NL8402280A - Deur of draairaam. - Google Patents

Description

£ - -* f ' Deur of draairaam

De uitvinding:; heeft betrekking op een deur of draairaam, bestaande uit twee stijlen en tenminste twee dorpels.

De laatste jaren zijn door de hogere energieprijzen de isolatie-eisen van woningen en gebouwen hoger geworden. Dubbele begla-5 zing en tochtafdichting zijn daarbij belangrijke helpers cm aan deze eisen te voldoen. Echter in bestaande buitendeuren en draairamen is niet zender meer dubbel glas te plaatsen, daarvoor zijn de glassponingen meestal niet diep en breed genoeg en bij ramen is de omlijsting zelf vaak te zwak. Mat het toepassen van speciale glaslijsten of profielen 10 warden veelal halve oplossingen gegeven. Ook het achteraf aanbrengen van bochtstrippen is geen volmaakte oplossing. Het vervangen van draairamen af buitendeuren kan vel, maar is relatief duur. Het vereist, vooral bij enkele stuks, veel organisatietalent, cm^tiirmerman en schilder meerdere iralen om en cm moeten komen om telkens een deel van het werk 15 uit te voeren. Hoewel minimale eisen zijn voorgeschreven, is het uiteindélijke resultaat afhankelijk van vakmanschap en samenwerking van de uitvoerenden, ontstaan er echter foutjes of problemen, dan wordt veelal de zogenoemde "zwarte piet" door-geschoven en de opdrachtgever blijft met een gebrekkig produkt zitten. Al met al argumenten om draairamen en 20 deuren bij isolatieopdrachten maar te laten zitten.

De onderhavige ontwikkeling is opgezet, om voor deze problemen een oplossing te bieden en de uitvinding heeft ten doel, een draairaam of deur te verschaffen, die geheel kant en klaar met glas, beslag, afgelakt en wel op de bouw wordt afgeleverd, waarbij de montage, 25 in het bijzonder van de ruit, een eenvoudige handeling moet zijn.

Dit doel wordt bereikt, doordat volgens de uitvinding tussen de stijlen en de dorpels een pen- en groefverbinding met één of meer drevels is aangebracht en doordat tussen de dorpels onderling een messingen groefverbinding is aangebracht.

30 Dankzij de U-vormige verbinding tussen de stijlen en de dorpels ontstaat een uitermate stevige houtverbinding, in het bijzonder een combinatie van een vaste pen- en groefverbinding met drevels. De in doorsnede symmetrische deuropbouw of raamepbouw heeft diverse voordelen 8402280 Λ ΐ - 2 - " zoals geen vaste binnen- of buitenzijde, minder vervormingen ten gevolge van krimpen en zwellen, en een gering aantal verschillende onderdelen per deur of draairaam.

Voor houten deuren is de opppervlakte-afwerking erg belang-5 rijk. Deze afwerking kcant bij de bekende deuren en draairamen meestal niet in de verbindingen. Door het zwellen en krimpen van het hout gaan deze verbindingen na verloop van tijd iets open staan, met alle gevolgen van dien. De volgens de uitvinding toegepaste verbinding, namelijk de combinatie van de vaste pen- en groefverbinding en de drevels maakt 10 het mogelijk, de onderdelen vooraf te lakken, daarna de drevelgaten te boren en de drevels te plaatsen. Op deze wijze zijn de verbindingen geheel gelakt en is er toch een sterke houtverbinding door de drevels en de symmetrische vaste pen- en groefverbinding.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de deur of het draai-15 raam volgens de uitvinding hébben de dorpels een standaardhoogte en hebben de boringen voor de drevels een hartafstand gelijk aan de dor-pelhoogte, waarbij de bovenzijde van de deur als standvlak is gekozen.

Door de dorpels qua hoogte te standaardiseren, de drevels in de dorpels steeds cp dezelfde plaats te monteren en het boorpatroon 20 van de drevels in de stijlen op veelvouden van de hartaf stand van twee dorpels te kiezen, met de bovenzijde van de deur als zogenoemd standvlak, ontstaan ook gestandaardiseerde glashoogtes.

Het vaste boorpatroon en de gestandaardiseerde dorpelhoogtes maken, dat in principe alleen vaste deurhoogtes gemaakt kunnen worden.

25 Om elke deurhoogte te kunnen maken, is bij een bijzonder doelmatige uitvoeringsvorm: van de deur of het draairaam volgens de uitvinding de onderdorpel met een hoogte gelijk aan tweemaal de standaardhoogte uitgevoerd.

