NL1022483C2 - Werkwijze en inrichting voor het positioneren van karkasdelen. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het positioneren van karkasdelen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1022483C2 NL1022483C2 NL1022483A NL1022483A NL1022483C2 NL 1022483 C2 NL1022483 C2 NL 1022483C2 NL 1022483 A NL1022483 A NL 1022483A NL 1022483 A NL1022483 A NL 1022483A NL 1022483 C2 NL1022483 C2 NL 1022483C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- carcass
- carrier
- carcass part
- observed
- parts
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A22—BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
- A22B—SLAUGHTERING
- A22B7/00—Slaughterhouse arrangements
- A22B7/001—Conveying arrangements
- A22B7/003—Positioning, orienting or supporting carcasses as they are being conveyed
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A22—BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
- A22B—SLAUGHTERING
- A22B5/00—Accessories for use during or after slaughtering
- A22B5/0064—Accessories for use during or after slaughtering for classifying or grading carcasses; for measuring back fat
- A22B5/007—Non-invasive scanning of carcasses, e.g. using image recognition, tomography, X-rays, ultrasound
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Food Science & Technology (AREA)
- Computer Vision & Pattern Recognition (AREA)
- Biophysics (AREA)
- Length Measuring Devices By Optical Means (AREA)
Description
- - -IT τ~ · · · JJ!HVm.|.W^^1»M>^^^^ijii _., .. Jl JliJJWIi^J.:jm.-ll'.^.JllWMa·.'------
Werkwijze en inrichting voor het positioneren van karkasdelen
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het ten behoeve van observatiedoeleinden positioneren van ten minste één karkasdeel.
5
Bij de industriële slacht en verdere verwerking van groot vee, zoals bijvoorbeeld varkens, runderen, schapen en dergelijke, is het gebruikelijk dat de na enige bewerkingsstappen verkregen karkasdelen hangend aan transporteur worden verplaatst.
Dergelijk verplaatsing maakt het bij voorbeeld mogelijk de karkasdelen te verplaatsen 10 tussen verschillende bewerkingsstations en bufferposities. Voor het bepalen van de eigenschappen van individuele karkasdelen bestaan er diverse methoden. Zo is het mogelijk karkasdelen te wegen. Ook bestaan er camerasystemen (“vision”) waarmee beeldopnamen van individuele karkasdelen worden gemaakt. Dit laatste is echter alleen mogelijk bij individueel transport van de karkasdelen. In de praktijk wordt er 15 bijvoorbeeld in industriële slachterijen echter op grote schaal gebruik gemaakt van dragers waaraan meerdere (doorgaans twee) karkasdelen worden opgehangen. In het geval van de aanwezigheid van meerdere karkasdelen is het niet, of slechts op een zeer beperkte mate mogelijk om opnamen te maken van individuele karkasdelen.
20 De onderhavige uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een werkwijze en een inrichting voor het ten behoeve van observatiedoeleinden positioneren van ten minste één karkasdeel van meerdere aan een drager hangende karkasdelen zodat ten opzichte van de stand van techniek verbeterde opnamen kunnen worden gemaakt van individuele karkasdelen.
25
De uitvinding verschaft daartoe een werkwijze voor het ten behoeve van observatiedoeleinden positioneren van ten minste één karkasdeel van meerdere aan een drager hangende karkasdelen omvattende de bewerkingsstappen: A) het middels het uitoefenen van een kracht op ten minste één van de aan de drager hangende karkasdelen 30 ten opzichte van de drager verplaatsen van dit karkasdeel zodanig dat dit karkasdeel wordt wegbewogen van de te observeren zijde van een ander aan de drager hangend karkasdeel, en B) het met de te observeren zijde tegen een referentie dringen van het te observeren karkasdeel. Middels deze werkwijze is het mogelijk om bij de bestaande transportsystemen, met dragers waaraan meerdere karkasdelen hangen, zonder het 1022483 H noodzakelijk van de drager losnemen van de karkasdelen observeren van een karkasdeel H op iedere gewenste positie. In de praktijk hangen doorgaans twee karkasdelen met de binnenzijde naar elkaar gekeerd aan een zelfde drager (zo een drager wordt ook wel H aangeduid als een “spreider”) waarbij juist de interesse bestaat om de binnenzijde van H 5 een karkasdeel te observeren daar dit relatief veel informatie prijsgeeft. De observatie H van het karkas kan meerdere doelen dienen. Zo kunnen middels een observatiesysteem bijvoorbeeld componenten van het karkas worden geclassificeerd voor de verdere H verwerking en/of kan er terugkoppeling plaatsvinden (bijvoorbeeld afrekening) naar de leverancier van het betreffende karkas. De werkwijze volgens de uitvinding heeft als H 10 zeer belangrijk voordeel dat deze mechaniseerbaar respectievelijk automatiseerbaar is.
