NL1012436C2 - Inrichting en werkwijze voor het uitsnijden van silage. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het uitsnijden van silage. Download PDF

Info

Publication number
NL1012436C2
NL1012436C2 NL1012436A NL1012436A NL1012436C2 NL 1012436 C2 NL1012436 C2 NL 1012436C2 NL 1012436 A NL1012436 A NL 1012436A NL 1012436 A NL1012436 A NL 1012436A NL 1012436 C2 NL1012436 C2 NL 1012436C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
knife
frame
silage
cutting
pivot axis
Prior art date
Application number
NL1012436A
Other languages
English (en)
Inventor
Nicolaas Van Der Plas
Original Assignee
Trioliet Mullos
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Trioliet Mullos filed Critical Trioliet Mullos
Priority to NL1012436A priority Critical patent/NL1012436C2/nl
Priority to AT00113389T priority patent/ATE383067T1/de
Priority to DE50014904T priority patent/DE50014904D1/de
Priority to EP00113389A priority patent/EP1062861B1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1012436C2 publication Critical patent/NL1012436C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F25/00Storing agricultural or horticultural produce; Hanging-up harvested fruit
    • A01F25/16Arrangements in forage silos
    • A01F25/20Unloading arrangements
    • A01F25/2027Unloading arrangements for trench silos
    • A01F25/2036Cutting or handling arrangements for silage blocks
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F25/00Storing agricultural or horticultural produce; Hanging-up harvested fruit
    • A01F25/16Arrangements in forage silos
    • A01F25/20Unloading arrangements
    • A01F25/2027Unloading arrangements for trench silos
    • A01F2025/2081Hydraulic features of the trench silos unloading devices, e.g. hydraulic circuits

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Threshing Machine Elements (AREA)
  • Fluid-Pressure Circuits (AREA)

