NL1011865C2 - Werkwijze en inrichting voor de ventilatie van een stal. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor de ventilatie van een stal. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1011865C2 NL1011865C2 NL1011865A NL1011865A NL1011865C2 NL 1011865 C2 NL1011865 C2 NL 1011865C2 NL 1011865 A NL1011865 A NL 1011865A NL 1011865 A NL1011865 A NL 1011865A NL 1011865 C2 NL1011865 C2 NL 1011865C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- roof part
- opening
- mounting
- mounting member
- edge
- Prior art date
Links
- 238000000034 method Methods 0.000 title claims abstract description 17
- 238000009423 ventilation Methods 0.000 claims description 29
- 229910000831 Steel Inorganic materials 0.000 claims description 3
- 239000010959 steel Substances 0.000 claims description 3
- 239000006223 plastic coating Substances 0.000 claims description 2
- 239000011241 protective layer Substances 0.000 claims description 2
- 239000002184 metal Substances 0.000 claims 1
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 12
- 230000001012 protector Effects 0.000 description 8
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 5
- 238000005192 partition Methods 0.000 description 5
- 238000005452 bending Methods 0.000 description 3
- 238000002474 experimental method Methods 0.000 description 3
- 244000144972 livestock Species 0.000 description 3
- 230000000087 stabilizing effect Effects 0.000 description 3
- 241000283690 Bos taurus Species 0.000 description 2
- 238000007664 blowing Methods 0.000 description 2
- 229920000728 polyester Polymers 0.000 description 2
- 230000015572 biosynthetic process Effects 0.000 description 1
- 238000005260 corrosion Methods 0.000 description 1
- 230000007797 corrosion Effects 0.000 description 1
- 238000009313 farming Methods 0.000 description 1
- 238000009434 installation Methods 0.000 description 1
- JEIPFZHSYJVQDO-UHFFFAOYSA-N iron(III) oxide Inorganic materials O=[Fe]O[Fe]=O JEIPFZHSYJVQDO-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
- 238000012986 modification Methods 0.000 description 1
- 230000004048 modification Effects 0.000 description 1
- 230000001737 promoting effect Effects 0.000 description 1
- 230000000717 retained effect Effects 0.000 description 1
- 230000000630 rising effect Effects 0.000 description 1
- 125000006850 spacer group Chemical group 0.000 description 1
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
- 230000036642 wellbeing Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K1/00—Housing animals; Equipment therefor
- A01K1/0047—Air-conditioning, e.g. ventilation, of animal housings
- A01K1/0058—Construction of air inlets or outlets in roofs
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04D—ROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
- E04D13/00—Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
- E04D13/17—Ventilation of roof coverings not otherwise provided for
- E04D13/174—Ventilation of roof coverings not otherwise provided for on the ridge of the roof
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F7/00—Ventilation
- F24F7/02—Roof ventilation
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
- Animal Husbandry (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Zoology (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Building Environments (AREA)
Description
WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR DE VENTILATIE VAN EEN STAL
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor de ventilatie van een stal.
In het verleden is een groot aantal stallen, in het bijzonder voor de rundveehouderij, gebouwd waarvan 5 het hellende staldak in langsrichting voorzien is van een polyester of PVC lichtkap, die de nok van het hellende dak vormt. Door het aanbrengen van een dergelijke lichtkap stijgt in de stal voldoende licht van buiten naar binnen. De lichtkap is vaak zodanig aangebracht, dat er 10 tussen het hellende dak en de onderrand van de lichtkap openingen zijn voorzien ten behoeve van de ventilatie van de stal. In de praktijk is echter gebleken dat er in deze openingen onvoldoende lucht geventileerd wordt.
Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat 15 vervuilde warme stallucht opstijgt tot tegen de over het algemeen ronde lichtkap en aldaar verzameld wordt. De stallucht treedt derhalve in onvoldoende mate door de lager gelegen openingen naar buiten. De ventilatielucht kan pas naar buiten treden als deze daalt waarna de lucht 20 aan de zijkant ontsnapt. Bij het dalen van de stallucht stijgt echter nieuwe warme stallucht op waardoor een werveling van de lucht plaatsvindt. Hierdoor vindt onvoldoende luchtverversing plaats.