Aldus wordt het mogelijk bij de slacht op industriële schaal van groot vee met handhaving van de bestaande transportsystemen op automatische wijze beelden vast te leggen van karkasdelen zonder dat hier anders dan voor de observatiemiddelen aanzienlijke investeringen zijn benodigd.
Ter verhoging van de doelmatigheid van de werkwijze kan bij het uitoefenen van de kracht volgens bewerkingsstap A) gelijktijdig ten minste een deel van deze kracht wordt I aangewend voor het volgens bewerkingstap B) tegen de referentie dringen van het te observeren karkasdeel. Daarbij is het bovendien mogelijk dat de bewerkingsstappen A) I 20 en B) worden uitgevoerd tijdens het in een transportrichting verplaatsen van de drager; de drager kan gewoon worden doorgezet zonder dat dit de werkwijze overeenkomstig I de uitvinding hindert. Bij het uitoefenen van de kracht volgens bewerkingsstap A) kan I de drager verdraaien ten opzichte van de transportrichting, de gebruikelijke transportsystemen voor de drager maken dit zonder verdere aanpassingen mogelijk.
I 25 I Bijzonder voordelige resultaten worden bereikt wanneer ten minste één karkashelft I zodanig wordt verdraait ten opzichte van de spreider dat de rugdelen van de karkashelften uiteen worden bewogen. Juist de bepaling van de geometrie van een nabij de rug gelegen deel van het karkas is gewenst. Wanneer de poten van de karkasdelen I 30 door de verdraaiing van ten minste één karkasdeel elkaar bij de observatie overlappen I leidt dit tot een verminderde kwaliteit van de observatie van de poten maar deze delen I zijn economisch minder relevant dan de delen van het karkas nabij de rugzijde.
3
De op een karkasdeel uitgeoefende kracht kan voordelig worden overgedragen door een op een vaste positie opgestelde aanslag waarmee het karkasdeel in contact komt door verplaatsing van de drager. Aldus resulteert de verplaatsing van de karkasdelen in een transportrichting reeds automatisch in uitoefening van de gewenste krachten op de 5 karkasdelen.
In weer een ander voorkeursvariant van de inrichting wordt tijdens bewerkingsstap B) het te observeren karkasdeel langs een geleiding verplaatst welke geleiding de referentie vormt. Het vastleggen van een beeld (bijvoorbeeld een foto) vindt plaats tijdens 10 bewerkingsstap B) daar de oriëntatie van het karkasdeel dan vastligt hetgeen tot een grotere nauwkeurigheid van de observatie leidt.
De uitvinding verschaft tevens een inrichting voor het ten behoeve van observatiedoeleinden positioneren van ten minste één karkasdeel van meerdere aan een 15 drager hangende karkasdelen omvattende: een transportsysteem voor dragers van karkasdelen, aangrijpmiddelen voor het op ten minste één van de aan een drager hangende karkasdelen uitoefenen van een kracht zodanig dat dit karkasdeel ten opzichte van de drager verplaatst waardoor een te observeren zijde van een karkasdeel wordt vrijgemaakt, en referentiemiddelen voor positionering van het te observeren karkasdeel. 20 Met behulp van een dergelijke inrichting kan de werkwijze worden uitgevoerd zoals bovengaand beschreven met alle bijbehorende voordelen zoals eveneens beschreven. De inrichting kan zeer eenvoudig zijn van constructie en zal mede daarom weinig storingsgevoelig zijn.