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET UITSNIJDEN VAN SILAGE
5 De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het uitsnijden van silage zoals omschreven in de aanhef van de eerste conclusie.
Bij het uitsnijden van silage wordt doorgaans gebruik 10 gemaakt van een mes dat tijdens het snijden een heen- en weergaande beweging maakt, zodat het mes een snijdende of zagende beweging maakt. Daarbij kan dat mes tegen een stilstaand mes liggen en wanneer beide messen zijn uitgevoerd met een gekartelde snijrand voeren de tanden 15 van de karteling een knippende bewerking uit, waardoor de silage gemakkelijk wordt gesneden.
Als relatief grote stukken silage moeten worden uitgesneden, worden de bovenbeschreven bewegende messen toe-20 gepast, omdat bij het toepassen van stilstaande messen, die zonder heen en weer te bewegen door de silage worden gedrukt, de krachten in het frame van de inrichting zodanig groot worden dat het frame vervormt, en daardoor niet goed meer functioneert. Het vervormen van het frame 25 zou kunnen worden verminderd door het frame extreem zwaar uit te voeren, maar dat heeft weer andere nadelen.
De uitvinding beoogt een inrichting voor het uitsnijden van silage, waarbij een stilstaand mes door de silage 30 wordt gedrukt en waarbij van een relatief licht uitgevoerd frame kan worden gebruik gemaakt.
Daartoe is volgens de uitvinding de inrichting uitgevoerd zoals is beschreven in het kenmerkende deel 35 van de eerste conclusie.
Door er voor te zorgen dat het eerste en het tweede deel van het frame aan weerszijden van de inrichting met pre- 1012436 2 cies dezelfde snelheid naar elkaar toe worden bewogen, onafhankelijk van de kracht waarmee dat gebeurd, is het mogelijk om de twee delen van het frame met zeer grote kracht naar elkaar toe te bewegen zonder dat er een 5 nadelige vervorming van het frame optreedt. Daardoor kunnen vaste messen worden gebruikt. Het toepassen van vaste messen in plaats van heen en weer bewegende messen heeft ondermeer als voordeel dat de messen, die door de silage bewegen, plat kunnen worden uitgevoerd omdat er 10 geen hydraulische cilinder aanwezig is bij het mes.
In een voorkeursuitvoering wordt vloeistof vanuit de ene cilinder naar de andere cilinder geleid, ofwel zijn de cilinders in serie geschakeld. De naar de ene cilinder 15 gevoerde hoeveelheid vloeistof staat dan steeds in een vaste verhouding met de naar de andere cilinder gevoerde hoeveelheid vloeistof. Daarbij kan de ene cilinder een kleinere dwarsdoorsnede hebben dan de andere cilinder, zodat het werkzame dwarsoppervlak van de ene cilinder, 20 aan de van de zuigerstang afgekeerde kant van de zuiger in hoofdzaak gelijk is aan het werkzame dwarsoppervlak van de andere cilinder aan de kant van de zuiger waar de zuigerstang aanwezig is. Dit zal nog nader worden toegelicht aan de hand van een voorbeeld.
25
Bij voorkeur zijn middelen aanwezig die de maximaal mogelijke vloeistofdruk in elk van de hydraulische cilinders beperken tot een ingestelde waarde en/of zijn middelen aanwezig die het verschil in vloeistofdruk 30 tussen beide hydraulische cilinders beperken tot een ingestelde waarde. Daarmee wordt een extra beveiliging verkregen tegen vervorming van het frame.
Bij voorkeur is de langsrichting van het mes in hoofd-35 zaak evenwijdig aan de scharnieras en in een voorkeursuitvoering is de afstand tussen de scharnieras en de plaats waar een hydraulische cilinder aan het eerste 1012436 3 deel van het frame is bevestigd groter dan de helft, bij voorkeur groter dan tweederde, meer bij voorkeur groter dan driekwart van de afstand tussen de scharnieras en het mes.
5
In een voorkeursuitvoering is de afstand tussen de scharnieras en de plaats war een hydraulische cilinder aan het eerste deel van het frame is bevestigd in hoofdzaak gelijk aan de afstand tussen de scharnieras en 10 het mes verminderd met beoogde uitkuildiepte, zijnde de dikte van de 'plak' silage die door het mes wordt afgesneden.
Bij voorkeur is de afstand tussen de scharnieras en de 15 plaats waar een hydraulische cilinder aan het tweede deel van het frame is bevestigd groter is dan de helft, bij voorkeur groter dan tweederde, meer bij voorkeur groter dan driekwart van de afstand tussen de scharnieras en de aangrijpmiddelen. In een voorkeursuitvoering 20 geldt het bovenstaande voor beide cilinders.
Bij voorkeur is het eerste deel van het frame voorzien van tenminste een zijmes, dat vast aan dat deel is bevestigd, welk mes in hoofdzaak loodrecht op het 25 eerstgenoemde mes staat of in hoofdzaak radiaal ten opzichte van de scharnieras is gericht. Daarbij kunnen het mes en twee zijmessen in hoofdzaak in een U-vorm zijn aangebracht. In een voorkeursuitvoering heeft het zijmes in zijn snijvlak een gebogen vorm.
30
De snij rand van het mes en/of van de zijmessen kan een rechte of gebogen vorm hebben, echter bij voorkeur heeft het mes en/of het zijmes een snij rand met delen die onderling onder een hoek staan, zoals een gekartelde of 35 een golvende snij rand. Goede resultaten zijn verkregen met messen waarbij de onderlinge afstand van naar voren reikende punten van de snij rand kleiner is dan 8 cm. Bij 1012436 4 voorkeur is die afstand kleiner dan 6 cm en meer bij voorkeur kleiner dan 4 cm.
Bij voorkeur omvat het mes een metalen plaat waarbij de 5 snij rand wordt gevormd door een afschuining aan een rand van de plaat, welke afschuining zich aan de van de scharnieras afgekeerde zijde van de plaat bevindt.