Het bovenstaande probleem kan opgelost worden 25 door de bestaande lichtkap te verwijderen en te vervangen door een nieuwe daknok, waarbij echter de draagconstructie van de stal aangepast dient te worden. Dit brengt hoge kosten met zich mee en is derhalve voor bestaande stallen economisch nauwelijks haalbaar.
30 Ook is bekend het in het langsrichting open snijden van de lichtkap en de aldus ontstane uiteinde van de lichtkap naar buiten toe te buigen. Hierdoor ontstaat in het hoogste gedeelte van de lichtkap een ventilatie- 1011865 2 opening, waarlangs de opstijgende warme stallucht af te voeren is. Het voordeel hiervan is dat, gebruikmakend van de bestaande lichtkap, een redelijke ventilatie van de stal tot stand kan worden gebracht. Ook aan deze con-5 structie kleven echter een groot aantal bezwaren.
Een bezwaar is dat tussen de omgebogen uiteinden van de lichtkap afstandhouders moeten worden geplaatst teneinde de uiteinden uit elkaar te houden, het aanbrengen waarvan een arbeidsintensieve en tijdrovende 10 bezigheid is. Bovendien wordt vermindert de stijfheid van de lichtkapconstructie verminderd, hetgeen kan leiden tot het benodigd zijn van het uitvoeren van aanvullende bouwkundige maatregelen.
Het doel van de onderhavige uitvinding is 15 verbeterde inrichting en werkwijze voor het ventileren van de stal te verschaffen waarbij bovengenoemde bezwaren zijn ondervangen, welke werkwijze en inrichting bovendien toepasbaar is op bestaande stallen.
Volgens een eerste aspect van de uitvinding 20 wordt een werkwijze verschaft voor het ventileren van een stal, omvattende: - het in een aan de stal aangebracht dakdeel aanbrengen van een langgerekte opening; - het in de langsrichting nabij een eerste rand 25 van de opening aanbrengen van een eerste opzetorgaan; - het in de langsrichting nabij een tegenoverliggende tweede rand van de opening aanbrengen van een tweede opzetorgaan.
Door in het dakdeel een langgerekte opening te 30 maken en deze aan weerszijden in de langsrichting te voorzien van opzetorganen is het mogelijk om op eenvoudige en snelle wijze in bestaande stallen een ventilatieopening te verschaffen waarlangs stallucht naar buiten kan treden, waarbij de boven het dakdeel uitstekende 35 opzetorganen door hun "schoorsteenwerking" de ventilatie van stallucht bevorderen.
Bij voorkeur wordt de opening zodanig aangebracht, dat de breedte b daarvan kleiner is dan tweemaal 1011865 3 de hoogte h waarop een opzetorgaan uitsteekt boven het dakdeel. Uit onderzoeken is namelijk gebleken dat de verhouding tussen de breedte van de opening en de hoogte waarop een opzetorgaan uitsteekt boven het dakdeel de 5 mate van ventilatie beïnvloedt. Bij voorkeur is de verhouding tussen de genoemde hoogte h en de genoemde afstand b tussen 1 en 3 en met nog meer voorkeur is de genoemde verhouding ongeveer 1,5. Bij laatstgenoemde verhoudingen zijn in de praktijksituaties reeds toenames 10 van het ventilatiedebiet van 70 % geconstateerd.
Bij voorkeur worden de opzetorganen aan één of meer bestaande steunorganen van het dakdeel bevestigd en behoeven de steunorganen, zoals bijvoorbeeld onderdeel uitmakend van de draagconstructie van de stal, niet 15 aangepast te worden.
