NL1010656C2 - Inrichting en werkwijze voor het detecteren van botbreuk bij geslachte dieren, in het bijzonder gevogelte. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het detecteren van botbreuk bij geslachte dieren, in het bijzonder gevogelte. Download PDF

Info

Publication number
NL1010656C2
NL1010656C2 NL1010656A NL1010656A NL1010656C2 NL 1010656 C2 NL1010656 C2 NL 1010656C2 NL 1010656 A NL1010656 A NL 1010656A NL 1010656 A NL1010656 A NL 1010656A NL 1010656 C2 NL1010656 C2 NL 1010656C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
animal
bone fracture
bone
holding
detecting
Prior art date
Application number
NL1010656A
Other languages
English (en)
Inventor
Petrus Christianus Hen Janssen
Adrianus Josephes V Nieuwelaar
Francis Willem Johan Va Happen
Original Assignee
Stork Pmt
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19768206&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL1010656(C2) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Stork Pmt filed Critical Stork Pmt
Priority to NL1010656A priority Critical patent/NL1010656C2/nl
Priority to DE69924211T priority patent/DE69924211T3/de
Priority to AT99203858T priority patent/ATE290791T1/de
Priority to DK99203858T priority patent/DK1004242T4/da
Priority to EP99203858A priority patent/EP1004242B2/en
Priority to ES99203858T priority patent/ES2241236T3/es
Priority to JP32936899A priority patent/JP4412777B2/ja
Priority to US09/447,899 priority patent/US6299524B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1010656C2 publication Critical patent/NL1010656C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22BSLAUGHTERING
    • A22B5/00Accessories for use during or after slaughtering
    • A22B5/0064Accessories for use during or after slaughtering for classifying or grading carcasses; for measuring back fat
    • A22B5/007Non-invasive scanning of carcasses, e.g. using image recognition, tomography, X-rays, ultrasound
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Computer Vision & Pattern Recognition (AREA)
  • Biophysics (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Processing Of Meat And Fish (AREA)
  • Investigating Or Analysing Biological Materials (AREA)
  • Measuring Or Testing Involving Enzymes Or Micro-Organisms (AREA)

