NL1011809C2 - Inrichting voor het vervaardigen van met een gasvormig medium gevulde kussens. - Google Patents

Description

Inrichting voor het vervaardigen van met een gasvormig medium gevulde kussens

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van met een gasvormig medium, bijvoorbeeld lucht, gevulde kussens uit kunststof folie, bijvoorbeeld buisfolie.

5 De Internationale octrooiaanvrage WO94/07678 be schrijft een dergelijke inrichting voor het vervaardigen van kleine kussens of zakken die gevuld zijn met lucht, voor gebruik als beschermend vulmateriaal bij het verpakken van breekbare onderdelen en andere voorwerpen in 10 transportdozen of dergelijke. De kussens worden gemaakt door het vormen van een las over de buisfolie, het inbrengen van lucht in de folie door een naald die de door wand van de buisfolie gestoken wordt, en het vervolgens vormen van een andere las over de buisfolie waar de lucht inge-15 bracht werd om het kussen te sluiten en het gat dat door de naald gemaakt werd af te dichten. Opeenvolgende kussens verlaten de inrichting afzonderlijk ofwel in een aantal met elkaar verbonden kussens, die kunnen gescheiden worden om afzonderlijk gebruikt te worden.

20 In de praktijk is gebleken dat deze inrichting enkele beperkingen en nadelen heeft, en dat vele kussens niet voldoende met lucht gevuld zijn. Door de flexibele buisfolie is het moeilijk om de naald door de wand van de buisfolie te prikken, zonder dat de naald een tweede keer 25 door de wand (of de tegenovergelegen wand) heenprikt.

10 1 1809 2 f

Wanneer dit gebeurd ontsnapt lucht via het tweede gat voordat de gaten zijn afgedicht. Wanneer het tweede gat zich buiten het gebied bevindt dat afgedicht wordt, zal de lucht continu ontsnappen zelfs nadat het kussen afgedicht 5 is. Bovendien is deze bekende inrichting voor het vervaardigen van met een gasvormig medium gevulde zakken voorzien van verschillende stations voor het uitvoeren van de verschillende noodzakelijke bewerkingen, zoals lassen, het inbrengen van lucht, het scheiden van naast elkaar gelegen 10 zakken. Dit maakt de bekende inrichting enigszins omvangrijk.

Het is onder meer een doel van de onderhavige uitvinding een inrichting voor het vervaardigen van een met een gasvormig medium gevuld kussen te verschaffen, 15 waarmee kussens reproduceerbaar gevuld kunnen worden, en die zeer compact van constructie is.

