NL1010075C2 - Tuinberging. - Google Patents

Description

- 1 -

TUINBERGING

Deze uitvinding heeft betrekking op een tuinberging, in het bijzonder een buitenkast of een overkapping voor het opslaan van tuingereedschap en dergelijke.

5 Pre-fab bergingen zijn bekend, bijvoorbeeld uit de Australische octrooiaan vrage AU-A 29442/84. Hoewel zulke bergingen naar tevredenheid bescherming hebben geboden aan tuingereedschap en andere voorzieningen voor buiten, is hun constructie niet altijd eenvoudig en goedkoop geweest. Er zijn ook wel problemen geweest met de duurzaamheid onder extreme weersomstandigheden.

10 Volgens de onderhavige uitvinding wordt voorzien in een tuinberging wel ke eenvoudig en goedkoop te construeren is en welke doelmatig en duurzaam in gebruik is. Deze tuinberging omvat: twee opstaande, in hoofdzaak parallelle, buitenste kanaalelementen met zijwaarts geopende buitenkanalen die naar elkaar toe gericht zijn; 15 - een veelvoud zich in lengterichting parallel uitstrekkende langwerpige pa nelen; een eerste kops einde van de panelen welke zich bevindt in een buitenkanaal; de boven- en onder-, zich in lengterichting uitstrekkende randen van aan-20 grenzende panelen welke met elkaar in contact staan; elk buitenste kanaalelement omvat: een verticale deel aan de voorzijde, een zich naar achter toe uitstxekkend horizontaal deel boven het verticale deel; en een boogvormige overgang tussen de horizontale en verticale delen.

Het aantal onderdelen dat nodig is om deze tuinberging te assembleren is mini-25 maal evenals het aantal bevestigingsmiddelen dat bij assemblage nodig is. Bovendien kan deze tuinberging gemaakt worden van componenten die standaard vervaardigd worden in de productie van conventionele rolluiken.

In een gunstig geval omvat de tuinberging volgens de uitvinding verder, tussen en in hoofdzaak parallel aan haar buitenste kanaalelementen, een opstaand 30 tussenkanaalelement met twee zijwaartse gerichte open tussenkanalen, die in tegengestelde richtingen geopend zijn; een tweede kops einde van de panelen welke zich in een tussenkanaal bevindt; het buitenste kanaalelement omvat: een verticaal deel aan de voorzijde; een zich naar achter toe uitstrekkend horizontaal deel boven het verticale deel; en een 35 boogvormig overgang tussen de verticale en horizontale delen.

1010075 -2-

Het is bijzonder gunstig als elk kanaal van de tuinberging zich langs in hoofdzaak de gehele lengte van het kanaalelement uitstrekt en dat de kanalen alle in hoofdzaak dezelfde breedte hebben. Bovendien is het bijzonder gunstig als de verticale delen van alle kanaalelementen in hoofdzaak parallel aan elkaar lopen, 5 dat de horizontale delen van alle kanaalelementen in hoofdzaak parallel aan elkaar lopen en dat de boogvormige overhangen van alle kanaalelementen in hoofdzaak parallel aan elkaar lopen.

Het is bijzonder gunstig dat de kopse einden van de panelen verschuifbaar opgenomen worden in de kanalen. Het is ook bijzonder gunstig als de boven- en 10 onder-, zich in lengterichting uitstrekkende, randen van aangrenzende panelen onderling, bij voorkeur onderling schamierbaar met elkaar verbonden worden. Op deze manier kan de tuinberging volgens deze uitvinding net als een kast met jaloe-ziedeuren geopend en gesloten worden.

Verdere aspecten van de uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand 15 van onderstaande gedetailleerde beschrijving van bijzondere uitvoeringsvormen en de tekeningen daarvan, waarin:

Figuur 1 een perspectieftekening is van een eerste uitvoeringsvorm van een tuinberging volgens de uitvinding, grenzend aan de buitenmuur van een huis; 20 - Figuur 2 is een perspectieftekening van een tweede uitvoeringsvorm van een tuinberging volgens de uitvinding;

Figuren 3 en 4 tonen dwarsdoorsneden van bekende rolluikprofïelen die gebruikt kunnen worden bij het vervaardigen van de tuinberging uit de figuren 1 of 2; en 25 - Figuur 5 is een perspectieftekening van een bekend profiel voor wandbekle dingen, welk profiel gebruikt kan worden bij de vervaardiging van een zijkant van de tuinberging uit figuur 1 of 2.