Description

Korte aanduiding: Inrichting en werkwijze voor het detecteren van botbreuk bij geslachte dieren, in het bij zonder gevogelte.
De uitvinding heeft betrekking de verwerking van geslachte dieren of delen daarvan, in het bijzonder van gevogelte of delen van geslacht gevogelte, en met name op de industrieële verwerking van dergelijke dieren.
5 Zoals bekend vindt de verwerking van grote aantallen gevogelte, zoals pluimvee, met name kip, grotendeels geautomatiseerd plaats. Hierbij worden verwerkingsinstallaties toegepast met een transportinrichting, die een transportbaan vormt voor een 10 meerdere langs de transportbaan verplaatsbare vasthoudorganen, welke vasthoudorganen zijn ingericht om een gevogelte of een of meer gevogeltedelen te dragen.
Langs de transportbaan bevinden zich een of meer bewerkingsstation, waar het passerende gevogelte een 15 bewerking ondergaat, bijvoorbeeld het plukken van de veren van het gevogelte, het aanbrengen van een snede in het gevogelte, etc. Een voorbeeld van een bekende transportinrichting voor een dergelijke verwerkingsinstallatie is beschreven in WO 93/13671, 20 waarbij de vasthoudorganen zijn ingericht om de kippen of kipdelen, zoals drumsticks en kippenbouten, aan het tarsale gewricht van een poot naar beneden hangend te dragen.
In de praktijk blijkt het functioneren van deze bekende geautomatiseerde verwerkingsinstallaties ongewenst 25 vaak te worden verstoord doordat het pootbot, meestal op korte afstand onder het door het vasthoudorgaan vastgehouden tarsale gewricht, gebroken is. Zo worden de drumsticks in de praktijk bij een ontbeningsstation gebracht, waarin het vlees wordt afgestroopt van de aan 30 zijn tarsale gewricht hangende drumstick. Daartoe wordt een afstroper nabij het vasthoudorgaan in aangrijping gebracht met de drumstick en vervolgens naar beneden bewogen, zodat het vlees afgestroopt wordt. Indien het pootbot gebroken is, wordt vaak niet het vlees van het bot gestroopt maar 35 scheurt een deel van de drumstick nabij de botbreuk af van 1 p.1 ^ r: ΓΝ £ - 2 - het door het vasthoudorgaan vastgehouden deel met het tarsale gewricht. Dit afgescheurde deel bevat dan een bot en dat levert zowel in het ontbeningsstation als in mogelijke verdere verwerkingsstations aanzienlijke 5 problemen op, zodat de installatie ongewenst vaak moet worden stilgezet om de storing te verhelpen.
Praktijkgegevens wijzen uit dat soms zo'n 10% van de aan een ontbeningsstation aangeboden drumsticks de hierboven beschreven botbreuk heeft.
10 Een soortgelijk probleem treedt op bij de verwerking van varkens, in het bijzonder de verwerking van varkenspoten, waarbij een machinale ontbening plaatvindt en een eventuele breuk in het pootbeen tot aanzienlijke problemen en schade kan leiden, zoals het vastlopen van de 15 ontbeningsinrichting en het ongechikt worden van de varkensham voor de verkoop aan de consument. Met name is de economische schade bij het verlies van een varkensham veel groter dan bij het verlies van een enkele drumstick van een kip.
20 De onderhavige uitvinding beoogt bovengenoemd problemen op te heffen.
De uitvinding verschaft een inrichting volgens conclusie 1.
De botbreukdetectiemiddelen kunnen bijvoorbeeld een 25 röntgencamera omvatten, die is gekoppeld met elektronische beeldverwerkingsmiddelen voor het verwerken van het door de camera verkregen beeld.
In een andere variant omvatten de botbreukdetectiemiddelen een camera die de vorm van een 30 dier of deel van het dier registreerd en die is gekoppeld met elektronische beeldverwerkingsmiddelen voor het verwerken van het door de camera verkregen beeld. Bijvoorbeeld zijn de beeldverwerkingsmiddelen ingericht om de buitencontour van het dier of diergedeelte te bepalen en 35 deze te vergelijken met een van te voren vastgelegde normcontour van een dier met een intact bot. Deze uitvoering kan bijvoorbeeld worden benut om vast te stellen of een vleugel van een aan zijn poten in een transportinrichting hangende geslacht gevogelte gebroken 1010656 - 3 - is, indien de vleugel gebroken is zal deze een andere stand innemen dan indien de vleugel intact is.
In een voordelige uitvoeringsvorm zijn de signaleringsmiddelen gekoppeld met geheugenmiddelen voor 5 het opslaan van gegevens betreffende de onderzochte dieren of dierdelen, welke gegevens dan kunnen worden benut voor analysedoeleinden.
In een andere voordelige uitvoering kan er in zijn voorzien dat de signaleringsmiddelen zijn gekoppeld met 10 voor de breukdetectie opgestelde inrichtingen die het dier hanteren en/of bewerken, met name met die inrichtingen die mogelijkerwijs een botbreuk kunnen veroorzaken. In dit kader wordt met name gedacht aan het transport van de dieren, waarbij vooral op plaatsen waar de dieren of delen 15 daarvan in een gemechaniseerd transportmiddel worden geplaatst, of van het ene gemechaniseerde transportmiddel worden overgedragen aan een ander gemechaniseerd transportmiddel, het risico van het veroorzaken van een botbreuk bestaat.
20 In een verdere voordelige uitvoering zijn de signaleringsmiddelen gekoppeld met een of meer na de breukdetectieinrichting werkzame bewerkingsinrichting voor het dier of deel daarvan, zodat de door deze bewerkingsinrichting uitgevoerde aktiviteit kan worden 25 afgestemd op het al dan niet aanwezig zijn van een botbreuk. Zo is het denkbaar dat bij een botbreuk het dier of deel daarvan niet gemechaniseerd wordt bewerkt en wordt toegevoerd aan een station waar een handmatige bewerking plaatsvindt.
30 In een verdere variant kan er in zijn voorzien dat de botbreukdetectieinrichting is ingericht voor het verwerken van meerdere typen dieren en dierdelen, bijvoorbeeld zowel voor het verwerken van drumsticks als aanzienlijk grotere kippenbouten van kippen. Bij voorkeur 35 zijn daarbij middelen voorzien, die zijn ingericht om waar te nemen welk type dier of dierdeel aan de detectieinrichting wordt aangeboden.
Een voordelige uitvoering van de in conclusie 1 verwoorde uitvindingsgedachte is beschreven in conclusie 2.
1010656 - 4 -
Deze inrichting is gebaseerd op de gedachte dat indien in het betreffende bot van het dier geen breuk aanwezig is, dit bot en het vlees daaromheen zich als één geheel zal gedragen en dus overal dezelfde reaktie zal vertonen als 5 resultante van de opgelegde mechanische belasting. Indien er echter wel een botbreuk zullen de aan weerszijden van die botbreuk gelegen gedeelten van het te onderzoeken dier of deel daarvan verschillend reageren op de opgelegde mechanische belasting. Aangezien de opgelegde mechanische 10 belasting bekend is, kan dus (eventueel door proeven) worden vastgesteld welke reaktie optreedt bij een intact bot en bij welke reaktie het bot gebroken is.
De mechanische belasting die op het te inspecteren dier of deel daarvan, wordt uitgeoefend kan binnen het 15 kader van de uitvindingsgedachte velerlei vormen hebben. Zo kan met eenvoudige constructieve maatregelen een buigbelasting op het te inspecteren bot worden uitgeoefend, maar ook zou een torsiebelasting kunnen worden opgewekt.
Ook kan het te inspecteren bot worden onderworpen aan een 20 trek- of drukbelasting.
In een voordelige uitvoeringsvorm zijn de waarnemingsmiddelen ingricht om door waarneming van een eventuele verandering van de onderlinge oriëntatie van de aan weerszijden van de eventuele breuk gelegen delen van 25 het dier vast te stellen of er sprake is van een breuk.
Deze waarnemingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld een camera omvatten. Uiteraard dient de uitgeoefende mechanische belasting niet zodanig groot te zijn dat het te inspecteren bot breekt als gevolg van deze wijze van botbreukdetectie. 30 Wel kan het voordelig zijn de mechanische belasting zodanig te laten zijn dat een gedeeltelijk gebroken bot alsnog volledig breekt of in ieder geval aanleiding geeft tot een duidelijk waarneembare verandering van de oriëntatie.