Hiertoe voorziet de onderhavige uitvinding in een eerste aspect in een inrichting voor het vervaardigen van met een gasvormig medium gevulde kussens uit kunststof 20 buisfolie, welke inrichting voorzien is van toevoerorganen voor het in een toevoerrichting toevoeren van flexibele buisfolie, van perforatie-organen voor het in de buisfolie aanbrengen van een rij perforaties, welke rij zich dwars op de toevoerrichting uitstrekt, welke perforatie-organen 25 zich op een eerste station bevinden, van inbrengorganen voor het inbrengen van een gasvormig medium, welke inbrengorganen zich op het eerste station bevinden, van lasorganen voor het aan weerszijden van de rij perforaties aanbrengen van een dwarslas voor het sluiten van de buis-30 folie en afdichten van de rij perforaties, welke lasorganen zich op het eerste station bevinden, waarbij de toevoerorganen voor het in een toevoerrichting toevoeren van flexibele buisfolie voorzien zijn van een plaat die plaatsbaar is binnen de buisfolie en tijdens bedrijf van 35 de inrichting binnen de buisfolie gehouden wordt, welke plaat een bovenzijde en een op afstand daarvan gelegen onderzijde, een eerste zijwand en een op afstand daarvan 1 0 \ \ v> (j y 3 gelegen tweede zijwand heeft voor het uit elkaar houden van de wanden van de buisfolie, waarbij ten minste één van de zijwanden van de plaat voorzien is van een doorgaande opening voor het geleiden van het gasvormige medium naar 5 de buisfolie, waarbij de boven- en onderzijde van de plaat voorzien zijn van ten minste één vasthouduitsparing, waarbij de vasthouduitsparingen tegenover elkaar gelegen zijn, en van ten minste twee vasthoudrollen voor aanlig-ging in de betreffende van de vasthouduitsparingen, waar-10 bij de inbrengorganen voor het inbrengen van een gasvormig medium voorzien zijn van ten minste één blaaspijp gemonteerd op een klemtang, welke klemtang tot in aanligging met de buisfolie naar en van een respectieve van de zijwanden van de plaat beweegbaar is, waarbij de blaaspijp 15 tot in de doorgaande opening beweegbaar is voor het maken van een inbrengperforatie voor het inbrengen van een gasvormig medium in de buisfolie. Door het op deze manier inbrengen van gasvormig medium in de buisfolie, en het daarna aan weerszijden afdichten van de perforatie wordt 20 een reproduceerbare vulling van gasvormig medium gegarandeerd. Doordat alle bewerkingen op één station plaatsvinden, is niet alleen de constructie van de inrichting compact, maar is het tevens mogelijk om de lengte van het met gasvormig medium gevulde kussen vrij te kiezen. Bij de 25 bekende inrichting is de lengte van het kussen bepaald door de afstand tussen de afzonderlijke stations, en is dus niet variabel. Bovendien vindt het perforeren van de buisfolie door de blaaspijp zeer gedefinieerd plaats, mede doordat de buisfolie tussen de plaat en de klemtang inge-30 klemd wordt tijdens het perforeren. Hierdoor ontstaat een reproduceerbare vulling van de kussens.

Volgens een tweede aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting voor het vervaardigen van met een gasvormig medium gevulde kussens uit kunststof 35 buisfolie, welke inrichting voorzien is: van toevoerorganen voor het in een toevoerrich-ting toevoeren van flexibele buisfolie, 101 1809 4 van perforatie-organen voor het in de buisfolie aanbrengen van een rij perforaties, welke rij zich dwars op de toevoerrichting uitstrekt, welke perforatie-organen zich op een eerste station bevinden, 5 van snij-organen voor het maken van een langs- snede in de buisfolie, van inbrengorganen voor het inbrengen van een gasvormig medium, welke inbrengorganen zich op het eerste station bevinden, 10 van lasorganen voor het aan weerszijden van de rij perforaties aanbrengen van een dwarslas voor het sluiten van de buisfolie en afdichten van de rij perforaties, welke lasorganen zich op het eerste station bevinden, 15 waarbij de toevoerorganen voor het in een toe voerrichting toevoeren van flexibele buisfolie voorzien zijn van een plaat die plaatsbaar is binnen de buisfolie en tijdens bedrijf van de inrichting binnen de buisfolie gehouden wordt, welke plaat een bovenzijde en een op 20 afstand daarvan gelegen onderzijde, een eerste zijwand en een op afstand daarvan gelegen tweede zijwand heeft voor het uit elkaar houden van de wanden van de buisfolie, waarbij ten minste één van de zijwanden van de plaat voorzien is van een doorgaande opening voor het 25 geleiden van het gasvormige medium naar de buisfolie, waarbij de boven- en onderzijde van de plaat voorzien zijn van ten minste één vasthouduitsparing, waarbij de vast-houduitsparingen tegenover elkaar gelegen zijn, van lasorganen voor het aanbrengen van een 30 langslas voor het sluiten van de langssnede van de buisfolie , en van ten minste twee vasthoudrollen voor aanligging in de betreffende van de vasthouduitsparingen, waarbij de inbrengorganen voor het inbrengen van 35 een gasvormig medium voorzien zijn van ten minste één blaaspijp gemonteerd op een klemtang, welke klemtang tot in aanligging met de buisfolie naar en van een respectieve 1011809 5 van de zijwanden van de plaat beweegbaar is, waarbij de blaaspijp tot in de doorgaande opening en in de langssnede van de buisfolie beweegbaar is voor het inbrengen van een gasvormig medium in de buisfolie.