Daarbij zijn alleen in de bovenste helft van de onderdorpel 30 drevels geplaatst. De deur kan over een dorpelhoogte (die gelijk is aan de hartaf stand van de drevels) worden ingékort, zonder de sterkte van de constructie nadelig te beïnvloeden.

Hetzelfde geldt voor de breedte van de deur of het draairaam, door de lengte van de dorpels met telkens 50 irm verschil te 35 laten oplopen en de stijlen elk 25 mm afzaag-/ of afschaafbaar uit te 8402280 «1 * - 3 - voeren. Op deze wijze ontstaat een deurconstructie, bestaande uit een aantal gestandariseerde stijlen, dorpels, maar ook glasruiten, die cp elke gevenste maat kan warden afgezaagd respectievelijk afgeschaafd. Bij een deur of draairaam, voorzien van tenminste één 5 ruit, waarbij nabij één hoek van de ruit een paar stëlblckjes is toegepast, is volgens de uitvinding nabij de diagonaal tegenoverliggende hoek van de ruit eveneens een paar stelblokjes toegepast en is tenminste één van de stelblokjes met een stelschroef aandrukbaar.

Bij de tot nu toe toegepaste deuren met een ruit of draai-10 ramen, waarbij langs de onderrand van de ruit aan beide zijden een aluminium· afsluitprofiel is toegepast, moet de ruimte tussen de ruit en één van de stijlen, bijvoorbeeld de hangstijl, vanaf het aluminium afsluitprofiel worden opgevuld met een uithardende kit of schuim. Dit heeft twee nadelen. Bij vervanging kan de ruit alleen in gebroken 15 toestand worden verwijderd en de beluchting van de ruitsponning werkt niet, omdat ter plaatse van het schuim of de kit de doorgang is afgesloten.

Door toepassing van de stel- of spatiéblokjes aan beide diagonaal tegenover elkaar liggende hoeken van de ruit en de stelbout 20 voor het aandrukken van één van de blokjes, kunnen deze nadelen worden cpgéheven, andat nu de ruit gemakkelijk zonder te breken kan worden gedementeerd en de doorgang voor de sponiumgbeluchting open blijft.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelidht.

25 Pig. 1 is een vooraanzicht van de deur volgens de uitvinding, fig. 2 is een doorsnede cp een grotere schaal volgens de lijn II-H in fig. 1, fig. 3 is een doorsnede op een grotere schaal volgens de lijn III-III in fig. 1 van de messing- en groefverbinding tussen de 30 onderste en cp één na onderste dorpel van de deur , fig. 4 is een doorsnede cp een grotere schaal volgens de lijn 17-17 in fig. 1 en fig. 5 is een doorsnede op een grotere schaal volgens de lijn 7-V in fig. 1.

35 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van 8402280 - 4 - de in de tekening weergegeven buitendeur, maar de uitvinding kan even goed worden toegepast op een binnendeur, een draairaam, een dakraam, een luik of nog een ander af sluitorgaan.

De in fig. 1 getekende buitendeur 1 is opgebouwd uit een hang-5 stijl 2 met scharnieren 3 in de vonttuvan bijvoorbeeld bladpaumelles, een sluitstijli-4 met een slot 5, een bovendorpel 6, een dubbele ruit 7, een ruitoiderdorpel 8, tussendorpels 9, 10, 11 en 12 en een cnder-dorpel 13. Op de onderdorpel 13 is aan de buitenzijde een houten stootprofiel 14 bevestigd met spijkers of schroeven 15, welk profiel 10 tevens het inslaan van regen voorkomt (zie ook fig. 3). Tussen het stootprofiel 14 en de onderdorpel 13 is aan de onderzijde nog een rubber of kunststof afdichtprofiel 16 geklemd.

Volgens de uitvinding is tussen de hangstij! 2 en de dorpels 6, 8-13 en tussen de sluitstijl 4 en de dorpels 6, 8-13 een pen- en 15 groef verbinding 17-18 aangehracht, zie fig. 4 rechterdeel. Daarbij zijn de ddrpels 6, 8-13 aan beide einden voorzien van een pen 17 over de gehele breedte van de dorpel, terwijl in de hangstijl 2 en de sluitstijl 4 aan de naar de dorpel toegekeerde zijde over de gehele lengte een U-vormige groef 18 is aangebracht.

