훤 반려동물의 음수량 증량 훈련 식기

Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB590285A (en) * 1945-03-05 1947-07-14 Herbert Clifford Roads A new or improved combined storage and apportioning appliance for animal foodstuffs
US3935838A (en) * 1973-12-10 1976-02-03 Johnson Eldon E Livestock mineral dispenser
US4665862A (en) * 1985-12-27 1987-05-19 Pitchford Jr Robert L Timed automatic pet feed and water dispenser
WO1990000384A1 (en) * 1988-07-14 1990-01-25 Alfa-Laval Agriculture International Ab Method and plant for measuring and portioning of fodder
US5150666A (en) * 1991-11-01 1992-09-29 Ctb, Inc. Feeding apparatus
EP0595784A1 (de) * 1992-10-27 1994-05-04 Gerhard Dipl.-Ing. Vogl Verfahren zur dosierten Abgabe von Flüssigfutter an mehrere Abgabestellen und Anlage zur Durchführung des Verfahrens
WO1996005723A1 (en) * 1994-08-23 1996-02-29 Maasland N.V. A construction including an implement for milking animals
EP0713643A2 (de) * 1994-11-24 1996-05-29 EHEIM GMBH &amp; CO. KG Selbsttätige Fütterungsvorrichtung, insbesondere für Aquarien
WO1999007214A1 (en) * 1997-08-11 1999-02-18 Christian Dahl Automatic feeding device

Patent Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB590285A (en) * 1945-03-05 1947-07-14 Herbert Clifford Roads A new or improved combined storage and apportioning appliance for animal foodstuffs
US3935838A (en) * 1973-12-10 1976-02-03 Johnson Eldon E Livestock mineral dispenser
US4665862A (en) * 1985-12-27 1987-05-19 Pitchford Jr Robert L Timed automatic pet feed and water dispenser
WO1990000384A1 (en) * 1988-07-14 1990-01-25 Alfa-Laval Agriculture International Ab Method and plant for measuring and portioning of fodder
US5150666A (en) * 1991-11-01 1992-09-29 Ctb, Inc. Feeding apparatus
EP0595784A1 (de) * 1992-10-27 1994-05-04 Gerhard Dipl.-Ing. Vogl Verfahren zur dosierten Abgabe von Flüssigfutter an mehrere Abgabestellen und Anlage zur Durchführung des Verfahrens
WO1996005723A1 (en) * 1994-08-23 1996-02-29 Maasland N.V. A construction including an implement for milking animals
EP0713643A2 (de) * 1994-11-24 1996-05-29 EHEIM GMBH &amp; CO. KG Selbsttätige Fütterungsvorrichtung, insbesondere für Aquarien
WO1999007214A1 (en) * 1997-08-11 1999-02-18 Christian Dahl Automatic feeding device

Also Published As

Publication number Publication date
JP2003505096A (ja) 2003-02-12
DK1117291T3 (da) 2006-03-13
WO2001008472A1 (en) 2001-02-08
US20020124804A1 (en) 2002-09-12
EP1117291A1 (en) 2001-07-25
EP1117291B1 (en) 2005-11-23
ATE310383T1 (de) 2005-12-15
DE60024213D1 (de) 2005-12-29
DE60024213T2 (de) 2006-07-27
AU5716700A (en) 2001-02-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP6821663B2 (ja) 脱着可能なリタートレイを有する動物の排泄物処理の円筒形システム
US5806461A (en) Catwalk litter box
NL1012739C2 (nl) Voerinrichting, in het bijzonder voor het verstrekken van krachtvoer.
KR101423739B1 (ko) 애완동물 배변기
US11647731B2 (en) Catch drawer litter box
DE69517450T2 (de) Katzentoilette
KR101903674B1 (ko) 애완동물 배변장치
JP2000514648A (ja) リッターボックス
US8336163B2 (en) Collection means for a mobile vacuum apparatus for the collection of liquid or semi-liquid materials
KR101849043B1 (ko) 애완동물용 배변기
CN210352573U (zh) 一种室内养殖场除粪清洁装置
US20160324115A1 (en) Litter scoop system
NL1036506C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het ontstoffen van afvoerlucht uit een veestal.
NL1032841C1 (nl) Inrichting voor het reinigen en behandelen van koeklauwen.
NL1009895C1 (nl) Inrichting voor het reinigen en ontsmetten van koeklauwen.
US6626129B2 (en) Aqua clean birdcage companion
AU1472602A (en) A cleaning device
NL8602503A (nl) Inrichting voor het automatisch reinigen en afgeven van golfballen.
CN210841070U (zh) 猫砂盆
KR101738630B1 (ko) 애완 동물 수세식 배변기
NL1038562C2 (nl) Inrichting voor het reinigen van de robotmelkstalvloer en/of koeklauwen.
EP1062868B1 (de) Sanitäreinrichtung für Tiere und Betriebsverfahren für eine Sanitäreinrichtung für Tiere
CN210538023U (zh) 一种自动清理宠物粪便的装置
CN219288410U (zh) 一种自动清洁猫砂盆
CN113424778B (zh) 一种环保畜牧养殖系统及其方法

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20050201