NL1009615C2 - Werkwijze en inrichting voor het scheiden van op soldeer drijvend dross. - Google Patents

Description

5

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET SCHEIDEN VAN OP SOLDEER DRIJVEND DROSS

Bij het uitvoeren van soldeerprocessen ontstaat dross. Dross bestaat uit oxyden van de metalen, waaruit het soldeer is samengesteld, dus veelal tinoxyde en loodoxyde. Verder omvat dross verontreinigingen die 10 afkomstig zijn van de gebruikte flux of van andere, bij het proces toegepaste middelen. Dross heeft een soortelijke massa die kleiner is dan die van soldeer, zodat dross op het soldeer drijft. Hierbij verstoort dross het soldeerproces.

15 Volgens de stand van de techniek is het bekend dross te verwijderen door dit regelmatig uit het soldeer-bad te scheppen en af te voeren.

Onderzoek heeft echter uitgewezen dat dross niet alleen wordt gevormd door metaaloxyden en veront-20 reinigingen van chemische middelen, maar dat dross ook gevormd wordt door niet-geoxydeerd soldeer. Tijdens het oxydatieproces vormen zich kernen van soldeer die door oxyden worden omgeven. Klusters van dergelijke eenheden vormen het dross.

25 Bij het afscheppen van het dross worden aldus niet alleen metaaloxyden en eventuele andere verontreinigingen verwijderd, maar tevens een aanzienlijke hoeveelheid bruikbaar soldeer. Dit leidt tot het afvoeren van een grote hoeveelheid van metalen, waarvan een aan-30 zienlijk deel nog bruikbaar is, hetgeen uit milieutechnisch en bedrijfseconomisch oogpunt ongewenst is.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een werkwijze en een inrichting, waarbij het dross gescheiden wordt in metaaloxyde en soldeer, 35 opdat de nadelen van de stand der techniek worden vermeden .

Dit doel wordt bereikt door een dergelijke werkwijze, waarbij herhaaldelijk door het dross wordt 1009615 2 gesneden met tenminste een mes in een richting parallel aan het mes en het residu van het soldeer wordt verwijderd.

Tevens wordt dit doel bereikt door een in-5 richting die tenminste een mes omvat dat beweegbaar is langs een zich door een vat heen parallel aan het vlak van het mes uitstrekkend traject, waarbij het tenminste ene mes is ingericht om tijdens de beweging langs het traject door het dross heen te snijden.

10 Door de hierboven aangeduide snijhandeling worden de eenheden van het dross, die worden gevormd door door metaaloxyden omgeven kernen van soldeer, vernield, waardoor het soldeer vrijkomt en aan het reeds in het bad aanwezige soldeer wordt toegevoegd, en het vrijkomende 15 metaaloxyde op het soldeer zal gaan drijven. Hierbij vindt een aanzienlijke volume en massareductie van dross tot metaaloxyde plaats. Het metaaloxyde is in het algemeen poedervormig en kan vervolgens gemakkelijk worden verwijderd.

20 Overigens is uit het artikel "Removing dross from molten solder", NTIS Technical Notes, Marshall Space Flight Center, Alabama, US, pag. 1100 een inrichting bekend, waarbij een mes-achtig element door een bad met gesmolten soldeer heen wordt bewogen. Het blad beweegt 25 zich echter loodrecht op zijn hoofdvlak, zodat een schraap- of schepfunctie en geen snij functie wordt verkregen.

Hierbij wordt er op gewezen dat het desbetreffende metaaloxyde na chemische reductie geschikt is als 30 zuivere grondstof voor het bereiden van soldeer. Dit is een milieutechnisch en economisch voordeel. Uiteraard zal hierbij, afhankelijk van de verontreiniging nog een verdere reinigingsstap moeten worden toegepast.

Volgens een aantrekkelijke uitvoeringsvorm 35 wordt het soldeer naar een scheidingsvat getransporteerd, voordat de snijhandeling plaatsvindt en wordt het resulterende soldeer naar het vat teruggevoerd.

1009615 3

Volgens deze uitvoeringsvorm is dit vat een scheidingsvat en is het scheidingsvat verbonden met een bewerkingsvat door toevoemiddelen voor het van het bewerkingsvat naar het scheidingsvat voeren van van dross 5 voorzien soldeer en door afvoermiddelen voor het van het scheidingsvat naar het bewerkingsvat terugvoeren van soldeer, waarbij de toevoermiddelen op een hoger niveau in het scheidingsvat uitmonden dan de afvoermiddelen.

Als gevolg van deze maatregelen is het mogelijk 10 de in het bewerkingsvat uit te voeren handelingen, zoals het solderen van voorwerpen op de normale wijze uit te voeren, terwijl de scheidingshandeling afzonderlijk kan plaatsvinden. In het scheidingsvat kan dan ook qua dimensionering een dergelijke, op de hierin uit te voeren 15 handelingen worden toegespitst.