In de figuren en de daaropvolgende beschrijving wordt naar de corresponderende 30 delen van de alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding, getoond in figuur 2, verwezen door referentienummers die met “10” verschillen van die van de tuinberging getoond in figuur 1.

In figuur 1 wordt een tuinberging 1 getoond, geplaatst tegen een buitenmuur van een huis H. Zoals wordt getoond kan de berging 1 gebruikt worden om 35 spullen zoals haardhout F tegen de elementen te beschermen. Voor dit doel is be- l 1010075 -3- scherming tegen regen voldoende en vrije luchtcirculatie binnen de berging 1 kan een voordeel zijn. Vandaar dat de berging geen zijkanten hoeft te hebben.

In beginsel heeft de berging 1 van Figuur 1 twee opstaande buitenste ka-naalelementen 3 en een opstaand tussenkanaalelement 5. De kanaalelementen 3 5 en 5 staan alle op de grond en lopen in hoofdzaak parallel. De buitenste kanaalelementen 3 hebben elk een zijwaarts open buitenste kanaal 6 die met de openin-gen naar elkaar toe gericht zijn, bij voorkeur over in hoofdzaak hun gehele lengte. Het tussenkanaalelement 5 heeft twee zijwaarts open tussenkanalen 7 die in tegengestelde richtingen open zijn, bij voorkeur over in hoofdzaak hun gehele lengte. 10 Bij voorkeur is elk van de tussenkanalen 7 in hoofdzaak even breed als de naburige buitenste kanalen 6, en alle kanalen 6 en 7 hebben in hoofdzaak een rechthoekige doorsnede.

Elk van de kaneelelementen 3 en 5 omvat: een verticaal deel 3a resp. 5a aan de voorzijde; een zich naar achter uitstrekkend horizontaal deel 3b resp.5b 15 boven het verticale deel 3a resp. 5a, en een boogvormige overgang 3c resp. 5c tussen de verticale en horizontale delen. De verticale delen 3a en 5a lopen parallel aan elkaar, de zich naar achter uitstrekkende horizontale delen 3b en 5b lopen parallel aan elkaar en de boogvormige overgangsdelen 3c en 5c lopen eveneens parallel aan elkaar. Het ondereinde van elk verticale deel 3a en 5a staat op de 20 grond. De achterkant van elk horizontale deel 3b en 5b is bij voorkeur geplaatst tegen de buitenmuur van een huis H of een andere rechtopstaande structuur die de tuinberging helpt ondersteunen en de achterzijde ervan te sluiten.

Tussen de tegenover elkaar liggende kanalen 6 en 7 van elk buitenste ka-naalelement 3 en het tussenkanaal 5 bevindt zich een veelvoud zich in lengterich-25 ting uitstrekkende langwerpige panelen 8. De kopse einden van elk paneel 8 bevinden zich in een buitenkanaal_6 en het tegenover liggende tussenkanaal 7 en de zich in lengterichting uitstrekkende boven- en onderranden van aangrenzende panelen 8 zijn met elkaar verbonden. In het verticale deel 3a en 5a van de kanaalelementen 3 en 5 zijn de panelen 8 voornamelijk rechtopstaand en in het hori-30 zontale deel 3b en 5b van de kanaalelementen zijn de panelen 8 voornamelijk horizontaal.

In de vereenvoudigde versie 1 van de tuinberging volgens deze uitvinding, getoond in figuur 1, kunnen een aantal panelen 8 met betrekking tot de kanaalelementen 3 en 5 op hun plaats vastgemaakt worden, bij voorbeeld door middel 35 van schroeven of andere geschikte bevestigingsmiddelen om zo de plaats van de 101 0075 -4- overige panelen met betrekking de kanaalelementen te bepalen. Toegang tot het interieur van de berging zou dan moeten gaan via de open zijmuren van de berging 1.

