NL1010335C2 - Transporteur met hulpmagazijnen, te integreren met vulstation tabaksverpakkingsmachine. - Google Patents

Description

- 1 -

Transporteur met hulpmagazijnen, te integreren met vulstation van tabaksverpakkingsmachine.

De uitvinding heeft betrekking op een verpakkings-5 machine, voorzien van minstens één vulstation ter opname van een waaiervormige stapel lege, enveloppeachtige tabaksverpakkingen die ieder aan de van hun sluitrand afgekeerde zijde een grotere dikte vertonen dan de dikte aan de zijde van de sluitrand, waarbij dit vulstation is 10 uitgevoerd met volgens een tweetal boogvormige geleidingen tussen welke een stapel lege tabaksverpakkingen omlaag kan bewegen, en voorts bij voorkeur van zuigorganen voorziene middelen aanwezig zijn om telkens slechts de onderste verpakking van de stapel te verwijderen en af te geven 15 naar middelen voor het met tabak vullen van lege verpakkingen. Een dergelijke verpakkingsmachine is algemeen bekend.

Voor het vullen van het vulstation met de lege enveloppe-achtige tabaksverpakkingen, worden die 20 verpakkingen toegevoerd naar het vulstation in een stapel, die een gekromd hoogteverloop heeft tengevolge van op elkaar gestapelde lege verpakkingen. Voor een vrijelijk neerwaarts afgeven van telkens de onderste lege verpakking van de stapel, is de hoogte van de stapel beperkt tot 25 bijv. 150 verpakkingen. Bij het door afname allengs verkleinen van de hoogte van stapel dient de kleiner wordende stapel in het vulstation handmatig te worden aangevuld met nieuwe lege verpakkingen, hetgeen arbeidsintensief en dus kostbaar is.

30 De uitvinding beoogt de vulcapaciteit van dit type conventionele verpakkingsmachines aanzienlijk te vergroten.

Volgens de uitvinding vertoont de conventionele verpakkingsmachine daartoe een ten minste één voorge-35 schakelde, stapsgewijze volgens een gesloten baan beweegbare transporteur die een aantal bij voorkeur op steek gelegen hulpmagazijnen bevat, die ieder eveneens zijn voorzien van een tweetal boogvormige geleidingen ter 10103351 - 2 - opname van een stapel lege verpakkingen, waarbij de opstelling van deze transporteur ten opzichte van het toevoerstation zodanig is gekozen dat telkens één der hulpmagazijnen zich in één van de transporteurstanden 5 boven het vulstation bevindt, waarbij de boogvormige geleidingen van dat hulpmagazijn een voortzetting vormen van de voornoemde geleidingen van het toevoerstation.

Bij de machine volgens de uitvinding zijn de naar het 10 vulstation toe te voeren hulpmagazijnen zo gevormd dat een boven het vulstation gebracht hulpmagazijn tijdelijk één geheel vormt met het vulstation zelf. Elk van de hulpmagazi jnen kan een standaardvoorraad van bijv. 100 verpakkingen bevatten, die telkens wordt aangeboden aan het 15 vulstation en daarin kan worden toegevoerd zelfs wanneer het vulstation nog een groot aantal vorige verpakkingen bevat.

Nadat de stapel verpakkingen uit een desbetreffend hulpmagazijn is opgenomen in het vulstation, wordt de 20 transporteur verder bewogen voor toevoeging van een volgende stapel lege verpakkingen, terwijl zich in het vulstation intussen nog een deelstapel verpakkingen bevindt .

De uitvinding voorziet voorts in enkele uitvoerings-25 vormen, waartoe naar de volgconclusies wordt verwezen. Daarbij gebruik worden gemaakt van een transporteur met zich op steek bevindende hulpmagazijnen; deze transporteur kan een draaitafel zijn of eindloze transportband zijn.

De uitvinding zal kort worden toegelicht aan de hand 30 van een schematische tekening, waarin fig. 1 een bekend vulstation van de verpakkingsmachine weergeeft, fig. 2 een transporteur met hulpmagazijnen toont, fig. 3 een aanzicht volgens III-III uit fig. 2 is en 35 fig. 4 een aanzicht volgens IV-IV uit fig. 2 is.

