BE1022085B1 - Laadinrichting en zelfladende voermengwagen omvattende deze laadinrichting - Google Patents

Laadinrichting en zelfladende voermengwagen omvattende deze laadinrichting Download PDF

Info

Publication number
BE1022085B1
BE1022085B1 BE2013/0434A BE201300434A BE1022085B1 BE 1022085 B1 BE1022085 B1 BE 1022085B1 BE 2013/0434 A BE2013/0434 A BE 2013/0434A BE 201300434 A BE201300434 A BE 201300434A BE 1022085 B1 BE1022085 B1 BE 1022085B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
roughage
loading
discharge
loading device
rotor
Prior art date
Application number
BE2013/0434A
Other languages
English (en)
Inventor
Busschere Frederick Richard De
Original Assignee
Debutrac Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Debutrac Bvba filed Critical Debutrac Bvba
Priority to BE2013/0434A priority Critical patent/BE1022085B1/nl
Priority to PL14173647T priority patent/PL2826359T3/pl
Priority to EP14173647.0A priority patent/EP2826359B1/en
Priority to DK14173647.0T priority patent/DK2826359T3/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1022085B1 publication Critical patent/BE1022085B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F25/00Storing agricultural or horticultural produce; Hanging-up harvested fruit
    • A01F25/16Arrangements in forage silos
    • A01F25/20Unloading arrangements
    • A01F25/2027Unloading arrangements for trench silos
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F25/00Storing agricultural or horticultural produce; Hanging-up harvested fruit
    • A01F25/16Arrangements in forage silos
    • A01F25/20Unloading arrangements
    • A01F25/2027Unloading arrangements for trench silos
    • A01F2025/2045Unloading arrangements including a conveyor belt for transferring the material to a hopper
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F25/00Storing agricultural or horticultural produce; Hanging-up harvested fruit
    • A01F25/16Arrangements in forage silos
    • A01F25/20Unloading arrangements
    • A01F25/2027Unloading arrangements for trench silos
    • A01F2025/2072Scoops with an extracting tool mounted inside or in the vicinity of said scoop

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Apparatuses For Bulk Treatment Of Fruits And Vegetables And Apparatuses For Preparing Feeds (AREA)
  • Filling Or Emptying Of Bunkers, Hoppers, And Tanks (AREA)

Abstract

De laadinrichting (1) voor een zelfladende voermengwagen (2) en zelfladende voermengwagen (2) met dergelijke laadinrichting (1) omvat een opneeminrichting voor het opnemen van ruwvoer en een afVoerinrichting voor het afvoeren van het opgenomen ruwvoer omvat, waarbij de opneeminrichting twee ten opzichte van elkaar scharnierbare grijperhelften (3a, 3b) omvat, waarbij deze grijperhelften (3a, 3b) scharnierbaar zijn tussen een open configuratie en een gesloten configuratie en waarbij de genoemde afVoerinrichting een afVoerrotor (4) omvat die roteerbaar is opgesteld in de genoemde opneeminrichting. Met behulp van deze laadinrichting (1) wordt ruwvoer opgenomen zonder risico op schade aan het ruwvoer.