In een veelzijdiger versie van de tuinberging 1 van figuur 1 zijn de panelen 8 5 met hun laterale einden verschuifbaar geplaatst in de buiten- en binnenkanalen 6 en 7. Daarbij kunnen de panelen 8 naar boven en beneden bewegen in de kanalen 6 en 7 om de berging te openen en te sluiten. Bij voorkeur zijn de panelen 8 onderling verbonden zodat zij gezamenlijk naar boven en beneden bewegen. Bij voorkeur worden voor de panelen 8 rolluikprofielen gebruikt waarbij de zich in lengte-10 richting uitstrekkende onder- en bovenzijden van aangrenzende panelen 8 onderling verbonden, bij voorkeur schamierbaar onderling verbonden worden. Om zulke onderling verbonden panelen 8 op en neer te kunnen laten gaan in de kanalen 6 en 7 om de berging te openen en sluiten zou aan de achterzijde van de horizontale delen 3b en 5b, bovenop de kanaalelementen 3 en 5 ook voorzien moeten worden 15 in een mogelijkheid voor de opslag van de panelen 8, zoals een rol.

In een andere uitvoering kan de achterkant van elk van de kanaalelementen 3 en 5 zich vanaf de achterkant van de horizontale delen 3b en 5b naar beneden uitstrekken om samen te verlopen met de buitenmuur van het huis H. Deze verlenging naar beneden toe (niet getoond in figuur 1) van elk kanaalelement wordt 20 bij voorkeur tegen de buitenmuur van het huis H geplaatst of tegen een andere rechtopstaande structuur om de tuinberging 1 te ondersteunen. Tussen elk horizontale deel 3b en 5b en de verlenging naar beneden toe daarvan kan voorzien worden in nog een gebogen overgang indien de panelen 8 in de kanalen 6 en 7 binnen een dergelijke verlenging naar beneden toe moeten kunnen schuiven naar 25 een opnameruimte tegen de muur van het huis H. Een geschikte constructie voor een dergelijke verlenging om de panelen 8 op te nemen wordt beschreven in bijvoorbeeld het Amerikaanse octrooi US 3.076.686.

In figuur 2 wordt een tweede tuinberging 11 getoond welke bij voorkeur maar niet noodzakelijk tegen een buitenmuur van een huis H of tegen een andere 30 rechtopstaande structuur wordt geplaatst. De berging 11 heeft twee in hoofdzaak opstaande buitenste kanaalelementen 13 met zijwaarts open buitenkanalen 16 die met de openingen naar elkaar toe gericht zijn, en een hoofdzakelijk opstaand tus-senkanaalelement 15 dat rust op de grond met twee zijwaarts open tussenkanalen 17 die in tegenover elkaar liggende richtingen open staan.

1010075 -5-

Tussen elk buitenste kanaalelement 13 en het binnenkanaalelement 15 bevindt zich een veelvoud verschuifbare zich in lengterichting uitstrekkende langwerpige panelen 18. De kopse einden van elk paneel 18 bevinden zich in een buitenkanaal 16 en het tegenoverliggende binnenkanaal 17, en de zich in lengterich-5 ting uitstrekkende boven- en onderranden van naast elkaar gelegen panelen zijn onder1 :ng schamierbaar verbonden. De panelen 18 kunnen verticaal bewogen worden door een handgreep 19 op het onderste paneel 18a om de berging 11 te openen en te sluiten. Evenals in de berging 1 van figuur 1 omvatten de kanaalele-menten 13 resp. 15 van de berging 11 uit figuur 2 elk bij voorkeur: een verticaal 10 deel 13a resp. 15a aan de voorzijde; een zich achterwaarts uitstrekkend horizontaal deel 13b resp. 15b boven het verticale deel en een boogvormige overgang 13c resp. 15c tussen de verticale en horizontale delen. Bovendien hebben de kanaal-elementen 13 en 15 van de berging 11 uit figuur 2 aan de achterzijde elk een bij voorkeur verticaal omlaag gerichte verlenging 21 en 22. Er wordt voorzien in een 15 veelvoud opstaande zich zijwaarts uitstrekkende zijpanelen 23 tussen de achter-verlenging 21 en het verticale deel 13a van elk van de buitenste kanaalelementen 13 om de berging 11 volledig te omsluiten. In dit opzicht worden de aangrenzende boven- en onderranden van de zijpanelen 23 bij voorkeur onderling verbonden. Het resultaat is dat de berging 11 bijzonder nuttig is voor het opslaan van huis-20 vuilcontainers en tuingereedschap.