In een voorkeursuitvoering is het tweede deel van het 10 frame voorzien van een of meer snij organen die kunnen samenwerken met het mes en/of het zijmes. Wanneer de snij rand van de messen aan het einde van de snijbeweging tot tegen, of vrijwel tegen, een snijorgaan wordt verplaatst, wordt al de silage, of vrijwel alle silage, 15 die zich onder het mes bevindt doorgesneden.
Bij voorkeur heeft het snijorgaan een rand waarlangs de snij rand van het mes of van het zijmes kan bewegen, zodat min of meer een knippende werking optreedt.
20 Daarbij kan het snijorgaan een goot omvatten waarin de snij rand van het mes of van het zijmes kan reiken. De snij rand van het mes hoeft daarbij de bodem van de goot niet te raken om een goede snijwerking te verkrijgen.
25 Bij voorkeur omvatten de aangrijpmiddelen een plaatvormig deel met een zodanig scherpe rand of vertanding dat die rand in een voorraad silage kan worden geduwd.
Dat plaatvormige deel kan zijn voorzien van tanden aan genoemde rand. Bij voorkeur zijn er geen uitsparingen in 30 het plaatvormige deel, zodat alle uitgesneden silage op dat plaatvormige deel kan vallen om vervolgens in een in de inrichting aanwezige houder te worden gedeponeerd.
In een voorkeursuitvoering is de afstand tussen de 35 scharnieras en het verst van de scharnieras gelegen deel van de aangrijpmiddelen groter dan de afstand tussen de scharnieras en het mes, althans als dat mes zich in de i.
1 0 1 2 4 3 6 5 positie bevindt waarin het snijdt, bij voorkeur tenminste 5 cm groter, meer bij voorkeur tenminste 15 cm groter. Daardoor is er een aanzienlijk deel van de aan-grijpmiddelen dat zich in de ongesneden silage bevindt 5 op het moment dat een snijbewerking ten einde loopt.
Bij voorkeur is het eerste deel en/of het tweede deel van het frame voorzien van geleidingsmiddelen waarlangs een gedeelte van het tweede respectievelijk het eerste 10 deel van het frame kan steunen ter voorkoming van verplaatsing of vervorming van het eerste of het tweede deel in een richting evenwijdig aan de scharnieras, zodat een goede werking van de inrichting verzekerd is, ook bij het uitoefenen van relatief grote krachten door 15 de hydraulische cilinders.
Bij voorkeur omvatten de geleidingsmiddelen een aanslag voor het begrenzen van de onderlinge beweging van het eerste en tweede deel van het frame. Daarmee kan de 20 beweging van het mes nauwkeurig worden afgesteld, zodat aan het einde van de snijbewerking het mes vrijwel tot het snijorgaan wordt bewogen, waarbij vrijwel al de silage dat zich onder het mes bevindt wordt doorgesneden.
25 In een voorkeursuitvoering omvat de inrichting een houder waarin de uitgesneden silage kan worden gedeponeerd en vormt het tweede deel van het frame een deel van de wand van de houder.
30 Bij voorkeur is het tweede deel van het frame scharnier-baar bevestigd aan een houder waarin silage, dat zich op het tweede deel bevindt, kan worden gedeponeerd door het tweede deel te kantelen of door een gedeelte van het eerste deel te bewegen. In de houder kan een mengkamer 35 zijn waarin een mengorgaan en/of andere silage-bewerkingsmiddelen aanwezig zijn.
1012436 6
Bij voorkeur omvat het tweede deel van het frame de houder en omvat het eerste deel een laadbord, aan de rand waarvan het mes is bevestigd, welk laadbord beweegbaar is ten opzichte van een overig gedeelte van het eerste 5 deel dat scharnierbaar is bevestigd aan het tweede deel van het frame. In een voorkeursuitvoering is het laadbord scharnierbaar verbonden met het overige gedeelte van het eerste deel van het frame en in een andere voorkeursuitvoering is het laadbord verschuifbaar 10 verbonden met het overige gedeelte van het eerste deel van het frame.
Bij voorkeur omvat het tweede deel een in hoofdzaak vlak gedeelte dat in hoofdzaak in het verlengde van de bodem 15 van een houder ligt, in welke houder de uitgesneden silage kan worden gedeponeerd.
In een voorkeursuitvoering omvat de inrichting wielen die de inrichting rijdend ondersteunen, waarbij de 20 inrichting ten opzichte van de wielen in in hoofdzaak verticale richting kan bewegen. Daardoor kan de inrichting tot dichter bij de vloer worden gebracht, zodat de aangrijpmiddelen tot op de vloer gebracht kunnen worden en over de vloer tot onder de uit te 25 snijden silage kunnen worden gedrukt.
Wanneer een houder aanwezig is waarin de afgesneden silage kan worden gedeponeerd doordat het tweede deel van het frame kan zwenken ten opzichte van de houder 30 door middel van twee hydraulische cilinders, zijn bij voorkeur in de vloeistoftoevoerleidingen van die twee hydraulische cilinders gestuurde kleppen, bij voorkeur terugslagkleppen, aanwezig teneinde de lengte van beide cilinders tijdelijk te kunnen fixeren.
35
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het uitsnijden van silage waarbij een vast mes door 1012436 7 silage wordt gedrukt, welk vast mes is aangebracht op een eerste deel van een frame, welk frame een tweede deel heeft dat door middel van aangrijpmiddelen de silage aangrijpt, waarbij het eerste deel draait om een 5 scharnieras ten opzichte van het tweede deel, onder aandrijving van aandrijfmiddelen met twee hydraulische cilinders die beide zowel aan het eerste deel als aan het tweede deel van het frame zijn bevestigd, waarbij de cilinders zodanig worden bediend dat beide hydraulische 10 cilinders steeds onderling dezelfde lengte hebben.