Andere aantrekkelijke uitvoeringsvormen blijken uit de onderconclusies.

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuur 1 die een 20 gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht toont van een soldeervat dat van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding is voorzien.

De inrichting omvat een soldeervat l, waarin twee soldeertorens 2,3 zijn aangebracht. Boven het vat 25 worden te solderen voorwerpen gevoerd, zodat de uit de soldeertorens 2,3 tredende soldeergolven de te solderen voorwerpen solderen. Voor het opwekken van de soldeergolven wordt gebruik gemaakt van twee pompen 4, respectievelijk 5, die door twee afzonderlijke kamers 6, 30 respectievelijk 7 met de soldeertorens 2,3 zijn verbonden .

De tot zover beschreven inrichting is in de stand van de techniek algemeen bekend, zodat de betreffende onderdelen niet nader behoeven te worden toe-35 gelicht.

Voor het verwijderen van dross wordt volgens de uitvinding gebruik gemaakt van een scheidingsvat 8 dat bij het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld gedeeltelijk in, 1009615 4 gedeeltelijk op het bewerkingsvat 1 is geplaatst. Het zal duidelijk zijn dat het mogelijk is het scheidingsvat in een andere positie aan te brengen. Het scheidingsvat 8 bezit aan zijn zijde verhoogde bodems 9, respectievelijk 5 10, terwijl het overige deel van het scheidingsvat een verdiepte bodem heeft. In een zijwand 11 van het scheidingsvat is een toevoeropening 12 aangebracht. Deze toevoeropening 12 dient voor het aan het scheidingsvat 8 toevoeren van het in het bewerkingsvat 1 aanwezige 10 soldeer 13, dat voorzien is van dross dat in het algemeen op het soldeer drijft. Hiertoe is de opening 12 aangebracht op het niveau van de vloeistofspiegel in het vat 1, zodat niet alleen het soldeer, maar ook het daarop drijvende dross door de opening 12 tot in het scheidings-15 vat 8 terechtkomt.

Als gevolg van de wet der communicerende vaten zal de vloeistofspiegel in het scheidingsvat 8 dezelfde zijn als die in het bewerkingsvat 1.

Voor het afvoeren van het gereinigde soldeer 20 vanuit het scheidingsvat is een opening 13 aangebracht dat van het scheidingsvat 8 leidt naar het bewerkingsvat l. Bij het voorbeeld zuigt pomp 4 soldeer uit de soldeer-pot 1. Het traject tussen opening 13 en aanzuigopening wordt gebruikt om eventueel niet achtergebleven dross te 25 laten stijgen.

Het zal duidelijk zijn dat diverse andere configuraties zouden kunnen worden toegepast.

Voor het uitvoeren van de eigenlijke separatie-werking is boven het scheidingsvat 8 een drager 14 aange-30 bracht die in de lengterichting van het scheidingsvat 8 beweegbaar is. Hiertoe is de drager bevestigd op een beugel 15, welke beweegbaar is langs een rail 16. Voor de : aandrijving hiervan wordt gebruik gemaakt van een niet in de tekening weergegeven aandrijfmechanisme, bijvoorbeeld 35 een schroefspilaandrijfmechanisme, een van een getande riem voorzien aandrijfmechanisme of een lineaire aandrijving in de vorm van een lineaire elektromotor of een hydraulische of pneumatische cilinder.

10096 IS

5

Op de drager 14 zijn in het onderhavige geval vijf mesdragers 17 aangebracht, welke elk draaibaar zijn ten opzichte van de drager 14. Aan elk van de mesdragers 17 is een mes 18 bevestigd. Elk van de mesdragers is met 5 een bedieningspen 19 verbonden, welke op zijn beurt verbonden is met een op de drager 14 aangebracht lineair aandrijfelement 20. Door het bedienen van het lineair aandrijfelement 20 is het aldus mogelijk de messen 18 te laten draaien. De dimensionering van de messen 18 is 10 zodanig, dat deze juist boven de verhoogde bodems 9,10 bewegen, en aldaar een schraapwerking hebben.

In de verhoogde bodems 9,10 zijn openingen 21 aangebracht die leiden naar onder de betreffende bodems aan te brengen opvulhouders 22.

15 Vervolgens zal de werking van de onderhavige uitvinding worden toegelicht.

Bij het in werking stellen van de soldeer-inrichting zullen de pompen 4 en 5 soldeer naar de soldeertorens 2,3 stuwen, welke na de vereiste soldeer-20 handeling het soldeer weer in het soldeervat 1 doen vloeien, waarna het soldeer het scheidingsvat 8 zal binnentreden door de opening 12 heen. Al het soldeer, dat met dross verontreinigd is, zal door de openingen 12 heen treden tot in het scheidingsvat.