De onderhavige uitvinding is geschikt voor 35 toepassing bij de verwerking van gevogelte en varkens maar uiteraard kan de uitvinding ook bij de verwerking van andere geslachte dieren worden ingezet.
Voordelige uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies 1010656 - 5 - en in de navolgende beschrijving aan de hand van de tekening. Daarbij toont: fig. l schematisch in vertikaal zijaanzicht een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de 5 uitvinding, fig. 2 schematisch in perspectief een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding, fig. 3 schematisch in perspectief een derde 10 uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding, fig. 4 schematisch in perspectief een vierde uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding, 15 fig. 5 schematisch in perspectief een vijfde uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding, en fig. 6 schematisch in perspectief een zesde uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de 20 uitvinding.
In figuur 1 is een inrichting 1 getoond voor het detecteren van de aanwezigheid van een botbreuk in een bepaald bot van een geslacht gevogelte, of van een deel van 25 een geslacht gevogelte, in dit voorbeeld voor het detecteren van een botbreuk in het pootbot van een drumstick 2 van een kip.
De inrichting 1 omvat een transportinrichting 5, die een, bij voorkeur eindloze, transportbaan 6 definieert voor 30 meerdere in de transportinrichting 5 opgenomen en langs de transportbaan 6 verplaatsbare vasthoudmiddelen 7 voor de drumsticks 2. De getoonde transportinrichting 5 is op zich bekend uit de aanvrage WO 93/13671 en voor de beschrijving en werking van de transportinrichting 5 relevante delen van 35 die aanvrage zijn hierbij in de onderhavige aanvrage opgenomen. In het bijzonder zijn de bekende vasthoudmiddelen 7 ingericht om de drumstick 2 aan het tarsale gewricht 8 daarvan hangend te dragen. Daarbij zijn deze vasthoudmiddelen 7 tevens zo uitgevoerd dat de poot op 1 n 1 rs co - 6 - korte afstand onder het tarsale gewricht 8 ringvormig wordt omsloten. Verder zijn deze vasthoudmiddelen 7 selectief bedienbaar voor het vasthouden of loslaten van de drumstick 2. Door deze uitvoering kunnen met dezelfde 5 vasthoudmiddelen 7 ook gehele kippen en kippenpoten worden gedragen, uiteraard kan dat ook met ander gevogelte.
Niet getoond zijn aandrijfmiddelen voor het langs de transportbaan 6 verplaatsen van de vasthoudmiddelen 7, welke aandrijfmiddelen bijvoorbeeld aangrijpen op de 10 ketting tussen de vasthoudmiddelen 7.
Op een waarnemingsplaats langs de transportbaan 6 voor de drumsticks 2 zijn mechanische belastingmiddelen 10 opgesteld, die zijn ingericht voor het uitoefenen van een mechanische belasting op de vastgehouden drumsticks 2, 15 zodanig dat het betreffende pootbot ter plaatse van de eventuele botbreuk mechanisch wordt belast. Zoals eerder beschreven wordt de eventueel aanwezige botbreuk in het pootbot met name op korte afstand onder het tarsale gewricht vermoed, bij 9.
' 20 In dit voorbeeld omvatten de mechanische belastingsmiddelen 10 een obstakel 11, dat door bijbehorende ondersteuningsmiddelen, hier gestel 12 van de inrichting, zwenkbaar om aslijn 13 is gedragen en dat zich in een detectiestand daarvan (getoond in figuur 1) 25 uitstrekt in de baan van de door de transportinrichting 5 voortbewogen drumsticks 2.
Een terugstelveer 14 is voorzien om het obstakel 11 onder een, bij voorkeur instelbare, voorspanning in de richting van zijn detectiestand te drukken.
30 De ondersteuningsmiddelen 12,13 en de terugstelveer 14 laten het toe dat het obstakel 11 door een passerende drumstick 2 uit de detectiestand wordt gedwongen, buiten de baan van de drumstick 2, indien er geen botbreuk in het pootbot aanwezig. De drumstick 2 gedraagt zich dan als een 35 stijf geheel en zal in de stand blijven waarin het door de vasthoudmiddelen 7 wordt gehouden, waarbij in de praktijk wel een kleine verzwenking van de drumstick 2 ten opzichte van de oorspronkelijke stand kan optreden.
Het uit de detectiestand drukken van het obstakel 11 1010656 - 7 - in een mate die alleen bewerkstelligd kan zijn door een intacte drumstick 2 wordt gedetecteerd door een sensor 16, bijvoorbeeld een naderings- of cpntactschakelaar.
De terugstelveer 14 en de ondersteuningsmiddelen 12, 5 13 van het obstakel 11 zijn verder zodanig uitgevoerd dat het obstakel 11 in hoofdzaak in zijn detectiestand blijft staan bij het passeren van een drumstick 2 over het obstakel 11 indien een botbreuk in het pootbot aanwezig is. In dat geval zal ten gevolge van de mechanische 10 buigbelasting die door het obstakel 11 op de passerende drumstick 2 wordt uitgeoefend de oriëntatie van het gedeelte dat in contact komt met het obstakel 11 aanzienlijk veranderen ten opzichte van het door de vasthoudmiddelen 7 vastgehouden gedeelte van de drumstick 15 2, hetgeen in de linkerzijde van figuur 1 duidelijk is te herkennen. De drumstick 2 passeert nu door te vervormen het obstakel 11 zonder dat het obstakel 11 zodanig wegzwenkt dat dit door sensor 16 wordt gedetecteerd.
Door een passagedetector 17 wordt gedetecteerd of 20 een drumstick 2 bij het obstakel 11 arriveert, zodat indien dat het geval is en een detectie door de sensor 16 uitblijft, door geschikt uitgevoerde besturingsmiddelen 18 kan worden gesignaleerd dat door de zojuist gepasseerde vasthoudmiddelen 7 een gebroken drumstick 2 wordt 25 getransporteerd.
Op basis van deze signalering kan op een stroomafwaarts van het obstakel 11 gelegen afgifteplaats (niet getoond) de vastgrijping van de gebroken drumstick 2 door de vasthoudmiddelen 7 worden opgeheven en de gebroken 30 drumstick 2 worden gescheiden van de vasthoudmiddelen 7. De gebroken drumsticks kunnen dan eventueel met de hand worden beoordeeld op hun geschiktheid voor verkoop aan de consument of bijvoorbeeld met de hand verder worden verwerkt.
35 Bij voorkeur is op de niet getoonde afgifteplaats een mechanische uitbrenginrichting voorzien, die op de gebroken drumsticks 2 een kracht uitoefend om de drumsticks 2 met botbreuk van de vasthoudmiddelen 7 te scheiden. Met name de gebroken drumsticks 2 blijken zich weleens in de 1010656 - 8 - vasthoudmiddelen vast te klemmen, zodat een uitstootkracht nodig is, bijvoorbeeld uitgeoefend door een langs de baan opgestelde en op commando zwenkende uitstoter.
Met voordeel worden de drumsticks 2 met een 5 aanzienlijke snelheid voortbewogen, hetgeen enerzijds vorodelig is voor de capaciteit van de inrichting en anderzijds leidt tot een stootachtige belasting op het te inspecteren bot.
Alhoewel de figuur 1 in zijaanzicht slechts een 10 drumstick 2 per vasthoudmiddelen 7 toont, zal uit de beschrijving van de eerder genoemde aanvrage duidelijk zijn dat met deze bekende vasthoudmiddelen 7 twee drumsticks 2 naast elkaar kunnen worden getransporteerd. Het heeft daarbij de voorkeur in beide naast elkaar gelegen banen van 15 de drumsticks afzonderlijk werkende obstakels 11 te plaatsen en bovendien stroomafwaarts daarvan voor elke baan een eigen afgifteplaats met bijbehorende uitstoter te voorzien.
De getoonde, constructief eenvoudige inrichting kan 20 derhalve met een grote capaciteit constateren of er sprake is van een gebroken drumstick en daardoor kunnen aanzienlijke problemen worden vermeden bij de verdere verwerking van de drumsticks 2.
Figuur 2 toont een variant van figuur 1 waarbij de 25 vasthoudmiddelen 7 zijn ingericht voor het hangend aan zijn tarsale gewricht 8 dragen van een drumstick 2 of ander deel van een gevogelte, op dezelfde wijze als in figuur 1.