5 Volgens een derde aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting voor het vervaardigen van met een gasvormig medium gevulde kussens uit kunststof centre-fold-folie, welke inrichting voorzien is: van toevoerorganen voor het in een toevoerrich-10 ting toevoeren van flexibele folie, van perforatie-organen voor het in de folie aanbrengen van een rij perforaties, welke rij zich dwars op de toevoerrichting uitstrekt, welke perforatie-organen zich op een eerste station bevinden, 15 van inbrengorganen voor het inbrengen van een gasvormig medium, welke inbrengorganen zich op het eerste station bevinden, van lasorganen voor het aan weerszijden van de rij perforaties aanbrengen van een dwarslas voor het 20 sluiten van de folie en afdichten van de rij perforaties, welke lasorganen zich op het eerste station bevinden, waarbij de toevoerorganen voor het in een toevoerrichting toevoeren van flexibele folie voorzien zijn van een plaat die plaatsbaar is binnen de folie en tijdens 25 bedrijf van de inrichting binnen de folie gehouden wordt, welke plaat een bovenzijde en een op afstand daarvan gelegen onderzijde, een eerste zijwand en een op afstand daarvan gelegen tweede zijwand heeft voor het uit elkaar houden van de wanden van de folie, 3 0 waarbij ten minste één van de zijwanden van de plaat voorzien is van een doorgaande opening voor het geleiden van het gasvormige medium naar de folie, waarbij de boven- en onderzijde van de plaat voorzien zijn van ten minste één vasthouduitsparing, waarbij de vasthouduitspa-35 ringen tegenover elkaar gelegen zijn, van lasorganen voor het aanbrengen van een langslas voor het sluiten van de centrefold-folie, 1 0 M803 6 en van ten minste twee vasthoudrollen voor aanligging in de betreffende van de vasthouduitsparingen, waarbij de inbrengorganen voor het inbrengen van een gasvormig medium voorzien zijn van ten minste één 5 blaaspijp gemonteerd op een klemtang, welke klemtang tot in aanligging met de folie naar en van een respectieve van de zijwanden van de plaat beweegbaar is, waarbij de blaaspijp tot in de doorgaande opening en in de centrefold-folie beweegbaar is voor het inbrengen van een gasvormig 10 medium in de folie.

Verdere uitvoeringen en voordelen van een inrichting voor het vervaardigen van met een gasvormig medium gevulde kussens zullen duidelijk blijken aan de hand van de hierna gegeven beschrijving van enkele uitvoe-15 ringsvoorbeelden van de uitvinding, die louter illustratief en niet als beperkend beschouwd dienen te worden. In de tekening toont.·

Figuur 1 schematisch een inrichting volgens de uitvinding in de las- en perforatiestand, 20 Figuur 2 schematisch een inrichting volgens de uitvinding in de blaas- en transportstand.

Figuur 3 schematisch de inbrengorganen volgens de uitvinding in de stand waar de blaaspijp nog niet door de buisfolie steekt, en 25 Figuur 4 schematisch de inbrengorganen volgens de uitvinding in de stand waar de blaaspijp door de buisfolie steekt.

De onderhavige uitvinding zal hierna worden beschreven aan de hand van lucht als gasvormig medium. Het 30 zal echter duidelijk zijn dat ook kussens of zakken gevuld kunnen worden met een ander gasvormig medium zoals stikstof, zuurstof, helium en dergelijke.