25 De aangrijpmiddelen kunnen worden opgesteld op een stationaire positie ten opzichte van de verplaatsbare dragers van karkasdelen, zodanig dat door verplaatsing van een drager een aan deze drager hangend karkasdeel in aanraking wordt gebracht met de aangrijpmiddelen. Aldus behoeft de inrichting geen afzonderlijke aandrijving; de op de karkasdelen uitgeoefende krachten kunnen worden gegenereerd op basis van de 30 voortbeweging van de dragers. Als alternatief is het mogelijk dat de aangrijpmiddelen een aanslag omvatten die verplaatsbaar is tussen een positie waarin deze zich bevindt in de transportbaan van karkasdelen en een positie waarin de transportbaan van karkasdelen wordt vrijgelaten door de aanslag. Na verkrijging van het gewenste effect is het zo mogelijk een aangegrepen karkas weer vrij te laten zodat een ongehinderde 1022483 - H de aangrijpmiddelen een geleiding omvatten waarmee een weerstand wordt uitgeoefend op een aan een drager hangend karkasdeel zodanig dat dit karkasdeel bij verplaatsing H van de drager achterblijft bij een ander aan de zelfde drager hangend karkasdeel.
H 5 Daarbij is het voordelig wanneer de referentiemiddelen worden gevormd door ten H minste één geleiding voor het te observeren karkasdeel; een karkasdeel wordt terwijl het H langs de geleiding wordt gevoerd gepositioneerd zodat de doorgaande beweging van het H transport niet onderbroken hoeft te worden. Voor een nauwkeurige positionering is het daarbij zaak een goed contact te realiseren tussen karkasdeel en geleiding. Al dan niet in H 10 combinatie met de eerder beschreven geleiding kan een andere geleiding worden toegepast voor het uitoefenen van een weerstand op een aan een drager hangend karkasdeel tevens de referentiemiddelen vormt voor het positioneren van het te observeren karkasdeel. Met een dergelijke geleiding kan bijvoorbeeld een tijdelijke vertraging worden bewerkstelligd van het karkasdeel dat in aanraking komt met deze 15 geleiding waardoor de onderlinge oriëntatie van meerdere aan een zelfde drager hangende karkasdelen en de oriëntatie van de drager kan worden beïnvloed. De drager wordt gebruikelijk gevormd door een spreider welke is voorzien van twee overliggende haakdelen.
I 20 Voor het waarnemen van het te observeren karkasdeel is de inrichting bij voorkeur I tevens is voorzien van observatiemiddelen, zoals bijvoorbeeld een camerasysteem, en/of belichtingsmiddelen voor het verlichten van het te observeren karkasdeel. Met een beheerste positionering van de waar te nemen karkasdelen kunnen de I observatiemiddelen en de belichtingsmiddelen stationair worden opgesteld; de positie 25 van de waar te nemen karkasdelen ligt immers vast.
I De onderhavige uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van de in I navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur 1 een bovenaanzicht op een schematische weergave van de inrichting I 30 overeenkomstig de uitvinding, en I figuur 2 een perspectivisch aanzicht op de inrichting overeenkomstig de uitvinding.
I Figuren 1 en 2 tonen een transportbaan 1 waarlangs spreiders 2,3,4, 5 verplaatsbaar I zijn. Aan de spreiders 2, 3, 4, 5 hangen steeds twee karkashelften 6, 7. Door een 5 gekromde stang 8 wordt de oriëntatie van de spreider 2 verdraaid naar de oriëntatie van de spreider 3. Bij het vanaf de gekromde stang 8 gezien verder doorzetten van een spreider 2 grijpt vervolgens een geleidingsstang 9 aan op een poot 10 van het, op dat moment, rechter karkasdeel 7. Het verder doorzetten van de speider 4 resulteert erin dat 5 de oriëntatie wijzigt naar een positie conform spreider 4. Naast het wijzigen van de oriëntatie tot de oriëntatie van de spreider 4 wordt tevens de positie van de rechter karkashelft 7 ten opzicht van de spreider 4 gewijzigd. De binnenzijde 11 van de linker I karkashelft 6 wordt hierdoor minder afgeschermd door de rechter karkashelft 7.
