NL1010408C2 - Werkwijze voor het maken van een waterdicht afgesloten stalen damwand, damwand en slot voor het waterdicht afsluiten daarvan. - Google Patents

Werkwijze voor het maken van een waterdicht afgesloten stalen damwand, damwand en slot voor het waterdicht afsluiten daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL1010408C2
NL1010408C2 NL1010408A NL1010408A NL1010408C2 NL 1010408 C2 NL1010408 C2 NL 1010408C2 NL 1010408 A NL1010408 A NL 1010408A NL 1010408 A NL1010408 A NL 1010408A NL 1010408 C2 NL1010408 C2 NL 1010408C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sheet pile
lock
type
lock part
sheet
Prior art date
Application number
NL1010408A
Other languages
English (en)
Inventor
Richard Jan Schager
Original Assignee
Rich Consultancy
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rich Consultancy filed Critical Rich Consultancy
Priority to NL1010408A priority Critical patent/NL1010408C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1010408C2 publication Critical patent/NL1010408C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D5/00Bulkheads, piles, or other structural elements specially adapted to foundation engineering
    • E02D5/02Sheet piles or sheet pile bulkheads
    • E02D5/14Sealing joints between adjacent sheet piles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Bulkheads Adapted To Foundation Construction (AREA)

Description

Titel: Werkwijze voor het maken van een waterdicht afgesloten stalen damwand, damwand en slot voor het waterdicht afsluiten daarvan.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het maken van een waterdicht afgesloten stalen damwand, opgebouwd uit onderling door sloten verbonden stalen damplanken die elk aan twee tegenover 5 elkaar gelegen zijden zijn voorzien van een slotdeel, waarbij een eerste type slotdeel van een eerste damplank een tweede type slotdeel van een tweede damplank omsluit.
Een dergelijke werkwijze is bekend uit het Nederlandse octrooischrift 23.170.
10 Omdat in schermen of damwanden, opgebouwd uit naast elkaar geplaatste damplanken nu eenmaal veel sloten aanwezig zijn, vormen die een grote kans op lekkage.
Immers, de sloten moeten zodanig ruim zijn dat deze tijdens het in de bodem brengen van de afzonderlijke damplanken of 15 damplankcombinaties zonder veel wrijving in elkaar moeten kunnen schuiven; daarbij zijn ruimten van enkele millimeters gebruikelijk. Ten behoeve van het maken van bijvoorbeeld tunnels, bouwputten, kwelschermen, en dergelijke, maar ook ten behoeve van isolatie van vervuilde 20 gebieden bestaat echter steeds meer de behoefte aan waterdichte schermen.
Alhoewel damplanken van hout of gewapend beton in de praktijk voorkomen, heeft de uitvinding betrekking op het vervaardigen van een stalen damwand. Met andere woorden er 25 wordt gebruik gemaakt van stalen damplanken, zowel "koud" uit staalplaat gevormde damplanken als warmgewalste damplanken, beide soorten in diverse vormen. Zo komen damplanken van het Ω-type, van het Z-type en het U-type in de praktijk voor. In al deze gevallen kan een, in een 30 horizontale doorsnede zig-zag-vormige damwand worden verkregen. Bij damplanken van het Ω-type bevinden zich de sloten aan dezelfde zijde van het middenvlak of, in 101 0408 2 horizontale doorsnede gezien, van de hartlijn. Deze vorm wordt in de praktijk toegepast bij de lichtere, veelal koudgevormde damplanken. Bij damplanken van het Z-type bevinden zich de sloten aan weerszijden van het middenvlak.
5 Dit type damplanken kan zowel enkel als paarsgewijs worden toegepast; paarsgewijs kunnen daarmee grote Q-vormige profielen worden gevormd, zowel warmgewalst als koudgevormd. De beide damplanken worden daarbij fabrieksmatig met elkaar verbonden door bijvoorbeeld 10 hechtlassen. Bij damplanken van het U-type worden de U- vormige profielen afwisselend omhoog en omlaag gericht met elkaar verbonden door sloten die in het middenvlak van de damwand zijn gelegen, hetgeen overigens voor de sterkte van de damwand nadelig is. Deze damplanken kunnen ook als 15 dubbele en zelfs als driedubbele damplank worden verwerkt en zijn meestal warmgewalst.