Verder zal de bediening van de onderdelen niet beschreven worden daar deze standaard in de techniek zijn. 35 Zo kunnen de bewegingen opgewekt worden door electrische motoren. Verder kunnen de heen- en weer bewegingen van de afzonderlijke onderdelen ook door afzonderlijke motoren 1011809 7 veroorzaakt worden, of door gemeenschappelijke besturing door middel van een aangedreven curverol. Voorbeelden van een dergelijke aandrijving kan men bijvoorbeeld vinden in de Europese octrooiaanvrage nr. 0.836.926, en in de boven-5 genoemde Internationale octrooiaanvrage.

In de figuren 1 en 2 is een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting voor het vervaardigen van met lucht gevulde kussens schematisch in de verschillende standen weergegeven, te weten de stand voor het lassen en perfore-10 ren, en de stand voor het transporteren en inbrengen van lucht in de buisfolie.

De inrichting is bij voorkeur voorzien van een drager 1 voor het dragen van een rol buisfolie 2. Het is echter ook mogelijk dat de buisfolie 2 toegevoerd wordt 15 door een afzonderlijke toevoerinrichting.

De inrichting is voorzien van twee transportrollen 3, 4 waartussen de buisfolie 2 doorgevoerd kan worden. De twee transportrollen 3, 4 zijn bij voorkeur verend ten opzichte van elkaar opgehangen, en drukken zodanig tegen 20 elkaar dat zijn de buisfolie 2 vasthouden. Door een verplaatsing van de transportrollen 3, 4 (in de tekening van links naar rechts) wordt de buisfolie 2 meegenomen en in een toevoerrichting 5 door de inrichting getransporteerd. De transportrollen 3, 4 zijn op hun oppervlak op bekende 25 wijze voorzien van een materiaal met een voldoend hoge wrijvingscoëfficiënt.

Verder bevat de inrichting perforatie-organen 6 voor het in de buisfolie aanbrengen van een rij perforaties, welke rij zich dwars op de toevoerrichting 5 uit-30 strekt. Deze perforatie-organen 6 bevinden zich op een eerste station A. Bij voorkeur zijn de perforatie-organen 6 voorzien van een dwars op een vlak van de buisfolie 2 beweegbaar mes met een aantal tanden. Elke tand is geschikt voor het aanbrengen van een perforatie in de buis-35 folie 2. De perforatie-organen 6 bevatten verder twee paar kaken 7, 8; 7', 8' geplaatst aan weerszijden van het mes 6 voor het klemmend aangrijpen van de buisfolie 2 tijdens 101 1809 8 het aanbrengen van de perforaties.

Hoewel één paar kaken vast kan zijn aangebracht, en het andere paar kaken dwars op een vlak van de buisfo-lie 2 beweegbaar is tot in aanligging met de buisfolie 2, 5 heeft het de voorkeur dat beide paren kaken 7, 8; 7', 8' dwars op het vlak van de buisfolie 2 beweegbaar zijn tot in aanligging met de buisfolie 2.

Verder kunnen de perforatie-organen uitgevoerd zijn door twee tegen over elkaar gelegen messen, maar 10 teneinde een zeer compacte constructie te krijgen heeft het de voorkeur dat slechts één mes is voorzien dat zich tussen twee naast elkaar gelegen kaken (in het weergegeven voorbeeld 7, 8) van één paar kaken bevindt.

Het mes 6 verschaft aldus bij penetratie door de 15 buisfolie 2 perforaties. Hierbij is het van belang dat de afstand waarover het mes zich door de buisfolie 2 beweegt kleiner is dan de afmeting van de tanden van het mes 6, voor het vormen van afzonderlijke perforaties. Deze perforaties dienen bijvoorbeeld voor het van elkaar scheuren 20 van naast elkaar gelegen zakken. Echter is het ook moge-lijk om het mes 6 over een zodanige afstand, afhankelijk van de afmeting van de tanden, door de buisfolie te bewegen, dat de buisfolie doorgesneden wordt.