Description

LAADINRICHTING EN ZELFLADENDE VOERMENGWAGEN OMVATTENDE DEZE LAADINRICHTING
Deze uitvinding betreft enerzijds een laadinrichting voor een zelfladende voermengwagen, omvattende een opneeminrichting voor het opnemen van ruwvoer en een afvoerinrichting voor het afvoeren van het opgenomen ruwvoer. Anderzijds betreft deze uitvinding ook een zelfladende voermengwagen omvattende een laadinrichting en een menggedeelte waarbij de laadinrichting voorzien is om ruwvoer op te nemen en het opgenomen ruwvoer in de richting van het menggedeelte af te voeren en waarbij de laadinrichting een opneeminrichting voor het opnemen van ruwvoer en een afvoerinrichting voor het afVoeren van het opgenomen ruwvoer omvat.
Bij de veeteelt en meer bepaald in de melkvee- en rundveesector wordt er vaak gebruik gemaakt van voermengwagens om ervoor te zorgen dat het vee voeder krijgt met een optimale samenstelling. Deze voermengwagens omvatten een menggedeelte waarin verschillende soorten ruwvoer worden samengebracht en gemengd. Voorbeelden van ruwvoer zijn kuilgras, maïs, hooi, stro, sojaschroot, raapschroot, aardappelen en gras. Er bestaan zowel voermengwagens die niet zelfladend zijn als zelfladende voermengwagens.
Indien men gebruik maakt van voermengwagens die niet zelfladend zijn, heeft men minstens twee landbouwmachines nodig, namelijk een voermengwagen en een landbouwmachine/laadwerktuig om de verschillende soorten ruwvoer op te nemen en te brengen naar het menggedeelte van de voermengwagen. Het voordeel hierbij is dat de structuur van het ruwvoer, zowel het opgenomen als het overblijvende ruwvoer niet wordt aangetast, echter het nadeel hier is dat er twee machines gebruikt worden wat omslachtig is en tijdrovend.
Om het mengen van ruwvoer wat minder omslachtig en tijdrovend te maken wordt er vaak gebruik gemaakt van zogenaamde zelfladende voermengwagens. Zo wordt er gebruik gemaakt van een zelfladende en zelfrijdende voermengwagen waarbij deze voermengwagen een laadinrichting omvat voor het opnemen en afVoeren van het ruwvoer en waarbij deze laadinrichting een messentrommel omvat. Deze messentrommel wordt rechtstreeks in contact gebracht met een bepaald type opgeslagen ruwvoer om zo de nodige hoeveelheid van dit bepaald type ruwvoer te kunnen opnemen. Dit is minder omslachtig en minder tijdsrovende dan niet zelfladende voermengwagens. Echter doordat een roterend onderdeel, hier de messentrommel, rechtstreeks in contact komt met het opgeslagen ruwvoer, wordt de structuur van het overblijvende ruwvoer aangetast. Bij ingekuild voeder bijvoorbeeld wordt het overblijvende ruwvoer aangetast omdat door de bewerking met de messentrommel er zuurstof komt in het overblijvende opgeslagen ruwvoer. Deze messentrommel heeft een relatief hoog toerental, tot 500 toeren per minuut, om ruwvoer te kunnen losmaken van het opgeslagen ruwvoer. Door dit relatief hoge toerental wordt ook het opgenomen ruwvoer aangetast. Opgenomen stro en opgenomen krachtvoerkorrels worden door deze messentrommel fijnstoffig gebroken, waardoor voeder verloren gaat.
Om structuuraantasting van het voeder te voorkomen kan er ook gewerkt worden met een zelfladende en zelffijdende voermengwagen waarbij deze voermengwagen een laadinrichting omvat waarbij de laadinrichting een vibrerend mes omvat voor het opnemen van ruwvoer en waarbij de laadinrichting een transportwals omvat voor het opgenomen ruwvoer af te voeren. Het vibrerend mes wordt in contact gebracht met het opgeslagen ruwvoer waardoor een hoeveelheid ruwvoer wordt afgesneden van het opgeslagen ruwvoer. Dit afgesneden ruwvoer wordt met behulp van de transportwals afgevoerd. Het voordeel bij het afsnijden van het ruwvoer is dat er minder structuuraantasting is van het overblijvende ruwvoer, echter er is wel een groter vermogen nodig dan bij de voermengwagen met messentrommel.
De Europese octrooipublicatie EP 1 712 123 beschrijft eveneens een inrichting voor het uithalen en verwerken van ruwvoer voor vee. Hiertoe is de inrichting voorzien van een uithaaleenheid die een zwenkarm omvat, die aan het ene uiteinde om een zwenkas draaibaar is ondersteund en aan het vrije uiteinde een uithaalorgaan draagt.
De inrichting omvat voorts een opvangbak voor uitgehaald ruwvoer, een laadbak voor uitgehaald veevoer, en transportmiddelen voor het transporteren van ruwvoer van de opvangbak naar de laadbak. Het uithaalorgaan is uitgevoerd als snijbord met ten minste een heen en weer beweegbaar snijmes. Om het uitgesneden ruwvoer uit het snijbord af te voeren, zijn er afvoermiddelen in de vorm van een rol voorzien, die op een afstand boven het snijmes, draaibaar in het snijbord is gemonteerd.
Het is dan ook een doel van de uitvinding om een laadinrichting voor een zelfladende voermengwagen te ontwikkelen waarbij deze laadinrichting de structuur van zowel het opgenomen als het overblijvende ruwvoer niet aantast en waarbij de laadinrichting geen groot vermogen vereist. Verder is het ook een doel om een zelfladende voermengwagen te ontwikkelen omvattende een laadinrichting die zowel het opgenomen als het overblijvende ruwvoer niet aantast en die ook geen groot vermogen vereist.