De vasthoudmiddelen 7 kunnen langs een niet getoonde transportbaan 6 worden voortbewogen 20 en passeren daarbij 30 een waarnemingsplaats. Op die waarnemingsplaats bevindt zich obstakel 11', dat zich in de baan van een door de vasthoudmiddelen 7 gedragen drumstick 2. Het obstakel 11' heeft aan een zijde naast deze baan een in hoofdzaak horizontale zwenkas 22 en strekt zich van daar af schuin 35 uit over de baan van de drumsticks 2 in de voortbewegingsrichting van de drumsticks 2. Aan de ander zijde van de baan van de drumsticks 2, tegenover het obstakel 11' bevinden zich zijgeleidingsmiddelen 25, in dit geval een plaat, voor de drumsticks 2. Deze 11μ065€ - 9 - zijgeleidingsmiddelen 25 zijn ingericht om de passerende drumstick 2 in een van te voren bepaalde baan aan te bieden aan het obstakel 11'.
Bij voorkeur zijn deze zijgeleidingsmiddelen 25 zo 5 opgesteld dat een aan het tarsale gewricht 8 hangende drumstick of ander gevogeltedeel ten opzichte van de vertikaal naar beneden hangende stand enigzins schuin naar buiten wordt gedwongen, zodat daardoor een geringe buigbelasting wordt uitgeoefend op het pootbot.
10 Figuur 2 toont verder de instelbare terugstelveer 14', die het obstakel 11' in zijn detectiestand drukt. Tevens is nog een sensor 27 te herkennen, waarmee een unieke identifikatie van de passerende vasthoudmiddelen 7 kan worden waargenomen, zodat in besturingsinrichting 8' 15 kan worden vastgelegd, bijvoorbeeld in een computergeheugen, of door die betrefffende vasthoudmiddelen gedragen drumstick 2 gebroken is of niet.
De werking van de inrichting volgens figuur 2 is gelijk aan de eerder beschreven inrichting. Indien de 20 drumstick geen botbreuk vertoont in het pootbot, met name niet kort onder het tarsale gewricht, zal het obstakel 11' zijdelings wegzwenken bij de passage van de drumstick 2 hetgeen door de sensor 16' wordt gedetecteerd. Als de drumstick 2 wel gebroken is, blijft het obstakel 11' min of 25 meer staan en vervormt de drumstick 2 zodanig dat deze over het obstakel 11' gaat. Voor kippenbouten, die nu eenmaal een zwaarder gedeelte hebben aan de van het tarsale gewricht afgekeerde zijde dan drumsticks, kan het voordelig zijn dat zware deel enigzins te ondersteunen bij de passage 30 langs het obstakel 11'.
Figuur 3 toont een andere oplossing voor de botbreuk detectie. De getoonde inrichting 30 omvat een transportinrichting 31 met langs een transportbaan 32 verplaatsbare vasthoudmiddelen 33 voor drumsticks 2 en/of 35 andere delen van gevogelte.
De vasthoudmiddelen 33 zijn zo uitgevoerd dat het deel 34 daarvan dat aangrijpt op de drumstick 2 om een zwenkas 35 zwenkbaar is ten opzichte van het met de transportbaan in aangrijping zijnde deel 36.
1010656 -10-
Op de in figuur 3 getoonde waarnemingsplaats, waar de vasthoudmiddelen 33 bij voorkeur met een aanzienlijke snelheid langs passeren, zijn neit getoonde kantelmiddelen opgesteld, bijvoorbeeld een leiorgaan, die het zwenkbare 5 deel 34 met een daarin vastgehouden drumstick 2 in een zodanige stand kantelen dat het betreffende bot waarin de botbreuk wordt vermoed door het eigen gewicht van de drumstick 2 wordt belast. Indien het bot dan gebroken is, kan bijvoorbeeld met een camerasysteem maar ook met een of 10 meer, eventueel mechanische sensoren, eenvoudig worden vastgesteld of de gekantelde drumstick nog recht is, zoals met A is aangeduid in figuur 3 of geknakt is, zoals met B is aangeduid in figuur 3.
De op het pootbot werkende mechanische belasting kan 15 natuurlijk aanzienlijk worden vergroot als het kantelen met een aanzienlijke versnelling plaatsvindt.
In een niet getoond variant wordt laatstgenoemde aspect benut door de transportbaan te voorzien van een bocht en op de vastgehouden gevogeltedelen een centripetale 20 kracht te laten werken bij het passeren van de bocht.
In een andere variant wordt de beoogde mechanische belasting uitgeoefend door het gevogelte door een vloeistof(-stroom) of een gasstroom te laten passeren, zodanig dat het gevogelte daardoor mechanisch wordt belast. 25 Ook zal het mogelijk zijn een torsiebelasting uit te oefenen op het te inspecteren bot.
In figuur 4 zijn een drietal vasthoudorganen 7 weergegeven, die langs een niet getoonde transportbaan verplaatsbaar zijn. Aan elk van deze vasthoudorganen 7 30 hangt een geslachte gevogelte, in dit voorbeeld een kip, respectievelijk 41,42 en 43. Bij deze kippen 41-43 zijn de vleugeldelen 44, 45 nog aanwezig. Voor de verwerking van deze kippen 41-43, met name de geautomatiseerde verwerking, is het van belang te weten of een vleugeldeel van een kip 35 gebroken is. Dit geldt in het bijzonder indien de kip wordt toegevoerd aan een inrichting voor het separeren van de vleugeldelen van de romp.
Langs de transportbaan zijn hiertoe botbreukdetectiemiddelen 47 opgesteld, die waarnemen of een 1010656 - 11 - vleugeldeel 44, 45 van een passerende kip een vorm en/of stand heeft die afwijkt van een genormeerde vorm en/of stand van een intact vleugeldeel. In figuur 4 is duidelijk te herkennen dat de kippen 40 en 42 intacte vleugeldelen 5 hebben, terwijl de kip 41 een gebroken vleugeldeel 44 heeft. Vanwege de breuk hangt die vleugel 44 verder naar beneden dan de intacte vleugeldelen. Die afwijkende vorm en/of stand van het gebroken vleugeldeel 44 van kip 41 kan worden vastgesteld met een lichtscherm 48, dat met een 10 zender, die een (infrarood) lichtbundel opwekt, en een ontvanger voor de lichtbundel, welke lichtbundel alleen wordt onderbroken door de passage van een gebroken vleugeldeel.
In figuur 5 is een variant van figuur 4 getoond, 15 waarbij de botbreukdetectiemiddelen geen lichtscherm omvatten maar een camera 50, die een gehele kip of het voor de botbreukdetectie relevante deel van de kip kan registreren en die is gekoppeld met niet weergegeven beeldverwerkings- en signaleringsmiddelen, die het 20 camerabeeld vergelijken met een van te voren vastgelegd normbeeld en op basis van die vergelijking vaststellen of er al dan niet sprake is van een gebroken vleugeldeel. Ook hier is vleugeldeel 44 van kip 41 gebroken en zijn de andere vleugeldelen intact. Het zal duidelijk zijn dat 25 datzelfde camerabeeld ook voor andere doeleinden kan worden gebruikt.
In de figuren 4 en 5 wordt elk vleugeldeel van de passerende kippen zonder gebruikmaking van specifieke middelen onderworpen aan een mechanische belasting, 30 namelijk het eigen gewicht van het vleugeldeel. Indien een kip aan zijn poten in een vasthoudorgaan hangt zal dan niet duidelijk waarneembaar zijn of zich in een van die poten een breuk bevindt.
In figuur 6 is wederom een gedeeltelijk getoond 35 vasthoudorgaan 7 te herkennen en een met zijn poten 60, 61 daaraan hangende geslachte kip 62. Zoals eerder genoemd laat het vasthoudorgaan 7 een kanteling om een in hoofdzaak horizontale kantelas 63 toe van het deel 64 van het vasthoudorgaan 7, dat onder het tarsale gewricht op de ΐ A 'I Π & £ \ j v '·.* h** - 12 - poten 60, 61 aangrijpt. Door het opleggen van die kanteling worden de poten 60, 61 aan een buigbelasting onderworpen, waarbij een verschil in reaktie kan worden waargenomen tussen een intacte poot, hier poot 61, en een gebroken 5 poot, hier poot 60. In dit voorbeeld is een camera 67 opgesteld, die de hele kip of alleen het deel daarvan bij de poten registreerd. Door geschikte verwerking van het camerabeeld en vergelijking met een normbeeld van een intacte poot kan worden vastgesteld dat de poot 60 gebroken 10 is. In plaats van een camera 67 zouden bijvoorbeeld ook een lichtscherm., zoals in figuur 4, of een voelsensor kunnen worden toegepast, waarmee de vorm van elke poot bij kanteling van deel 64 kan worden gedetecteerd.
1010656