Inbrengorganen 11, 12, 20 voor het inbrengen van 25 een gasvormig medium bevatten ten minste één blaaspijp 13, 14 gemonteerd op een klemtang 15 respectievelijk 16, en een plaat 20 die plaatsbaar is binnen de buisfolie 2. De plaat 20 vormt tevens een onderdeel van de toevoerorganen voor het in een toevoerrichting toevoeren van flexibele 30 buisfolie 2.

Deze plaat 20 is plaatsbaar binnen de buisfolie en wordt tijdens bedrijf van de inrichting binnen de buisfolie gehouden, en heeft een bovenzijde en een op afstand daarvan gelegen onderzijde, een eerste zijwand 21 35 en een op afstand daarvan gelegen tweede zijwand 22 voor het uit elkaar houden van de wanden van de buisfolie 2 (zie figuren 3 en 4) . Ten minste één van de zijwanden 21, 1011809 9 22 van de plaat 20 is voorzien van een doorgaande opening 23 respectievelijk 24 voor het geleiden van het gasvormige medium in de buisfolie. De boven- en onderzijde van de plaat 20 zijn voorzien van ten minste één vasthouduitspa- 5 ring, waarbij de vasthouduitsparingen tegenover elkaar gelegen zijn.

Elke klemtang 15, 16 is tot in aanligging met de buisfolie 2 naar en van een respectieve van de zijwanden 21, 22 van de plaat 20 beweegbaar. De blaaspijp 13, 14 is 10 tot in de doorgaande opening beweegbaar (zie figuur 4) voor het maken van een inbrengperforatie voor het inbrengen van een gasvormig medium in de buisfolie. Deze inbrengperf oratie is zeer gedefinieerd en reproduceerbaar. Bij voorkeur bevindt de inbrengperforatie zich in het 15 verlengde van de rij perforaties, waardoor een eenvoudige start voor het scheuren langs de rij perforaties wordt verschaft.

Voor het via de inbrengperforatie inbrengen van lucht in de buisfolie 2, zijn de inbrengorganen voorzien 2 0 van blaaspijpen voor het daardoorheen voeren van lucht onder druk door middel van een compressor. Alternatief is het echter mogelijk dat de lucht via de blaaspijp of de inbrengperforatie ingezogen wordt, door gebruik te maken van de transportsnelheid van de buisfolie (? is dit 25 juist).

Tijdens bedrijf van de inrichting wordt deze plaat 20 binnen de buisfolie 2 gehouden. Hiertoe is de plaat 20 zoals boven beschreven in zijn boven- en ondervlak (figuur 1, 2) voorzien van respectieve vasthouduit- 30 sparingen, die tegenover elkaar gelegen zijn. De twee transportrollen 3, 4 vormen tevens vasthoudrollen, die zodanig in de vasthouduitsparingen liggen dat de plaat 20 en de buisfolie 2 worden vastgehouden tijdens bedrijf. Bij voorkeur zijn er twee paar transportrollen 3, 4 en 30, 40 35 voorzien, en bevat de plaat 20 overeenkomstige uitsparingen. De plaat 20 houdt de wanden van de buisfolie 2 uit elkaar zodat eenvoudig lucht in de buisfolie 2 ingebracht 1011809 10 kan worden, zoals later beschreven.

De zijwanden 21, 22 van de plaat 20 hebben bij voorkeur uitsteeksels 21', 22' waardoorheen de doorgaande openingen 23, 24 zich uitstrekken, waarin de respectieve 5 blaaspijpen 13, 14 brengbaar zijn (figuur 4) door geschikte bediening van de respectieve klemtang.

Voor het verkrijgen van een compacte doch eenvoudige constructie bevatten de lasorganen laskaken 70, 80 (in dit uitvoeringsvoorbeeld) gelegen tussen de twee kaken 10 7, 8. Het aanbrengen van een las in een kunststof folie geschiedt door middel van sealen met behulp van warmte. Hiertoe bevatten de laskaken verwarmingsmiddelen. Deze verwarmingsmiddelen bevatten verwarmde vlakken waartussen de folie geklemd en door middel van verwarming geseald 15 wordt.