Het eerste doel wordt bereikt door te voorzien in laadinrichting voor een zelfladende voermengwagen, omvattende een opneeminrichting voor het opnemen van ruwvoer en een afVoerinrichting voor het afVoeren van het opgenomen ruwvoer, waarbij de opneeminrichting twee ten opzichte van elkaar schamierbare grijperhelften omvat die schamierbaar zijn tussen een open configuratie en een gesloten configuratie, waarbij de ene grijperhelft uitgevoerd is als snijbord met een vast mes en waarbij de genoemde afVoerinrichting een afVoerrotor omvat die roteerbaar is opgesteld in de andere grijperhelft.
Deze grijperhelften kunnen bijvoorbeeld hydraulisch schamierbaar met elkaar verbonden zijn. De afVoerinrichting is opgesteld in de genoemde opneeminrichting. Hiermee wordt aangeduid dat de afVoerinrichting zich bevindt in de ruimte begrensd door de opneeminrichting wanneer de grijperhelften zich in hm gesloten configuratie bevinden.
De laadinrichting volgens de uitvinding geeft geen aanleiding tot structuuraantasting omdat het roterend onderdeel, namelijk de afVoerrotor niet rechtstreeks in contact komt met het opgeslagen ruwvoer. Het zijn namelijk de grijperhelften die rechtstreeks contact maken met het opgeslagen ruwvoer. Het ruwvoer is opneembaar doordat de grijperhelften schamierbaar zijn tussen een open en een gesloten configuratie. Indien de grijperhelften contact maken met het opgeslagen ruwvoer wordt door de overgang van een open configuratie naar een gesloten configuratie een deel van het opgeslagen ruwvoer losgemaakt en opgenomen. Deze genoemde overgang van de grijperhelften knijpt/snijdt het ruwvoer af waardoor er geen structuuraantasting is van het overblijvende ruwvoer. Nadat het ruwvoer is opgenomen door de grijperhelften wordt het pas door de afvoerrotor afgevoerd. De rotatiesnelheid van de afvoerrotor kan hierdoor lager worden ingesteld dan bijvoorbeeld de rotatiesnelheid van een messentrommel van een bestaande laadinrichting omvattende een messentrommel als opneeminrichting en afVoerinrichting, daar de afVoerrotor al afgeknepen/afgesneden ruwvoer vervoert en zelf geen ruwvoer meer moet losmaken uit een grotere hoeveelheid opgeslagen ruwvoer. De afVoerrotor heeft dus enkel een afVoerfunctie en kan dus trager roteren. Hierdoor wordt ook de structuur van het opgenomen ruwvoer niet aangetast.
Doordat het ruwvoer wordt losgemaakt uit het opgeslagen ruwvoer door de overgang van de open configuratie naar de gesloten configuratie van de grijperhelften is er in vergelijking met een bestaande laadinrichting omvattende een vibrerend mes, weinig vermogen nodig, daar deze afknijpbeweging/afsnijdbeweging minder vermogen vraagt dan het vibreren van een mes.
Bij voorkeur is het toerental van de afVoerrotor gelegen tussen 10 en 120 toeren per minuut, nog meer bij voorkeur is het toerental van de afVoerrotor gelegen tussen 50 en 80 toeren per minuut. Deze toerentallen zijn uiterst geschikt om het opgenomen ruwvoer af te voeren met een voldoende snelheid zonder dat er structuuraantasting is van het opgenomen ruwvoer.
In een specifieke uitvoeringsvorm omvat de afvoerinrichting een topmes dat voorzien is om het opgenomen ruwvoer tijdens het afvoeren ervan los te maken van de afVoerrotor. Met behulp van het topmes wordt vastlopen van de afVoerrotor voorkomen daar het topmes voorkomt dat het af te voeren ruwvoer blijft plakken aan de afvoerrotor.
In een alternatieve uitvoeringsvorm omvat de afvoerinrichting een hulprotor om het af te voeren ruwvoer eenvoudig los te maken van de afvoerrotor, waarbij deze hulprotor zich na de afVoerrotor bevindt en waarbij deze hulprotor in gebruik roteert in de tegenovergestelde richting als de afVoerrotor. Met behulp van deze hulprotor wordt vastlopen van de afVoerrotor voorkomen daar de hulprotor voorkomt dat het af te voeren ruwvoer blijft plakken aan de afVoerrotor.
Verder bij voorkeur zijn de dimensies van de genoemde hulprotor kleiner dan de dimensies van de genoemde afVoerrotor.
De twee grijperhelften zijn bij voorkeur roteerbaar met elkaar verbonden zijn rond een rotatie-as. Dit is een eenvoudige schamierbare beweging die eenvoudig tot stand kan worden gebracht. Het roteerbaar verbonden zijn rond een rotatie-as kan met behulp van één of meerdere hydraulische cilinders tot stand worden gebracht. Hydraulische cilinders vergen weinig vermogen en zijn weinig gevoelig aan slijtage en overbelasting.
In een zeer voorkeursdragende uitvoeringsvorm blijft, tijdens de overgang van de open configuratie naar de gesloten configuratie en omgekeerd, één van de twee grijperhelften nagenoeg stationair. De genoemde grijperhelft die nagenoeg stationair blijft tijdens de genoemde overgangen, kan tijdens de open configuratie van de grijperhelften in het opgeslagen ruwvoer worden gebracht/geduwd, waarna de grijperhelften overgaan naar hun gesloten configuratie. Hierdoor wordt er een happende beweging uitgevoerd, wat zorgt voor een of meerdere nagenoeg gladde oppervlakken in het overblijvende ruwvoer, waar er ruwvoer is opgenomen door de laadinrichting. Bijvoorbeeld bij ingekuild voer zorgt zo’n oppervlak ervoor dat er geen of weinig zuurstof kan aan het overblijvende opgeslagen ruwvoer waardoor er ook geen structuuraantasting is van het overblijvende ruwvoer. Bovendien kan degene die de laadinrichting bedient, zeer precies bepalen waar hij ruwvoer gaat opnemen daar één van de grijperhelften nagenoeg stationair blijft tijdens het opnemen van het ruwvoer. Tijdens het aanbrengen/duwen in het opgeslagen ruwvoer van de genoemde grijperhelft die nagenoeg stationair blijft tijdens de genoemde overgangen, kan deze grijperhelft ietwat worden geroteerd om het aanbrengen/duwen van deze grijperhelft in het opgeslagen ruwvoer wat te vereenvoudigen.