I 10 Een dubbele referentiegeleiding 12 treedt tijdens het verplaatsen van de karkashelften 6, I 7 enige tijd later in contact met de binnenzijde van de linker karkashelft 6. De I referentiegeleiding 12 is bevestigd aan staanders 13. Door de weerstand die de I geleidingsstang 9 uitoefent op de rechter karkashelft 7 wordt nu de linker karkashelft I tegen de referentiegeleiding 12 getrokken hetgeen resulteert in een grote mate van I 15 nauwkeurigheid van positioneren van de linker karkashelft ten opzichte van de I referentiegeleiding 12. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat er van een beheerste I positionering van de linker karkashelft 6 in de transportrichting geen sprake is edoch dit I vormt geen bezwaar voor het maken van een scherp beeld ervan. Met name de afstand I van een kamera 14 en belichtingsmiddelen 15 tot de waar te nemen binnenzijde 11 is I 20 van belang en deze wordt bepaald door de referentiegeleiding 12.
I Ter vergroting van de toegankelijkheid tot de binnenzijde 11 van de linker karkashelft 6 I is ook nog een aanslag 16 voorzien waarmee de rechter karkashelft 7 is aangegrepen die I hangt aan de spreider 5. De aanslag 16 kan zo zijn uitgevoerd dat deze kan worden I 25 verplaatst om een aangegrepen rechter karkasdeel 7 vrij te laten nadat de gewenste I beeldopname heeft plaatsgevonden. De kwaliteit van het door de kamera 15 waar te nemen beeld wordt verder vergroot door ten opzichte van de kamera 15 achter de karkashelft 6 een plaat 17 te plaatsen om het contrast te vergroten.
I 30 In figuur 2 wordt tevens een tweede kamera 18 getoond waarmee een ham van een I rechter karkashelft 7 kan worden waargenomen. Ook voor de verbetering van het beeld I van deze kamera 18 is er een plaat 19 opgesteld.
4ΛΟΟΛΟΟ-
Claims (17)
1. Werkwijze voor het ten behoeve van observatiedoeleinden positioneren van ten I minste één karkasdeel van meerdere aan een drager hangende karkasdelen omvattende H 5 de bewerkingsstappen: A) het middels het uitoefenen van een kracht op ten minste één van de aan de drager H hangende karkasdelen ten opzichte van de drager verplaatsen van dit karkasdeel zodanig H dat dit karkasdeel wordt wegbewogen van de te observeren zijde van een ander aan de H drager hangend karkasdeel, en Η 10 B) het met de te observeren zijde tegen een referentie dringen van het te observeren H karkasdeel.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat door het uitoefenen van de kracht volgens bewerkingsstap A) gelijktijdig ten minste een deel van deze kracht wordt 15 aangewend voor het volgens bewerkingstap B) tegen de referentie dringen van het te observeren karkasdeel.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de bewerkingsstappen A) en B) worden uitgevoerd tijdens het in een transportrichting verplaatsen van de 20 drager,
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de drager door het I uitoefenen van de kracht volgens bewerkingsstap A) verdraaid ten opzichte van de I transportrichting.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de karkasdelen twee karkashelften zijn welke karkashelften iedere aan een achterpoot aan een spreider zijn bevestigd en tijdens bewerkingsstap A) ten minste één karkashelft zodanig wordt verdraait ten opzichte van de spreider dat de rugdelen van de 30 karkashelften uiteen worden bewogen.
6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de op een karkasdeel uitgeoefende kracht wordt overgedragen door een op een vaste positie 1Π72483 - opgestelde aanslag waarmee het karkasdeel in contact komt door verplaatsing van de drager.