In de onderhavige uitvinding zal de term "damplank" zowel al deze typen omvatten als ook de combinaties van twee of zelfs drie fabrieksmatig met elkaar verbonden 20 damplanken.
Een eerste doel van de uitvinding is een werkwijze voor het maken van een damwand te verschaffen, waarbij de sloten tussen naast elkaar gelegen damplanken een in hoofdzaak waterdichte afsluiting vormen.
25 ' Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt wanneer de werkwijze, zoals deze in de aanhef is omschreven, het kenmerk heeft, dat, nadat een eerste damplank is geplaatst, een tweede damplank, althans gedeeltelijk gelijk met het inbrengen van een 30 afdichtelement in het desbetreffende slot, met het tweede type slotdeel in het eerste type slotdeel in een in de eerste damplank inhakende positie wordt geplaatst. Deze werkwijze kan bijvoorbeeld worden toegepast bij het fabrieksmatig met elkaar verbinden van bijvoorbeeld twee Z-35 vormige damplanken tot een Ω-vormige damplank, waarbij de verbinding zelf wordt verkregen door hechtlassen en de 101 0408 3 waterdichte afsluiting door de maatregelen overeenkomstig de uitvinding.
Het eerste type slotdeel wordt aangeduid als "moederslot" omdat het tweede type slotdeel, ook wel 5 aangeduid als "vaderslot", hierdoor wordt omsloten.
Alhoewel het mogelijk is om damplanken toe te passen die aan weerszijden zijn voorzien van moeder-, respectievelijke vadersloten, welke damplanken dan om en om naast elkaar moeten worden aangebracht, is het gebruikelijk om één enkel 10 type damplanken toe te passen, die derhalve aan weerszijden zijn voorzien van een moeder- respectievelijk een vaderslot.
Bij het opbouwen van een scherm of damwand is het gunstig wanneer de tweede damplank gelijk met het 15 afdichtelement in een in de eerste damplank inhakende positie wordt geplaatst tijdens het in de bodem brengen.
Dit is mogelijk door bijvoorbeeld trillen, heien of persen. Door het in de grond brengen van de damplanken kan het afdichtelement derhalve worden meegenomen. Om daarbij het 20 indringen van bodemmateriaal in het moederslot te beperken, hetgeen het aanbrengen van het afdichtelement bemoeilijkt, wordt overeenkomstig de uitvinding, voordat de damplanken worden geplaatst, onderin het eerste type slotdeel (moederslot) een afdichtingsprop aangebracht. Het 25 afdichtelement kan worden gevormd door een afdichtkoord of -strip met aan de onderzijde een verdikking, welk afdichtelement wordt aangebracht door het eerst te laten zakken in het eerste type slotdeel (moederslot), waarna bij het inschuiven van de tweede damplank in de eerste 30 damplank, in het bijzonder bij het in de bodem brengen van de tweede damplank, het tweede type slotdeel (vaderslot) van de tweede damplank op de verdikking aangrijpt om het afdichtelement over de gehele verdere lengte van de damwand omlaag te brengen.
35 Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een in hoofdzaak waterdichte damwand, die is opgebouwd 101 0408 4 uit onderling door sloten verbonden,’ in hoofdzaak gelijkvormige stalen damplanken die elk aan twee tegenover elkaar gelegen zijden zijn voorzien van een slotdeel, waarbij een eerste type slotdeel (moederslot) van een 5 eerste damplank een tweede type slotdeel (vaderslot) van een tweede damplank omsluit. Om dit doel te bereiken heeft de damwand het kenmerk, dat een afdichtelement aanwezig is dat, nadat een eerste damplank of damplankcombinatie is geplaatst, althans gedeeltelijk gelijk met het plaatsen van 10 een tweede damplank of damplankcombinatie in het slot van de beide damplanken of damplankcombinaties wordt aangebracht.