Verder bij voorkeur is de grijperhelft die nagenoeg stationair blijft tijdens de overgang van de open configuratie naar de gesloten configuratie en omgekeerd, uitgevoerd als een schepbak. Een schepbak is zeer geschikt om in opgeslagen ruwvoer te worden gebracht/geduwd. Gebruikelijk, bij het gebruik van een schepbak, rust opgenomen materiaal in de schepbak. Logischerwijs, tijdens het gebruik van de laadinrichting bevindt de schepbak zich dus onderaan en bevindt de andere grijperhelft zich dan boven de schepbak. Deze andere grijperhelft voert dan de happende beweging uit. De bovenzijde van de andere grijperhelft kan al dan niet gesloten worden uitgevoerd. Daar er niets moet rusten op de bovenzijde van de grijperhelft is het niet noodzakelijk dat de bovenzijde van de andere grijperhelft gesloten wordt uitgevoerd. De randen van de schepbak kunnen al dan niet getande en/of als mes worden uitgevoerd. Hoe scherper de randen, hoe eenvoudiger de schepbak in het opgeslagen ruwvoer kan worden geduwd.
Verder, nog meer bij voorkeur is de afVoerinrichting opgesteld in de schepbak en omvat de schepbak achteraan een opening waarlangs het opgenomen ruwvoer door de afvoerinrichting afvoerbaar is uit de laadinrichting. Dit wil zeggen dat de afVoerinrichting zich bevindt in de ruimte begrensd door de schepbak. Daar het opgenomen ruwvoer logischerwijs rust in de schepbak kan een afVoerrotor opgesteld in de schepbak eenvoudig het opgenomen ruwvoer afvoeren.
Bij voorkeur in gebruik wordt het opgenomen ruwvoer, door de rotatierichting van de afVoerrotor, langs de bovenkant van de afVoerrotor afgevoerd. Indien deze afVoerrotor in een grijperhelft is opgesteld die zich onderaan bevindt, betekent dit dat het ruwvoer niet tussen de afvoerrotor en de grijperhelft wordt afgevoerd waardoor er minder structuurschade is, bovendien is er ook minder risico dat de afVoerrotor vastloopt.
In een voorkeursdragende uitvoeringsvorm is één grijperhelft uitgevoerd is als snijbord met een vast mes. Met vast mes wordt aangeduid dat het mes niet beweegbaar is ten opzichte van het snijbord. Met behulp van een snijbord met vast mes wordt het opgenomen ruwvoer mooi afgesneden van het opgeslagen ruwvoer waardoor er geen structuuraantasting is van het overblijvende ruwvoer. Deze uitvoeringsvorm is uiterst geschikt in combinatie met een schepbak als andere grijperhelft. De schepbak blijft dan bij voorkeur tijdens de overgang van de open configuratie naar de gesloten configuratie en omgekeerd, nagenoeg stationair terwijl de grijperhelft met vast snijbord met een vast mes beweegt tijdens de genoemde overgangen. Hierdoor wordt een happende beweging verkregen waarbij het opgenomen ruwvoer zeer goed wordt afgesneden. Indien de grijperhelften roteerbaar met elkaar verbonden zijn is de rotatie-as bij voorkeur nagenoeg evenwijdig met de ondergrond waarop het opgeslagen ruwvoer zich bevindt.
Het verdere doel wordt bereikt door te voorzien in een zelfladende voermengwagen omvattende een laadinrichting en een menggedeelte waarbij de laadinrichting voorzien is om ruwvoer op te nemen en het opgenomen ruwvoer in de richting van het menggedeelte af te voeren, waarbij de laadinrichting een laadinrichting is zoals hierboven omschreven.
Door gebruik te maken volgens een laadinrichting zoals hierboven omschreven is er geen structuuraantasting van het overblijvende opgeslagen ruwvoer en van het opgenomen ruwvoer. Bovendien vergt zo’n laadinrichting weinig vermogen in vergelijking met bestaande laadinrichtingen die de structuur van het ruwvoer weinig aantasten, zoals de bestaande badinrichting waarbij de badinrichting een vibrerend mes en een transportwals omvat.
Verder bij voorkeur omvat de voermengwagen een transportinrichting die voorzien is om het door de badinrichting afgevoerde ruwvoer op te vangen en het te transporteren naar het menggedeelte. Via deze transportinrichting kan het ruwvoer eenvoudig naar het menggedeelte worden gebracht. Deze transportinrichting omvat voorkeursdragend een transportband. Via een transportband kan het ruwvoer eenvoudig en efficiënt worden gebracht naar het menggedeelte.
In een voorkeursdragende uitvoeringsvorm zijn de twee grijperhelften van de badinrichting roteerbaar met elkaar verbonden rond een rotatie-as, die nagenoeg evenwijdig is met het vlak waarop de voermengwagen zich bevindt en blijft tijdens de overgang van de grijperhelften van de open configuratie naar de gesloten configuratie en omgekeerd, de onderste grijperhelft nagenoeg stationair en omvat deze grijperhelft een schepbak. De schepbak kan zo nagenoeg evenwijdig met het vlak waarop de voermengwagen zich bevindt eenvoudig in het opgeslagen ruwvoer worden geduwd tijdens de open configuratie van de grijperhelften en de andere grijperhelft kan daarna een happende beweging maken wanneer de grijperhelften overgaan naar hun gesloten positie. Het opgenomen ruwvoer rust dan op de schepbak. Deze manier van ruwvoer opnemen is uiterst geschikt en zorgt voor geen of praktisch geen structuuraantasting van het ruwvoer.