Bij het in fig. 1 weergegeven vulstation 1 zijn met ' ~Ύ, - 3 - 6, 8, 10, etc. de lege enveloppe-achtige verpakkingen aangeduid. De verpakkingen vertonen aan hun sluitrand (bij 5) een dikte die kleiner is dan de dikte nabij het tegenoverliggende bodemgedeelte (bij 7) . Op elkaar gestapeld 5 vertonen deze verpakkingen een stapel 3, die volgens een cirkelsector is geordend. Met 12 is een zijgeleidingsstrip aangeduid. Deze stapel 3 kan tussen boogvormige geleidingen 9 en 11 omlaag bewegen, waarbij door een van zuignappen 13 voorziene volgens pijl 14 periodiek ïo verdraaibare uitnemerarm 15 telkens de onderste verpakking kan worden verwijderd en op een kettingtransporteur 16 kan deponeren en telkens een lege verpakking 6 worden gedeponeerd tegen een der meenemernokken 12 van de kettingtransporteur.

15 Bij de inrichting volgens fig. 2 is volgens de uitvinding een eindloze transporteur 18 uitgerust met een aantal daaraan bevestigde zijplaten 23, die zodanig zijn gevormd dat zij een aantal zich aan het onderste part van de kettingtransporteur 18 vormende hulpmagazijnen 29, 31, 20 33, 35, 37 vormen. In ieder daarvan kan een stapel 39 lege verpakkingen worden opgenomen, die in opbouw overeenkomt met de stapel 3 in stationair vulstation 1 van fig. 1.

Aan de onderzijde van de transporteur bevindt zich een vaste draagplaat 41 over welke hulpmagazijnen 31, 33, 25 35, volgens pijl 32 in horizontale zin naar het vulstation 1 beweegbaar zijn. Daarbij bewegen de uiteinden 24 van de zijplaten 23 in groeven 43 (Fig. 3) van de draagplaat 41 en zijn de met stapels verpakkingen gevulde zich vormende hulpmagazijnen over de draagplaat verschuifbaar.

30 Aan het einde van de draagplaat 41 bevindt zich een plateau 45 dat zich in hetzelfde horizontale vlak als de draagplaat 41 bevindt. Dit plateau 45 wordt gevormd door een tweetal periodiek uit elkaar beweegbare plaatdelen 47 en 49, die vanuit de in fig. 4 aangegeven standen perio-35 diek zijdelings uit elkaar beweegbaar zijn, een en ander zodanig dat een in vulpositie 1 terechtgekomen hulpraaga-zijn 23 bij een uit elkaar bewogen stand van de delen 47 en 49 toegankelijk worden voor de zuignappen 13 van de - 4 - uitnemerarm 15 (fig. 1) ter verwijdering omlaag van telkens de onderste verpakking uit het hulpmagazijn 23.

De platen 23 vertonen aan zijkanten boogvormige geleidingen 25 en 27 waarvan de krommingen zo zijn gekozen 5 dat zij samen, in een stand gebracht en aangeduid met 47 direct boven het vulstation 1, een vloeiende voortzetting vormen van de boogvormige geleidingen 9 en 11 van Fig. 1.

De besturing en aandrijving van de verschillende delen van het toevoermechanisme volgens de uitvinding zijn ïo voorts van conventionele aard. De transportketting 18 met de zich op steek bevindende hulpmagazijnen is stapsgewijze beweegbaar. De periodieke zijdelingse beweging van het uit twee delen 47 en 49 bevormde plateau boven het vulstation 1 is gekoppeld aan de stapsgewijze beweging van de 15 transportketting 18.

