NL1011773C2 - Werkwijze en inrichting voor het verwerken van snijpalen. - Google Patents

Description

φ \

Titel: Werkwijze en inrichting voor het verwerken van snijpalen.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het verwerken van snij palen, waarbij de snijpalen na de produktie daarvan worden geconditioneerd middels een temperatuurbehandeling en vervolgens in plakjes worden gesneden.

De snijpalen zijn langwerpige staafvormige blokken vleeswaar, bijvoorbeeld ham, met een relatief grote lengte die bijvoorbeeld 80 a 120 cm kan zijn. Dergelijke snijpalen vormen bij de produktie van consumptiegerede vleeswaren de grondstof voor de snij-afdeling. In de snij-afdeling worden de snijpalen in plakjes gesneden, die vervolgens verpakt worden.

Om de snijpalen op een juiste wijze in de snij-afdeling te kunnen verwerken en een kwalitatief goed produkt te verkrijgen dienen de snijpalen voorafgaand aan het snijden langdurig geconditioneerd, dat wil zeggen gekoeld te worden bij verschillende temperaturen. Snijpalen van'een bepaalde vleessoort dienen geconditioneerd te worden op een voor die vleessoort specifieke wijze, die in het algemeen afwijkt van de voor een andere vleessoort gewenste wijze van conditioneren.

Het conditioneren vindt volgens de thans gebruikelijke techniek plaats in grote koelcellen met veel handmatig (intern) transport. De snijpalen worden op palletvormige rekken, meestal bokken genoemd, geplaatst en naar, in en uit de koelcellen getransporteerd. De inhoud van een bok varieert per produkt en kan bijvoorbeeld enkele tientallen tot honderd snijpalen zijn.

Een conditioneringsproces als boven bedoeld kan, bijvoorbeeld voor hampalen, een koeling gedurende 24 uur bij -6°C en vervolgens 8 uur bij -20°C omvatten. De planning van de snij-afdeling en de daarop volgende verpakkingseideling dient derhalve al lange tijd 1011773 2 voorafgaand aan het daadwerkelijke snijden en verpakken van bepaalde vleeswaren vast te liggen. In het aangegeven voorbeeld is dit 32 uur. Indien bijvoorbeeld een produkt om 10.00 's morgens gesneden zal worden, dienen de snijpalen 5 een dag eerder om 2 uur 's nachts in de -6°C koelcel geplaatst te worden en op de dag van het snijden om 2 uur 's nachts verplaatst te worden naar de -20°C koelcel.

Een bezwaar van de bekende techniek is dat door het lange tijdsverloop tussen het begin van het 10 conditioneringsproces en het begin van het snijproces de ·» kans op kwaliteitsverlies groot is. Het tijdstip waarop een bok.de snijlijn bereikt is zeer kritisch. Vertraging in de produktie door onvoorziene omstandigheden, zoals storingen in de apparatuur kunnen er toe leiden dat een bok langer in 15 de -20°C koelcel blijft staan, zodat de afkoeling van de snijpalen te lang doorgaat, of een wachttijd heeft aan de snijlijn, waardoor de snijpalen beginnen op te warmen. In beide gevallen is de conditie van de snijpalen niet optimaal en worden kwalitatief mindere plakken vleeswaar 20 verkregen.

Een ander bezwaar van de bekende techniek is het verplaatsen van de bokken zeer arbeidsintensief is en ook in logistiek opzicht lastig is omdat één en ander vaak 's nachts plaats dient te vinden, en omdat het FIFO-systeem 25 (first in - first out ) strikt gehandhaafd dient te worden, hetgeen tot tussentijds intern transport in de koelcellen leidt. Voorts hebben de diverse benodigde grote koelcellen een hoog energieverbruik.

De uitvinding beoogt de geschetste bezwaren te 30 ondervangen en in het algemeen een verbeterd geautomatiseerd, als continu proces uitvoerbaar proces voor het verwerken van snijpalen ter beschikking te stellen.