Verder nog meer voorkeursdragend bevindt de afvoerinrichting zich in de genoemde schepbak, omvat de schepbak achteraan een opening waarlangs het opgenomen ruwvoer door de afVoerinrichting afVoerbaar is uit de laadrichting en wordt het opgenomen ruwvoer, door de rotatierichting van de afVoerrotor, langs de bovenkant van de afVoerrotor afgevoerd. De afVoerrotor bevindt zich dicht bij het opgenomen ruwvoer en het opgenomen ruwvoer wordt over de afVoerrotor heen afgevoerd naar de opening, en dus niet tussen de schepbak en afVoerrotor, waardoor er geen stmctuurbeschadiging is van het opgenomen ruwvoer en er minder risico is op vastlopen van de afvoerrotor.
De laadinrichting van de voermengwagen is bij voorkeur beweegbaar in hoogte opgesteld ten opzichte van de rest van de voermengwagen. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van hydrauliek. De hoogte van de laadinrichting kan hierdoor worden aangepast, waardoor kan worden gekozen op welke hoogte een deel van het opgeslagen ruwvoer wordt opgenomen.
In een zeer voorkeursdragende uitvoeringsvorm is de mengvoerwagen ook zelfrijdende. Hierdoor kan de laadinrichting nog beter worden aangestuurd.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een laadinrichting volgens deze uitvinding en een voermengwagen omvattende deze laadinrichting volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze laadinrichting en deze voermengwagen omvattende deze laadinrichting aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij: figuur 1 een perspectief voorstelling is van een eerste uitvoeringsvorm van een laadinrichting volgens de uitvinding waarbij de laadinrichting zich in een open positie bevindt; figuur 2 een perspectief voorstelling is van de laadinrichting zoals weergegeven in figuur 2 waarbij de laadinrichting zich in een gesloten positie bevindt; figuur 3 een zijaanzicht/doorsnede is van de laadinrichting zoals weergegeven in figuren 1 en 2 waarbij de laadinrichting zich in een open positie bevindt; figuur 4 een zijaanzicht/doorsnede is van de laadinrichting zoals weergegeven in figuren 1 tot 3 waarbij de laadinrichting zich in een gesloten positie bevindt; figuur 5 een perspectiefVoorstelling is van een voermengwagen volgens de uitvinding omvattende een laadinrichting zoals weergegeven in figuren 1 tot 4 waarbij de laadinrichting zich onderaan de voermengwagen bevindt en zich in een gesloten positie bevindt; figuur 6 een perspectiefVoorstelling is van een voermengwagen zoals weergegeven in figuur 5 omvattende een laadinrichting zoals weergegeven in figuren 1 tot 4 waarbij de laadinrichting zich onderaan de voermengwagen bevindt en zich in een open positie bevindt; figuur 7 een perspectiefVoorstelling is van een voermengwagen zoals weergegeven in figuren 5 en 6 omvattende een laadinrichting zoals weergegeven in figuren 1 tot 4 waarbij de laadinrichting zich bovenaan de voermengwagen bevindt en zich in een open positie bevindt; figuur 8 een perspectiefVoorstelling is van een voermengwagen zoals weergegeven in figuren 5 tot 7 omvattende een laadinrichting zoals weergegeven in figuren 1 tot 4 waarbij de laadinrichting zich bovenaan de voermengwagen bevindt en zich in een gesloten positie bevindt; figuur 9 een zijaanzicht/doorsnede is van een tweede uitvoeringsvorm van een laadinrichting volgens de uitvinding waarbij de laadinrichting zich in een open positie bevindt.
Figuren 1 tot 4 en figuur 9 geven een laadinrichting (1) weer volgens de uitvinding. Deze laadinrichting (1) is vooral geschikt om gebruikt te worden als laadinrichting (1) voor een zelfladende en zelfrijdende voermengwagen (2). In figuren 5 tot 8 wordt zo’n zelfladende en zelfrijdende voermengwagen (2) weergegeven omvattende een laadinrichting (1) zoals weergegeven in figuren 1 tot 4.
Deze laadinrichting (1), zoals weergegeven in figuren 1 tot 4 en figuur 9 omvat een opneeminrichting voor het opnemen van ruwvoer en een afvoerinrichting voor het afvoeren van het opgenomen ruwvoer.
De opneeminrichting omvat twee grijperhelften (3a, 3b) die roteerbaar met elkaar verbonden zijn rond een rotatie-as zodanig dat de twee grijperhelften (3 a, 3b) kunnen bewegen tussen een open configuratie en een gesloten configuratie en zo dus ook alle posities kunnen aannemen tussen deze open en deze gesloten configuratie. De rotatie-as bevindt zich tijdens het gebruik van de laadinrichting (1) nagenoeg evenwijdig met de ondergrond waarop de voermengwagen (2) omvattende de laadinrichting (1) zich bevindt. De onderste grijperhelft (3 a) is een schepbak (3 a) met getande randen en een opening (12) achteraan, die tijdens de overgang van de open configuratie naar de gesloten configuratie en omgekeerd, nagenoeg stationair blijft. De bovenste grijperhelft (3b) is uitgevoerd als snijbord (6) met een vast mes (7). De grijperhelften (3a, 3b) maken een happende beweging tijdens de overgang van de open configuratie naar de gesloten configuratie en omgekeerd. Deze happende beweging wordt mogelijk gemaakt met behulp van hydraulische cilinders (11) die verbonden zijn met de bovenste grijperhelft (3b) en die deze bovenste grijperhelft (3b) kunnen roteren naar boven en naar onderen toe.