Volgens een andere uitvoering omvat de werkwijze het op een zodanige afstand ten opzichte van de bijbehorende rand van het dakdeel aanbrengen van een opzetorgaan, dat het gedeelte van het dakdeel tussen het opzet-20 orgaan en de rand hemelwater kan opvangen. Hemelwater dat tussen de opzetorganen terechtkomt, zal in het algemeen niet loodrecht naar beneden vallen. In de meeste gevallen komt het naar beneden vallende hemelwater derhalve op het genoemde gedeelte van het dakdeel waarlangs het wordt 25 afgevoerd. Hierdoor wordt het inregenen van de stal voorkomen of althans verminderd.
Bij staande ventilatiesystemen treedt het probleem op dat wanneer de windrichting evenwijdig is aan de langsrichting van de ventilatie-opening van de stal, 30 lucht van buiten naar binnen wordt gedrongen waarmee de afvoer van vervuilde warme stallucht wordt gereduceerd of zelfs geheel wordt verhinderd. Om dit bezwaar te ondervangen omvat de werkwijze in een verdere voorkeurswijze het in hoofdzaak dwars tussen de eerste en tweede opzet-35 organen aanbrengen van één of meer derde opzetorganen. Door in de dwarsrichting van de langgerekte ventilatieopeningen brengen van opzetorganen wordt een dergelijk effect vermeden en wordt een onder alle windrichtingen 1011865 4 goed functionerende ventilatie mogelijkheid tot stand gebracht. Bovendien wordt een verbeterde stijfheid van de constructie verkregen.
Volgens een ander aspect van de uitvinding 5 wordt een inrichting voor ventilatie van een stal verschaft, omvattende: - een dakdeel voorzien van een langgerekte opening; - een in langsrichting langs een eerste rand 10 van de opening aangebracht eerste opzetorgaan; - een in langsrichting langs een tegenoverliggende tweede rand van de opening aangebracht tweede opzetorgaan; waarbij elk opzetorgaan een bevestigingsdeel, waarmee het 15 opzetorgaan aan het dakdeel is aangebracht, en een opstaande wand omvat.
Een opzetorgaan kan met behulp van het bevestigingsdeel gemakkelijk aan het dakdeel bevestigd worden, waarbij de opzetorganen zodanig worden aangebracht dat de opstaande 20 wanden daarvan een "schoorsteen" vormen voor het bevorderen van de ventilatiestroom.
In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt het dakdeel gevormd door een al dan niet halfcilinderische lichtkap, die ter plaatse van de nok van een hellend dak 25 is voorzien. De warme stallucht verplaatst zich namelijk bij een hellend dak langs de onderzijde daarvan naar boven en het grootste deel van de warme stallucht wordt derhalve opgevangen in het hoogste punt in de stal, in dit geval de lichtkap.
30 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm be draagt ter plaatse van de aansluiting van een opzetorgaan op het dakdeel de hoek ot tussen de opstaande wand van het opzetorgaan en het dakdeel 50 - 80°. Uit uitgebreide proefnemingen is gebleken dat bij een dergelijke keuze 35 van de hoek a een optimum bereikt wordt tussen enerzijds goede ventilatie van de stal en anderzijds een beperking van de hoeveelheid hemelwater dat tijdens een regen-, hagel- of sneeuwbui in de stal terechtkomt.
1011865 5
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat een opzetorgaan een in hoofdzaak vlakke plaat, die voorzien is van één of meer knikken ter aanpassing van het opzetorgaan aan de vorm van het dakdeel. Door het 5 opzetorgaan op te bouwen uit een in hoofdzaak vlakke plaat en deze op een aantal plaatsen te knikken of buigen kan op eenvoudige wijze uit één plaat een opstaande wand en een bevestigingsdeel gevormd worden, waarbij bij voorkeur het bevestigingsdeel één of meer knikken heeft 10 ter aanpassing van dat deel aan de vorm van het dakdeel, bijvoorbeeld de halfcilindrische vorm van een lichtkap.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van het bevestigingsdeel aan één of meer steunorganen, 15 een steunorgaan kan bijvoorbeeld een gording van de draagconstructie van het dak of een steun van de draagconstructie van het dakdeel zijn.