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen, onder verwijzing naar de tekening, enige uitvoeringsvoor-beelden van een inrichting voor het uitsnijden van 15 silage worden beschreven.
Figuren 1-4 tonen hydraulische schema's met twee hydraulische cilinders; figuren 5-7 tonen een eerste uitvoeringsvoorbeeld van 20 een inrichting voor het uitsnijden van silage; figuren 8-11 tonen details van het eerste uitvoeringsvoorbeeld; figuren 12-15 tonen een tweede uitvoeringsvoorbeeld; figuren 16-18 tonen een derde uitvoeringsvoorbeeld, en 25 figuren 19-21 tonen een vierde uitvoeringsvoorbeeld.
De figuren zijn slechts schematische weergaven, waarbij delen zijn weggelaten of transparant zijn getekend teneinde het voorbeeld duidelijk weer te geven. Overeen-30 komende delen zijn in de verschillende figuren met gelijke verwijzingscijfers aangegeven.
Figuur 1 toont twee hydraulische cilinders 1,2 die elk kunnen zijn aangebracht tussen twee delen van het frame 35 van een inrichting voor het uitsnijden van silage, teneinde die twee delen ten opzichte van elkaar om een gemeenschappelijke scharnieras te bewegen. In de weer- 1 0 1 2 4 3 6 8 gegeven situatie, waarbij de cilinders 1,2 zich in hun korte positie bevinden, zijn de zuigers 3,4 onderin de cilinders 1,2. Het eerste deel en het tweede deel van het frame bewegen uit elkaar wanneer de cilinders langer 5 worden en het uitsnijden van de silage vindt plaats wanneer de cilinders zich naar elkaar toe bewegen en de cilinders 1,2 korter worden.
De twee cilinders worden bediend door een bedieningsklep 10 5 die een vloeistoftoevoerleiding 6 en een vloeistof- afvoerleiding 7 met de cilinders 1,2 kan verbinden.
Vanuitde in figuur 1 weergegeven positie worden de cilinders 1,2 als volgt bediend.
15 Wanneer de klep 5 naar rechts wordt verplaatst wordt toevoerleiding 6 via een vloeistofleiding 8 en vloeistof leidingen 9,10 verbonden met de cilinderruimten onder de zuigers 3,4 zodat de zuigers 3,4 omhoog worden verplaatst. De boven de zuigers 3,4 aanwezige vloeistof 20 wordt daarbij via kleppen 12 naar de ruimten onder zuigers 3,4 gevoerd, zodat het eerste deel versneld in de positie komt waarbij met het uitsnijden van de silage kan worden begonnen.
25 Door de bedieningsklep 5 naar links te verplaatsen wordt de vloeistoftoevoerleiding 6 verbonden met leiding 11, zodat vloeistof wordt toegevoerd naar de ruimten boven de zuigers 3,4 waardoor de zuigers 3,4 zich naar beneden verplaatsen en de cilinders korter worden. De vloeistof 30 onder de zuigers 3,4 kan wegstromen via leidingen 9,10 en leiding 8 naar afvoerleiding 6. Tijdens het korter worden van de cilinders wordt de silage uitgesneden.
De kleppen 12 zijn zodanig uitgevoerd dat vloeistof uit 35 de cilinders 1,2 wegstroomt via leidingen 9,10, doordat de kogels in kleppen 12 door de vloeistofdruk naar boven worden verplaatst. Vloeistoftoevoer naar de cilinders i.
1012436 9 1,2 via kleppen 12 kan slechts vanaf leiding 11 geschieden.
De in figuur 1 getoonde uitvoering is bekend bij een 5 inrichting voor het uitsnij den van silage, omvattende een frame met een eerste deel waarin een vast mes is aangebracht en met een tweede deel dat is voorzien van aangrijpmiddelen voor het aangrijpen van de silage, waarbij het eerste deel draaibaar om een scharnieras is 10 bevestigd aan het tweede deel. Beide cilinders 3,4 zijn enerzijds aan het eerste deel en anderzijds aan het tweede deel van het frame bevestigd, zodat het mes van het eerste deel kan worden bewogen naar de aangrijpmiddelen van het andere deel.
15
De twee cilinders 1,2 zijn daarbij aan weerszijden van de inrichting aangebracht en oefenen gelijke krachten uit. Wanneer het eerste deel van het frame is voorzien van een stilstaand mes, in plaats van een bewegend mes, 20 moeten dermate grote krachten door de cilinders worden uitgevoerd dat het frame zeer zwaar belast wordt wanneer de silage een ongelijkmatige weerstand geeft bij het snijden. Om te voorkomen dat het noodzakelijk is om het frame zeer zwaar uit te voeren kunnen maatregelen worden 25 genomen om vervorming van het frame te voorkomen. Dat kan door te hoge krachten van een of beide cilinders 1,2 te voorkomen en/of door te voorkomen dat de lengten van de twee cilinders 1,2 onderling kunnen verschillen.
30 Figuur 2 toont aandrijfmiddelen met twee hydraulische cilinders 1,2, waarbij een te groot verschil tussen de krachten, die de twee cilinders 1,2 tijdens het neerwaarts bewegen van de zuigers 3,4 kunnen uitoefenen, wordt voorkomen.
35
Wanneer de bedieningsklep 5 naar links is geschoven teneinde de zuigers 3,4 naar beneden te verplaatsen, 1012436 10 wordt vloeistof vanaf toevoerleiding 6 via leiding 11 toegevoerd naar een stroomverdeler 14 teneinde via leiding 15 naar cilinder 1 en via leiding 16 naar cilinder 2 te worden gevoerd. Als het verschil in 5 vloeistofdruk in de leidingen 15 en 16, ofwel in cilinder 1 of 2, zodanig hoog wordt dat er gevaar is voor vervorming van het frame, stuurt drukverschilklep 17 via leiding 18 een signaal naar overstroomklep 19, waardoor vloeistof uit leiding 11 wordt weggevoerd naar 10 leiding 8 en kan worden afgevoerd via afvoerleiding 7.
Zo kan bijvoorbeeld het drukverschil beperkt worden tot maximaal 50 bar. De stroomverdeler 14 verdeelt bij voorkeur de vloeistofstroom in leiding 11 in twee onderling gelijke vloeistofstromen in leidingen 15 en 16.
15
Figuur 3 toont aandrijfmiddelen met twee hydraulische cilinders 1,2 die onderling in serie zijn geschakeld.