7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat tijdens 5 bewerkingsstap B) het te observeren karkasdeel langs een geleiding wordt verplaatst welke geleiding de referentie vormt.
8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat tijdens I bewerkingsstap B) tevens een beeld wordt vastgelegd van de te observeren zijde van het I 10 tegen de referentie gedrongen karkasdeel.
9. Inrichting voor het ten behoeve van observatiedoeleinden positioneren van ten I minste één karkasdeel van meerdere aan een drager hangende karkasdelen omvattende: I - een transportsysteem voor dragers van karkasdelen, I 15 aangrijpmiddelen voor het op ten minste één van de aan een drager hangende I karkasdelen uitoefenen van een kracht zodanig dat dit karkasdeel ten opzichte van de I drager verplaatst waardoor een te observeren zijde van een karkasdeel wordt I vrijgemaakt, en I - referentiemiddelen voor positionering van het te observeren karkasdeel. I 20
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de aangrijpmiddelen zijn I opgesteld op een stationaire positie ten opzichte van de verplaatsbare dragers van I karkasdelen, zodanig dat door verplaatsing van een drager een aan deze drager hangend I karkasdeel in aanraking wordt gebracht met de aangrijpmiddelen. I 25
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de aangrijpmiddelen een aanslag omvatten die verplaatsbaar is tussen een positie waarin deze zich bevindt in de I transportbaan van karkasdelen en een positie waarin de transportbaan van karkasdelen I wordt vrijgelaten door de aanslag. I 30
12. Inrichting volgens een der conclusies 9-11, met het kenmerk dat de I aangrijpmiddelen een geleiding omvatten waarmee een weerstand wordt uitgeoefend op een aan een drager hangend karkasdeel zodanig dat dit karkasdeel bij verplaatsing van I de drager achterblijft bij een ander aan de zelfde drager hangend karkasdeel. I 1 n ? 7 & a .¾ -
13. Inrichting volgens een der conclusies 9-12, met het kenmerk dat de referentiemiddelen worden gevormd door ten minste één geleiding voor het te observeren karkasdeel.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk dat een geleiding voor het uitoefenen van een weerstand op een aan een drager hangend karkasdeel tevens de referentiemiddelen vormt voor het positioneren van het te observeren karkasdeel.
15. Inrichting volgens een der conclusies 9-14, met het kenmerk dat de drager wordt gevormd door een spreider welke is voorzien van twee overliggende haakdelen.
16. Inrichting volgens een der conclusies 9-15, met het kenmerk dat de inrichting tevens is voorzien van observatiemiddelen voor het waarnemen van het te observeren 15 karkasdeel.
17. Inrichting volgens een der conclusies 9-16, met het kenmerk dat de inrichting tevens is voorzien van belichtingsmiddelen voor het verlichten van het te observeren karkasdeel.
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1022483A NL1022483C2 (nl) | 2003-01-24 | 2003-01-24 | Werkwijze en inrichting voor het positioneren van karkasdelen. |
PCT/NL2004/000044 WO2004068950A1 (en) | 2003-01-24 | 2004-01-19 | Method and apparatus for positioning carcass parts |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1022483A NL1022483C2 (nl) | 2003-01-24 | 2003-01-24 | Werkwijze en inrichting voor het positioneren van karkasdelen. |
NL1022483 | 2003-01-24 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1022483C2 true NL1022483C2 (nl) | 2004-07-28 |
Family
ID=32844963
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1022483A NL1022483C2 (nl) | 2003-01-24 | 2003-01-24 | Werkwijze en inrichting voor het positioneren van karkasdelen. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1022483C2 (nl) |
WO (1) | WO2004068950A1 (nl) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE202008009594U1 (de) * | 2008-07-17 | 2008-09-18 | Csb-System Ag | Vorrichtung zur Positionierung von Schlachttierkörperhälften für optische Aufnahmen in der Spaltebene |