20 Tevens zijn volgens de uitvinding in elke pen- en groefver- binding 17-18 één of meer drevels 19 aangebracht, zie de figuren 2, 3 en 4, waarbij in de dorpels en de stijlen een gat is geboord, waarin de drevels 19 net een klenpassing onder toepassing van lijm of een ander kleefmiddel zijn bevestigd. De drevels 19 zijn in hoofdzaak ronde pennen 25 met langsgroeven aan de ontrek.

Verder is volgens de uitvinding tussen de dorpels 8-13 onderling een messing- en groefverbinding 20-21 aangebracht. Daarbij is telkens de bovenste dorpel van elk paar 8-9, 9-10 enz. voorzien van een U-groef 20 in de onderrand en de onderste dorpel van elk paar van een 30 messing 21 aan de bovenrand, welke groef 20 en messing 21 met een klem-passing in elkaar zijn gemonteerd. Verder is tussen de groef 20 en de messing 21 een elastische schuiniband 22 aangebracht, zodat de dorpels 8-13 onderling waterdicht qp elkaar kunnen worden gemonteerd en toch in de breedte of hoogte kunnen zwellen en krimpen. De bovendorpel 6 en de 35 raamonderdorpel 8 hébben een vlakke bovenzijde en de onderdorpel 13 heeft 8402280 9- * - 5 - een vlakke onderzijde. Ook is in elke dorpel 6, 8-13 aan beide einden telkens bij voorkeur één drevel 19 toegepast.

Dankzij de U-vormige verbinding tussen de stijlen en de dorpels met de drevels ontstaat een uitermate stevige houtverbinding, in het 5 bijzonder een combinatie van een vaste pen- en groefverbinding met drevels. De in doorsnede synrnetrische deurcpbouw heeft diverse voordelen, zoals geen binnen- of buitenzijde, minder vervangingen als gevolg van krimpen en zwellen, en een gering aantal verschillende onderdelen per deur.

10 Voor houten deuren is de cppervlakte-afwerking erg belangrijk.

Deze afwerking kant meestal niet in de verbindingen terecht. Door het zwellen en krimpen van het hout gaan deze verbindingen na verloop van tijd iets open staan, met alle gevolgen van dien.

De gekozen verbinding namelijk de combinatie van de vaste pen-15 en groefverbinding met de drevels maakt het mogelijk, de onderdelen vooraf te lakken, daarna de drevelgaten te boren en de drevels met behulp van lijm te monteren. Op deze wijze zijn de verbindingen geheel gelakt en verkrijgt men toch een sterke lijm-houtverbinding door middel van de drevels en de symretrische vaste pen- en groefverbinding.

20 Volgens de uitvinding hébben de dorpels 6, 8-13 een standaard hoogte h en hebben de boringen voor de drevels 19 een hartafstand a, die gelijk is aan de dorpelhoogte h, waarbij de bovenrand van de deur 1 als uitgangs- of standvlak s is gekozen.

Door de dorpels 6, 8—13 qua hoogte te standaardiseren, de 25 drevels 19 in de dorpels steeds op dezelfde plaats te monteren en het bocrpatrocn van de drevels 19 in de stijlen 2 en 4 qp veelvouden van de hartaf stand a van twee dorpels te kiezen, met de barenzijde van de deur 1 als zogenoemd standvlak s, ontstaanock gestandaardiseerde glashoogtes.

Wanneer de dorpels 6, 8-13 en de stijlen 2 en 4 gereed zijn, 30 kunnen de gaten voor de drevels 19 warden geboord en de drevels worden voorzien van lijm en in de gaten in de dorpels worden geperst. Dan worden de stijlen 2 en 4 met de U-vormige groef 18 tegenover de pennen 17 aan de dorpels geplaatst, waarbij dé drevels 19 op ëên lijn met de boringen in de stijlen liggen en de stijlen in een pers naar elkaar toe 35 warden gedrukt en met de U-vormige groef 18 op de dorpelpennen 17 warden geperst, waarbij; de deur 1 na montage van de bladpaumelles 3 en het 8402280

/· V

- 6 - slot 5 gereed is voor montage.

Het vaste boorpatrocn en dêgestandaardiseerde dorpelhoogtes maken, dat in principe alleen vaste deurhoogtes kunnen worden gemaakt.

Om elke deurhoogte te kunnen maken, is bij een bijzonder doel-5 matige uitvoeringsvorm van de deur volgens de uitvinding de onderdorpel 13 met een hoogte gelijk aan tweemaal de standaardhoogte h uitgevoerd.