Dit systeem wordt wel aangeduid met 'master and slave1, waarbij cilinder 1 de 'master' is waarvan de beweging, 20 tijdens het korter worden van de cilinder, automatisch wordt gevolgd door cilinder 2, de 'slave'. De bedie-ningsklep is daarbij naar rechts geschoven en er wordt vloeistof uit toevoerleiding 6 via leiding 21 naar cilinder 1 gevoerd om zuiger 3 naar beneden te bewegen. 25 De vloeistof die cilinder 1 verlaat wordt via leiding 22 naar cilinder 2 gevoerd om zuiger 4 tiaar beneden te bewegen.
Omdat cilinder 1 onder zuiger 3 een groter werkzaam 30 dwarsoppervlak heeft dan boven zuiger 3, heeft cilinder 2 een grotere dwarsdoorsnede, zodat het werkzame dwarsoppervlak in cilinder 2 boven zuiger 4 gelijk is aan het werkzame dwarsoppervlak in cilinder 1 onder zuiger 3. Daardoor bewegen de twee cilinders 1,2 met onderling 35 gelijke snelheid. De vloeistof die cilinder 2 verlaat wordt via leidingen 23 en 24 afgevoegd naar afvoerleiding 7.
1 0 1 2 4 3 6 11
Wanneer de bedieningsklep 5 naar links is geschoven wordt vloeistof vanaf toevoerleiding 6 via leidingen 24 en 23 onder zuiger 4 van cilinder 2 gevoerd, zodat zuiger 4 naar boven beweegt. De vloeistof boven zuiger 4 5 wordt via leiding 22 naar de ruimte onder zuiger 3 van cilinder 1 gevoerd zodat ook zuiger 3 naar boven beweegt, en wel met dezelfde snelheid als zuiger 4.
Bij het naar boven bewegen van de zuigers 3,4, waarbij 10 bedieningsklep 5 naar links is geschoven, zorgt de klep 25 ervoor dat de vloeistof die cilinder 1 verlaat niet wordt afgevoerd via leiding 21, doch via leidingen 26 en 23 naar cilinder 2, waardoor een versnelde beweging van de cilinders 1,2 plaatsvindt.
15
Figuur 4 toont aandrijfmiddelen die gedeeltelijk overeenkomen met de in figuur 3 weergegeven aandrijf-middelen. Er zijn echter twee overstroomkleppen 27 en 28 aanwezig die voorkomen dat de uitgeoefende krachten te 20 groot worden. Beide overstroomkleppen 27,28 zijn bijvoorbeeld ingesteld een maximum druk van 100 bar.
Figuren 5-7 tonen een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting voor het uitsnijden van silage 31. De 25 inrichting is voorzien van twee wielen 32, zodat de inrichting door middel van trekorgaan 33 achter een trekker kan worden gekoppeld.
De inrichting is voorts voorzien van een houder 34 30 waarin uitgesneden silage kan worden gedeponeerd om het te vervoeren. In de houder kunnen mengorganen aanwezig zijn om de silage los te maken of te mengen met andere voerbestanddelen. De silage 31 wordt uitgesneden door middel van een frame met een eerste deel 35 waarin een 35 mes 36 is aangebracht en een tweede deel 37 dat voorzien van aangrijpmiddelen 38 die tijdens het uitsnij den tot in de silage 31 reiken. Het eerste deel 35 is ter 1012436 12 plaatse van scharnieras 39 verbonden met het tweede deel 37, welk tweede deel 37 ter plaatse van scharnieras 40 verbonden is met het deel van de inrichting waarin de houder 34 zich bevindt.
5
Door middel van hydraulische cilinder l en de niet weergegeven hydraulische cilinder 2 kan het eerste deel 35 ten opzichte van het tweede deel 37 van het frame bewegen en door middel van hydraulische cilinder 41 kan 10 het tweede deel 37, tezamen met het eerste deel 35, ten opzichte van de houder 34 bewegen.
Figuur 5 toont de situatie waarbij de inrichting achterwaarts naar een voorraad silage 31 is gereden, waarbij 15 het tweede deel 37 ten opzichte van de houder 34 door middel van cilinders 41 zover naar beneden is gezwenkt dat de aangrijpmiddelen 38 tot de vloer 42 reiken. De aangrijpmiddelen 38, bijvoorbeeld een vlakke metalen plaat, zijn daarbij langs de vloer 42 tot onder de 20 silage 31 geschoven.
Vervolgens wordt het eerste deel 35, aangedreven door cilinder 1, om scharnieras 39 gezwenkt, zodat mes 36 door de silage 31 wordt gedrukt langs de streeplijn van 25 figuur 5. Daarna wordt het tweede deel 37, tezamen met het eerste deel 35 en aangedreven door cilinder 41, gezwenkt om scharnieras 40, zodat de uitgesneden silage in de houder 34 terecht komt. Het tweede deel 37 vormt daarbij een deel van de wand van de houder 34.
30
Het tweede deel 37 is voorzien van de plaatvormige aangrijpmiddelen 38 en van een daarop aansluitend vlak gedeelte waarop de silage na het uitsnijden terecht komt. Aan weerszijden is het tweede deel 37 voorzien van 35 zijwanden 44 om te voorkomen dat de silage zijdelings wegvalt.
λ.
• 0 1 2 4 3 6 13
Het eerste deel 35 omvat een U-vormig gebogen plaat, waarbij het mes 36 aan de basis van de U is bevestigd.
De gebogen plaat vormt twee zijwanden 45 die het bevestigingspunt 46 voor cilinder 1 omvat en waarmee het 5 eerste deel 35 aan het tweede deel 37 is bevestigd ter plaatse van scharnieras 39.
Elk van de zijwanden 45 is voorzien van een zijmes 47 dat ongeveer loodrecht op het mes 36 staat. Elk van de 10 zijwanden 44 van het tweede deel 37 is voorzien van een snijorgaan 43 waarheen het zijmes 47 beweegt tijdens het snijden en is voorzien van een aanslag 48 voor het begrenzen van de beweging van het eerste deel 35 ten opzichte van het tweede deel 37, tegen welke aanslag 48 15 het geleidingsorgaan 49 van het eerste deel 35 kan stoten wanneer de silage 31 is gesneden.