Claims (35)

1. Inrichting voor het detecteren van de aanwezigheid van een botbreuk in een bepaald bot van een geslacht dier 5 of een deel daarvan, met name gevogelte, in het bijzonder voor het detecteren van een botbreuk in het pootbot van gevogelte, de inrichting omvattende: - vasthoudmiddelen, die zijn ingericht om een dier op een vasthoudplaats daarvan vast te houden, 10. botbreukdetectiemiddelen, die zijn ingericht voor het detecteren van een eventuele breuk in het betreffende bot van het dier, en - met de botbreukdetectiemiddelen gekoppelde signaleringsmiddelen die signaleren of al dan niet een 15 botbreuk aanwezig is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de botbreukdetectiemiddelen omvatten: - waarnemingsmiddelen die zijn ingericht voor het waarnemen 20 van een verandering of afwijking van de oriëntatie van een gedeelte van het dier ten opzichte van gedeelte van het dier waar de vasthoudmiddelen op aangrijpen, en - met de waarnemingsmiddelen gekoppelde signaleringsmiddelen, die - in afhankelijk van de 25 waarneming - al dan niet een botbreuk signaleren.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de botbreukdetectiemiddelen omvatten: - mechanische belastingmiddelen, die zijn ingericht voor 5 het uitoefenen van een mechanische belasting op het vastgehouden dier, zodanig dat het betreffende bot ter plaatse van de eventuele botbreuk mechanisch wordt belast, waarbij de waarnemingsmiddelen zijn ingericht voor het waarnemen van een uit de mechanische belasting resulterend 10 reactie van het dier, en waarbij de met de waarnemingsmiddelen gekoppelde signaleringsmiddelen - in afhankelijk van de waargenomen reaktie - al dan niet een botbreuk signaleren. 1010656 - 14 -
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de waarnemingsmiddelen zijn ingericht voor het waarnemen van een uit de mechanische belasting resulterende verandering of afwijking van de oriëntatie van een gedeelte van het 5 dier ten opzichte van gedeelte van het dier waar de vasthoudmiddelen op aangrijpen.
5. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies 2-4, waarbij de waarnemingsmiddelen zijn 10 ingericht voor het waarnemen van een door het dier op de waarnemingsmiddelen uitgeoefende mechanische belasting resulterend uit de door de mechanische belastingsmiddelen op het dier uitgeoefende belasting, waarbij de signaleringsmiddelen zijn ingericht voor het signaleren van 15 een botbreuk in afhankelijkheid van het eventuele verschil tussen de door de mechanische belastingsmiddelen uitgeoefende belasting en de door de waarnemingsmiddelen waargenomen belasting.
6. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de mechanische belastingsmiddelen een trilling opleggen aan het dier en de waarnemingsmiddelen zijn ingericht om op een van de vasthoudplaats verwijderd gelegen deel van het dier een resulterende trilling waar te nemen, en waarbij de 25 signaleringsmiddelen zijn ingericht voor het signaleren van een botbreuk in afhankelijkheid van het eventuele verschil tussen de opgelegde trilling en de waargenomen trilling.
7. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande 30 conclusies, waarbij de inrichting verder een transportinrichting omvat, die een, bij voorkeur eindloze, transportbaan definieert voor een of meer in de transportinrichting opgenomen en langs de transportbaan verplaatsbare vasthoudmiddelen, die elk zijn ingericht voor 35 het vasthouden van een of meer dieren of dierdelen, welke transportinrichting verder is voorzien van aandrijfmiddelen voor het langs de transportbaan verplaatsen van de vasthoudmiddelen, en waarbij de botbreukdetectiemiddelen langs de door de transportinrichting gedefinieerde lOlÜSbo - 15 - transportbaan zijn opgesteld.
8. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de botbreukdetectiemiddelen zijn 5 ingericht voor het verwerken van meerdere typen dieren of delen daarvan, en waarbij bij de botbreukdetectiemiddelen middelen behoren voor het waarnemen van het type dier of dierdeel dat door de botbreukdetectiemiddelen wordt onderzocht. 10
9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de botbreukdetectieinrichting is ingericht voor het afstemmen van de detectie op het te onderzoeken type dier, in het bijzonder het afstemmen van de uitgeoefende mechanische 15 belasting op het te onderzoeken type dier.
10. Inrichting volgens conclusies 3 en 7, waarbij de mechanische belastingsmiddelen zijn ingericht om op een door de transportinrichting voortbewogen dier of dierdeel 20 een mechanische belasting uit te oefenen, welke mechanische belasting aangrijpt op een van de vasthoudplaats verwijderd gelegen aangrijpingsplaats van het dier of dierdeel en wat zijn grootte en richting betreft zodanig is, dat een passerend dier of dierdeel zonder botbreuk in het 25 betreffende bot in hoofdzaak niet vervormd en een passerend dier of dierdeel met botbreuk in het betreffende bot tussen de vasthoudplaats en de aangrijpingsplaats een verandering van de oriëntatie van het belaste gedeelte ten opzichte van het door de vasthoudmiddelen vastgehouden gedeelte 30 vertoont.
11. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de mechanische belastingsmiddelen zijn ingericht om aan te grijpen op de vasthoudmiddelen zodanig dat een versnelling 35 danwel vertraging van de vasthoudmiddelen wordt bewerkstelligt waardoor het betreffende bot ter plaatse van de eventuele breuk door massatraagheidskrachten wordt belast. ' 1010656 - 16 -
12. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de mechanische belastingsmiddelen zijn ingericht voor laten passeren van het dier of dierdeel door een vloeistof(-stroom) of een gasstroom, zodanig dat het dier of dierdeel 5 daardoor mechanisch wordt belast.
13. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de mechanische belastingsmiddelen een obstakel omvatten, dat door bijbehorende ondersteuningsmiddelen beweegbaar is 10 gedragen en dat zich in een detectiestand daarvan uitstrekt in de baan van door de transportinrichting voortbewogen gevogelte, welke ondersteuningsmiddelen het toelaten dat het obstakel door een dier of dierdeel uit de detectiestand wordt gedwongen indien er geen botbreuk aanwezig is, en 15 welke ondersteuningsmiddelen het obstakel in hoofdzaak in zijn detectiestand houden als een botbreuk aanwezig is, zodat het dier of dierdeel alleen onder vervorming daarvan langs het obstakel kan passeren.
14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij het obstakel ten opzichte van een bijbehorend stationair opgesteld gestel zwenkbaar is.
15. Inrichting volgens conclusie 13 of 14, waarbij 25 terugstelmiddelen zijn voorzien die het obstakel door onder een, bij voorkeur instelbare, voorspanning in de richting van zijn detectiestand drukken.
16. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij 30 passagedetectiemiddelen zijn voorzien voor het detecteren van een passage van een dier of dierdeel langs de botbreukdetectiemiddelen.
17. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de 35 vasthoudmiddelen selectief bedienbaar zijn voor het vasthouden of loslaten van het dier of dierdeel, waarbij stroomafwaarts van de botbreukdetectiemiddelen langs de transportbaan een afgifteplaats voor het uit de transportinrichting afgeven van een dier of dierdeel met 10)0656 - 17 - een waargenomen botbreuk is voorzien, en waarbij verder besturingsmiddelen zijn voorzien voor het selectief bedienen van de vasthoudmiddelen, zodanig dat bij de afgifteplaats een dier of dierdeel met een botbreuk worden 5 gescheiden van de vasthoudmiddelen.
