NL1010680C2

NL1010680C2 - Systeem voor de montage van een aardingsplaat aan plaatdelen.

Info

Publication number: NL1010680C2
Application number: NL1010680A
Authority: NL
Inventors: Stefan Westlin; Rada Rodriguez; Hendrik Bulder
Original assignee: Thorsman & Co Ab
Priority date: 1997-12-02
Filing date: 1998-11-30
Publication date: 1999-11-09
Also published as: DE19855703B4; SE9704470D0; DE19855703A1; SE9704470L; SE510045C2; NL1010680A1

Description

\ ,

Korte aanduiding: Systeem voor de montage van een aardingsplaat aan plaatdelen.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een systeem 5 voor de montage van een aardingsplaat om de aarding van metalen plaatdelen door aansluiting van een aardleiding aan de aardingsplaat te verkrijgen. De aardingsplaat wordt zonder las- of soldeerverband aangebracht en kan zonder beschadiging van het desbetreffende plaat-deel weer worden verwijderd.

10 Aardingsplaten voor de aarding van metalen plaatdelen zijn er in verschillende uitvoeringen. Gebruikelijk bestaat de aardingsplaat uit een U-vormige beugel uit plaat, die voorbij de kant van een metalen plaat uitsteekt. De beugel uit plaat is gewoonlijk uitgerust met tanden naar het centrum van de beugel toe, die door een eventueel 15 opgebrachte verflaag dringen en zodoende een goede geschiktheid tot geleiding moeten voortbrengen evenals een vaste zitting van de aardingsplaat op het plaatdeel mogelijk moeten maken. De bekende aardingsplaten bezitten hiervoor een uitstekend deel, dat de aardingsaan-sluitlng, bijvoorbeeld in de vorm van een vlakke stift of van een 20 boring met of zonder schroefdraad vormt, waarop de schroefaansluiting van een aarding wordt aangebracht. Het nadeel van deze soort aardingsplaat bestaat daarin, dat aan iedere zijde van de plaat waarop de aardingsplaat wordt aangebracht, een been van de U-vormige beugel zichtbaar is. Veelvuldig wordt bij te aarden plaatdelen waarde gelegd 25 op een esthetisch aantrekkelijke buitenzijde vanwaar zichtbare delen van de aardingsplaat niet te accepteren zijn.

Dergelijke plaatdelen kunnen uit kleppen resp. voorvlakken bij verzorgingskanalen voor elektrische geleiders bestaan, die zichtbaar aan bijvoorbeeld wanden of plafonds van gebouwen moeten worden 30 gemonteerd.

Voor de oplossing van dit probleem en voor het vermijden van zichtbare aardingsplaatdelen een bovenvermelde verzorgingskanalen en in het bijzonder van aardingsplaten, die aan kleppen van kanalen worden aangebracht werd de aardingsplaat zo gevormd, dat hij zich over 35 de klep tussen twee langs de klepkanten verlopende wanden uitstrekt en door de beugelvorm van de aardingsplaat aan de kanten wordt vastge- 1010680 2 spannen. Deze uitvoering van de aardingsplaat 1s hoofdzakelijk geschikt voor kleppen van kanalen met verhoudingsgewijs geringe breedte. Bij grotere breedte van het kanaal resp. van de klep is deze uitvoering niet praktisch.

5 Het doel van de onderhavige uitvinding is het ter beschik king stellen van een systeem voor aan de buitenzijde niet zichtbare montage van een aardingsplaat om het aarden van metalen plaatdelen door aansluiting van een aardleiding aan de aardingsplaat te verkrijgen. Het plaatdeel kan gewalst en aan tenminste een zijkant van een 10 omgeslagen rand aan de buitenkant zijn voorzien waardoor zich tussen plaatdeel en omgeslagen rand een spleet vormt. De aardingsplaat omvat een aansluitdeel voor de aansluiting van een aardleiding evenals een bevestigingsdeel voor het aanbrengen van de aardingsplaat aan het plaatdeel. De aardingsplaat wordt door invoeren van het bevestigings-15 deel in de spleet tussen plaatdeel en omgeslagen rand aangebracht. Het plaatdeel kan bijvoorbeeld bestaan uit een klep of een voorste gedeelte dat op een langgestrekt kanaal voor elektrische geleiders is aangebracht, waarbij de klep langs zijn langskanten omgeslagen en het bevestigingsdeel van de aardingsplaat in de spleet bij de omgeslagen 20 rand aan een klepzijde is ingevoerd.

Het bevestigingsdeel van de aardingsplaat heeft vele verschillende verschijningsvormen. Gemeenschappelijk voor alle denkbare varianten is zijn geringe dikte, die een invoeren bij de omgeslagen rand aan het plaatdeel mogelijk maakt zonder daarbij de voorzijde 25 van het plaatdeel of van de omgeslagen rand te vervormen. Het bevestigingsdeel kan bijvoorbeeld uit een of meerdere stiften, een draad-beugel of een of meerdere tongen bestaan. De voorkeur verdient een bevestigingsdeel, dat uit een L-vormige plaat bestaat, wiens ene deel het bevestigingsdeel en wiens andere deel, dat zich onder een hoek tot 30 het bevestigingsdeel uitstrekt, het aansluitdeel vormt en met een aardingsaansluiting voor het aansluiten van een aardleiding is uitgerust. De aardingsaansluiting kan een vlakke stift, een plaatvlak met een boring met of zonder schroefdraad of een plaatzak zijn waarin de 1 aardleiding of dergelijke wordt ingeklemd.