Figuur 6 toont de situatie waarbij het uitsnijden van een stuk silage 50 is beëindigd, welk stuk silage 50 in 20 de houder 34 wordt gedeponeerd door het kantelen van het eerste deel 35 tezamen met het tweede deel 37 om scharnieras 40, zoals is getoond in figuur 7. Het tweede deel 37 van het frame vormt daarbij een deel van de wand van de houder 34. Het kantelen wordt aangedreven door 25 middel van twee hydraulische cilinders 41 aan beide zijden van de inrichting. De vloeistofleidingen naar en/of van deze cilinders 41 zijn voorzien van gestuurde terugslagkleppen teneinde het tweede deel 37 ten opzichte van de houder 34 tijdelijk te kunnen fixeren in 30 een bepaalde positie.
De figuren 8-13 tonen details van het eerste uitvoe-ringsvoorbeeld volgens figuren 5-8. Figuur 8 is een detail van figuur 5 en figuur 9 is een overeenkomstig 35 detail van figuur 6. De figuren 8 en 9 tonen de plaatvormige aangrijpmiddelen 38 die tot onder de silage 31 reiken. De zijwand 44 van het tweede deel 37 is voorzien 1012436 14 van een snij orgaan 43 dat kan samenwerken mes het zijmes 47 dat aan zijwand 45 van het eerste deel 35 is bevestigd. Doordat de snijrand van zijmes 47 tot vrijwel tegen de snij orgaan 43 kan reiken, zal vrijwel al de 5 ertussen liggende silage worden doorgesneden.
Figuur 9 toont het plaatvormige mes 36 met een snijrand die gevormd is door een afschuining 30 die zich bevindt aan de van de scharnieras 39 afgekeerde kant van het mes 10 36. Het is gebleken dat dit beter functioneert dan een afschuining aan de andere kant van het mes 36.
Figuur 10 toont de doorsnede X-X van figuur 9, waarbij het zijmes 47 door middel van boutjes 53 aan de zijwand 15 45 is bevestigd en reikt in een goot die gevormd wordt tussen het snijorgaan 43 en de zijwand 44. Snijorgaan 43 is met boutjes 54 aan zijwand 44 bevestigd. Door toepassing van een dergelijke goot vindt een effectief doorsnijden van de silage plaats. De snijwerking kan 20 eventueel nog verbeterd worden wanneer de snijrand van het zijmes 47 kan samenwerken met een rand van genoemde goot, zodat min of meer een knipwerking optreedt.
Zijwand 44 is voorts voorzien van aanslag 48 die kan 25 samenwerken met geleidingsorgaan 49 dat aan zijwand 45 is bevestigd. Zijwand 45 van het eerste deel 35 schuift langs de buitenkant van zijwand 44, waarbij geleidingsorgaan 49 zorgt voor een goede geleiding en voor de begrenzing van de beweging wanneer geleidingsorgaan 49 30 tegen aanslag 48 stoot, hetgeen gedetailleerd is weergegeven in figuur 11, die een doorsnede langs de lijn XI-XI van figuur 9 is.
De figuren 12-15 tonen een tweede uitvoeringsvoorbeeld, 35 waarbij het tweede deel 37 met de aangrijpmiddelen 38 vast met de houder 34 zijn verbonden. Het tweede deel 37 ligt in het verlengde van de bodem van de houder 34.
4.
1012 A3 6 15
Bij het tweede uitvoeringsvoorbeeld omvat het eerste deel een arm 56 en een om scharnieras 58 zwenkbaar met arm 56 verbonden laadorgaan 57 in de vorm van een laadbord, aan welk laadorgaan het mes 36 en de zijmessen 5 47 zijn bevestigd. De zijmessen 47 zijn boogvormig met de scharnieras 58 als middelpunt. Het snij orgaan 43 is overeenkomstig boogvormig.
Tijdens het uitsnijden van de silage heeft hydraulische 10 cilinder 59 een vaste lengte en beweegt het eerste deel 56,57 zich vanuit de in figuur 12 weergegeven situatie naar de in figuur 13 weergegeven situatie. Daarna wordt het laadorgaan 57 door middel van cilinder 59 gezwenkt naar de in figuur 14 weergegeven situatie, waarbij de 15 uitgesneden silage in de houder 34 terecht komt, in welke houder 34 de silage kan worden gemengd met andere bestanddelen door middel van mengorgaan 60. Daarbij vormt het laadorgaan 57 een deel van de zijwand van de houder 34.
20
Door de wielen 32 ten opzichte van de inrichting naar beneden te verplaatsen wordt de inrichting omhoog bewogen ten opzichte van de vloer 42, zoals getoond in figuur 15. Daarna kan de inrichting achter een niet 25 weergegeven trekker worden weggereden.
De figuren 16-18 tonen een derde uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting voor het uitsnijden van silage. Net als bij het tweede uitvoeringsvoorbeeld is het tweede 30 deel 37 met de aangrijpmiddelen 38 en het snijorgaan 43 vast verbonden met de houder 34. Het eerste deel 35 bestaat echter niet uit onderling beweegbare gedeelten en het kan in zijn geheel om scharnieras 39 zwenken, welke scharnieras 39, net als bij het tweede uitvoe-35 ringsvoorbeeld, zich boven aan de houder 34 bevindt.
In de houder 34 is nabij de bodem een transportorgaan 62 4.
1012436 16 aanwezig om de silage in de houder 34 naar voren te verplaatsen in de richting van twee doseerrollen 63 die de silage gedoseerd op de transportband 64 kunnen deponeren teneinde de silage in zijwaartse richting uit 5 de inrichting af te voeren.
De figuren 19-21 tonen een vierde uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting voor het uitsnijden van silage. Dit vierde uitvoeringsvoorbeeld wijkt af van het eerste 10 uitvoeringsvoorbeeld omdat er aan weerszijden van de inrichting een extra hydraulische cilinder 66 aanwezig is. Bij het uitsnijden van de silage 31, waarbij de cilinders 1 en 2 het eerste deel 35 en het tweede deel 37 van het frame naar elkaar toe trekken kunnen de twee 15 cilinders 66 een duwkracht uitoefenen teneinde de snijkracht te vergroten. Omdat vervorming van het frame wordt tegengegaan door er voor te zorgen dat de lengten van de cilinder 1 en 2 steeds gelijk zijn, kunnen de cilinders 66 de snijkracht aanzienlijk vergroten, zonder 20 dat er overeenkomstige voorzieningen nodig zijn bij deze cilinders 66. De cilinder 66 zijn derhalve eenvoudige cilinders die een ongeveer gelijke, extra kracht uitoefenen, zodat de afmetingen van de cilinder 1 en 2 beperkt kunnen blijven.
10 12 4 3 6