18. Inrichting volgens conclusie 17, waarbij op de afgifteplaats een mechanische uitbrenginrichting is voorzien, die op het dier of dierdeel een kracht uitoefend 10 om het dier of dierdeel met botbreuk van de vasthoudmiddelen te scheiden.
19. Inrichting volgens of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de vasthoudmiddelen telkens een 15 vasthoudorgaan omvatten, dat is ingericht voor het vasthouden van meerdere dierdelen.
20. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de vasthoudmiddelen zijn ingericht om 20 een gevogelte of gevogeltedeel aan het tarsale gewricht van een of meer poten hangend te dragen.
21. Inrichting volgens conclusie 20, waarbij de vasthoudmiddelen zijn ingericht om elke poot onder het 25 tarsale gewricht ringvormig te omsluiten.
22. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij geleidingsmiddelen voor het dier of dierdeel zijn voorzien bij de botbreukdetectiemiddelen, welke geleidingsmiddelen 30 zijn ingericht om het passerende dier of dierdeel in een van te voren bepaalde baan aan te bieden aan de botbreukdetectmiddelen.
23. Inrichting volgens conclusies 20 en 22, waarbij 35 zijgeleidingsmiddelen zijn voorzien, welke zijgeleidingsmiddelen een aan het tarsale gewricht hangend gevogelte ten opzichte van de vertikaal naar beneden hangende stand enigzins schuin dwingen, zodat daardoor een geringe buigbelasting wordt uitgeoefend op het pootbot. ’ Λ Λ P / W - ^ v -- - 18 -
24. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de mechanische belastingsmiddelen zijn ingericht voor het hoofdzakelijk uitoefenen van een buigbelasting op het betreffende bot. 5
25. Inrichting volgens conclusies 7 en 24, waarbij de buigbelasting in hoofdzaak in het vlak van de baan van het dier of dierdeel is gericht.
26. Inrichting volgens conclusies 7 en 24, waarbij de buigbelasting in hoofdzaak haaks op het vlak van de baan van het dier of dierdeel is gericht.
27. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de middelen 15 voor het uitoefenen van een mechanische belasting zijn ingericht voor het hoofdzakelijk uitoefenen van een torsiebelasting op het betreffende bot.
28. Inrichting volgens conclusies 3 en 7, waarbij de 20 vasthoudmiddelen kantelbaar zijn gelagerd ten opzichte van de transportinrichting en waarbij de mechanische belastingsmiddelen kantelmiddelen omvatten, die de vasthoudmiddelen met een daarin vastgehouden dier of dierdeel in een zodanige stand kantelen dat het betreffende 25 bot waarin de botbreuk wordt vermoed door het eigen gewicht van het dier of dierdeel, eventueel vergroot door een bij het kantelen opgewekte versnelling, wordt belast.
29. Inrichting voor het detecteren van de aanwezigheid 30 van een botbreuk in een bepaald bot van een geslacht gevogelte, of van een deel van een geslacht gevogelte, in het bij zonder voor het detecteren van een botbreuk in het pootbot van een kip, de inrichting omvattende: - vasthoudmiddelen, die zijn ingericht om een het gevogelte 35 op een vasthoudplaats daarvan vast te houden, - mechanische belastingmiddelen, die zijn ingericht voor het uitoefenen van een mechanische belasting op het vastgehouden gevogelte, zodanig dat het betreffende bot ter plaatse van de eventuele botbreuk mechanisch wordt belast, ' 1010656 - 19 - - waarnemingsmiddelen voor het waarnemen van een uit de mechanische belasting resulterende verandering van de oriëntatie van een gedeelte van het gevogelte ten opzichte van gedeelte van het gevogelte waar de vasthoudmiddelen op 5 aangrijpen, en - met de waarnemingsmiddelen gekoppelde signaleringsmiddelen, die - indien een verandering van de oriëntatie is waargenomen die een van te voren bepaalde waarde overschrijdt - een botbreuk signaleren. 10
30. Werkwijze voor het detecteren van de aanwezigheid van een botbreuk in een bepaald bot van een geslacht dier of een deel daarvan, met name gevogelte, in het bijzonder voor het detecteren van een botbreuk in het pootbot van 15 gevogelte, waarbij het dier door vasthoudmiddelen op een vasthoudplaats van het dier wordt vastgehouden, en waarbij met behulp van botbreukdetectiemiddelen een eventuele breuk in het betreffende bot van het dier wordt gedetecteerd, welke detectie wordt toegevoerd aan met de 20 botbreukdetectiemiddelen gekoppelde signaleringsmiddelen, die signaleren of al dan niet een botbreuk aanwezig is.
31. Werkwijze volgens conclusie 30, waarbij de werkwijze op de aanwezigheid van een botbreuk onderzoeken van een 25 groot aantal dieren of dierdelen omvat, en waarbij de dieren of dierdelen onder gebruikmaking van een transportmiddel aan de botbreukdetectiemiddelen wordt toegevoerd, welk transportmiddel is ingericht voor het afzonderlijk of in groepen sequentieel aanvoeren van de 30 dieren of dierdelen.
32. Werkwijze volgens conclusie 30 of 31, waarbij de botbreukdetectiemiddelen waarnemen of de oriëntatie van een gedeelte van het dier ten opzichte van gedeelte van het 35 dier waar de vasthoudmiddelen op aangrijpen afwijkt van een normoriëntatie.
33. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 30-32, waarbij de botbreukdetectiemiddelen een mechanische ίΟ i0656 - 20 - belasting uitoefenen op het dier of dierdeel, en een uit de mechanische belasting resulterende reactie van het dier waarnemen, waarbij de signaleringsmiddelen - in afhankelijkheid van de waargenomen reaktie - al dan niet 5 een botbreuk signaleren.
34. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies 30-33, waarbij voorafgaand aan de botbreukdetectie de dieren of dierdelen worden onderworpen aan een hantering en/of bewerking middels een of meer 5 hanterings- en/of bewerkingsinrichtingen, en waarbij de signaleringsmiddelen zijn gekoppeld met een of meer van die hanterings- en/of bewerkingsinrichting, zodanig dat de werking van die betreffende inrichting(-en) kan worden beïnvloed teneinde het voorkomen van botbreuken te 10 reduceren.
35. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies 30-34, waarbij na afloop van de botbreukdetectie de dieren of dierdelen worden onderworpen aan een hantering 15 en/of bewerking middels een of meer hanterings- en/of bewerkingsinrichtingen, en waarbij de signaleringsmiddelen zijn gekoppeld met een of meer van die hanterings- en/of bewerkingsinrichting, zodanig dat de werking van die betreffende inrichting(-en) kan worden beïnvloed. V,'!0656
NL1010656A 1998-11-26 1998-11-26 Inrichting en werkwijze voor het detecteren van botbreuk bij geslachte dieren, in het bijzonder gevogelte. NL1010656C2 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010656A NL1010656C2 (nl) 1998-11-26 1998-11-26 Inrichting en werkwijze voor het detecteren van botbreuk bij geslachte dieren, in het bijzonder gevogelte.
DE69924211T DE69924211T3 (de) 1998-11-26 1999-11-18 Apparat und Verfahren zur Detektion gebrochener Knochen bei Schlachttieren insbesondere Schlachtgeflügel
AT99203858T ATE290791T1 (de) 1998-11-26 1999-11-18 Apparat und verfahren zur detektion gebrochener knochen bei schlachttieren insbesondere schlachtgeflügel
DK99203858T DK1004242T4 (da) 1998-11-26 1999-11-18 Apparat og fremgangsmåde til detektering af knoglebrud hos slagtede dyr, især fjerkræ
EP99203858A EP1004242B2 (en) 1998-11-26 1999-11-18 Apparatus and method for detecting bone fracture in slaughtered animals, in particular fowl
ES99203858T ES2241236T3 (es) 1998-11-26 1999-11-18 Dispositivo y procedimiento para detectar fracturas de huesos de animales sacrificados, en particular aves de corral.
JP32936899A JP4412777B2 (ja) 1998-11-26 1999-11-19 屠殺された動物、特に家禽の骨折を検知する装置および方法
US09/447,899 US6299524B1 (en) 1998-11-26 1999-11-23 Apparatus and method for detecting bone fracture in slaughtered animals, in particular fowl