Verdere kenmerken en details van de uitvinding zullen worden verduidelijkt in de navolgende beschrijving 20 van een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan. Hierbij wordt verwezen naar de bijgevoegde figuren, waarin tonen: - figuur 1 een aanzicht in perspectief van een stal, die is voorzien van een voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding; 25 - figuur 2 een meer gedetailleerd aanzicht in perspectief toont van de te plaatsen nok van de stal volgens figuur 1; en - figuur 3 een verder gedetailleerd, gedeeltelijk opengewerkt aanzicht in perspectief van de voor- 30 keursuitvoeringsvorm van figuren 1 en 2.
De stal S uit figuur 1 is van een gebruikelijk type. De stal S heeft een langgerekte vorm, waarbij aan de beide kopgevels toegangsdeuren zijn voorzien. Het vee wordt over het algemeen langs de zijgevels van de stal S 35 gegroepeerd. Hierbij wordt in het middengebied tussen de kopgevels een doorgang gecreëerd aan weerszijden waarvan het vee gerangschikt is. Deze doorgang wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het transport van vee, het plaatsen van 1011865 6 voeding, etc. De stal S heeft een op gordingen G steunend hellend dak D, waarvan de nok zich in de langsrichting van de stal uitstrekt. Ter plaatse van de nok is het dak opgebouwd uit een lichtdoorlatende kap zodat de eerder 5 genoemde doorgang met buitenlicht verlicht wordt. De luchtdoorlatende kap is vervaardigd van UV-bestendige gewapend polyester of van PVC.
Voor een optimale welbevinder van het vee en de in de stal S werkzame personen alsmede voor het in goede 10 conditie houden van de stal S is het belangrijk om met behulp van een adequaat ventilatiesysteem de kwaliteit van de stallucht op een hoog peil te brengen en te houden .
De ventilatie-inrichting 1 kan als volgt zijn 15 opgebouwd. Uitgegaan wordt van een bestaande lichtkap (2, 3) die via een aantal boogvormige constructiesteunen 4 aan het dak D bevestigd is. De lichtkap is bevestigd aan de constructiesteunen 4 door middel van schroeven 5.
De constructiesteunen 4 zijn aan beide uiteinden voorzien 20 van vlakke bevestigingsdelen 6 die met behulp van schroeven 7 aan het dak D bevestigd is. Tevens zijn L-vormige onderdelen 9 op enige afstand ten opzichte van de langs-zijden van de lichtkap aangebracht, waarvan telkens een opstaand deel 9a zich naar boven toe uitstrekt en een 25 liggend deel 9b zich in hoofdzaak evenwijdig met het dak uitstrekt. Tussen de onderrand 10 van de lichtkap (2, 3) en het dak D is een tussenruimte 8 gevormd wel zodanig dat warme stallucht daardoor naar buiten kan treden. Een dergelijke ventilatiestroom is in figuur 2 met de pijl V 30 weergegeven.
In de praktijk is gebleken dat een dergelijke ventilatiestroom Vx onvoldoende is om de stal op adequate wijze te kunnen ventileren.
Daarom wordt aan de bovenzijde van de lichtkoe-35 pel en wel ter plaatse van het hoogste punt daarvan met behulp van bijvoorbeeld een haakse slijptol een deel van de lichtkap (2, 3) weggenomen waardoor een linker licht-kapdeel 2 en rechter lichtkapdeel 3 ontstaan. De breedte 101 186 5 7 b van het weggenomen deel van de lichtkap, zoals is weergegeven in figuur 2 en 3, is van belang voor de ventilerende werking, zoals hierna zal worden uitgelegd.
De aldus ontstane langgerekte opening tussen de 5 lichtkapdelen van 2 en 3 verschaft een aanvullende ventilatie mogelijkheid voor de stal en wel juist op die positie waar zich de vervuilde warme stallucht opeengehoopt is, dat wil zeggen op het hoogste punt van de stal S. Vervolgens wordt op het linker lichtkapdeel 2 een 10 linker opzetstuk 13 geplaatst, terwijl op het rechter lichtkapdeel 3 een rechter opzetstuk 14 wordt geplaatst.
