NL1010217C2 - Spoelmachine. - Google Patents

Description

Spoelmachine

De uitvinding heeft betrekking op een spoelmachine voor bollen en dergelijke, omvattende een aanvoerinrichting voor kisten met de te reinigen bollen, een achter de aan-voerinrichting opgestelde spoelbaan voor de bollen, en een 5 op de spoelbaan volgende afvoerinrichting voor de gereinigde bollen, alsmede een transport- en reinigingsbaan voor de kisten.

Een dergelijke spoelmachine is bekend uit de praktijk en dient voor het reinigen van bollen alsmede voor het 10 reinigen van de kisten waarin de bollen zijn aangevoerd. Gebruikelijk is dat de kisten met de te reinigen bollen worden aangeleverd op pallets. Op elke pallet staan meerdere stapels kisten die successievelijk in de spoelmachine worden verwerkt.

15 Een probleem van de bekende spoelmachine is dat er vrij veel mankracht benodigd is voor het bedienen van de spoelmachine. In een bekende inrichting worden bijvoorbeeld twee mensen opgesteld bij de aanvoerinrichting, twee mensen bij de afvoerinrichting, en is er een toezichthouder voor 20 het bewaken van de kwaliteit van de bollen.

Met de uitvinding wordt nu beoogd een dergelijke spoelmachine zodanig te modificeren dat deze minder bedieningspersoneel vergt en voorts dat de te reinigen bollen na de reinigingsbewerking in hun oorspronkelijke en dan inmid-25 dels gereinigde kist weer terugkeren. De spoelmachine volgens de uitvinding bereikt dit doordat dat de spoelbaan voor de bollen tevens is ingericht voor transport en reiniging van de kisten. Op deze wijze kan er heel eenvoudig in worden voorzien dat de te reinigen kist in de buurt blijft van de 30 te reinigen bollen. De kist kan daarbij een scheidingsfunc-tie vervullen ten aanzien van de bollen die afkomstig zijn uit andere kisten.

Het heeft de voorkeur dat de aanvoerinrichting een ontstapelaar voor de kisten omvat welke is ingericht voor 35 het vanaf een stapel kisten aanvatten van een kist en omkeren daarvan boven een opvangbak voor de bollen. Dit levert een gescheiden verzameling van de te reinigen bollen op, zo- 1O10P17 2 dat de integriteit van deze verzameling wordt bewaard. Daarbij is wenselijk dat naast en aansluitend op de opvangbak is voorzien in een houder voor de geleegde kist, en dat voorzien is in middelen voor het na legen van de kist lossen 5 daarvan door de ontstapelaar en plaatsen van de kist op de houder. Aan de plaatsing van de kist op de houder kan dan de verdere afloop van het reinigingsproces gekoppeld worden.

In verband met het bereiken van de doelstellingen van de uitvinding is het wenselijk dat de spoelmachine ge-10 schikt is voor plaatsing van de op de houder rustende kist op de spoelbaan voor de bollen.

Daarbij is voordelig dat de spoelmachine is voorzien van detectiemiddelen voor het detecteren van de plaatsing van de kist op de spoelbaan en met de detectiemiddelen 15 ontvangend gekoppelde vrijgavemiddelen voor het lossen van de bollen uit de opvangbak. Wanneer dit geschiedt, bevinden de uit de kist afkomstige bollen die tezamen met de kist nog gereinigd dienen te worden zich achter elkaar, waarbij de te reinigen kist voorop gaat.

20 De spoelmachine volgens de uitvinding is er bij voorkeur door gekenmerkt dat op de spoelbaan glijstangen aansluiten voor het geleiden van de gereinigde kist naar de afvoerinrichting. Dit biedt de mogelijkheid dat de gereinigde kist wordt afgeleid naar een plaats voor verdere verwer-25 king, terwijl de gereinigde bollen ondertussen kunnen worden verzameld voordat zij in de gereinigde kist zullen worden gebracht.

Behulpzaam hierbij is dat direct op de spoelbaan een onder de glijstangen gepositioneerde opvangtrechter aan-30 wezig is voor de gereinigde bollen en voorts dat de afvoerinrichting is ingericht voor plaatsing van de gereinigde kist onder de opvangtrechter. Met deze maatregelen kan de gereinigde kist zodanig worden gepositioneerd dat deze gereed staat voor ontvangst van de inmiddels gereinigde bol-35 len.