In een concrete uitvoeringsvorm is het eerste type slotdeel (moederslot) breder dan nodig is voor het inhaken 15 van het tweede type slotdeel (vaderslot), zodat achterin het eerste type slotdeel (moederslot) een ruimte wordt gevormd waarin het afdichtelement kan worden aangebracht. Daarbij wordt het afdichtelement bij voorkeur gevormd door een afdichtkoord of -strip met aan de onderzijde een 20 verdikking, waarop het tweede type slotdeel (vaderslot) van de tweede damplank kan aangrijpen. Om een zo goed mogelijke waterdichte afsluiting te verkrijgen, kan het afdichtkoord of -strip worden gevormd door een in doorsnede cirkelvormige strook rubber dat zwelt zodra het enige tijd 25 in aanraking komt met water. Hierdoor wordt de ruimte tussen de beide slotdelen gevuld.
Om zwelling in de lengterichting van het afdichtkoord of -strip te beperken en om rek en breuk hiervan tijdens het aanbrengen te vermijden, kan in de lengteas van het 30 afdichtkoord of -strip een stalen kabel, in het bijzonder een gevlochten roestvast stalen kabel, worden aangebracht. Een dergelijke kabel geeft bovendien de mogelijkheid om een gemakkelijke bevestiging van het koord of de strip aan de verdikking te verkrijgen, bijvoorbeeld door, na het 35 aanbrengen van het koord of de strip door de verdikking, 1010408 5 samenpersen van een over het koord of de strip geschoven loden kousje of dergelijke.
Om, zoals reeds eerder vermeld, te voorkomen dat bodemmateriaal in het moederslot terecht komt, kan onderin 5 het eerste type slotdeel (moederslot) een, in het bijzonder taps verlopende afdichtingsprop zijn aangebracht.
De verdikking, waarop het vaderslot aangrijpt, wordt bij voorkeur gevormd door een deuvel waarvan de dwarse doorsnede qua afmetingen in hoofdzaak overeenkomt met de 10 binnenafmetingen van het eerste type slotdeel (moederslot). Hierdoor wordt, ondanks de genoemde afdichtingsprop onderin het moederslot mogelijk toch daarin terecht gekomen bodemmateriaal omlaag uit het moederslot geduwd tijdens het heien van de tweede damplank. Daarbij wordt dan tenslotte 15 de afdichtingsprop weggeduwd.
Om tijdens het door duwen van het afdichtingselement door het moederslot de kans op vastlopen of kantelen van de deuvel zoveel mogelijk te beperken, is de lengte van de deuvel groter is dan de afmetingen in de dwarse doorsnede. 20 Om in het moederslot terecht gekomen bodemmateriaal gemakkelijk daaruit te verwijderen, is de deuvel aan de onderzijde in twee richtingen naar de opening van het moederslot afgeschuind.
Om beschadiging van het koord of de strip zoveel 25 mogelijk te voorkomen, is aan het boveneinde van het eerste type slotdeel (moederslot) een uitsparing aanwezig is voor het doorleiden van het afdichtelement. Het afdichtelement kan daarbij voorts over een wegneembare geleidingsrol worden geleid, welke geleidingsrol vóór het plaatsen van de 30 tweede damplank is aangebracht op de eerste damplank.
De damplanken zijn koud gevormd uit plaatstaal (in het bijzonder uit roestvast staal) of zijn warmgewalst.
De uitvinding heeft tenslotte nog betrekking op een slot voor het waterdicht afsluiten van een stalen damwand, 35 opgebouwd uit onderling met elkaar verbonden, in hoofdzaak gelijkvormige stalen damplanken die elk aan twee tegenover 101 0408 6 elkaar gelegen zijden zijn voorzien van een slotdeel, waarbij een eerste type slotdeel van een eerste damplank een tweede type slotdeel van een tweede damplank omsluit, welk slot dan het kenmerk heeft, dat dit verder een 5 afdichtelement in de vorm van een afdichtkoord- of strip omvat, dat, nadat een eerste damplank is geplaatst, althans gedeeltelijk gelijk met het plaatsen van een tweede damplank tussen de beide typen slotdelen wordt aangebracht.