Hiertoe wordt volgens de uitvinding een werkwijze van de beschreven soort daardoor gekenmerkt, dat de 35 temperatuurbehandeling een eerste stap omvat, waarbij een aantal snijpalen een basisconditionering ondergaat bij een 1011773 3 eerste temperatuur, en een tweede, op de eerste volgende stap, waarbij de snijpalen aan een korstvriesbehandeling worden onderworpen.

Een inrichting voor het verwerken van snijpalen 5 wordt volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de temperatuurbehandeling een eerste stap omvat, waarbij een aantal snijpalen een basisconditionering ondergaat bij een eerste temperatuur, en een tweede, op de eerste volgende stap, waarbij de snijpalen aan een korstvriesbehandeling 10 worden onderworpen.

In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening.

Figuur 1 toont schematisch een voorbeeld van een conditioneringsinrichting volgens de uitvinding; 15 figuur 2 toont schematisch een voorbeeld van een korstvriesinrichting voor toepassing in een inrichting volgens de uitvinding; figuur 3 toont schematisch een bovenaanzicht van een korstvriesinrichting voor toepassing in een inrichting 20 volgens de uitvinding met bijbehorende transporteurs en een snij-inrichting.

• De uitvinding berust op de gedachte de snijpalen een homogene basisconditionering te geven, die niet of in geringe mate tijdkritisch is en vervolgens in een korte 25 tijd een koudgevroren korst rond de snijpaal te vormen direct voor het snijden.

De gewenste basisconditionering wordt volgens de uitvinding verkregen door de snijpalen na de produktie daarvan en na verblijf in een koelruimte voor initiële 30 koeling toe te voeren aan een koeltunnel. De gewenste homogene basisconditionering kan bijvoorbeeld bestaan uit een homogene temperatuur van de snijpalen van -6°C. Dit betekent dat zowel in de kern van de snijpalen als in de buitenste schil de temperatuur -6°C (of een andere gewenste 35 temperatuur) bedraagt. De lengte van de koeltunnel respectievelijk de transportsnelheid in de tunnel dient v 1011773 4 zodanig te zijn, dat de gewenste homogene basisconditionering verkregen kan worden. Voorts is de produktiecapaciteit van de snijmachines (de snijlijn) van belang. De tunnellengte kan bijvoorbeeld zodanig ontworpen 5 worden dat zich in de tunnel een hoeveelheid snijpalen kan bevinden die voldoende is voor een gekozen minimale produktieperiode. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan een tunnellengte voor 12 uur-produktie.

Figuur 1 toont schematisch een (gekoelde) 10 opslagruimte 1 waarin de snijpalen op verplaatsbare *·· bokken 2 zijn opgeslagen. De opslagruimte 1 dient als voorraadruimte en verschaft een initiële koeling aan de snijpalen, die direkt na de produktie nog een relatief hoge temperatuur van bijvoorbeeld ± 20°C kunnen hebben.

15 Afhankelijk van de verblijfsduur in de tunnel is het denkbaar dat de snijpalen direkt aan een koeltunnel worden toegevoerd.

Een dergelijke koeltunnel is in figuur 1 schematisch bij 3 aangegeven en de toevoer aan de tunnel is met een 20 pijl U gesymboliseerd. De koeltunnel is voorzien van een transportinrichting, die schematisch is aangegeven bij 5.

De transportinrichting transporteert in bedrijf de te behandelen produkten van een toevoersluis 6 naar een uitvoersluis 7 en is bij voorkeur zodanig uitgevoerd, dat 25 de bokken 2 direkt in de koeltunnel geplaatst kunnen worden en verder automatisch door de transportinrichting getransporteerd kunnen worden. In de koeltunnel wordt op één der daartoe geschikte wijzen een van de gewenste conditionering afhankelijke temperatuur bijvoorbeeld -6°C, 30 ingesteld. Bij voorkeur is de transportsnelheid van de transportinrichting instelbaar, zodat een minimale verblijfstijd in de koeltunnel kan worden verkregen waarbij de in de koeltunnel aanwezige snijpalen de gewenste homogene basisconditioneringstemperatuur verkrijgt. Een 35 langer verblijf in de koeltunnel is geen probleem omdat de snijpalen niet verder kunnen afkoelen dan de ingestelde 1011773 5 temperatuur. De koeltunnel kan derhalve desgewenst een bufferfunctie vervullen.