Daarbij is bij voorkeur voorzien in middelen voor het vrijgeven van de bollen uit de opvangtrechter in afhankelijkheid van de plaatsing van de kist onder de opvang- 1010217 3 trechter. Opgemerkt wordt dat ten behoeve van een goede verdeling van de bollen in de kist, deze dan wordt geschud.

Het is logistiek voordelig wanneer op de afvoerin-richting een stapelaar aansluit voor het plaatsen van de ge-5 reinigde kist met bollen in een stapel. Dit biedt de mogelijkheid dat de gereinigde kisten met de daarin gereinigde bollen op dezelfde manier gestapeld de spoelmachine verlaten als waarin zij zijn aangevoerd. Dit is voor de opdrachtgever van de te reinigen bollen van groot belang, aangezien dit de 10 logistieke bewaking sterk vereenvoudigt.

Een verder belangrijk voordeel van de uitvinding is erin gelegen dat er een gewaarborgde scheiding aanwezig is tussen de bollen die in de diverse kisten worden aangeleverd. Door de constructie van de inrichting en de afloop van 15 het door deze inrichting uitgevoerde proces, in de integriteit van de samenstelling van de kisten geborgd.

Een verder voordeel van de uitvinding is erin gelegen dat wanneer een samenstel van spoelmachines volgens de uitvinding wordt toegepast, kostenbesparingen bereikbaar 20 zijn, met name wanneer deze spoelmachines de stapelaar gemeen hebben. Verdere kostenbesparingen zijn gelegen in het mindere aantal arbeidskrachten dat benodigd is voor de bediening van de spoelmachine volgens de uitvinding.

De spoelmachine volgens de uitvinding zal nu nader 25 worden toegelicht aan de hand van de tekening welke in fig. 1 de spoelmachine volgens de uitvinding schematisch in bovenaanzicht toont, en in fig. 2 de spoelmachine volgens de uitvinding in een schematisch zijaanzicht toont.

30 In de figuren gebruikte gelijke verwijzingscijfers verwijzen naar dezelfde onderdelen.

In de figuren 1 en 2 wordt de spoelmachine in een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding getoond. Deze omvat een aanvoerinrichting 1,2,3,4,5 voor kisten met de te 35 reinigen bollen. Van deze aanvoerinrichting maakt een dranger 1, een rollenbaan 2, een verdere dranger 3, een lift 4, en een opvangbak 5 deel uit. Verder omvat de spoelmachine een achter de aanvoerinrichting 1,2,3,4,5 opgestelde spoel-baan 6 voor de bollen en een op de spoelbaan 6 volgende af- 1010217 4 voerinrichting 11 tot en met 15 voor de gereinigde bollen.

De spoelbaan 6 voor de bollen is hierbij ingericht om tevens de kisten te transporteren en reinigen.

De aanvoerinrichting 1,2,3,4,5 omvat een ontstape-5 laar 20 voor de kisten, welke is ingericht voor het vanaf een met de lift opgevoerde stapel kisten aanvatten van een kist 19 en omkeren daarvan boven de opvangbak 5 voor de bollen. Naast en aansluitend op de opvangbak 5 is voorzien in een houder 26 voor de geleegde kist en is voorzien in midde-10 len voor het na legen van de kist lossen daarvan door de ontstapelaar 20 en plaatsen van de kist op de houder 26. Daarna kan bijvoorbeeld handmatig - maar ook zijn automatische systemen denkbaar - de op de houder 26 rustende kist op de spoelbaan 6 voor de bollen geplaatst worden.

15 De spoelmachine is voorzien van niet getoonde de- tectiemiddelen voor het detecteren van de plaatsing van de kist op de spoelbaan 6 en met de detectiemiddelen ontvangend gekoppelde vrijgavemiddelen 21 voor het lossen van de bollen uit de opvangbak 5. De opvangbak 5 is daartoe aan haar on-20 derzijde voorzien van een pneumatische klep 21. Door het openen van deze pneumatische klep vallen de bollen op een transportband 22 welke deze bollen naar de spoelbaan 6 leidt. In de spoelbaan 6 is een spoelinrichting 17 opgenomen welke dient voor het op zichzelf bekende wijze besproeien 25 van de kratten en de bollen die deze spoelinrichting passeren .

Afvoerzijdig van de spoelinrichting 17 is voorzien in glijstangen 23 voor het geleiden van de gereinigde kist 19 naar de afvoerinrichting 11 tot en met 15.