10 De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening. Hierin toont:
Fig. 1 op schematische wijze een damwand met sloten,-
Fig. 2 een gebruikelijk slot voor een dergelijke, in dit geval koud gevormde damwand; 15 Fig. 3 een slot met afdichtelement voor een damwand overeenkomstig de uitvinding;
Fig. 4 een slot, als weergegeven in fig. 3, waarbij echter het afdichtelement door water is gezwollen;
Fig. 5 een slot, als weergegeven in fig. 3, waarbij 20 de tweede damplank ingrijpt op het, in het eerste type slotdeel van de eerste damplank neergelaten afdichtelement;
Fig. 6 het slot in fig. 5 in de toestand waarin het afdichtelement vrijwel geheel door het eerste type slotdeel heen is geduwd; terwijl in 25 - Fig. 7 het afdichtelement is weergegeven.
In de figuren zijn overeenkomstige delen met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven.
De in fig. 1 schematisch weergegeven damwand is 30 opgebouwd uit enkelvoudige damplanken van het Z-type. Door "fabriekssloten" 2 zijn telkens twee damplanken met elkaar verbonden tot dubbele damplanken 1, welke damplankcombinatie de vorm heeft van een damplank van het Ω-type. De uitdrukking "fabrieksslot" wil hier zeggen dat 35 twee damplanken fabrieksmatig in elkaar zijn geschoven en door middel van uitwendige hechtlassen met elkaar zijn 1010408 7 verbonden, en waterdicht zijn gemaakt, bij voorkeur op de wijze overeenkomstig de uitvinding. De dubbele damplanken 1, hierna, zoals reeds eerder vermeld, aangeduid als "damplanken", worden op de daartoe bestemde plaats in de 5 grond gebracht door trillen, heien of persen. Zij worden daarbij verbonden door zogenaamde "helsloten" 3.
Elk van de damplanken is aan twee tegenover elkaar gelegen zijden voorzien van een eerste type slotdeel 4, hierna verder "moederslot" genoemd, en een tweede type 10 slotdeel 5, hierna verder "vaderslot" genoemd. Elk moederslot 4 van een damplank omsluit een vaderslot 5 van een daarnaast aan te brengen damplank. Een moederslot en een vaderslot vormen door in elkaar te grijpen aldus een slot 6. Het begrip "slot" omvat in elk geval het heislot 3, 15 doch kan tevens het fabrieksslot 2 omvatten. De wijze waarop het vader- en moederslot zijn gevormd en in elkaar grijpen door inhaken is weergegeven in fig. 2. Een slot als in dwarsdoorsnede weergegeven in fig. 2 is op zich bekend en vormt door de speling tussen vader- en moederslot, nodig 20 om de desbetreffende damplanken naast elkaar met de sloten in elkaar geschoven te kunnen aanbrengen, nog geen waterdichte afdichting.
In fig. 3 is het slot 6 in dwarsdoorsnede weergegeven in een uitvoering overeenkomstig de uitvinding. Is in fig. 25 2 de afstand A tussen het uiteinde van het vaderslot en het gekromde binnenoppervlak van het moederslot relatief klein; deze afstand, aangegeven door B, is in de uitvoering overeenkomstig de uitvinding aanzienlijk groter. Met andere woorden, het moederslot 4 is breder dan nodig is voor het 30 inhaken van het vaderslot 5, zodat achterin het moederslot 4 een ruimte wordt gevormd waarin een afdichtelement 7 kan worden aangebracht.
Het afdichtelement 7 is samengesteld uit een afdichtkoord 8, in de lengterichting waarvan een stalen 35 kabel 9 is aangebracht, en een verdikking 10 aan de onderzijde van het afdichtkoord 8. Het afdichtkoord 8 heeft 101 04 0 8 8 een ronde doorsnede en een dikte die ongeveer overeenkomt met de door het moederslot 4 omsloten, zich over de breedte B uitstrekkende vrije ruimte. Het afdichtkoord is vervaardigd van een rubber met de eigenschap dat het in 5 aanmerkelijke mate opzwelt zodra het enige tijd met water in aanraking komt.