Elke achterverlenging 21 van een buitenste kanaalelement 13 kan worden voorzien van zijwaarts open buitenkanalen 16 en elke achterverlenging 22 van een tussenkanaalelement 15 kan worden voorzien van twee zijwaarts open tussenka-nalen 17. Elke achterverlenging 21 en 22 heeft ook een overgang aan de bovenzij-25 de (niet getoond) voor het opnemen van verschuifbare panelen 18. De achterver-lengingen 21 en 22 kunnen tegen de buitenmuur van een huis H of een andere rechtopstaande structuur (niet getoond in figuur 2) geplaatst worden om de tuinberging 11 te helpen ondersteunen.

Een andere mogelijkheid is om een rolluikbox te verschaffen tussen de hori-30 zontale delen 13b en 15b en de neerwaartse achterverlengingen 21 en 22.

In een verbeterde uitvoering van de tuinberging 11 uit figuur 2 kan het onderste paneel 18a en één van de kanalen 16 en 17 voorzien worden van een conventionele sluiting (niet getoond) om ongeoorloofde toegang tot de berging 11 te voorkomen.

1010075 -6-

In een voorkeursuitvoering zijn de buitenkanaalelementen 3 en 13 en het tussenkanaalelement 5 en 15 van de bergingen 1 en 1 van deze uitvinding gemaakt van hout, in het bijzonder hout dat behandeld is om het weerbestendig, insect- en schimmelwerend te maken.

5 De langwerpige panelen 8 en 18 van de bergingen 1 en 11 worden bijvoor- keur gemaakt van aluminium dat op een betrekkelijk goedkope manier vervaardigd en geassembleerd kan worden en weinig tot geen onderhoud vergt. Langwerpige panelen die de voorkeur genieten zijn de bekende rolluikprofielen getoond in figuren 3 en 4.

10 De zijpanelen 23 van de bergingen 1 en in het bijzonder 11 zijn bij voorkeur van hout, maar kunnen ook van aluminium zijn. Aluminium panelen 23 welke bij voorkeur in aanmerking komen zijn o.a. de bekende wandbekledingsprofielen getoond in figuur 5.

De langwerpige aluminiumpanelen 8 en 18 en zijpanelen 23 worden bij 15 voorkeur gecoat om ze slijtvast, weerbestendig en bestand tegen vlekken, krassen en andere beschadigingen te maken. Een coating die de voorkeur geniet is de lak welke beschreven wordt in GB 2.141.725, in het bijzonder de lak welke polyami-dedeeltjes bevat. In het bijzonder de voorkeur genieten aluminiumpanelen 8, 18 en 23 afgewerkt met LUXACOTE® lak, zoals die verkocht worden door Hunter 20 Douglas, Rotterdam, Nederland.

Volgens een andere gunstige uitvoeringsvorm worden de buitenvlakken van de langwerpige aluminium panelen 8 en 18 en zijpanelen 23 voorzien van de slijtvaste afwerking volgens de Europese octrooiaanvrage 97203605.7. In dit opzicht kunnen de paneeloppervlakken bekleed worden met een polyethyleen terephtha-25 late film. Deze polyesterfilm kan door middel van hitte direct gehecht worden aan het oppervlak van de panelen, maar bij voorkeur wordt voordat de film op het pa-neeloppervlak gelamineerd wordt, een hechtmiddel aangebracht op de film of op het paneeloppervlak. De film kan een dikte van 5 tot 50 micrometer hebben, bij voorkeur 8 tot 36 micrometer, in het bijzonder 12 micrometer. Geschikte films 30 worden geleverd door ICI (Imperial Chemical Industries PLC, Postbus 90, Wilton Centre, Middlesbrough TS90 8JE Engeland), met hoogglans, matglans en zijde-glans eigenschappen en UV-bestendige versies zoals de films die verkocht worden onder de volgende aanduidingen: 851 (glans), D386 (zijde), D388 (zijde, UV-bestendig) en D389 (glans, UV-bestendig). Wanneer een kleefmiddelverf wordt ge-35 bruikt, is de film bij voorkeur een hoogglansfilm, in het bijzonder een film welke de i 1010075 -7- paneeloppervlakken voorzien van een glans van meer dan 80, gemeten volgens de T2 test, vastgesteld door de European Coil Coating Association (ECCA).