Als de door de koeltunnel getransporteerde snijpalen de uitvoersluis 7 bereiken worden de bokken in de volgorde 5 van aankomst overgebracht naar een korstvriesinrichting 8, zoals met een pijl 9 is aangegeven. Door de opbouw van de koeltunnel is anders dan in een koelcel het FIFO-principe automatisch gewaarborgd. Dit geldt niet alleen voor de koeltunnel maar ook voor de vervolgconditionering en 10 uiteindelijk de snijvolgorde in de snij-inrichting 10.

·» Een voorbeeld van een geschikte korstvries inrichting, waarin de snijpalen een "in line" korstvriesbehandeling kunnen ondergaan is schematisch getoond in figuur 2. De inrichting omvat een zogenaamde 15 cryogene kast 11. Voor de cryogene kast bevindt zich in dit voorbeeld een aanvoerbaan 12, die bijvoorbeeld een hellend eventueel van rollen of dergelijke voorzien plateau 13 kan omvatten waarop een werkvoorraad van aan de cryogene kast toe te voeren snijpalen geplaatst kan worden. 20 De cryogene kast heeft een invoer- respectievelijk uityoersluis 14, zie ook figuur 3. Via de invoersluis wordt automatisch een in de cryogene kast 11 aangebrachte eindloze vertikale transporteur 15 beladen. De transporteur 15 kan bijvoorbeeld een rondgaande ketting 16 met 25 draagplateaus 17 of dergelijke omvatten, die zijn ingericht om één of desgewenst meer dan één snijpaal op te nemen. De transporteur 15 legt in dit voorbeeld een vertikaal omhoog en omlaag gaand vertikaal traject af dat nabij de invoersluis eindigt. Daarbij ondergaan de snijpalen door 30 zeer sterke koeling met in de cryogene kast ingespoten vloeibare stikstof een korstvriesproces. In tegenstelling tot de lange periode van + 8 uur die de snijpalen bij de traditionele conditionering van de -20°C koelcel moesten verblijven behoeven de snijpalen slechts korte tijd, 35 bijvoorbeeld in de orde van ±20 minuten in de cryogene 1011773 6 kast te verblijven om een voor het snijden geschikte conditie te verkrijgen.

Het korstvriesproces levert restgassen met een lage temperatuur van +. -40°C op. Deze restgassen dienen uit de 5 cryogene kast te worden afgezogen en kunnen volgens een nadere uitwerking van de uitvinding met voordeel worden toegepast voor het in de koeltunnels plaats vindende koelproces, zoals in figuur 1 schematisch door een pijl 19 is aangegeven.

10 In het in figuur 2 getoonde uitvoeringsvoorbeeld van · de cryogene kast is nog een extra koel inrichting toegepast in de vorm van een in de cryogene kast geplaatste bak 20 met gekoelde alcohol. De snijpalen worden door de transporteur 16 door het alcoholbad in de bak 20 gevoerd.

15 Hierdoor wordt niet alleen het korstvriesproces versneld, maar wordt tevens de buitenzijde van de snijpalen gesteriliseerd.

De verblijfstijd van de snijpalen is instelbaar afhankelijk van het type van de snijpaal en ook 20 bijvoorbeeld van het feit of wel of niet een alcoholbad wordt toegepast. Hiertoe kan bijvoorbeeld het traject van de transporteur of de snelheid van de transporteur instelbaar zijn middels geschikte besturingsmiddelen. In een 'praktische situatie is bij toepassing van een 25 alcoholbad een verblijftijd van +2 - + 15 minuten mogelijk.