Het linker opzetstuk 13 is gevormd uit een tussen 0,6 en 0,9 mm dikke stalen profiel, dat voorzien is van een beschermingslaag in de vorm van een plastic 15 coating teneinde roestvorming tegen te gaan. Het stalen profiel is met eenvoudige middelen zodanig buigbaar, dat een tweetal buiglijnen of knikken 15 en 16 ontstaan die het opzetstuk 13 verdelen in een eerste deel 13a, tweede deel 13b en derde deel 13c, Evenzo is het rechteropzet-20 stuk 14 onder te verdelen in een eerste deel 14a, tweede deel 14b en derde deel 14c door knikken 15 en 16.
De eerste delen 13a, 14a van respectievelijk het linker en rechter opzetstuk 13 en 14 vormen opstaande wanden langs de in de lichtkap aangebrachte opening. Deze 25 wanden verbeteren de ventilatie door de opening.
Het tweede en derde deel 13b en 13c van het opzetstuk 13 en het tweede en derde deel 14b en 14c van het rechter opzetstuk 14 fungeren als bevestigingsdeel voor respectievelijk opzetstuk 13 en 14. De knik 16 30 tussen het tweede en derde deel 13b en 13c is zodanig uitgevoerd, dat als het ware de ronding van het linker lichtkapdeel 12 gevolgd wordt, terwijl de delen 14b en 14c van het rechter opzetstuk 14 als het ware de kromming volgen van het rechter lichtkapdeel 3. Op deze wijze kan 35 niet alleen met simpele middelen de kromming van de lichtkap gevolgd worden, maar wordt tevens een verbeterde aansluiting van de opzetstukken 13 en 14 op de lichtkapdelen 2 en 3 tot stand gebracht.
ï J J 8oOO
8
De liggende delen 13b en 13c van het linker opzetstuk 13 worden met behulp van schroeven 17 bevestigd aan de constructiesteunen 4 van de lichtkap. Ter bescherming tegen weersinvloeden worden de koppen van de schroe-5 ven 17 voorzien van doppen 20, zodat corrosievorming wordt vermeden.
Met de bovenbeschreven constructie kan de stallucht in de richting van pijl V2 afgevoerd worden waarbij de opstaande delen 13a en 14a ervoor zorgen dat 10 de luchtafvoer bevorderd wordt.
Uit proefnemingen is gebleken dat de juiste keuze van de verhouding tussen de hoogte h die de opstaande delen 13a en 14a van het linker opzetstuk 13 en het rechter opzetstuk 14 uitsteken boven de linker- en 15 rechter lichtkapdelen 2 en 3 ten opzichte van de breedte b van de in de lichtkap aangebrachte opening van essentieel belang is voor een goede ventilatiewerking. Indien de hoogte- breedteverhouding (h/b) tussen 0,5 en 3 en bij voorkeur 1,5 is treedt een sterke verbetering van de 20 ventilatiestroom V2 op. Afhankelijk van de windrichting zijn bij een hoogte van 150 mm en een breedte van 100 mm toenames van in het ventilatiedebiet van meer 70 % tot stand gebracht.
Tevens is van belang de hoek α tussen de op-25 staande delen 13a en 13b van linker- respectievelijk rechter opzetstukken 13 en 14 en respectievelijk het linker lichtkapdeel 2 en het rechter lichtkapdeel 3. Een dergelijke hoek a is bij voorkeur tussen de 50 en de 80°. Uit proefnemingen is gebleken dat een hoek van 65° in 30 veel gevallen optimaal is, dat wil zeggen dat bij een dergelijke hoek een optimale balans gevonden is tussen enerzijds de ventilerende werking van de ventilatieopening en anderzijds bescherming tegen hemelwaterinslag.