Claims (33)

1. Inrichting voor het uitsnijden van silage, 5 omvattende een frame met een eerste deel waarin een vast mes is aangebracht en met een tweede deel dat is voorzien van aangrijpmiddelen voor het aangrijpen van de silage, waarbij het eerste deel draaibaar om een scharnieras is bevestigd aan het 10 tweede deel, welke inrichting is voorzien van aandrijfmiddelen voor het bewegen van de twee delen ten opzichte van elkaar, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen twee hydraulische cilinders omvatten die beide zowel aan het eerste deel als 15 aan het tweede deel van het frame zijn bevestigd, waarbij de aandrijfmiddelen een voorziening omvatten die bewerkstelligt dat beide hydraulische cilinders steeds onderling dezelfde lengte hebben.
2. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat vloeistof vanuit de ene cilinder naar de andere cilinder wordt geleid.
3. inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, 25 dat genoemde ene cilinder een kleinere dwarsdoor snede heeft dan genoemde andere cilinder.
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn die de 30 maximaal mogelijke vloeistofdruk in elk van de hydraulische cilinders beperken tot een ingestelde waarde.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 35 met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn die het verschil in vloeistofdruk tussen beide hydraulische cilinders beperken tot een ingestelde waarde. 4. 1012436
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de langsrichting van het mes in hoofdzaak evenwijdig aan de scharnieras loopt.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afstand tussen de scharnieras en de plaats waar een hydraulische cilinder aan het eerste deel van het frame is bevestigd groter is dan de helft, bij voorkeur 10 groter is dan tweederde, meer bij voorkeur groter is dan driekwart van de afstand tussen de scharnieras en het mes.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 15 met het kenmerk, dat de afstand tussen de scharnieras en de plaats waar een hydraulische cilinder aan het tweede deel van het frame is bevestigd groter is dan de helft, bij voorkeur groter is dan tweederde, meer bij voorkeur groter 20 is dan driekwart van de afstand tussen de scharnieras en de aangrijpmiddelen.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste deel van het frame 25 is voorzien van tenminste een zijmes, dat vast aan dat deel is bevestigd, welk mes in hoofdzaak loodrecht op het eerstgenoemde mes staat of in hoofdzaak radiaal ten opzichte van de scharnieras is gericht. 30
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het mes en twee zijmessen in hoofdzaak in een U-vorm zijn aangebracht.
11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat het zijmes in zijn snijvlak een gebogen vorm heeft. 4. 1 Ö 1 2 A 3 6
12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het mes en/of het zijmes een snijrand heeft met delen die onderling onder een hoek staan, zoals een gekartelde of een golvende 5 snijrand.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de onderlinge afstand van naar beneden reikende punten van de snijrand kleiner is dan 8 cm, bij 10 voorkeur kleiner is dan 6 cm en meer bij voorkeur kleiner is dan 4 cm.
14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het mes een metalen plaat 15 omvat waarbij de snijrand wordt gevormd door een afschuining aan een rand van de plaat, welke afschuining zich aan de van de scharnieras af gerichte zijde van de plaat bevindt.
15. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tweede deel van het frame is voorzien van een snij orgaan dat kan samenwerken met het mes en/of het zijmes.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het mes en/of het zijmes vrijwel tot tegen het betreffende snijorgaan verplaatsbaar is.
17. Inrichting volgens conclusie 15 of 16, met het 30 kenmerk, dat het snijorgaan een rand hebben waarlangs de snijrand van het mes of van het zijmes kan bewegen.
18. Inrichting volgens een der conclusies 15-17, met 35 het kenmerk, dat het snij orgaan een goot omvat waarin de snijrand van het mes of van het zijmes . kan reiken. . ·. Z 4 3 6 4.
19. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aangrijpmiddelen een plaatvormig deel omvatten met een zodanig scherpe rand of vertanding dat die rand in een voorraad 5 silage kan worden geduwd.
20. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afstand tussen de scharnieras en het verst van de scharnieras gelegen 10 deel van de aangrijpmiddelen groter is dan de afstand tussen de scharnieras en het mes, bij voorkeur tenminste 5 cm groter, meer bij voorkeur tenminste 15 cm groter.
21. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste deel en/of het tweede deel van het frame is voorzien van geleidingsmiddelen waarlangs een gedeelte van het tweede respectievelijk het eerste deel van het 20 frame kan steunen ter voorkoming van verplaatsing of vervorming van het eerste of het tweede deel in een richting evenwijdig aan de scharnieras.
22. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, 25 dat de geleidingsmiddelen een aanslag omvatten voor het begrenzen van de onderlinge beweging van het eerste en tweede deel van het frame.
23. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 30 met het kenmerk, dat de inrichting een houder omvat waarin de uitgesneden silage kan worden gedeponeerd.
24. Inrichting volgens conclusie 23, met het kenmerk, 35 dat het tweede deel van het frame een deel van de wand van de houder kan vormen. i. ; 0 1 2 4 3 6
25. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tweede deel van het frame scharnierbaar is bevestigd aan een houder waarin silage, dat zich op het tweede deel bevindt, kan 5 worden gedeponeerd door het tweede deel te kantelen.
26. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tweede deel van het frame 10 een houder omvat en dat het eerste deel een laadbord omvat aan de rand waarvan het mes is bevestigd, welk laadbord beweegbaar is ten opzichte van een overig gedeelte van het eerste deel dat scharnierbaar is bevestigd aan het eerste deel van 15 het frame.
27. Inrichting volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat het laadbord scharnierbaar is verbonden met het overige gedeelte van het eerste deel van het frame. 20
28. Inrichting volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat het laadbord verschuifbaar is verbonden met het overige gedeelte van het eerste deel van het frame.
29. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tweede deel een in hoofdzaak vlak gedeelte omvat dat in hoofdzaak in het verlengde van de bodem van een houder ligt, in welke houder de uitgesneden silage kan worden 30 gedeponeerd.
30. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting wielen omvat die de inrichting rijdend ondersteunen. 35
31. Inrichting volgens conclusie 30, met het kenmerk, dat de inrichting ten opzichte van de wielen in in 1 0 1 2 43 6 hoofdzaak verticale richting kan bewegen.
32. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een houder aanwezig is waarin 5 de afgesneden silage kan worden gedeponeerd doordat het tweede deel van het frame kan zwenken ten opzichte van de houder door middel van twee hydraulische cilinders, waarbij in de vloeistof-toevoerleidingen van die twee hydraulische 10 cilinders gestuurde kleppen, bij voorkeur terugslagkleppen, aanwezig zijn teneinde de lengte van beide cilinders tijdelijk te kunnen fixeren.
33. Werkwijze voor het uitsnij den van silage waarbij 15 een vast mes door silage wordt gedrukt, welk vast mes is aangebracht op een eerste deel van een frame, welk frame een tweede deel heeft dat door middel van aangrijpmiddelen de silage aangrijpt, waarbij het eerste deel draait om een scharnieras 20 ten opzichte van het tweede deel, onder aandrijving van aandrijfmiddelen met twee hydraulische cilinders die beide zowel aan het eerste deel als aan het tweede deel van het frame zijn bevestigd, waarbij de cilinders zodanig worden bediend dat 25 beide hydraulische cilinders steeds onderling dezelfde lengte hebben. λ- 1 0 1 2 4 3 6
NL1012436A 1999-06-25 1999-06-25 Inrichting en werkwijze voor het uitsnijden van silage. NL1012436C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1012436A NL1012436C2 (nl) 1999-06-25 1999-06-25 Inrichting en werkwijze voor het uitsnijden van silage.
AT00113389T ATE383067T1 (de) 1999-06-25 2000-06-23 Vorrichtung zum silageschneiden
DE50014904T DE50014904D1 (de) 1999-06-25 2000-06-23 Vorrichtung zum Silageschneiden
EP00113389A EP1062861B1 (de) 1999-06-25 2000-06-23 Vorrichtung zum Silageschneiden