De verdikking 10 wordt gevormd door een deuvel waarvan de horizontale doorsnede in hoofdzaak overeenkomt met de binnenafmetingen van het moederslot 4. De deuvel 10 10 moet zonder al te veel wrijving vrij beweegbaar zijn door het moederslot en zich ten minste zover hierin uitstrekken, dat, wanneer een aangrenzende damplank moet worden aangebracht, het vaderslot daarvan in het moederslot op de deuvel kan aangrijpen. Hierdoor wordt het mogelijk dat, 15 wanneer het afdichtelement 7 in het moederslot is gebracht, dit door het moederslot heen kan worden bewogen doordat het in het moederslot geschoven vaderslot het afdichtelement, aangrijpend op de deuvel 10, meeneemt. Wanneer het vaderslot van de aangrenzende damplank volledig met het 20 vaderslot door het moederslot is geschoven, is in de genoemde vrije ruimte in het moederslot over de gehele lengte van de desbetreffende damplanken het afdichtkoord 8 aangebracht en steekt deuvel 10 onder de damplanken uit. Wanneer twee aangrenzende damplanken in de grond zijn 25 gebracht en met water in aanraking komen, zal het afdichtkoord opzwellen, zoals is weergegeven in fig. 4 en wordt een waterdichte afdichting verkregen.
Het afdichtkoord 8 is aan de deuvel 10 bevestigd door middel van de als kern van dit koord fungerende stalen 30 kabel 9. Deze kabel wordt door een doorvoergat in de deuvel 10 heen geleid en is aan de onderzijde vastgezet door hierover een loden kousje te schuiven en dit om de kabel 10 vast te klemmen. Uiteraard is een andere bevestigingswijze van kabel en deuvel mogelijk.
35 Wanneer een damplank in de grond is gebracht, zal, als geen tegenmaatregelen worden genomen, grondmateriaal in 1010408 9 het moederslot 4 terecht komen. Vandaar dat het moederslot, voordat de desbetreffende damplank in de grond wordt gebracht, aan de onderzijde wordt afgesloten door een bij voorkeur taps verlopende afdichtingsprop 11 (zie fig. 5), 5 welke, wanneer het afdichtelement 7 door het moederslot is geduwd, uit het moederslot wordt gedrukt (zie fig. 6).
Mocht desalniettemin grondmateriaal in het moederslot terecht zijn gekomen, dan kan dit door de deuvel 10, bij de beweging daarvan door het moederslot heen, mee omlaag 10 worden geschoven en na het wegdrukken van de afdichtingsprop 11, uit het moederslot worden verwijderd. Daarbij is niet alleen de aan de binnenafmetingen van het moederslot aangepaste vorm van de deuvel van belang, maar ook speciaal daartoe aan de onderzijde aangebrachte 15 afkantingen (zie fig. 7) ,* de deuvel is bij voorkeur in twee richtingen afgeschuind. Om te voorkomen dat de deuvel, wanneer deze door het moederslot wordt geschoven, kantelt of vastloopt, is, zoals fig. 7 laat zien, de lengte van de deuvel groter dan de afmetingen in de dwarse doorsnede.
20 In het hiernavolgende zal de wijze van werken ter verkrijging van een waterdichte afsluiting in een damwand aan de hand van de fig. 5 en 6 verder worden toegelicht.