De opzetstukken 13 en 14 kunnen in verschillen-35 de lengtes geproduceerd worden. Een lengte van circa 3 m is in de praktijk een goed werkzame lengte gebleken. In de in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm zijn aanvullende tussenschotten 21 toegevoegd, bijvoorbeeld met een 1011865 9 tussenafstand van ongeveer 3 ra. Deze tussenschotten 21 worden aangebracht op de steunen 4 van de lichtkap en/of tegen de binnenzijde van de opstaande delen 13a en 14a van respectievelijk opzetstuk 13 en 14. Door deze tussen-5 schotten 21 op de in de figuren aangegeven wijze tussen de opzetstukken 13 en 14 te bevestigen, wordt voorkomen dat bij windrichtingen die parallel of bijna parallel verlopen met de langsas van de ventilatie-opening lucht direct van buiten naar binnen wordt geblazen. In dat 10 geval wordt namelijk de vervuilde warme stallucht niet meer afgevoerd.
De keuze voor het al dan niet aanbrengen van de bovengenoemde tussenschotten is afhankelijk van de mate waarin verschillende windrichtingen optreden. In een 15 klimaat waarin bepaalde windrichtingen slechts sporadisch voorkomen, kan het probleem van het naar binnen blazen van buitenlucht zoveel mogelijk voorkomen worden door de stal met zijn langsrichting in een van deze windrichtingen te oriënteren. Hierdoor wordt het naar binnen blazen 20 van buitenlucht voor het grootste gedeelte van de tijd voorkomen. In andere klimaten echter waarin geen sprake is van dergelijk veel optredende windrichtingen kan het aanbrengen van bovengenoemde tussenschotten 21 uitkomst bieden.
25 In de weergegeven voorkeursuitvoeringsvorm is een het opzetstuk 13, 14 op enige afstand van de rand 12 van het respectievelijke lichtkapdeel 2 en 3 aangebracht, zodat de uiteinden 29 en 30 van het respectievelijke linker lichtkapdeel 2 en rechter lichtkapdeel 3 uitsteken 30 tot voorbij de opstaande delen 13a en 14a van de opzetstukken 13 en 14. Deze uitstekende uiteinden 29 en 30 hebben in een voorkeursuitvoeringsvorm elk een breedte van circa 40 mm en hebben als functie het opvangen van hemelwater. Hemelwater zal namelijk in het algemeen niet 35 loodrecht naar beneden vallen maar enigszins schuin ten opzichte van de aardbodem. Stel bijvoorbeeld dat regen vanaf de rechterzijde van de stal S invalt (zie pijl R). In dat geval wordt een groot gedeelte van het hemelwater 1011865 10 tegengehouden door het buitenoppervlak van het opstaande deel 14a van het rechter opzetstuk 14. Ook komt een deel van de regen terecht tussen de opstaande delen 13a en 14a, doch dit gedeelte door de schuine inval van het 5 hemelwater hoofdzakelijk terechtkomt op het uitstekend uiteinde 29 van het linker lichtkapdeel 2. Het uitstekend uiteinde 29 fungeert dus als opvang voor het hemelwater. Wegens de kromming van het lichtkapdeel stroomt het water vervolgens weg. De werking en functie van het uitstekend 10 uiteinde 30 van het rechter lichtkapdeel 3 is analoog aan die van het uitstekende uiteinde 29.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de bovenbeschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan; de gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende 15 conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.
1011885
Claims (25)
1. Werkwijze voor het ventileren van een stal, omvattende: - het in een aan de stal aangebracht dakdeel aanbrengen van een langgerekte opening; 5. het in de langsrichting nabij een eerste rand van de opening aanbrengen van een eerste opzetorgaan; - het in de langsrichting nabij een tegenoverliggende tweede rand van de opening aanbrengen van een tweede opzetorgaan.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, omvattende het zodanig aanbrengen van de opening, dat de breedte b daarvan kleiner is dan tweemaal de hoogte h waarop een opzetorgaan uitsteekt boven het dakdeel.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij de 15 verhouding tussen de genoemde hoogte h en de genoemde afstand b ligt tussen 1 en 3.
4. Werkwijze volgens 3, waarbij de genoemde verhouding circa 1,5 bedraagt.
5. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-4, 20 omvattende het bevestigen van de opzetorganen aan een of meer bestaande steunorganen van het dakdeel.
6. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-5, omvattende het op een zodanige afstand ten opzichte van de bijbehorende rand aan het dakdeel aanbrengen van een 25 opzetorgaan dat het gedeelte van het dakdeel tussen het opzetorgaan en de rand hemelwater kan opvangen.
7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende het in hoofdzaak dwars tussen het eerste en tweede opzetorgaan aanbrengen van een of meer derde 30 opzetorganen.
8. Inrichting voor ventilatie van een stal, omvattende: - een dakdeel voorzien van een langgerekte opening; 1011öS5 - een in langsrichting langs een eerste rand van de opening aangebracht eerste opzetorgaan; - een in langsrichting langs een tegenoverliggende tweede rand van de opening aangebracht tweede 5 opzetorgaan,- waarbij elk opzetorgaan een bevestigingsdeel, waarmee het opzetorgaan aan het dakdeel is aangebracht, en een opstaande wand omvat.
9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij het 10 dakdeel een lichtkap omvat.
10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, waarbij de opstaande wand over een hoogte h groter dan de helft van de afstand b tussen de eerste en tweede rand boven het dakdeel uitsteekt.
11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij de verhouding tussen de genoemde hoogte h en de genoemde afstand b ligt tussen 1 en 3.
12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij de genoemde verhouding circa 1,5 bedraagt.
13. Inrichting volgens een der conclusies 8-12, waarbij ter plaatse van de aansluiting van een opzetorgaan op het dakdeel de hoek oi tussen de opstaande wand van het opzetorgaan en het dakdeel tussen 50 en 80 graden bedraagt.
14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij de hoek a circa 65 graden bedraagt.
15. Inrichting volgens een de conclusies 8-14, waarbij een opzetorgaan op een zodanige afstand van de bijbehorende rand aan het dakdeel is aangebracht, dat het 30 gedeelte van het dakdeel tussen het opzetorgaan en de rand een opvang voor hemelwater vormt.
16. Inrichting volgens een der conclusies 8-15, waarbij een opzetorgaan een in hoofdzaak vlakke plaat omvat die voorzien is van een of meer knikken ter aanpas- 35 sing van het opzetorgaan aan de vorm van het dakdeel.
17. Inrichting volgens een der conclusies 8-16, waarbij in hoofdzaak dwars tussen het eerste en tweede opzetorgaan een derde opzetorgaan bevestigbaar is. i'll '! -' ^ ^ j vv" é i. 'w ' r-
18. Inrichting volgens conclusie 17, waarbij het derde opzetorgaan nabij een derde rand van de opening in het dakdeel bevestigbaar is.
19. Inrichting volgens conclusie 17 of 18, 5 omvattende twee of meer in langsrichting achter elkaar geplaatste derde opzetorganen.
20. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, bevestigingsmiddelen omvattende voor het bevestigen van het bevestigingsdeel aan een of meer 10 steunorganen van het dak(deel).
21. Inrichting volgens een der conclusies 8-20, waarbij een opzetorgaan is vervaardigd van metaal met een beschermlaag, bij voorkeur een plastic coating.
22. Inrichting volgens een der conclusies 8-21, 15 waarbij een opzetorgaan een stalen profiel met een dikte van circa 0,6 - 0,9 mm omvat.
23. Inrichting volgens een der conclusies 8-22, waarbij het dakdeel ten minste gedeeltelijk de nok van het dak van de stal vormt.