DE102015103856B3 (de) * | 2015-03-16 | 2016-06-16 | Banss Schlacht- und Fördertechnik GmbH | Verfahren zum Entbluten eines Schlachttieres |
CN111990438B (zh) * | 2020-09-15 | 2021-09-17 | 山东千喜鹤食品有限公司 | 一种生猪屠宰系统 |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3049589A1 (de) * | 1980-12-31 | 1982-07-29 | Hans 8890 Aichach Breitsameter | Vorrichtung zum klassifizieren von fleisch |
FR2694479A1 (fr) * | 1992-08-05 | 1994-02-11 | Sydel | Equipement d'abattoir pour prendre des repères sur une carcasse. |
US5470274A (en) * | 1993-07-09 | 1995-11-28 | Normaclass R.D. | Device for classifying carcasses of large cattle, calves, hogs or sheep |
-
2003
- 2003-01-24 NL NL1022483A patent/NL1022483C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2004
- 2004-01-19 WO PCT/NL2004/000044 patent/WO2004068950A1/en active Search and Examination
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3049589A1 (de) * | 1980-12-31 | 1982-07-29 | Hans 8890 Aichach Breitsameter | Vorrichtung zum klassifizieren von fleisch |
FR2694479A1 (fr) * | 1992-08-05 | 1994-02-11 | Sydel | Equipement d'abattoir pour prendre des repères sur une carcasse. |
US5470274A (en) * | 1993-07-09 | 1995-11-28 | Normaclass R.D. | Device for classifying carcasses of large cattle, calves, hogs or sheep |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2004068950A1 (en) | 2004-08-19 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5098333A (en) | Method and apparatus for removing viscera from poultry carcasses | |
NL2000489C2 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het verwerken van in een transporthaak aan de poten hangend gevogelte. | |
NL1010656C2 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het detecteren van botbreuk bij geslachte dieren, in het bijzonder gevogelte. | |
NL1025657C2 (nl) | Inrichting voor het van elkaar scheiden van een drumstick en een dij. | |
NL2023065B1 (en) | Cutting fore end from hanging half pig carcass. | |
NL9101585A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het met de poten ophangen van gevogelte aan een hangtransporteur. | |
RU2018130822A (ru) | Роботизированные способ и система для переработки туш | |
JP2013514082A5 (nl) | ||
NL1022483C2 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het positioneren van karkasdelen. | |
JP2016500516A (ja) | コンベヤ上の鳥を処理するための方法および装置 | |
NL2011946C2 (nl) | Combinatie van een transportinrichting voor slachtdieren en een losinrichting alsmede werkwijze voor het bedrijven van een dergelijke combinatie. | |
US4164056A (en) | Leg holding machine | |
EP3051955B1 (en) | A skinning device for removing skin from an animal carcass part when conveyed by a conveyor means | |
NL2012747B1 (nl) | Dubbele grijper voor het aanbrengen van melkbekers bij een te melken dier, spoelbeker daarvoor en melkmachine voorzien daarvan, en werkwijze voor het melken. | |
BR102013013365B1 (pt) | Método e dispositivo para contagem de objetos transportados em uma esteira de transporte | |
KR102210368B1 (ko) | 라벨 부착 장치 및 방법 | |
US20100003909A1 (en) | Puller for use in animal carcass boning or cutting | |
CA2117395C (fr) | Dispositif pour le classement de carcasses de gros bovins, veaux, porcs ou ovins | |
US8016649B2 (en) | Positioning device for the halves of slaughtered animal bodies for optical capture in the cleaving plane | |
NL2015513B1 (en) | Device and method for removing abdominal fat from abdominal skin of a slaughtered bird suspended by the legs. | |
US2632200A (en) | Poultry head remover | |
RU2704715C2 (ru) | Устройство для оптической идентификации пола убойной свиньи | |
NL2017467B1 (en) | Processing line and method for inspecting poultry carcasses and/or viscera packages | |
DE60018138D1 (de) | Vorrichtung zum Entbeinen von Tiergliedern | |
KR20170029521A (ko) | 도축 될 동물로부터 도축 될 동물들에 관련한 데이터의 시각적 획득을 위한 방법 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20150801 |