Daarbij worden alleen in de bovenste helft van de onderdorpel 13 drevels 19 geplaatst. De deur kan over één dorpelhoogte (is gelijk aan de hartafstand a van het boorpatrocn) worden ingekort, zender de 10 sterkte van de constructie nadelig te beinvloeden.

Hetzelfde geldt voor de deurbreedte, door de dorpellengte met telkens 50 mti verschil te laten oplopen en de stijlen elk 25 mm afzaag-en/of afschaafbaar uit te voeren.

Op deze wijze ontstaat een deurconstructie, bestaande uit een 15 aantal gestandaardiseerde stijlen 2, 4 en dorpels 6, 8-12, maar ook glasruiten 7, welke deur af zaag- respectievelijk afschaafbaar is tot elke gewenste maat.

De deur 1 is voorzien van een ruit 7, in dit geval een dubbele ruit. De ruit 7 is gemonteerd in de U-vormige groeven of sponningen 20 20 en 18 in de bovendorpel 6 respectievelijk de hangstijl 2 en de sluit-stijl 4. De ruit 7 is op de vlakke bovenrand van de ruitonderdorpel 8 ondersteund door middel van een strook 22 van afdichtmateriaal, „waarop een uit twee delen 23 en 24 bestaand aluminiunprofiel rust. In de rechtercnderhoek van de ruit 7 is qp het deel 23 van het aluminium-25 profiel een (of meer) hard rubberen stel- of cpsluitblokje 25 geplaatst, waarbij de ruit 7 op het blokje 25 rust. In het vaste deel 23 van het aluminiumprofiel zijn nog gaatjes 23a aangebracht ter beluchting van de glasspcnning rondom de ruit 7.

Verder is in dezelfde hoek van de ruit 7 nog een hard rubberen 30 stelblokje 26 geplaatst, dat met behulp van eenstelschroef verplaatsbaar is, zoals hierna nader zal worden toegelicht. In de linker bovenhoek van de ruit 7, diagonaal tegenover de eerstgenoemde stelblokjes 25 en 26 zijn nog een paar hard rubberen stelblokjes 27 en 28 geplaatst, waarbij alle stelblokjes 25-28 op ongeveer 10 cm van de hoek van de 35 .ruit zijn geplaatst.

8402280 S φ - 7 - * Het aluminiurnprofiel 24 is aan beide einden voorzien van een uitstekende lip 29, die In de U-vormige groef 18 in de stijlen 2 en 4 grijpt. De ruit 7 is waterdicht in het aluminiurnprofiel 23, 24 en de U-vormige groeven 18 en 20 in de stijlen 2 en 4 en de bovendorpel 5 6 opgesloten door middel van een rubber of kunststof inrolprofiel 30 en 31.

Volgens de uitvinding is het stelbldkje 26 aandrukbaar met een stelschroef 32, die is gemonteerd in een getrapte boring 33, 34 in de hangstijl 2, zie fig. 5.

10 In de bodem van de sponning 18 is nog een uitsparing 35 gemaakt, waarin het stelblokje 26 past. De stelschroef 26 is geschroefd in een schroefdraadboring 36 van het stelblokje 26 en is aan de kcpzijde opgesloten, bijvoorbeeld door middel van een veer-ring 37.

15 Het voordeel van het met de stelschroef 32 aandrukbare stelblokje 26 blijkt uit de volgende beschrijving van het monteren en dementeren van de ruit 7 in de deur 1.

« Hét plaatsen van de glasruit 7 gaat als volgt: de hoogte van de ruit 7 is gelijk aan de doorzichtmaat tussen de 20 betreffende dorpels 6 en 8 minus ongeveer 5 nm. De .ruitbreedte is gelijk aan de horizontale doorzichtmaat plus 3/4 van de diepte van de U-vormige sponning 18 in de stijlen 2 en 4.

De hard rubberen blokjes 27 ei 28 aan de bovendorpel 6 en de sluitstijl 4 worden als eerste aangebracht en vervolgens wordt 25 het stelblokje 26 in de uitsparing 35 in de sponning 18 gedrukt, de stelschroef 26 in de getrapte boring 33, 34 en in het stelblokje 26 gedraaid, en dan de veerring 37 aangebracht.

Nu wordt in de ruimte tussen de onderzijde van de ruit 7 en het vaste deel 23 van het aluminiurnprofiel het stelblokje 25 ge-30 plaatst en vervolgens het losse deel 24 van het aluminiunprof iel gemonteerd.

Vervolgens wordt met een schroevendraaier of inbussleutel de stelschroef 26 gedraaid, tot dat het stelblokje tegen de ruit 27 aandeukt, zodat de ruit 7 dan op de juiste wijze is opgesloten.