Hierna zal aan de hand van de figuren 1 en 2 in het kort de werking van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding besproken worden.

In figuur 2 is de blaas/transportstand van de 20 inrichting weergegeven, waarbij de kaken 7, 8; 7', 8', en de laskaken alsmede een beveiligingsblokkering 42 geen vasthoudende klemming op de buisfolie 2 uitoefenen.

Wanneer de buisfolie 2 zich over een gewenste afstand door de inrichting heeft bewogen door overeenkom-25 stige beweging van de transportrollen 3, 4; 30, 40, worden de paren kaken 7, 8; 7', 8' tot in aanligging met elkaar bewogen. Hierdoor kan de buisfolie 2 zich niet meer verplaatsen. In de stand weergegeven in figuur l kan deze beveiligingsblokkering 24 de buisfolie 2 ook vastklemmen. 30 In deze stand (figuur 1) wordt het mes 6 naar beneden bewogen, zodat er een rij perforaties gevormd wordt. Vervolgens wordt het mes 6 weer omhoog bewogen tot op afstand van de buisfolie 2.

Hierna worden de kaken 7, 8; 7', 8' uit elkaar 35 bewogen, en door middel van een beweging in de toevoer-richting 5 van de transportrollen 3, 4; 30, 40 wordt de plaat 20 over een zodanige afstand naar voren bewogen dat 101 1809 11 de doorgaande openingen 23, 24 van de plaat 20 naast de blaaspijpen 13, 14 liggen. Hierna worden de klemtangen bewogen zodat de blaaspijpen in de doorgaande openingen komen en kan lucht in de buisfolie ingebracht worden, 5 waardoor een gevuld kussen 25 wordt vervaardigd.

Vervolgens worden de blaaspijpen verwijderd, en de plaat 20 naar zijn uitgangspositie terugbewogen. Daarna worden de laskaken 70, 80 tot in aanligging met de buisfolie 2, en een bijbehorend deel van de kaken 7', 8' ge- 10 bracht, voor het maken van de dwarslassen. Eventueel kan hierna het mes 6 zover omlaag gebracht worden dat het vervaardigde kussen van de rest van de buisfolie 2 af gesneden wordt.

Een uitermate belangrijk aanvullend voordeel van 15 een inrichting volgens de onderhavige uitvinding is dat nu de kussens met verschillende lengtes vervaardigd kunnen worden. Om toch een voldoende vulling van grotere kussens te verkrijgen, is dan of de luchtdruk voor het inbrengen van de lucht te verhogen of de tijdsduur waarover de lucht 20 ingebracht wordt.

Het inbrengen van gasvorm.ig medium is eveneens mogelijk door met behulp van snij-organen de buisfolie eerst van een langssnede te voorzien, en de blaaspijp vervolgens in de buisfolie in te brengen door de langssne-25 de. Op deze wijze behoeft er geen inbrengopening gemaakt te worden. Wel dient de langsnede daarna door lasorganen gelast te worden.

Alternatief is het mogelijk centrefold-folie te gebruiken in plaats van buisfolie. Bij gebruik van deze 30 folie is het niet nodig snij-organen te gebruiken.

1011809

Claims (11)