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010656A NL1010656C2 (nl) 1998-11-26 1998-11-26 Inrichting en werkwijze voor het detecteren van botbreuk bij geslachte dieren, in het bijzonder gevogelte.
NL1010656 1998-11-26

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1010656C2 true NL1010656C2 (nl) 2000-05-30

Family

ID=19768206

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1010656A NL1010656C2 (nl) 1998-11-26 1998-11-26 Inrichting en werkwijze voor het detecteren van botbreuk bij geslachte dieren, in het bijzonder gevogelte.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US6299524B1 (nl)
EP (1) EP1004242B2 (nl)
JP (1) JP4412777B2 (nl)
AT (1) ATE290791T1 (nl)
DE (1) DE69924211T3 (nl)
DK (1) DK1004242T4 (nl)
ES (1) ES2241236T3 (nl)
NL (1) NL1010656C2 (nl)

Families Citing this family (38)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP4394202B2 (ja) * 1999-07-21 2010-01-06 株式会社バンダイナムコゲームス 画像生成システム及び情報記憶媒体
NL1019293C1 (nl) * 2001-11-05 2003-05-07 Stork Pmt Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van een bot uit een extremiteit van een slachtdier.
US7060981B2 (en) * 2003-09-05 2006-06-13 Facet Technology Corp. System for automated detection of embedded objects
US20070043290A1 (en) * 2005-08-03 2007-02-22 Goepp Julius G Method and apparatus for the detection of a bone fracture
WO2008043370A1 (de) 2006-10-06 2008-04-17 Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh + Co.Kg Verfahren und vorrichtung zum bearbeiten von in mehrzahl entlang einer bearbeitungslinie geförderten fisch-, geflügel- oder anderes fleischprodukten
FR2919473A1 (fr) * 2007-08-01 2009-02-06 Durand Internat Soc Par Action Sciage de carcasses de porc ou analogue
FR2921545A1 (fr) * 2007-09-28 2009-04-03 Durand Internat Sa Entrainement d'un chariot porte outil de fente d'une machine a fendre les carcasses d'animaux
WO2011074967A2 (en) * 2009-12-17 2011-06-23 Marel Meat Processing B.V. System and method for processing slaughtered animals and/or parts thereof
US8157625B2 (en) 2010-01-26 2012-04-17 Foodmate Bv Method and apparatus for collecting meat from an animal part
US8632380B2 (en) 2010-01-26 2014-01-21 Foodmate B.V. Method and apparatus for removing a sleeve of meat from an animal part having bone with knuckles on each of its opposite ends
CN102638991B (zh) * 2010-03-30 2015-03-18 株式会社前川制作所 用于去除腿骨的方法和装置
US8757354B2 (en) 2010-04-19 2014-06-24 Foodmate Bv Turning block alignment
NL2006075C2 (en) 2011-01-26 2012-07-30 Foodmate B V Rotationally indexed article support for a conveyor system having an alignment station.
US8789684B2 (en) 2010-04-19 2014-07-29 Foodmate Bv Rotatable article support for a conveyor
NL2004573C2 (en) 2010-04-19 2011-10-20 Foodmate B V Turning block alignment.
NL2004574C2 (en) 2010-04-19 2011-10-20 Foodmate B V Rotatable article support for a conveyor.
ES2548545T3 (es) * 2010-10-27 2015-10-19 Mayekawa Mfg. Co., Ltd. Procedimiento de deshuesado y aparato de deshuesado de porciones con hueso con rayos X
US8727839B2 (en) 2011-01-21 2014-05-20 Foodmate Bv Poultry wing cutter for narrow pitch poultry lines
US8882571B2 (en) 2011-01-26 2014-11-11 Foodmate Bv Method of deboning animal thighs for separating and collecting meat therefrom and apparatus for performing the method
US8267241B2 (en) 2011-01-26 2012-09-18 Foodmate Bv Rotationally indexed article support for a conveyor system having an alignment station
KR101966469B1 (ko) 2011-01-26 2019-04-05 푸드메이트 비.브이. 동물의 대퇴부들로부터 고기를 분리하고 수집하기 위한 동물의 대퇴부들을 발골하는 방법 및 이를 수행하기 위한 장치
US8430728B2 (en) 2011-02-14 2013-04-30 Foodmate Bv Special cut poultry wing cutter
WO2013136994A1 (ja) 2012-03-13 2013-09-19 株式会社前川製作所 骨付き食肉のx線画像撮影装置及び方法、並びに、該装置を備える骨付き食肉の脱骨システム
JP5788077B2 (ja) 2012-03-13 2015-09-30 株式会社前川製作所 骨付き食肉の腕部位の脱骨システム及び脱骨方法
JP5781218B2 (ja) 2012-03-13 2015-09-16 株式会社前川製作所 骨付き食肉の搬送装置及び方法、並びに、該装置を備える骨付き食肉の脱骨システム
JP5788076B2 (ja) 2012-03-13 2015-09-30 株式会社前川製作所 骨付き食肉の肩甲骨除去装置及び方法、並びに、該装置を備える骨付き食肉の脱骨システム
NL2009033C2 (en) 2012-06-19 2013-12-23 Foodmate B V Weighing method and apparatus.
NL2009718C2 (en) 2012-10-29 2014-05-01 Foodmate B V Method of mechanically removing skin from animal parts.
US8808068B2 (en) 2012-10-29 2014-08-19 Foodmate Bv Method of and system for automatically removing meat from an animal extremity
US9078453B2 (en) 2013-11-01 2015-07-14 Foodmate B.V. Method and system for automatically deboning poultry breast caps containing meat and a skeletal structure to obtain breast fillets therefrom
US8961274B1 (en) 2013-12-18 2015-02-24 Foodmate Bv Selective tendon cutter and method
US9326527B2 (en) * 2014-03-06 2016-05-03 Mayekawa Mfg. Co., Ltd. Device and method for deboning bone-in leg
RU2693731C2 (ru) * 2014-08-29 2019-07-04 Ксб-Зюстем Аг Устройство и способ оценки соблюдения требований благосостояния животного в отношении животного для убоя
NL2017467B1 (en) * 2016-09-15 2018-03-22 Meyn Food Processing Tech Bv Processing line and method for inspecting poultry carcasses and/or viscera packages
EP3641541A4 (en) * 2017-06-21 2022-01-19 Saint-gobain Abrasives, Inc NON-WOVEN ANTIMICROBIAL CLEANING PAD
EP3692797A1 (de) 2019-02-11 2020-08-12 Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh + Co Kg Vorrichtung und verfahren zur automatischen brustfiletgewinnung von geflügelkörpern oder teilen davon
BR112022017683A2 (pt) 2020-03-04 2022-11-16 Foodmate Us Llc Método e aparelho para remover pele de partes animais
CN114946921B (zh) * 2022-05-25 2022-12-06 安徽皖山食品有限公司 一种鸡鸭加工用碎骨装置