Eerst wordt een damplank IA, met het moederslot 4 aan de onderzijde afgedicht met een afdichtingsprop 11, in de 25 grond gebracht. Vervolgens laat men het afdichtelement 7 tot over een zekere afstand in het moederslot 4 omlaag zakken. Om het afdichtkoord 8 niet te beschadigen, is daartoe bovenin het moederslot 4 een uitsparing 12 aangebracht en een niet weergegeven tijdelijk aan de 30 damplank IA bevestigde geleidingsrol voor het afdichtkoord 8. Daarna wordt een aangrenzende damplank 1B, met het vaderslot 5 in het moederslot 4 van de damplank 4 geschoven en wordt deze damplank 1B in de grond gebracht. De onderzijde van het vaderslot 5 grijpt daarbij aan op de 35 deuvel 10, welke tijdens het in de grond brengen van de damplank 1B door het moederslot 4 van de damplank IA wordt 101 0408 10 geduwd. Tijdens het in de grond heien van de damplank 1B wordt de vrije ruimte in het moederslot 4 van de damplank IA gevuld door het afdichtkoord 8. Wanneer de damplank 1B bijna op zijn plaats is gebracht, wordt de afdichtingsprop 5 11 door de 10 deuvel uit het ondereinde van het moederslot geduwd (zie fig. 6), waarna, wanneer de damplank l B geheel op zijn plaats is gebracht, ook de deuvel 10 uit het moederslot is geduwd en de vrije ruimte daarin over de gehele lengte van de damplanken IA en 1B is gevuld met het 10 afdichtkoord 8. Deuvel en afdichtingsprop blijven onder de damwand in de grond achter. Er is nu een waterdichte afsluiting tussen de damplanken IA en 1B tot stand gekomen, welke afsluiting in de praktijk geëffectueerd wordt, wanneer de afsluiting in aanraking komt met water, waardoor 15 het afdichtkoord 8 opzwelt en een verdere waterdoorlating - wordt tegengegaan.
: Door de geleiding van het afdichtkoord over de geleidingsrol tijdens het in de grond brengen van de , damplank 1B wordt een regelmatig zakken van het 20 afdichtkoord verkregen, hetgeen een indicatie geeft dat de damplank tijdens het in de grond brengen ook metterdaad goed in het moederslot blijft zitten. Ook de verwerkte lengte van het afdichtkoord, die ongeveer gelijk dient te zijn aan de lengte van de damplanken, geeft een indicatie 25 dat tijdens het in de grond brengen geen onregelmatigheden hebben plaatsgevonden.
Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot het hier aan de hand van de tekening beschreven uitvoeringsvoorbeeld, doch dat deze allerlei modificaties 30 hierop omvat, uiteraard voor zover zij vallen onder de beschermingsomvang van de hiernavolgende conclusies.
101 0408

Claims (17)

1. Werkwijze voor het maken van een waterdicht afgesloten stalen damwand, opgebouwd uit onderling door sloten verbonden stalen damplanken die elk aan twee tegenover elkaar gelegen zijden zijn voorzien van een slotdeel, 5 waarbij een eerste type slotdeel van een eerste damplank een tweede type slotdeel van een tweede damplank omsluit, met het kenmerk, dat, nadat een eerste damplank is geplaatst, een tweede damplank, althans gedeeltelijk gelijk met het inbrengen van een afdichtelement in het 10 desbetreffende slot, met het tweede type slotdeel in het eerste type slotdeel in een in de eerste damplank inhakende positie wordt geplaatst.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tweede damplank gelijk met het afdichtelement in een in de 15 eerste damplank inhakende positie in de bodem wordt gebracht door trillen, heien, persen of dergelijke.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat, voordat de damplanken worden geplaatst, onderin het eerste type slotdeel een afdichtingsprop wordt aangebracht.
4. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het afdichtelement wordt gevormd door een afdichtkoord of -strip met aan de onderzijde een verdikking, welk afdichtelement wordt aangebracht door het eerst te laten.zakken in het eerste type slotdeel, waarna 25 bij het inschuiven van de tweede damplank in de eerste damplank het tweede type slotdeel van de tweede damplank op de verdikking aangrijpt om het afdichtelement over de gehele verdere lengte van de damwand omlaag te brengen.
5. Damwand, opgebouwd uit onderling door sloten 30 verbonden, in hoofdzaak gelijkvormige stalen damplanken die elk aan twee tegenover elkaar gelegen zijden zijn voorzien van een slotdeel, waarbij een eerste type slotdeel van een eerste damplank een tweede type slotdeel van een tweede .101 0408 damplank omsluit, met het kenmerk, dat een afdichtelement aanwezig is dat, nadat een eerste damplank is geplaatst, althans gedeeltelijk gelijk met het plaatsen van een tweede damplank in het slot van de beide damplanken wordt 5 aangebracht.