24. Werkwijze voor het aanbrengen van een inrichting volgens een van de conclusies 8-23.
25. Opzetorgaan, kennelijk bestemd voor een inrichting volgens een van de conclusies 8-23. 1011865
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1011865A NL1011865C2 (nl) | 1999-04-22 | 1999-04-22 | Werkwijze en inrichting voor de ventilatie van een stal. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1011865A NL1011865C2 (nl) | 1999-04-22 | 1999-04-22 | Werkwijze en inrichting voor de ventilatie van een stal. |
NL1011865 | 1999-04-22 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1011865C2 true NL1011865C2 (nl) | 2000-11-07 |
Family
ID=19769065
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1011865A NL1011865C2 (nl) | 1999-04-22 | 1999-04-22 | Werkwijze en inrichting voor de ventilatie van een stal. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1011865C2 (nl) |
Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB552900A (en) * | 1941-10-24 | 1943-04-29 | Electrical Improvements Ltd | Improvements in or relating to roof ventilators for buildings |
US2625094A (en) * | 1951-12-10 | 1953-01-13 | Bonforte John | Ventilating ridge roll for roofs |
BE673600A (nl) * | 1964-01-13 | 1966-04-01 | ||
GB1424721A (en) * | 1973-05-04 | 1976-02-11 | Europ Profiles Ltd | Roof structures for a building |
DE2532515A1 (de) * | 1975-07-21 | 1977-01-27 | Heinrich Huether | Firstentlueftung |
GB2116311A (en) * | 1981-12-29 | 1983-09-21 | Gal Gmbh & Co Kg | Roof ventilator |
EP0654214A1 (en) * | 1993-11-18 | 1995-05-24 | Johannes Martinus Willibrordus Weelink | Building for accommodating livestock |
WO1999030088A1 (en) * | 1997-12-05 | 1999-06-17 | Fabio Perini | Covering system for buildings |
-
1999
- 1999-04-22 NL NL1011865A patent/NL1011865C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB552900A (en) * | 1941-10-24 | 1943-04-29 | Electrical Improvements Ltd | Improvements in or relating to roof ventilators for buildings |
US2625094A (en) * | 1951-12-10 | 1953-01-13 | Bonforte John | Ventilating ridge roll for roofs |
BE673600A (nl) * | 1964-01-13 | 1966-04-01 | ||
GB1424721A (en) * | 1973-05-04 | 1976-02-11 | Europ Profiles Ltd | Roof structures for a building |
DE2532515A1 (de) * | 1975-07-21 | 1977-01-27 | Heinrich Huether | Firstentlueftung |
GB2116311A (en) * | 1981-12-29 | 1983-09-21 | Gal Gmbh & Co Kg | Roof ventilator |
EP0654214A1 (en) * | 1993-11-18 | 1995-05-24 | Johannes Martinus Willibrordus Weelink | Building for accommodating livestock |
WO1999030088A1 (en) * | 1997-12-05 | 1999-06-17 | Fabio Perini | Covering system for buildings |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US6493993B1 (en) | Gutter protector | |
USRE44212E1 (en) | Gutter guard | |
US6786008B2 (en) | Eaves trough with a gutter shield | |
US20050115158A1 (en) | Covered rain gutter | |
US20040121721A1 (en) | Ventilation system | |
US6826872B2 (en) | Rounded eaves trough with a gutter shield | |
US6584733B2 (en) | Internal corner roof gutters | |
US5302283A (en) | Leaf guard and strainer assembly for a gutter downspout | |
US20120110922A1 (en) | Rain gutter gaurd and method for installation | |
AU726665B2 (en) | Gable end roof ventilator | |
JP5144158B2 (ja) | 軒先構成体 | |
NL8501560A (nl) | Beschermingsorgaan voor de kopse kant van een dakbeschot. | |
NL1011865C2 (nl) | Werkwijze en inrichting voor de ventilatie van een stal. | |
CA2597366C (en) | Roof vent for venting a building enclosure | |
US6823630B2 (en) | Eaves trough assembly with stepped down shield | |
US7104011B1 (en) | Rain gutter protection panel | |
US20080016787A1 (en) | Rain gutter cover | |
JPH07305463A (ja) | 軒先構造 | |
US6705050B2 (en) | Flashing device | |
US20210062512A1 (en) | Gutter guard for gutter and gutter assembly including same | |
US8069619B1 (en) | Vented gutter | |
US6708453B1 (en) | Gutter protection system | |
JP4109980B2 (ja) | 棟換気装置及び該装置を用いた棟換気構造 | |
AU647454B2 (en) | A gutter guard | |
JPS62280447A (ja) | 軒先構造 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20091101 |