De besturing is zodanig dat een stapel verpakkingen 39 die via de draagplaat 41 en zich in het verlengde daarvan bevindende plateau 47, 49 tot boven het stationaire vulstation 1 wordt gebracht. Pas daarna worden de 20 plateaudelen 47, 49 in aan elkaar tegengestelde richtingen weggeschoven en wordt de onderzijde van deze stapel toegankelijk voor het vulstation 1, zodat deze stapel in het vulstation 1 kan vallen. De besturing is voorts zodanig aangepast dat, wanneer de hoogte van de stapel 25 tot beneden het niveau van de draagplaat 41 is afgenomen, de plateaudelen 47, 4 9 weer naar hun sluitstand worden teruggeschoven en een volgende stapel verpakkingen naar het vulstation 1 wordt toegevoerd. Op deze wijze is het derhalve mogelijk een volledig gevuld hulpmagazijnen reeds 30 boven het vulstation 1 te plaatsen wanneer zich in het beneden de draagplaat 41 aanwezige vulstation nog een groot aantal stuk voorstuk via zuignoppen 13 te verwijderen verpakkingen bevinden. Hierdoor is het mogelijk de aanvoercapaciteit voor de verpakkingsmachine sterk te 35 vergroten.

Claims (5)

1. Verpakkingsmachine, voorzien van minstens één vuist at ion (1) ter opname van een waaiervormige stapel (3) 5 lege, enveloppe-achtige tabaksverpakkingen die ieder aan de van hun sluitrand (5) afgekeerde zijde (7) een grotere dikte vertonen dan de dikte aan de zijde van de sluitrand, waarbij dit vulstation (l) is uitgevoerd met volgens een tweetal boogvormige geleidingen (9, 11) tussen welke een io stapel lege tabaksverpakkingen omlaag kan bewegen, en voorts bij voorkeur van zuigorganen (13) voorziene middelen (15) aanwezig zijn om telkens slechts de onderste verpakking van de stapel te verwijderen en af te geven naar middelen voor het met tabak vullen van lege 15 verpakkingen, met het kenmerk dat de verpakkingsmachine voorts is voorzien van ten 20 minste één voorgeschakelde, stapsgewijze beweegbare in zich gesloten transporteur (21) die een aantal bij voorkeur op steek gelegen hulpmagazijnen (23), bevat, die ieder eveneens zijn voorzien van een tweetal boogvormige geleidingen (25 en 27) ter opname van een stapel (29) lege 25 verpakkingen, waarbij de opstelling van deze transporteur (21) ten opzichte van het toevoerstation (1) zodanig is gekozen dat telkens één der hulpmagazijnen (23) zich in één van de transporteurstanden boven het vulstation (1) bevindt, waarbij de boogvormige geleidingen (25 en 27) van 30 dat hulpmagazijn (23) een voortzetting vormen van de voornoemde geleidingen (9 en 11) van het toevoerstation (1).

2. Verpakkingsmachine volgens conclusie 1, 35 met het kenmerk dat over een gedeelte van de transportbaan deze transporteur een draagplaat (41) bevat, waarboven een aantal 1 01 G3S;: - 6 - elkaar opvolgende hulpmagazijnen (29, 31, 33,..) met hun open onderzijden beweegbaar zijn, waarbij, voorafgaande aan het vulstation (1) deze draagplaat een stationaire plaat (41) is en ter plaatse van het vulstation (1) is 5 gevormd als een zodanig verwijderbare drager (47 + 49) dat een stapel lege verpakkingen naar het vulstation (1) neerwaarts kan worden afgegeven.

3. Verpakkingsmachine volgens conclusie 2, 10 met het kenmerk dat de geleidingen (25, 27) van de hulpmagazi jnen zijn gevormd als platen (24) die in groeven (43 van de statio-15 naire plaat (41) verschuifbaar zijn.

4. Verpakkingsmachine volgens conclusies 3, met het kenmerk 20 dat de periodiek verwijderbare drager is gevormd als twee aan elkaar in tegengestelde richting zijdelings periodiek uit elkaar beweegbare dragerdelen (47, 49).

5. Transporteur met hulpmagazijn bestemd voor toepassing bij een verpakkingsmachine voor enveloppe-achtige tabaksverpakkingen volgens conclusie 1, 2, 3 of 4. '' ' C s.· -.· G ·.