Figuur 3 toont schematisch in bovenaanzicht de aanvoerbuffer 12 en de cryogene kast 11 alsmede een aan- en afvoertransporteur 22,23 van de cryogene kast en een 30 snij - inrichting 10. De vertikale transporteur wordt aangedreven door één of meer niet getoonde aandrijforganen die een as 25 aandrijven waarop in dit voorbeeld bovenste of onderste omkeerrollen of (tand)wielen 26 zijn gemonteerd.

35 Het gebruikte koelmiddel, in dit geval vloeibare stikstof, wordt via een hoofdleiding 27 die in dit 1011773 7 voorbeeld toevoerleidingen 28 voedt aan ventilatoren 30 in de cryogene kast toegevoerd. De ventilatoren blazen het koelmiddel in de kast en verspreiden het. De toevoer in de cryogene kast is duidelijkheidshalve nog met pijlen 29 5 aangegeven. De restgassen, die een temperatuur van bijvoorbeeld -40°C kunnen hebben, worden via een schematisch aangegeven leiding 31 afgezogen en aan de koeltunnel(s) toegevoerd om althans deels de basisconditionering te bewerkstelligen.

10 In het getoonde voorbeeld liggen de toevoer en de afvoer van de snijpalen aan dezelfde zijde van cryogene kast. Het is natuurlijk ook mogelijk een andere opstelling te kiezen, waarbij de toevoersluis en de afvoersluis zich aan tegenover elkaar gelegen zijden van de cryogene kast 15 bevinden. De transporteur kan dan bijvoorbeeld een serpentievormig traject doorlopen.

Na het verlaten van de cryogene kast worden de snijpalen met behulp van de reeds genoemde afvoertransporteur aan een snij-inrichting 10 toegevoerd, 20 waar de snijpalen in plakjes worden gesneden. De transporteur en de snij-inrichting kunnen, zoals in figuur 3 getoond, zijn ingericht om twee snijpalen gelijktijdig te verwerken.

De behandeling en het transport van de snijpalen 25 vindt bij voorkeur tenminste vanaf de aanvoerbaan 12 voor de cryogene kast tot in de snij-inrichting geheel automatisch plaats teneinde te waarborgen, dat geen verdere contacten met mensenhanden plaatsvinden waardoor besmetting veroorzaakt zou kunnen worden en dat de snijpalen steeds in 30 in hoofdzaak dezelfde conditie de cryogene kast respectievelijk de snij-inrichting bereiken. De transportinrichtingen 22,23, de in- respectievelijk uitvoersluis 14 van de cryogene kast, de vertikale transporteur 16 in de cryogene kast en de snij-inrichting zijn hiertoe op daartoe 35 bekende wijze uitgevoerd als automatisch werkende inrichtingen, die waar nodig zijn voorzien van sensoren of 1011773 8 voelers om de aanwezigheid van een snijpaal te detecteren. Een dergelijke sensor of voeler kan bijvoorbeeld voorzien zijn om de aanwezigheid van een snijpaal voor de invoersluis van de cryogene kast of voor de uitvoersluis 5 van de cryogene kast te detecteren en vervolgens de in-respectievelijk uitvoersluis te openen. Middelen om de invoersluis te open zijn bijvoorbeeld in figuur 2 schematisch aangegeven in de vorm van een cilinder 31, die een schuif 32 kan openen.

10 Opgemerkt wordt dat na het voorgaande diverse ·* modificaties voor de deskundige voor de hand liggen. Zo kunnen in plaats van één koeltunnel meerdere koeltunnels, al dan niet met een enkele transporteur of een aantal parallelle en/of op elkaar volgende transporteurs worden 15 toegepast. Voorts zijn diverse typen transporteur toepasbaar. Dit geldt voor de transporteurs in de koeltunnel(s), maar ook voor de transporteurs voor en na de cryogene kast en de transporteur(s) in de cryogene kast.