35 Verdere details en kenmerken van de uitvinding zijn verder te ontnemen uit de hieronder volgende beschrijving en de bijgaande 1010680 3 tekeningen, welke een uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding weergeven.

Figuur 1 toont een verzorgingskanaal voor elektrische leidingen aan de voorzijde waarvan een aardingsplaat is aangebracht 5 gezien vanaf een open einde.

Figuur 2 toont een perspectivische weergave van een opengesneden voorzijde met vrijgelegde aardingsplaat.

Figuur 3 toont een vergroting van de linker bovenste hoek van het verzorgingskanaal volgens figuur 1 met de bevestiging van de 10 aardingsplaat.

Het verzorgingskanaal in figuur 1 omvat een basisdeel 1 met rechthoekige doorsnede, bestaande uit een bodemwand 2, die is omgeven door twee zijwanden 3. De zijwanden 3 hebben aan hun open kanten flenzen 3.1, die zo ingebogen zijn, dat zij schuin naar beneden in de 15 richting van het bodemdeel 2 verlopen. Het verzorgingskanaal omvat verder een vlak voorste deel 4, wiens langsranden omgeslagen zijn waarbij de omgeslagen rand enerzijds een eerste gedeelte 4.1 omvat, dat vlak tegen en evenwijdig aan het voorste deel 4 gebogen is, anderzijds een verder gedeelte, dat een S-vormig resp. spiegelbeeldige 20 S-vormige doorsnede bezit. Dit is het duidelijkste zichtbaar in figuur 3. De S-vormige gedeelten zijn daarvoor aangebracht om door spankracht op de flenzen 3.1 aan de zijwanden 3 en/of op de andere S-vormige gedeelten aan te grijpen.

Een aardingsplaat 5 is in de spleet tussen de binnenzijde 25 van het voorste deel 4 en omgeslagen rand 4.1 aangebracht. De aar dingsplaat 5 bestaat uit een L-vormige plaat, wiens bevestigingsdeel 5.1 in bovengenoemde spleet ingeklemd is en is uitgerust met tanden 5.2, die in de omgevende vlakken van het voorste deel 4 insnijden en zodoende een goede aardverbinding van het voorste deel 4 tot stand 30 brengen evenals de aardingsplaat 5 tegen uittrekken vasthouden. Het aansluitdeel 5.3 van de aardingsplaat 5 strekt zich haaks op het vlak van het voorste deel 4 uit en bezit een uitstekend deel 5.4 in de vorm van een vlakke stift voor de aansluiting van een steekdeel, dat aan het eindstuk van de aardleiding aangebracht is, echter in de figuren 35 niet zichtbaar is.

1010680 4

De aardingsplaat 5 monteert men doordat men zijn bevesti-gingsdeel 5.1 hetzij in de spleet aan de kant van voorzijde 4 inklemt, of doordat men de spleet eerst met een werktuig verwijdt, waarop het bevestigingsdeel 5.1 dan met de hand in de gewenste stand gebracht en 5 het werktuig verwijderd kan worden.

Het boven beschreven verzorgingskanaal is in het algemeen gelakt, is voorzien van een verflaag, welke is aangebracht nadat het basisdeel 1 van het kanaal resp. het voorste deel 4 in de gewenste doorsnede gewalst zijn. Bij deze lakhandeling dringt geen verf in de 10 spleet tussen binnenzijde van voorste deel 4 en omgeslagen rand 4.1. Dit betekent, dat de de spleet omgevende vlakken uit zuiver metaal bestaan, hetgeen dan ook goede aardingseigenschappen geeft, indien het bevestigingsdeel 5.1 van de aardingsplaat 5 niet met tanden is uitgerust.

'3

«I

1010680

Claims

1. Systeem voor de montage van een aardingsplaat (5) voor het aarden van afzonderlijke delen (4), die zijn vervaardigd uit metalen 5 plaat en die aan tenminste een kant een omgeslagen rand bezitten waardoor tussen het plaatvormige deel en de omgeslagen rand een spleet is gevormd en waarbij de aardingsplaat een aansluitdeel voor de aansluiting van een aardleiding evenals een bevestigingsdeel voor de bevestiging van de aardingsplaat aan het plaatdeel bezit, met het 10 kenmerk, dat het bevestigingsdeel (5.1) in de spleet tussen plaat vormig deel (4) en omgeslagen rand (4.1) is ingevoerd.

2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het plaatvormige deel (4) bestaat uit een klep, die is aangebracht op een langgestrekt kanaal voor elektrische geleiders, waarbij de klep (4) 15 aan zijn langskanten omgeslagen is.

3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de buitenste vlakken van het plaatvormige deel (4) zijn voorzien van een verflaag terwijl de spleet in de omgeslagen rand (4.1) door zuivere metaal vlakken is omgeven.

4. Systeem volgens een van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de aardingsplaat (5) uit een in hoofdzaak tweedelige plaat bestaat, waarbij een deel het bevestigingsdeel (5.1) en het andere deel het aansluitdeel (5.3) is en het andere deel een aardingsaansluiting (5.4) voor het aansluiten van een aardleiding bezit.

5. Systeem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de aardingsplaat (5) in hoofdzaak L-vormig is en het bevestigingsdeel (5.1) zich haaks op het aansluitdeel (5.3) uitstrekt.

6. Systeem volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat het bevestigingsdeel (5.1) is voorzien van tanden, die naar een van de 30 vlakken in de spleet bij de omgeslagen rand (4.1) zijn gericht. 1010680