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1993013671A2 (en) 1992-01-17 1993-07-22 Stork Pmt B.V. Device and plant for conveying slaughtered animals, in particular birds
EP0819381A1 (en) * 1996-07-19 1998-01-21 Stork Pmt B.V. Method and device for processing a slaughtered animal or part thereof in a slaughterhouse

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4688580A (en) * 1985-07-11 1987-08-25 The Johns Hopkins University Non-invasive electromagnetic technique for monitoring bone healing and bone fracture localization
NL194386B (nl) * 1989-06-14 2001-11-01 Stork Pmt Werkwijze voor de besturing van de verwerking van gevogelte en inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze.
EP0570936B1 (en) * 1992-05-20 2000-08-09 Aloka Co. Ltd. Bone assessment apparatus
US5774520A (en) * 1993-09-02 1998-06-30 Bolotin; Herbert Howard Densitometer for determining the density distribution and variation of density of an object
GB9403158D0 (en) * 1994-02-18 1994-04-06 Draper Edward R C Medical apparatus
US5651363A (en) * 1996-02-16 1997-07-29 Orthologic Corporation Ultrasonic bone assessment method and apparatus

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1993013671A2 (en) 1992-01-17 1993-07-22 Stork Pmt B.V. Device and plant for conveying slaughtered animals, in particular birds
EP0819381A1 (en) * 1996-07-19 1998-01-21 Stork Pmt B.V. Method and device for processing a slaughtered animal or part thereof in a slaughterhouse

Also Published As

Publication number Publication date
EP1004242B1 (en) 2005-03-16
DK1004242T4 (da) 2008-07-21
ES2241236T3 (es) 2005-10-16
DK1004242T3 (da) 2005-07-25
DE69924211T2 (de) 2006-03-30
DE69924211T3 (de) 2008-08-14
EP1004242A1 (en) 2000-05-31
ATE290791T1 (de) 2005-04-15
DE69924211D1 (de) 2005-04-21
JP4412777B2 (ja) 2010-02-10
EP1004242B2 (en) 2008-03-26
US6299524B1 (en) 2001-10-09
JP2000189045A (ja) 2000-07-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1010656C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het detecteren van botbreuk bij geslachte dieren, in het bijzonder gevogelte.
EP2112886B1 (en) Method and apparatus for processing poultry suspended by the feet from a conveyor hook
US5875738A (en) Tiltable poultry shackle
NL1025657C2 (nl) Inrichting voor het van elkaar scheiden van een drumstick en een dij.
RU2652140C1 (ru) Способ и установка для удаления посторонних включений из продуктов питания
NL8602287A (nl) Inrichting voor het selectief overbrengen van aan een transportbaan aangevoerd geslacht gevogelte naar een of meer afvoerstations onder besturing van tenminste een langs de afvoerbaan aangebracht classificatiestation.
NL8700213A (nl) Inrichting voor het scheiden van het bot en het vlees van de poten van gevogelte of een gedeelte daarvan.
WO2012005660A1 (en) A checkout counter
EP0734675A1 (en) Method and apparatus for breaking, separating and inspecting eggs
CN112654569B (zh) 用于对能悬挂地输送的运输袋进行检查的装置和方法
WO2021161341A1 (en) System for modular multi-grade sorting and a method thereof
NL2023065B1 (en) Cutting fore end from hanging half pig carcass.
US20030233918A1 (en) Optical grading system for slicer apparatus
US20190116816A1 (en) System for registration and presentation of performance data to an operator
AU2019229431A1 (en) Slicer and method for slicing successive loaves of bread
NZ286010A (en) Labelling system; apparatus comprising a conveyor feeding products to a labelling station the position of the products being fed being identified by a sensor which causes actuation of the labelling means
NL2017467B1 (en) Processing line and method for inspecting poultry carcasses and/or viscera packages
US20110266199A1 (en) Device for selecting and separating objects
JP2021051464A (ja) 侵入検出装置及び侵入検出方法
US8777704B2 (en) Method and apparatus for removing the knee cap from a deboned poultry part
DK180440B1 (en) On-line determination of quality characteristics of meat products
NL1004275C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het keuren van pluimvee.
EP4215464A1 (en) A transport apparatus
DK181541B1 (en) A system and a method for the grading of sliced products
NL1022483C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het positioneren van karkasdelen.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100601