1. Inrichting voor het vervaardigen van met een gasvormig medium gevulde kussens uit kunststof buisfolie, welke inrichting voorzien is: van toevoerorganen voor het in een toevoerrich-5 ting toevoeren van flexibele buisfolie, van perforatie-organen voor het in de buisfolie aanbrengen van een rij perforaties, welke rij zich dwars op de toevoerrichting uitstrekt, welke perforatie-organen zich op een eerste station bevinden, 10 van inbrengorganen voor het inbrengen van een gasvormig medium, welke inbrengorganen zich op het eerste station bevinden, van lasorganen voor het aan weerszijden van de rij perforaties aanbrengen van een dwarslas voor het 15 sluiten van de buisfolie en afdichten van de rij perforaties, welke lasorganen zich op het eerste station bevinden, waarbij de toevoerorganen voor het in een toevoerrichting toevoeren van flexibele buisfolie voorzien 20 zijn van een plaat die plaatsbaar is binnen de buisfolie en tijdens bedrijf van de inrichting binnen de buisfolie gehouden wordt, welke plaat een bovenzijde en een op afstand daarvan gelegen onderzijde, een eerste zijwand en een op afstand daarvan gelegen tweede zijwand heeft voor 25 het uit elkaar houden van de wanden van de buisfolie, waarbij ten minste één van de zijwanden van de plaat voorzien is van een doorgaande opening voor het geleiden van het gasvormige medium naar de buisfolie, waarbij de boven- en onderzijde van de plaat voorzien zijn 30 van ten minste één vasthouduitsparing, waarbij de vast- houduitsparingen tegenover elkaar gelegen zijn, 1 ü 118 09 en van ten minste twee vasthoudrollen voor aanligging in de betreffende van de vasthouduitsparingen, waarbij de inbrengorganen voor het inbrengen van een gasvormig medium voorzien zijn van ten minste één 5 blaaspijp gemonteerd op een klemtang, welke klemtang tot in aanligging met de buisfolie naar en van een respectieve van de zijwanden van de plaat beweegbaar is, waarbij de blaaspijp tot in de doorgaande opening beweegbaar is voor het maken van een inbrengperforatie voor het inbrengen van 10 een gasvormig medium in de buisfolie.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de perforatie-organen voor het in de buisfolie aanbrengen van een rij perforaties voorzien zijn van een dwars op een vlak van de buisfolie beweegbaar mes met een aantal tanden 15 elk voor het aanbrengen van een perforatie in de buisfolie, en twee paar kaken geplaatst aan weerszijden van het mes voor het klemmend aangrijpen met de buisfolie voor het vasthouden van de buisfolie tijdens het aanbrengen van de perforaties, waarbij de buisfolie tussen de paren kaken 20 transporteerbaar is, waarbij ten minste één paar kaken dwars op een vlak van de buisfolie beweegbaar is tot in aanligging met de buisfolie.

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarin het mes tussen twee naast elkaar gelegen kaken van één paar 25 kaken gelegen is.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, waarin beide paren kaken dwars op een vlak van de buisfolie beweegbaar zijn tot in aanligging met de buisfolie.

5. Inrichting volgens conclusie 2, 3 of 4, 30 waarin het mes over een zodanige afstand beweegbaar is dat de buisfolie doorsnijdbaar is.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin de vasthoudrollen in de toevoerrichting beweegbaar zijn.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclu sies, waarin de lasorganen voor het aan weerszijden van de rij perforaties aanbrengen van een dwarslas voor het 101 1809 sluiten van de buisfolie en afdichten van de rij perforaties tussen het ene paar kaken in gelegen laskaken zijn.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin de lasorganen verwarmingsmiddelen omvat - 5 ten.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin de inrichting voorzien is van een drager voor het dragen van een rol buisfolie.