Ook kunnen desgewenst gebogen tunnels, bijvoorbeeld 20 in bovenaanzicht U-vormige tunnels worden toegepast, afhankelijk van de indeling van de bedrijfsruimte.

Deze en soortgelijke modificaties worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.

1011773

Claims (17)

1. Werkwijze voor het verwerken van snijpalen, waarbij de snijpalen na de produktie daarvan worden geconditioneerd middels een temperatuurbehandeling en vervolgens in plakjes worden gesneden, met het kenmerk, dat 5 de temperatuurbehandeling een eerste stap omvat, waarbij een aantal snijpalen een basisconditionering ondergaat bij een eerste temperatuur voor het verkrijgen van een in hoofdzaak homogene temperatuur van de snijpalen, en een tweede, op de eerste volgende stap, waarbij de snijpalen 10 aan een korstvriesbehandeling worden onderworpen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de basisconditionering wordt uitgevoerd als continue proces terwijl de snijpalen in volgorde door een gekoelde ruimte worden gevoerd waar de eerste temperatuur 15 heerst.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de basisconditionering plaats vindt in een tunnelvormige gekoelde ruimte, waarbij de snijpalen van een toevoereinde naar een afvoereinde worden getransporteerd.

4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het korstvriesproces wordt uitgevoerd in een cryogene kast.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat aan de cryogene kast vloeibare stikstof wordt 25 toegevoerd.

6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de korstvriesbehandeling wordt versneld door de snijpalen in de cryogene kast door een bad met vloeibare alcohol te voeren.

7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat bij de korstvriesbehandeling verkregen koude restgassen worden gebruikt voor de basisconditionering. tOf1773

8. Inrichting voor het conditioneren van snijpalen na de produktie daarvan, waarbij de snijpalen middels een temperatuurbehandeling worden geconditioneerd en vervolgens in een snij-inrichting in plakjes worden 5 gesneden, met het kenmerk, dat de temperatuurbehandeling een eerste stap omvat, waarbij een aantal snijpalen een basisconditionering ondergaat bij een eerste temperatuur voor het verkrijgen van een in hoofdzaak homogene temperatuur van de snijpalen, en een tweede, op de eerste 10 volgende stap, waarbij de snijpalen aan een ·* korstvriesbehandeling worden onderworpen.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de eerste koelinrichting tenminste één koeltunnel omvat die tenminste één transporteur omvat voor 15 transport van de snijpalen van het ene naar het andere einde van de tunnel.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat elke tunnel is voorzien van een invoersluis en een uitvoersluis.

11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het.kenmerk, dat de transporteur is ingericht voor het transport van dragers die elk een aantal snijpalen dragen.

12. Inrichting volgens één der conclusies 8 t/m 11, met het kenmerk, dat de korstvriesinrichting is 25 voorzien van tenminste een toevoerleiding voor een koelmiddel en tenminste een afvoerleiding voor restgassen.

13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de tenminste ene afvoerleiding voor restgassen is verbonden met één der eerste koelinrichtingen.

14. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de korstvriesinrichting een cryogene kast omvat, die is voorzien van een vertikale transporteur voor het door de kast transporteren van aan de cryogene kast toegevoerde snijpalen.

15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de vertikale transporteur opeenvolgende *011773 dragers heeft, die elk tenminste één snijpaal kunnen opnemen.

16. Inrichting volgens één der conclusies 8 t/m 15, met het kenmerk, dat de korstvriesinrichting een 5 alcoholbad omvat en zodanig is ingericht dat de snijpalen door het alcoholbad worden gevoerd.

17. Inrichting volgens één der conclusies 8 t/m 16, met het kenmerk, dat voor de toevoer van snijpalen aan de korstvriesinrichting, het transport van 10 snijpalen door de korstvriesinrichting en het transport van « snijpalen van de korstvriesinrichting naar een snij-inrichting plaats vindt met behulp van automatische werkende transportinrichtingen. 1011773