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1012436 1999-06-25
NL1012436A NL1012436C2 (nl) 1999-06-25 1999-06-25 Inrichting en werkwijze voor het uitsnijden van silage.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1012436C2 true NL1012436C2 (nl) 2000-12-28

Family

ID=19769453

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1012436A NL1012436C2 (nl) 1999-06-25 1999-06-25 Inrichting en werkwijze voor het uitsnijden van silage.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP1062861B1 (nl)
AT (1) ATE383067T1 (nl)
DE (1) DE50014904D1 (nl)
NL (1) NL1012436C2 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE20104426U1 (de) * 2001-03-14 2001-05-23 Trioliet Mullos Silage-Schneidzange
BE1022085B1 (nl) * 2013-06-24 2016-02-15 Debutrac Bvba Laadinrichting en zelfladende voermengwagen omvattende deze laadinrichting
DE202017005490U1 (de) * 2017-10-20 2019-01-25 Bümach Engineering International B.V. Wechselschaltende Hydraulikeinheit

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0359482A2 (en) * 1988-09-13 1990-03-21 Montec Systems Limited Combined silage cutter and feeder
EP0506158A2 (en) * 1991-03-01 1992-09-30 Trioliet Mullos B.V. Device for taking out and distributing ensilage material
EP0779027A2 (en) * 1994-10-10 1997-06-18 Trioliet Mullos B.V. A device and a method for mixing fodder
DE29719753U1 (de) * 1997-11-07 1997-12-18 Lengerich Maschf Entnahmevorrichtung

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2634620B1 (fr) * 1988-08-01 1991-05-03 Audureau Sa Desileuse a griffe
NL9400494A (nl) * 1994-01-28 1995-09-01 Litech Bv Menginrichting voor kuilvoer.
FR2759536B1 (fr) * 1997-02-20 1999-04-23 Perard Godet desileur

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0359482A2 (en) * 1988-09-13 1990-03-21 Montec Systems Limited Combined silage cutter and feeder
EP0506158A2 (en) * 1991-03-01 1992-09-30 Trioliet Mullos B.V. Device for taking out and distributing ensilage material
EP0779027A2 (en) * 1994-10-10 1997-06-18 Trioliet Mullos B.V. A device and a method for mixing fodder
DE29719753U1 (de) * 1997-11-07 1997-12-18 Lengerich Maschf Entnahmevorrichtung

Also Published As

Publication number Publication date
EP1062861B1 (de) 2008-01-09
EP1062861A1 (de) 2000-12-27
ATE383067T1 (de) 2008-01-15
DE50014904D1 (de) 2008-02-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7669618B1 (en) Wood processor attachment for skid steer loader
US7228881B1 (en) Wood processor
NL8602889A (nl) Snijschaar voor metaal geschikt voor aanbrenging op een graafmachine.
US4273171A (en) Dual action combination firewood cutting and splitting machine
NL8601024A (nl) Metaalsnijschaar en aanpasstuk voor het aanbrengen daarvan op een laadschop.
NL1012436C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het uitsnijden van silage.
US4805676A (en) Automatic whole and multiple tree firewood/hog fuel processor
NL8902626A (nl) Hydraulische schrootschaar.
US20120298260A1 (en) Firewood Processor with Vertically-Displaceable Circular Saw
US4364311A (en) Precision trimming and precision cross-cutting apparatus and method for bulk material
CA2345504C (en) Meat deboning apparatus and method
EP2839938A1 (de) Vorrichtung zum Schneiden von Holz
NL2009261C2 (nl) Verwerking van blokken of balen voer.
CA1038266A (en) Tree slasher
NL2001757C2 (nl) Inrichting voor het losmaken en mengen van voer voor vee.
US5894873A (en) Apparatus for processing logs
FI111447B (fi) Pilkekone
EP3386695A1 (de) Transportvorrichtung für eine schneidemaschine
US3374813A (en) Portable sawmill apparatus
US5299610A (en) Process and device for the continuous chipping of long timbers
NL9400494A (nl) Menginrichting voor kuilvoer.
NL2011357C2 (nl) Inrichting voor het verwerken van veevoer.
FI78860B (fi) Kapanordning foer kapning av braeder eller dylikt.
NL8001010A (nl) Voertransport- en doseerwagen voor landbouwkundige doeleinden.
NL1001037C2 (nl) Hydraulisch systeem voor een kuilvoersnijder en werkwijze voor het aandrijven van een snijbord.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090101