Een grote verscheidenheid conventionele kleefmiddelen kan gebruikt worden voor het vasthechten van de paneeloppervlakken aan de polyester film. Bij-5 zonder geschikte UV-bestendige kleefmiddelen, in het bijzonder UV-bestendige kleefmiddelverven zijn bij voorbeeld verkrijgbaar van Rhenania Chemische GmbH, D-41516 Grevenbroich, Germany. Hun meest geschikte kleefmiddelen hebben een bindmiddel met een hoog moleculair gewicht, lineair polyester met een mol gehalte van 28000 tot 35000 en bij voorkeur een isocyanaat als polymerizatiepartner. De-10 ze kleefmiddelen kunnen op de paneelvlakken worden aangebracht bij een piek-temperatuur van het metaal van 180-230C en kunnen de film zo hechten aan het paneeloppervlak bij een temperatuur van 180-200C. Rhenania verkoopt dergelijke kleefmiddelen onder de aanduidingen KL 43301 en KL 43303, en kan hieraan conventionele anorganische pigmenten toevoegen zoals titanium dioxide of ijzer-15 oxide, of organische pigmenten om de buitenvlakken van de profielen volgens deze uitvinding de gewenste kleureigenschappen te geven. Andere geschikte kleefmiddelen zijn verkrijgbaar bij Sigma Coatings (Parc Industrial, Zone D, B-7170 België) onder de aanduiding SC Basecoat Sigmalam. Deze kleefmiddelen kunnen gemakkelijk worden opgebracht met een dikte van 2 tot 40 micrometer, bij voorkeur 5 tot 20 30 micrometer, met als eerste keuze 10 tot 25 micrometer.

De uitvinding is natuurlijk niet beperkt tot de boven omschreven uitvoeringsvormen welke gewijzigd kunnen worden zonder afbreuk te doen aan de omvang van de uitvinding of zonder al zijn voordelen op te geven. In dit opzicht zijn de uitdrukkingen in voorgaande beschrijving zoals “voor”, “achter”, “rechts”, 25 “links", “opstaand”, “horizontaal”, “lengte”, “kops” en “verticaal” slechts gebruikt als relatieve uitdrukking om de verhoudingen van de verschillende elementen van de tuinberging volgens de uitvinding te beschrijven.

Bij voorbeeld, de bergingen 1 en 11 van deze uitvinding kunnen voorzien worden van een extra tussenkanaalelement 5 en 15 tussen twee buitenste kanaal-30 elementen 3 en 13, waarbij langwerpige panelen 8 en 18 voorzien worden tussen naburige paren buiten- en tussenkanaalelementen 3, 5 en 13, 15, evenals tussen naburige paren tussenkanaalelementen 5 en 15.

Ook kunnen de kanaalelementen 3, 5 en 13, 15 bij voorbeeld voorzien worden van parallelle (i.e. voor- en achter-) kanalen 6, 7 en 16, 17 en onder- en bo-35 vensets onderling verbonden panelen 8 en 18. De kopse einden van een set pane- tot 0075 -8- len (bijv. de bovenste) kunnen verschuifbaar opgenomen worden in een van de kanaalparen (bijv. aan de voorkant) en de laterale einden van de andere set panelen (bijv. de onderste) kunnen verschuifbaar geplaatst worden in de andere kanalen (bijv. de achterkanalen). Daarbij kan elke set panelen (bijv. de onderste set aan 5 de achterkant) in zijn kanalen (bijv. de achterste kanalen) verplaatst worden (bijv. naar boven) naast de andere set panelen (bijv. de bovenste set aan de voorzijde) om toegang te verschaffen tot de berging 1 en 11. Het bovenste paneel 8 en 18 van de onderste set panelen overlapt bij voorkeur (bijv. ligt voor) het bovenste paneel 8 en 18 van de bovenste set panelen en deze twee panelen zijn bij voorkeur 10 voorzien van een borgmechanisme voor het aan elkaar vastmaken van de twee om ongeoorloofde toegang tot de berging 11 te voorkomen.

Verder kunnen de kopse einden van de langwerpige panelen 8 en 18 voorzien worden van conventioneel plastic (bijv. PVC of Teflon) coatings of van runners om de schuifbeweging van de panelen in de kanalen 6, 7 en 16, 17 te vergemakke-15 lijken.