10. Inrichting voor het vervaardigen van met een 10 gasvormig medium gevulde kussens uit kunststof buisfolie, welke inrichting voorzien is: van toevoerorganen voor het in een toevoerrich-ting toevoeren van flexibele buisfolie, van perforatie-organen voor het in de buisfolie 15 aanbrengen van een rij perforaties, welke rij zich dwars op de toevoerrichting uitstrekt, welke perforatie-organen zich op een eerste station bevinden, van snij-organen voor het maken van een langs-snede in de buisfolie, 2. van inbrengorganen voor het inbrengen van een gasvormig medium, welke inbrengorganen zich op het eerste station bevinden, van lasorganen voor het aan weerszijden van de rij perforaties aanbrengen van een dwarslas voor het 25 sluiten van de buisfolie en afdichten van de rij perforaties, welke lasorganen zich op het eerste station bevinden, waarbij de toevoerorganen voor het in een toevoerrichting toevoeren van flexibele buisfolie voorzien 30 zijn van een plaat die plaatsbaar is binnen de buisfolie en tijdens bedrijf van de inrichting binnen de buisfolie gehouden wordt, welke plaat een bovenzijde en een op afstand daarvan gelegen onderzijde, een eerste zijwand en een op afstand daarvan gelegen tweede zijwand heeft voor 35 het uit elkaar houden van de wanden van de buisfolie, waarbij ten minste één van de zijwanden van de plaat voorzien is van een doorgaande opening voor het 101 1809 geleiden van het gasvormige medium naar de buisfolie, waarbij de boven- en onderzijde van de plaat voorzien zijn van ten minste één vasthouduitsparing, waarbij de vast-houduitsparingen tegenover elkaar gelegen zijn, 5 van lasorganen voor het aanbrengen van een langslas voor het sluiten van de langssnede van de buisfolie, en van ten minste twee vasthoudrollen voor aanligging in de betreffende van de vasthouduitsparingen, 10 waarbij de inbrengorganen voor het inbrengen van een gasvormig medium voorzien zijn van ten minste één blaaspijp gemonteerd op een klemtang, welke klemtang tot in aanligging met de buisfolie naar en van een respectieve van de zijwanden van de plaat beweegbaar is, waarbij de 15 blaaspijp tot in de doorgaande opening en in de langssnede van de buisfolie beweegbaar is voor het inbrengen van een gasvormig medium in de buisfolie.

11. Inrichting voor het vervaardigen van met een gasvormig medium gevulde kussens uit kunststof centrefold-20 folie, welke inrichting voorzien is: van toevoerorganen voor het in een toevoerrich-ting toevoeren van flexibele folie, van perforatie-organen voor het in de folie aanbrengen van een rij perforaties, welke rij zich dwars 25 op de toevoerrichting uitstrekt, welke perforatie-organen zich op een eerste station bevinden, van inbrengorganen voor het inbrengen van een gasvormig medium, welke inbrengorganen zich op het eerste station bevinden, 3. van lasorganen voor het aan weerszijden van de rij perforaties aanbrengen van een dwarslas voor het sluiten van de folie en afdichten van de rij perforaties, welke lasorganen zich op het eerste station bevinden, waarbij de toevoerorganen voor het in een toe-35 voerrichting toevoeren van flexibele folie voorzien zijn van een plaat die plaatsbaar is binnen de folie en tijdens bedrijf van de inrichting binnen de folie gehouden wordt, 101 1809 welke plaat een bovenzijde en een op afstand daarvan gelegen onderzijde, een eerste zijwand en een op afstand daarvan gelegen tweede zijwand heeft voor het uit elkaar houden van de wanden van de folie, 5 waarbij ten minste één van de zijwanden van de plaat voorzien is van een doorgaande opening voor het geleiden van het gasvormige medium naar de folie, waarbij de boven- en onderzijde van de plaat voorzien zijn van ten minste één vasthouduitsparing, waarbij de vasthouduitspa-10 ringen tegenover elkaar gelegen zijn, van lasorganen voor het aanbrengen van een langslas voor het sluiten van de centrefold-folie, en van ten minste twee vasthoudrollen voor aanligging in de betreffende van de vasthouduitsparingen, 15 waarbij de inbrengorganen voor het inbrengen van een gasvormig medium voorzien zijn van ten minste één blaaspijp gemonteerd op een klemtang, welke klemtang tot in aanligging met de folie naar en van een respectieve van de zijwanden van de plaat beweegbaar is, waarbij de blaas-2 0 pijp tot in de doorgaande opening en in de centrefold-folie beweegbaar is voor het inbrengen van een gasvormig medium in de folie. -o-o-o-o-o-o-o-o- AS 1 ü 1 13 0 9