De afVoerinrichting van de laadinrichting (1), zoals weergegeven in figuren 1 tot 4 omvat een afVoerrotor (4) en een topmes. Deze afvoerrotor (4) is roteerbaar opgesteld in de schepbak (3a) en is roteerbaar rond een rotatie-as (10). Deze rotatie-as (10) is nagenoeg evenwijdig met de rotatie-as van de grijperhelften (3a, 3b). Het topmes is opgesteld tussen de afVoerrotor (4) en de opening (12) en is voorzien dat voorzien om het opgenomen ruwvoer tijdens het afVoeren ervan los te maken van de afvoerrotor (4).
De afVoerinrichting van de laadinrichting (1), zoals weergegeven in figuur 9 omvat een afvoerrotor (4) en een hulprotor (5), waarbij de hulprotor (5) kleiner dimensies heeft dan de afVoerrotor (4). De doorsnede van de hulprotor (4) loodrecht op de lengteas van de hulprotor (5) is vierkantig met uitsteeksel op de hoekuiteinden waarbij deze uitsteeksels eenvoudig het ruwvoer kunnen losmaken van de afvoerrotor (4) en meenemen. De afvoerrotor (4) is roteerbaar opgesteld in de schepbak (3a) en is roteerbaar rond een rotatie-as (10). Deze rotatie-as (10) is nagenoeg evenwijdig met de rotatie-as van de grijperhelften (3a, 3b). De hulprotor (5) is opgesteld tussen de afvoerrotor (4) en de opening (12) en is voorzien dat voorzien om het opgenomen ruwvoer tijdens het afvoeren ervan los te maken van de afVoerrotor (4) en af te voeren naar de opening (12).
De voermengwagen (2) weergegeven in de figuren 5 tot 8 omvat vooraan, een laadinrichting (1) zoals hierboven omschreven. Verder omvat de voermengwagen (2) ook een transportband en een menggedeelte (8) waarbij de transportband het door de afVoerinrichting afgevoerde ruwvoer opvangt en transporteert naar het menggedeelte (8) van de voermengwagen (2) zodanig dat de verschillende soorten ruwvoer gemengd kunnen worden tot een optimaal voeder. Het begin van de transportband bevindt zich hiervoor ter hoogte van de opening (12) van de schepbak (3a) en beweegt ook mee met de laadinrichting (1) en het einde van de transportband (8) bevindt zich hiervoor ter hoogte van het menggedeelte (8). De laadinrichting (1) is met behulp van hydraulisch cilinders in hoogte verstelbaar ten opzichte van de rest van de voermengwagen (2).
Deze voermengwagen (2) wordt gebruikt in de veeteelt, meer bepaald in de melkvee-en rundveesector De werking van deze zelfladende en zelffijdende voermengwagen (2) wordt hieronder beschreven.
Degene die de voermengwagen (2) bediend rijdt naar verschillende soorten opgeslagen ruwvoer en neemt telkens de gewenst hoeveelheid ruwvoer op. Het opgenomen ruwvoer wordt telkens overgebracht naar het menggedeelte (8) van de voermengwagen (2). In het menggedeelte (8) worden de verschillende soorten opgenomen ruwvoer vermengd. Het verkregen mengsel met een bepaalde samenstelling dient als voeder voor de dieren.
Het opnemen van de verschillende soorten ruwvoer gebeurt door de voermengwagen (2) te rijden naar de verschillende soorten opgeslagen ruwvoer. De grijperhelften (3a, 3b), in de open configuratie, wordt gebracht naar het opgeslagen ruwvoer. De hoogte van de grijperhelften (3 a, 3b) ten opzichte van de resterende onderdelen van de voermengwagen (2) wordt bepaald door de hoogte waar men het ruwvoer wil opnemen. De schepbak (3a) wordt in het opgeslagen ruwvoer geduwd door bijvoorbeeld de voermengwagen (2) vooruit te rijden. Door de getande randen van de schepbak (3a) vergt dit relatief weinig energie. Nadat de schepbak (3a) in het opgeslagen ruwvoer is geduwd roteert de bovenste grijperhelft (3b) naar beneden toe zodanig dat de grijperhelften (3 a, 3b) hun tweede gesloten configuratie aannemen. De rotatie van de bovenste grijperhelft (3b) wordt met behulp van de hydraulische cilinders (11), die verbonden zijn met de bovenste grijperhelft (3b), bewerkstelligd. Doordat de bovenste grijperhelft (3b) als snijbord (6) met vast mes (7) is uitgevoerd, snijdt deze bovenste grijperhelft (3b) in het ruwvoer en laat het een mooi snijvlak achter. Daarna wordt de badinrichting (1) weg van het opgeslagen ruwvoer bewogen bijvoorbeeld door bijvoorbeeld met de voermengwagen (2) achteruit te rijden. Doordat er een glad snijvlak achterblijft in het opgeslagen ruwvoer na het opnemen van ruwvoer, wordt de structuur van het achterblijvende opgeslagen ruwvoer niet aangetast. Een dergelijk snijvlak zorgt bijvoorbeeld bij ingekuild ruwvoer ervoor dat er geen of weinig zuurstof doorheen het snijvlak kan komen, waardoor het ingekuild ruwvoer niet wordt aangetast.
Tijdens het opnemen van het ruwvoer en/of na het opnemen van het ruwvoer roteert de afVoerrotor (4) in een bepaalde richting om zo het opgenomen ruwvoer over de afvoerrotor (4) heen af te voeren in de richting van de opening (12) van de schepbak (3a). Hiervoor roteert de afVoerrotor (4) in de tegenovergestelde zin van de rijwielen van de voermengwagen (2) wanneer deze voorruit rijdt. Met behulp van het topmes wordt het opgenomen ruwvoer losgemaakt van de afVoerrotor (4) zodanig dat het doorheen de opening (12) kan bewegen. Indien er gewerkt wordt met een hulprotor (5) i.p.v. een topmes, roteert de hulprotor (5) in de tegenovergestelde richting als de afvoerrotor (4) rond een rotatie-as (9). Vanuit de opening (12) komt het opgenomen ruwvoer terecht op de transportband. Deze transportband transporteert dan het opgenomen ruwvoer naar het menggedeelte (8) van de zelfladende voermengwagen (2)·