6. Damwand volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het eerste type slotdeel breder is dan nodig voor het inhaken van het tweede type slotdeel, zodat achterin het eerste type slotdeel een ruimte wordt gevormd waarin het 10 afdichtelement kan worden aangebracht.
7. Damwand volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het afdichtelement wordt gevormd door een afdichtkoord of -strip met aan de onderzijde een verdikking, waarop het tweede type slotdeel van de tweede damplank kan aangrijpen.
8. Damwand volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het afdichtkoord of -strip wordt gevormd door een in doorsnede cirkelvormige strook rubber dat zwelt zodra het enige tijd in aanraking komt met water.
9. Damwand volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat 20 in de lengteas van het afdichtkoord of -strip een stalen kabel is aangebracht.
10. Damwand volgens een van de conclusies 7-9, met het kenmerk, dat onderin het eerste type slotdeel een, in het bijzonder taps verlopende afdichtingsprop is aangebracht.
11. Damwand volgens een van de conclusies 7-10, met het kenmerk, dat de verdikking wordt gevormd door een deuvel waarvan de dwarse doorsnede qua afmetingen in hoofdzaak overeenkomt met de binnenafmetingen van het eerste type slotdeel.
12. Damwand volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de lengte van de deuvel groter is dan de afmetingen in de dwarse doorsnede.
13. Damwand volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de deuvel aan de onderzijde in twee richtingen is 35 afgeschuind. 101 0408
14. Damwand volgens een van de conclusies 5-13, met het kenmerk, dat aan het boveneinde van het eerste type slotdeel een uitsparing aanwezig is voor het doorleiden van het afdichtelement.
15. Damwand volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat een wegneembare geleidingsrol voor het afdichtelement aanwezig is, die vóór het plaatsen van de tweede damplank is aangebracht op de eerste damplank.
16. Damwand volgens een van de conclusies 5-15, met het 10 kenmerk, dat de damplanken koud zijn gevormd uit plaatstaal, in het bijzonder uit roestvrij staal, of warm zijn gewalst.
17. Slot voor het waterdicht afsluiten van een stalen damwand, opgebouwd uit onderling met elkaar verbonden, in 15 hoofdzaak gelijkvormige stalen damplanken die elk aan twee tegenover elkaar gelegen zijden zijn voorzien van een slotdeel, waarbij een eerste type slotdeel van een eerste damplank een tweede type slotdeel van een tweede damplank omsluit, met het kenmerk, dat het slot verder een 20 afdichtelement in de vorm van een afdichtkoord- of strip omvat, dat, nadat een eerste damplank is geplaatst, althans gedeeltelijk gelijk met het plaatsen van een tweede damplank tussen de beide typen slotdelen wordt aangebracht. 101 0408
NL1010408A 1998-10-27 1998-10-27 Werkwijze voor het maken van een waterdicht afgesloten stalen damwand, damwand en slot voor het waterdicht afsluiten daarvan. NL1010408C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010408A NL1010408C2 (nl) 1998-10-27 1998-10-27 Werkwijze voor het maken van een waterdicht afgesloten stalen damwand, damwand en slot voor het waterdicht afsluiten daarvan.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010408 1998-10-27
NL1010408A NL1010408C2 (nl) 1998-10-27 1998-10-27 Werkwijze voor het maken van een waterdicht afgesloten stalen damwand, damwand en slot voor het waterdicht afsluiten daarvan.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1010408C2 true NL1010408C2 (nl) 2000-04-28

Family

ID=19768034