35 Bij demontage van de ruit 7, bijvoorbeeld om deze te ver vangen, warden eerst de kunststof inrolprofielen 30 en 31 verwijderd, 8402280 f λΓ - δ - ' het losse deel 24 van het aluminiumprofiel gedemonteerd, het stel- blokje 26 teruggedraaid en het stelbldkje 25 weggehaald. Nu kan de ruit 7 verder in de spanning 18 in de hangstijl 2 worden geschoven, zodat de ruit 7 nu aan drie zijden vrij is en door draaien on de 5 langsrand in de sponning 18 in de hangstijl 2 gemakkelijk uit de deur kan worden genoten.

Hieruit blijkt, dat de ruit 7 gemakkelijk kan worden gemonteerd, geheel rondom in de sponning is opgesloten en zonder te breken gemakkelijk kan worden gedementeerd.

10 De hartlijn van de stelschroef 32, die dient voor het opsluiten van de ruit 7 in zijn U-vomige sponningen 18-20-18 in de sluitstijl 4 de bovendorpel 6 en de hangstijl 2, alsmede tussen de aluminium profielen 23 en 24, ligt in het middenvlak van de deur 1 zodat het niet mogelijk is de ruit 7 in zijn geheel te demonteren, 15 als de deur gesloten is. Daardoor wordt een uitstekende beveiliging tegen inbraak verkregen.

Tot nu toe is het in de bouwwereld bij houten deuren en ramen algemeen gebruikelijk, voor het monteren van de ruiten glaslatten toe te passen. Deze glaslatten hebben verschillende nadelen, 20 zij moeten apart worden vervaardigd, bewerkt en gemonteerd en bij vervanging de ruit, bijvoorbeeld bij glasbreuk is het een omslachtig en tijdrovend karwei, de glaslatten te dementeren, de ruit te vervangen en de glaslatten weer opnieuw te monteren, waarbij men meestal gébruik maakt van de reeds aanwezige schroef gaatjes en schroeven.

25 Dit komt niet ten goede aan een stevige en onberispelijke montage van de ruit, omdat de schroef gaatjes door het uit- en indraaien van de schroeven wijder worden en de sleuf door de schroevedraaier beschadigd wordt.

Bij de bovenbeschreven montage van de ruit in de spon-30 ningen 18-20-18 in de stijlen 2 en 4 en in de bovendorpel 6, alsmede tussen de aluminium profielen 23 en 24 treden deze nadelen niet qp en worden de daaruit voortvloeiende voordelen bereikt.

8402280

Claims (6)

1. Deur of draairaam, bestaande uit twee stijlen en ten minste twee dorpels, met het kenmerk, dat tussen de stijlen (2, 4) en de dorpels (6, 8-13) een pen- en groefverbinding (17-18) met één of meer drevels (19) is aangebracht en dat tussen de dorpels (8-13) 5 onderling een messing- en groefverbinding (20-21) is aangebracht.

2. Deur of draairaam volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de dorpels (6, 8-12) een standaard hoogte hebben en dat de boringen voor de drevels (19) een hartafstand (a) gelijk aan de dorpel-hoogte (h) hefcben, waarbij de bovenzijde van de deur (1) als stand- 10 vlak (s) is gekozen.

3. Deur of draairaam volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de cnderdorpel (13) met een hoogte gelijk aan tweemaal de standaardhoogte ' h) is uitgevoerd.

4. Deur of draairaam volgens conclusie 1, 2 of 3, voorzien 15 van ten minste één ruit, waarbij nabij één hoek van de ruit een paar stelblokjes is toegepast, met het kenmerk, dat nabij de diagonaal tegenoverliggende hoek van de ruit (7) eveneens een paar stelblokjes (25, 26) is toegepast en dat tenminste één van de stelblokjes (26) met een stelschroef. (32) aandrukbaar is.

5. Deur of draairaam volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de stelschroef (32) is gemonteerd in een getrapte boring (33, 34) in één van de stijlen (2, 4) van de deur, in het stelblokje (26) is geschroefd en aan de kopzijde is opgesloten (37).

6. Deur of draairaam volgens conclusie 4 of 5 , met het 25 kenmerk, dat de ruit (7) is gemonteerd in sponningen (18-20-18) mst een U-vormige dwarsdoorsnede in de hangstijl (2), de bovendorpel (6) respectievelijk de sluitstijl (4) van de deur (1) of het draairaam. é 8402280