Claims (19)

  1. CONCLUSIES
    1. Laadinrichting (1) voor een zelfladende voermengwagen (2), omvattende een opneeminrichting voor het opnemen van ruwvoer en een afVoerinrichting voor het afVoeren van het opgenomen ruwvoer, met het kenmerk dat de opneeminrichting twee ten opzichte van elkaar schamierbare grijperhelften (3 a, 3b) omvat die schamierbaar zijn tussen een open configuratie en een gesloten configuratie, waarbij de ene grijperhelft (3b) uitgevoerd is als snijbord (6) met een vast mes (7) en waarbij de genoemde afVoerinrichting een afvoerrotor (4) omvat die roteerbaar is opgesteld in de andere grijperhelft (3a).
  2. 2. Laadinrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het toerental van de afvoerrotor (4) gelegen is tussen 10 en 120 toeren per minuut.
  3. 3. Laadinrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het toerental van de afVoerrotor (4) gelegen is tussen 50 en 80 toeren per minuut.
  4. 4. Laadinrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de afvoerinrichting een topmes omvat, voorzien om het opgenomen ruwvoer tijdens het afVoeren ervan los te maken van de afVoerrotor (4).
  5. 5. Laadinrichting (1) volgens één van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk dat de afvoerinrichting een hulprotor (5) omvat om het af te voeren ruwvoer eenvoudig los te maken van de afVoerrotor (4), waarbij deze hulprotor (5) zich na de afVoerrotor (4) bevindt en waarbij deze hulprotor (5) in gebruik roteert in de tegenovergestelde richting als de afVoerrotor (4).
  6. 6. Laadinrichting (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de dimensies van de genoemde hulprotor (5) kleiner zijn dan de dimensies van de genoemde afVoerrotor (4).
  7. 7. Laadinrichting(l) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de twee grijperhelften (3a, 3b) roteerbaar met elkaar verbonden zijn rond een rotatie-as.
  8. 8. Laadinrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat tijdens de overgang van de open configuratie naar de gesloten configuratie en omgekeerd, één van de twee grijperhelften (3a) nagenoeg stationair blijft.
  9. 9. Laadinrichting (1) volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de grijperhelft (3a), die nagenoeg stationair blijft tijdens de overgang van de open configuratie naar de gesloten configuratie en omgekeerd, uitgevoerd is als een schepbak (3a).
  10. 10. Laadinrichting (1) volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de afvoerinrichting is opgesteld in de schepbak (3 a) en de schepbak (3 a) achteraan een opening (12) omvat waarlangs het opgenomen ruwvoer door de afVoerinrichting afvoerbaar is uit de laadrichting (1).
  11. 11. Laadinrichting (1) volgens conclusie 10, met het kenmerk dat in gebruik, het opgenomen ruwvoer door de rotatierichting van de afVoerrotor (4), langs de bovenkant van de afVoerrotor (4) wordt afgevoerd.
  12. 12. Zelfladende voermengwagen (2) omvattende een laadinrichting (1) en een menggedeelte (8) waarbij de laadinrichting (1) voorzien is om ruwvoer op te nemen en het opgenomen ruwvoer in de richting van het menggedeelte (8) af te voeren, en waarbij de laadinrichting (1) een opneeminrichting voor het opnemen van ruwvoer en een afvoerinrichting voor het afvoeren van het opgenomen ruwvoer omvat, met het kenmerk dat de opneeminrichting twee ten opzichte van elkaar schamierbare grijperhelften (3a, 3b) omvat die schamierbaar zijn tussen een open configuratie en een gesloten configuratie, waarbij de ene grijperhelft (3b) uitgevoerd is als snijbord (6) met een vast mes (7) en waarbij de genoemde afvoerinrichting een afVoerrotor (4) omvat die roteerbaar is opgesteld in de andere grijperhelft (3a).
  13. 13. Zelfladende voermengwagen (2) volgens conclusies 12, met het kenmerk dat de laadinrichting (1) een laadinrichting (1) is volgens één of meerdere van de conclusies 2 tot 11.
  14. 14. Zelfladende voermengwagen (2) volgens conclusie 13, met het kenmerk dat de voermengwagen (2) een transportinrichting omvat die voorzien is om het door de laadinrichting (1) afgevoerde ruwvoer op te vangen en het te transporteren naar het menggedeelte (8).
  15. 15. Zelfladende voermengwagen (2) volgens één van de conclusie 12 t/m 14, met het kenmerk dat de twee grijperhelften (3 a, 3b) roteerbaar met elkaar verbonden zijn rond een rotatie-as, die nagenoeg evenwijdig is met het vlak waarop de voermengwagen (2) zich bevindt en dat tijdens de overgang van de open configuratie naar de gesloten configuratie en omgekeerd, de onderste grijperhelft (3a) nagenoeg stationair blijft en deze grijperhelft (3a) een schepbak (3a) omvat.
  16. 16. Zelfladende voermengwagen (2) volgens conclusie 15, met het kenmerk dat de afVoerinrichting zich in de genoemde schepbak (3 a) bevindt, de schepbak (3 a) achteraan een opening (12) omvat waarlangs het opgenomen ruwvoer door de afvoerinrichting afVoerbaar is uit de laadrichting (1) en dat het opgenomen ruwvoer, door de rotatierichting van de afvoerrotor (4), langs de bovenkant van de afvoerrotor (4) wordt afgevoerd.
  17. 17. Zelflandende voermengwagen (2) volgens één van de conclusies 12 t/m 16, met het kenmerk dat de transportelementen een transportband omvatten.
  18. 18. Zelfladende voermengwagen (2) volgens één van de conclusies 12 t/m 17, met het kenmerk dat de laadinrichting (1) beweegbaar in hoogte is opgesteld ten opzichte van de rest van de voermengwagen (2).
  19. 19. Zelfladende voermengwagen (2) volgens één van de conclusies 12 t/m 18, met het kenmerk dat de voermengwagen (2) zelfrijdend is.
BE2013/0434A 2013-06-24 2013-06-24 Laadinrichting en zelfladende voermengwagen omvattende deze laadinrichting BE1022085B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0434A BE1022085B1 (nl) 2013-06-24 2013-06-24 Laadinrichting en zelfladende voermengwagen omvattende deze laadinrichting
PL14173647T PL2826359T3 (pl) 2013-06-24 2014-06-24 Samozaładowczy wóz mieszający pasze wyposażony w urządzenie załadowcze
EP14173647.0A EP2826359B1 (en) 2013-06-24 2014-06-24 Self-loading feed mixing wagon comprising a loading device
DK14173647.0T DK2826359T3 (en) 2013-06-24 2014-06-24 Self-filling feed mixer wagon comprising a filling device