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1010408A NL1010408C2 (nl) 1998-10-27 1998-10-27 Werkwijze voor het maken van een waterdicht afgesloten stalen damwand, damwand en slot voor het waterdicht afsluiten daarvan.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1010408C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1813727A2 (en) * 2006-01-25 2007-08-01 Van de Coterlet, Jan Method for producing a sheet pile wall and sheet pile plank therefor

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL23170C (nl) 1900-01-01
JPS6131519A (ja) * 1984-07-23 1986-02-14 Sumitomo Chem Co Ltd 鋼管矢板継ぎ手工法
JPS6462511A (en) * 1987-09-01 1989-03-09 Fudo Construction Co Sealing of shield plate coupler
JPH0489915A (ja) * 1990-08-02 1992-03-24 Giken Seisakusho Co Ltd 止水用部材と止水構造を有する杭壁及びその杭壁の施工方法
EP0628662A2 (de) * 1993-06-09 1994-12-14 Krupp Hoesch Stahl Ag Spundwand

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL23170C (nl) 1900-01-01
JPS6131519A (ja) * 1984-07-23 1986-02-14 Sumitomo Chem Co Ltd 鋼管矢板継ぎ手工法
JPS6462511A (en) * 1987-09-01 1989-03-09 Fudo Construction Co Sealing of shield plate coupler
JPH0489915A (ja) * 1990-08-02 1992-03-24 Giken Seisakusho Co Ltd 止水用部材と止水構造を有する杭壁及びその杭壁の施工方法
EP0628662A2 (de) * 1993-06-09 1994-12-14 Krupp Hoesch Stahl Ag Spundwand

Non-Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 010, no. 187 (M - 493) 2 July 1986 (1986-07-02) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 013, no. 258 (M - 838) 15 June 1989 (1989-06-15) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 016, no. 314 (M - 1278) 9 July 1992 (1992-07-09) *

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1813727A2 (en) * 2006-01-25 2007-08-01 Van de Coterlet, Jan Method for producing a sheet pile wall and sheet pile plank therefor
EP1813727A3 (en) * 2006-01-25 2012-02-22 Sterk Midden Nederland B.V. Method for producing a sheet pile wall and sheet pile plank therefor

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3980279A (en) Interlocking system for roadway traffic barriers
CH642416A5 (fr) Procede de construction d'ouvrages souterrains a parois verticales, dispositif pour l'execution du procede et ouvrage souterrain.
US6092962A (en) Prefabricated pre-cast culvert provided with couplings
JP3705903B2 (ja) アースアンカー併用土留め構造
EP0101350A1 (fr) Procédé et dispositif d'extraction d'un coffrage dans le cadre de la réalisation d'une paroi moulée dans le sol
NL1010408C2 (nl) Werkwijze voor het maken van een waterdicht afgesloten stalen damwand, damwand en slot voor het waterdicht afsluiten daarvan.
JP3914576B2 (ja) 連続補強隔壁、その構築方法およびそのための基礎構造
WO2010004210A1 (fr) Procede et systeme de coffrage pour realiser un pont
CA2042048C (en) Method and apparatus for laying pipe
KR101069702B1 (ko) 강관압입식 지하터널 구조물 형성공법에 있어서의 측벽형성용 방수철판 및 토류방지판의 설치방법
DE19616188C2 (de) Verfahren zum Errichten einer Wand in einem Boden
KR101556674B1 (ko) 강관조립체 및 이를 이용한 강관구조체 시공방법
KR101736094B1 (ko) 루프구조체용 추진관조립체 및 루프구조체의 시공방법
RU2262572C2 (ru) Способ неподвижного соединения шпунтовых свай
CA1167650A (fr) Procede de construction d'un ouvrage souterrain et ouvrage ainsi obtenu
KR101858223B1 (ko) 비개착 구조물 시공을 위한 마찰저감 장치 및 이를 이용한 비개착 구조물 시공방법
KR100667170B1 (ko) 피. 알. 피 공법을 이용한 통로용 암거 구조와 그 시설공법
KR20060037213A (ko) 터널 형성용 터널구조물을 설치하기 위한 메인관 시공방법및 그 시공구조
JP2010150809A (ja) 函体の推力伝達部材、及びこれを用いた地下構造物の構築方法
US4880334A (en) Tunnel construction apparatus and method
JPH0440519B2 (nl)
NL8602762A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een damwand alsmede damwandplank.
KR102601493B1 (ko) 지하연속벽 연결부 결속용 조인트 및 이것을 이용한 지하연속벽 시공방법
JP3093555B2 (ja) 地下構造物およびその埋設方法
KR102601492B1 (ko) 지하연속벽 연결부 결속용 조인트 및 이것을 이용한 지하연속벽 시공방법

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20030501