25 Op regelmatige tijdsafstanden zal de drager 14 een lineaire beweging uitvoeren in de lengterichting van het scheidingsvat 8, zodat de messen 18 deze beweging zullen volgen. De dimensionering van de messen en het vat is zodanig, dat tijdens deze bewegingen het op het 30 soldeer drijvende dross wordt doorsneden, zodat, zoals reeds in de inleiding vermeld is, het dross gescheiden wordt in soldeer en een residu.

Dit residu, dat hoofdzakelijk poedervormig is en een laag soortelijk gewicht heeft, zal boven op het 35 soldeer gaan drijven. Bij de heen-en-weer-gaande beweging van de dragers 17 wordt op beide keerpunten bij de bodem 9 en 10 de lineaire aandrijfinrichting 20 geactiveerd, zodat hier een schraapactie tegen de wand wordt uitge- 1009619 6 voerd en eventueel vastklevende oxiden worden losgemaakt. Na een bepaalde tijd zal het poederachtige residu een bepaald niveau bereiken en over de bodem 9 en 10 worden geschoven naar opening 21 en in een afvoervat 22 worden 5 opgevangen.

Deze moeten dan ook regelmatig worden geleegd. Aldus is een effectieve inrichting verkregen voor het reinigen van soldeer, waarbij het normaliter als afval afgeschepte dross voor een deel nuttig gebruikt kan 10 worden als soldeer en voor een ander deel wordt omgezet in een materiaal dat door eenvoudige chemische werkingen in soldeer kan worden omgezet.

1009615

Claims (13)

1. Werkwijze voor het scheiden van op soldeer 5 drijvend dross tot soldeer en een residu, gekenmerkt door het herhaaldelijk door het dross snijden met tenminste een mes in een richting parallel aan het vlak van het mes en het van het soldeer verwijderen van het residu.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het ken-10 merk, dat het soldeer van een soldeervat naar een scheidingsvat wordt getransporteerd, voordat de snij-handeling plaatsvindt, en dat het resulterende soldeer naar het soldeervat wordt teruggevoerd.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het 15 kenmerk, dat het residu door het afscheppen wordt verwijderd.

4. Inrichting voor het scheiden van dross dat drijft op in een vat aanwezig soldeer tot soldeer en een residu, met het kenmerk, dat de inrichting tenminste een 20 mes omvat dat beweegbaar is langs een zich door het vat heen parallel aan het vlak van het mes uitstrekkend traject, en dat het tenminste ene mes is ingericht om tijdens de beweging langs het traject door het dross heen te snijden.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de inrichting een aantal aan een gemeenschappelijke drager bevestigde messen omvat, waarvan de bladen zich parallel aan elkaar uitstrekken, en dat het traject zich hoofdzakelijk horizontaal uitstrekt.

6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat het vat een scheidingsvat is, en dat het scheidingsvat verbonden is met een soldeervat door toevoermiddelen voor het van het soldeervat naar het scheidingsvat voeren van van dross voorzien soldeer en 35 door afvoermiddelen voor het van het scheidingsvat naar het soldeervat terugvoeren van soldeer. 1009619

7. Inrichting volgens conclusie 4, 5 of 6, met het kenmerk, dat het scheidingsvat is voorzien van af-schepmiddelen voor het afscheppen van het residu.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het 5 kenmerk, dat de afschepmiddelen een verhoogd bodemdeel omvatten en een schraaporgaan voor het afschrapen van het bodemdeel.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het schraaporgaan tenminste een van de aan 10 drager bevestigde messen omvat.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het verhoogde bodemdeel met een afvoervat voor het residu is verbonden, en dat het schraaporgaan is ingericht voor het tot in het afvoervat voeren van het 15 residu.

11. Inrichting volgens een van de conclusies 5-10, met het kenmerk, dat de messen elk simultaan om een verticale as roteerbaar aan de drager zijn bevestigd.

12. Inrichting volgens een van de conclusies 20 4-11, met het kenmerk, dat de drager is ingericht voor het uitvoeren van een lineaire reciproke beweging, en dat de messen zijn ingericht voor het aan het einde van een slag van de beweging laten roteren van de messen.

13. Inrichting volgens conclusie 6, met het 25 kenmerk, dat de toevoermiddelen een toevoerkanaal omvatten dat uitmondt in het bewerkingsvat ter hoogte van de vloeistofspiegel, en dat de afvoermiddelen een afvoerkanaal omvatten dat in het scheidingsvat uitmondt onder de vloeistofspiegel. 1009615