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0434A BE1022085B1 (nl) 2013-06-24 2013-06-24 Laadinrichting en zelfladende voermengwagen omvattende deze laadinrichting

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1022085B1 true BE1022085B1 (nl) 2016-02-15

Family

ID=50115650

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2013/0434A BE1022085B1 (nl) 2013-06-24 2013-06-24 Laadinrichting en zelfladende voermengwagen omvattende deze laadinrichting

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP2826359B1 (nl)
BE (1) BE1022085B1 (nl)
DK (1) DK2826359T3 (nl)
PL (1) PL2826359T3 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB201520198D0 (en) * 2015-11-16 2015-12-30 Taylor William Implement for handling animal feedstuffs

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2002645A (en) * 1977-08-19 1979-02-28 Commerciale Agricola Spa Machine for mixing and distributing loose materials, such as animal feedstuffs
DE29608854U1 (de) * 1996-05-17 1996-08-08 Strautmann & Soehne Gerät zum Aufnehmen, Transportieren und Verteilen von Viehfutter
DE19829905A1 (de) * 1998-07-06 2000-01-13 Detlev Mehrtens Gerät zum Aufnehmen, Transportieren und Verteilen von Silagefutter
EP1062861A1 (de) * 1999-06-25 2000-12-27 Trioliet Mullos B.V. Vorrichtung zum Silageschneiden
US20020129590A1 (en) * 2001-03-14 2002-09-19 Trioliet Mullos B.V. Silage cutting implement
EP1712123A2 (en) * 2005-04-11 2006-10-18 Trioliet Mullos B.V. Device for removing and processing silage for cattle

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2893643B1 (fr) * 2005-11-24 2009-11-27 Emily Godet de chargement et de dechargement

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2002645A (en) * 1977-08-19 1979-02-28 Commerciale Agricola Spa Machine for mixing and distributing loose materials, such as animal feedstuffs
DE29608854U1 (de) * 1996-05-17 1996-08-08 Strautmann & Soehne Gerät zum Aufnehmen, Transportieren und Verteilen von Viehfutter
DE19829905A1 (de) * 1998-07-06 2000-01-13 Detlev Mehrtens Gerät zum Aufnehmen, Transportieren und Verteilen von Silagefutter
EP1062861A1 (de) * 1999-06-25 2000-12-27 Trioliet Mullos B.V. Vorrichtung zum Silageschneiden
US20020129590A1 (en) * 2001-03-14 2002-09-19 Trioliet Mullos B.V. Silage cutting implement
EP1712123A2 (en) * 2005-04-11 2006-10-18 Trioliet Mullos B.V. Device for removing and processing silage for cattle

Also Published As

Publication number Publication date
DK2826359T3 (en) 2019-03-25
EP2826359B1 (en) 2018-12-26
PL2826359T3 (pl) 2019-06-28
EP2826359A2 (en) 2015-01-21
EP2826359A3 (en) 2015-04-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2002538C2 (nl) Rooi-inrichting.
US7377457B2 (en) Agricultural bale cutter
WO2014106855A1 (en) A compact automatic sugarcane harvester
BR112018006781B1 (pt) Enfardadeira agrícola
BE1022085B1 (nl) Laadinrichting en zelfladende voermengwagen omvattende deze laadinrichting
JP2007174921A (ja) 農作業機
CS207359B2 (en) Facility for separating the sappy fodder,for lifting the separated block of fooder and for transport thereof for the desired place
JPH024256B2 (nl)
JP5910699B2 (ja) 脱穀装置
JP6640633B2 (ja) 汎用コンバイン
NL2011357C2 (nl) Inrichting voor het verwerken van veevoer.
NL1004809C2 (nl) Verkleiningsinrichting met kantelbaar beladingsmechanisme.
US4037740A (en) Stack feeding apparatus
JP4257457B2 (ja) 葉茎収穫機
NL2011408C2 (nl) Veevoergrijpbek en veevoersamenstelsysteem daarmee.
JP2010081843A (ja) コンバインの排藁処理部構造
CN104429413A (zh) 湿植物纤维粉碎装置
JP5668335B2 (ja) 脱穀装置
JP2007074944A (ja) コンバイン
NL1016077C2 (nl) Verkleiningsinrichting met hydraulische snijdinrichting.
NL2010541C2 (nl) Inrichting voor het verwerken van veevoer.
GB408250A (en) Improvements in and relating to cane harvesting machines
JP2007029002A (ja) コンバインの穀稈掻込装置
NL1010632C1 (nl) Verkleiningsinrichting met kantelbaar beladingsmechanisme.
BE1025447B1 (nl) Verbeterde meng- en verdeelinrichting voor veevoeder