Voorts kunnen de kanaalelementen 3, 5, 13 en 15 gemaakt zijn van metaal zoals staal of aluminium, bij voorkeur met in de kanalen 6, 7, 16 en 17 een standaard afwerking voor een lage wrijving.

i 1010075

Claims (12)

1. Een tuinberging welke twee opstaande, in hoofdzaak parallel verlopende buitenste kanaalelementen (3 en 13) omvat, met zijwaarts open buitenka- 5 nalen (6 en 16) die naar elkaar toe open zijn; een veelvoud zich in lengte richting uitstrekkende langwerpige panelen (8 en 18); een eerste kops einde van de panelen (8 en 18) bevindt zich in een buitenkanaal (6 en 16); de boven- en onder-, zich in lengterichting uitstrekkende randen van aangrenzende panelen (8 en 18) staan met elkaar in contact; elk buitenste kanaal-10 element (3 en 13) omvat: een verticaal deel (3a en 13a) aan de voorzijde, een zich naar achter toe uitstrekkend horizontaal deel (3b en 13b) boven het verticale deel; en een boogvormige overgang (3c en 13c) tussen de verticale en horizontale delen.

2. De tuinberging volgens conclusie 1 welke verder tussen en in hoofdzaak 15 parallel aan de buitenste kanaalelementen (3 en 13) een opstaand tussen- kanaalelement (5 en 15) met twee zijwaarts open tussenkanalen (7 en 17) omvat die in tegengestelde richtingen open zijn; een tweede kops einde van de panelen (8 en 18) bevindt zich in een tussenkanaal (7 en 17) bevindt; het buitenste kanaalelement omvat: een verticaal deel (5a en 15a) aan de voor-20 zijde; een zich naar achter uitstrekkend horizontaal deel (5b en 15B) boven het verticale deel; en een boogvormige overgang (5c en 15c) tussen de verticale en horizontale delen.

3. De tuinberging volgens conclusie 1 of 2 waarbij elk kanaal zich uitstrekt langs in hoofdzaak de gehele lengte van zijn kanaalelement en de kanalen 25 alle in hoofdzaak dezelfde breedte hebben.

4. De tuinberging volgens een der conclusies 1-3 waarbij de verticale delen in hoofdzaak parallel aan elkaar verlopen, de horizontale delen lopen in hoofdzaak parallel aan elkaar en de boogvormige overgangen zijn in hoofdzaak parallel aan elkaar.

5. De tuinberging volgens een der conclusies 1-4 waarbij het ondereinde van elk verticaal deel (3a en 13a) op de grond rust en de achtereinde van elk horizontaal deel (3b en 13b) ingericht is om tegen een opstaande structuur te worden geplaatst.

6. De tuinberging volgens een der conclusies 1-5 waarin de kopse einden van 35 de panelen (8 en 18) in de kanalen verschuifbaar opgenomen zijn. 1010075 -10-

7. De tuinberging volgens een der conclusies 1-6 waarin de zich in lengterichting uitstrekkende boven- en onderranden van de aangrenzende panelen (8 en 18) onderling, bij voorkeur onderling schamierbaar met elkaar verbonden zijn.

8. De tuinberging volgens een der conclusies 1-7 waarin elk van de kanaal- elementen verder een bij voorkeur verticale verlenging naar beneden toe omvat aan de achterzijde van het horizontale deel.

9. De tuinberging volgens conclusie 8 welke verder een veelvoud opstaande zich lateraal uitstrekkende zijwandpanelen (23) omvat tussen de achterver- 10 lenging (21) en het verticale deel (13a) van elk der buitenste kanaalelemen- ten (13).

10. De tuinberging volgens een der conclusies 1-9 waarin de kanaalelementen van hout en de panelen (8 en 18) van aluminium zijn.

11. De tuinberging volgens een der conclusies 1-10 waarin elk van de panelen 15 (8 en 18) een onderling scharnierbaar rolluikprofïel uit figuur 3 of 4 is.

12. De tuinberging volgens conclusie 10 en 11 waarin de panelen gelakt zijn met de lak volgens het Engelse octrooi GB 2.141.725 of voorzien zijn van een bekleding volgens de Europese octrooiaanvrage 97203605.7. i 1010075