30 Direct achter de spoelbaan 6 is voorts onder de glijstangen 23 een opvangtrechter 8 gepositioneerd welke dient voor opvang van de gereinigde bollen die tussen de glijstangen 23 door in de opvangtrechter 8 vallen. De opvangtrechter 8 heeft een bodem die wordt gevormd door een 35 lopende band 28. Wanneer de gereinigde kist 19 via de glijstangen 23 op de lift 7 en daarmee onder de opvangtrechter 8 is gepositioneerd, kan deze in trilling worden gebracht, en kan een klep 29 bediend worden via middelen voor het vrijgeven van de bollen uit de opvangtrechter 8. De lo- 1010217 5 pende band 28 stelt zeker dat alle in de opvangtrechter 8 aanwezige bollen dan in de schuddende kist 19 terechtkomen.

De weer gevulde kist wordt met een dranger 10 op een rollenbaan 11 en via deze rollenbaan naar een lopende 5 band 13 getransporteerd en daar met een dranger 12 op geduwd. Deze lopende band 13 voert de kist 19 naar een stape-laar 14 welke de kisten weer in hun oorspronkelijke volgorde stapelt. Verder sluit, zoals schematisch getoond in fig. 1, op de afvoerinrichting een palletizer 16 aan voor het plaat-10 sen van de stapel gereinigde kisten 19 met bollen op een pallet.

1010217

Claims (12)

1. Spoelraachine voor bollen en dergelijke, omvattende een aanvoerinrichting voor kisten met de te reinigen bollen, een achter de aanvoerinrichting opgestelde spoelbaan voor de bollen, en een op de spoelbaan volgende afvoerin- 5 richting voor de gereinigde bollen, alsmede een transporten reinigingsbaan voor de kisten, met het kenmerk, dat de spoelbaan (6) voor de bollen is ingericht voor transport en reiniging van de kisten (19) .

2. Spoelmachine volgens conclusie 1, met het ken-10 merk, dat de aanvoerinrichting (1,2,3,4,5) een ontstapelaar (20)voor de kisten (19) omvat welke is ingericht voor het vanaf een stapel kisten (19) aanvatten van een kist en omkeren daarvan boven een opvangbak (5)voor de bollen.

3. Spoelmachine volgens conclusie 1 of 2, met het 15 kenmerk, dat naast en aansluitend op de opvangbak (5) is voorzien in een houder (26) voor de geleegde kist (19), en dat voorzien is in middelen voor het na legen van de kist (19)lossen daarvan door de ontstapelaar (20) en plaatsen van de kist (19) op de houder (26).

4. Spoelmachine volgens conclusie 3, met het ken merk, dat deze geschikt is voor plaatsing van de op de houder (26) rustende kist op de spoelbaan (6) voor de bollen.

5. Spoelmachine volgens een der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat deze is voorzien van detectiemiddelen 25 voor het detecteren van de plaatsing van de kist op de spoelbaan (6) en met de detectiemiddelen ontvangend gekoppelde vrijgavemiddelen (21) voor het lossen van de bollen uit de opvangbak (5).

6. Spoelmachine volgens een der conclusies 1 tot 5, 30 met het kenmerk, dat op de spoelbaan (6) glijstangen (23) aansluiten voor het geleiden van de gereinigde kist (19) naar de afvoerrichting (11,12,13,14,15).

7. Spoelmachine volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat direct achter de spoelbaan (6) een onder de 35 glijstangen (23) gepositioneerde opvangtrechter (8) aanwezig is voor de gereinigde bollen. 1010P17

8. Spoelmachine volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de afvoerinrichting is ingericht voor plaatsing van de gereinigde kist (19) onder de opvangtrechter (8).

9. Spoelmachine volgens conclusie 8, met het ken-5 merk, dat voorzien is in middelen (29) voor het vrijgeven van de bollen uit de opvangtrechter (8) in afhankelijkheid van de plaatsing van de kist (19) onder de opvangtrechter (8) .

10. Spoelmachine volgens conclusie 9, met het ken-10 merk, dat voorzien is in middelen (9) voor het in trilling houden van de kist (19) wanneer deze voor ontvangst van de bollen onder de opvangtrechter (8) staat.

11. Spoelmachine volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat op de afvoerinrichting een stapelaar (14) aansluit 15 voor het plaatsen van de gereinigde kist (19) met bollen in een stapel.

12. Samenstel van twee spoelmachines volgens een der conclusies 1-11, met het kenmerk dat deze de stapelaar (14) gemeen hebben. 1010217