NL1009140C2 - Werkwijze en inrichting voor het tegen inwerking van brand beschermen van kabeltracés. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het tegen inwerking van brand beschermen van kabeltracés. Download PDF

Info

Publication number
NL1009140C2
NL1009140C2 NL1009140A NL1009140A NL1009140C2 NL 1009140 C2 NL1009140 C2 NL 1009140C2 NL 1009140 A NL1009140 A NL 1009140A NL 1009140 A NL1009140 A NL 1009140A NL 1009140 C2 NL1009140 C2 NL 1009140C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cable
cables
support material
wrapping
containment layer
Prior art date
Application number
NL1009140A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1009140A1 (nl
Inventor
Harry VOLLMER
Klaus Acker
Wolfram Adam
Original Assignee
Gruenzweig & Hartmann Montage
Bc Brandchemie Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from DE19721533A external-priority patent/DE19721533A1/de
Application filed by Gruenzweig & Hartmann Montage, Bc Brandchemie Gmbh filed Critical Gruenzweig & Hartmann Montage
Publication of NL1009140A1 publication Critical patent/NL1009140A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1009140C2 publication Critical patent/NL1009140C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/02Details
    • H02G3/04Protective tubing or conduits, e.g. cable ladders or cable troughs
    • H02G3/0406Details thereof
    • H02G3/0412Heat or fire protective means
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A62LIFE-SAVING; FIRE-FIGHTING
    • A62CFIRE-FIGHTING
    • A62C3/00Fire prevention, containment or extinguishing specially adapted for particular objects or places
    • A62C3/16Fire prevention, containment or extinguishing specially adapted for particular objects or places in electrical installations, e.g. cableways

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Business, Economics & Management (AREA)
  • Emergency Management (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Details Of Indoor Wiring (AREA)
  • Insulated Conductors (AREA)

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET TEGEN INWERKING VAN BRAND BESCHERMEN VAN KABELTRACÉS.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het tegen inwer-5 king van brand beschermen van kabeltracés, waarbij een onder inwerking van hitte opschuimende insluitlaagvormer op kabels en kabelhouderdelen van het kabeltracé wordt aangebracht, en heeft verder betrekking op een overeenkomstig tegen brand beschermd kabeltracé.
Bij branden vormen kabeltracés om diverse redenen bijzonder ge-10 vaarlijke plaatsen. Enerzijds treedt bij branden van met kunststof geïsoleerde kabels een intensieve rookontwikkeling met vrijkoming van schadelijke, ten dele giftige stoffen op. Anderzijds kan een brand zich snel langs kabeltracés uitbreiden en de brand in sommige gevallen naar een ver van de oorspronkelijke brandhaard verwijderde plaats 15 worden geleid. Om de genoemde redenen dient bij brandbeschermingsmaat-regelen bijzondere aandacht aan kabeltracés te worden besteed.
Om kabeltracés tegen brand te beschermen werd tot nu toe een zogenaamde insluitlaagvormer gebruikt, waarbij het om een materiaal gaat dat onder inwerking van hitte opschuimt. In geval van brand vormt 20 zich om de kabels en kabelhouders een van een dergelijke insluitlaagvormer voorzien kabeltracé een beschermende, warmte-isolerende schuimlaag, door welke enige tijd kan worden verhinderd dat de kabelisola-ties vlam vatten. De genoemde maatregel is echter in het bijzonder nog ontoereikend gebleken bij verticaal gelegde kabeltracés, waarbij de 25 kabelisolaties ondanks de opgeschuimde insluitlaagvormer vooral in het gebied van de kabelbevestigingen vlam kunnen vatten en de brand zich vervolgens via het kabeltracé verder kan uitbreiden.
Het doel van de onderhavige uitvinding is een verbeterde werkwijze voor het tegen inwerking van brand beschermen van kabeltracés en 30 een overeenkomstig verbeterd tegen brand beschermd kabeltracé te verschaffen.
De werkwijze volgens de uitvinding waarmee dit doel wordt bereikt heeft het kenmerk, dat ten minste in het gebied van de kabelbevestigingen ter verbetering van de hechting van de opgeschuimde insluit-35 laagvormer, een omwikkeling of omhulling van de kabels en de kabelhouderdelen met een draagmateriaal voor de insluitlaagvormer plaatsvindt.
Door deze omwikkeling volgens de uitvinding wordt gewaarborgd, dat de insluitlaagvormer niet in het bevestigingsgebied van de houder- 1 0091 4 0 2 delen afdruppelt en derhalve ook de bevestigingsplaatsen van de kabels volledig insluitende insluitlaag behouden blijft.
In een tot voordeel strekkende uitvoering van de uitvinding vindt met het omwikkelen een bandageren voor het aanvullend vasthouden van 5 de kabels in het bevestigingsgebied plaats. Door deze tot de stabiliteit vein de kabelbevestiging bijdragende maatregel wordt bereikt, dat een in geval van brand door warmte-uitzetting veroorzaakte beweging van de kabels ten opzichte van hun houders, in het bijzonder kabel-schalen, wordt beperkt en derhalve de door de insluitlaagvormer ge-10 creëerde insluitlaag niet door dergelijke onderlinge bewegingen stuk kan gaan.
In een verdere tot voordeel strekkende uitvoering van de uitvinding worden de kabels volledig met het draagmateriaal voor de insluitlaagvormer omwikkeld of omhuld.
15 Deze bijzondere uitvoering levert de volgende voordelen op.
Daar zowel de kabels als de kabelhouderdelen met een draagmateriaal zijn omwikkeld of omhuld, op welke uiteindelijk de insluitlaagvormer wordt aangebracht, is het niet meer noodzakelijk de kabel-tracés zelf met insluitlaagvormer te bekleden. Daar de kabeltracés 20 niet met insluitlaagvormer behoeven te worden bekleed, kan bovendien bij een naderhand leggen van kabeltracés de afdekking voor het kabel-tracé opnieuw worden gebruikt.
Bovendien wordt door deze tot voordeel strekkende uitvoering de belasting door brand ingekapseld, hetgeen een zeer hoge beschermende 25 werking oplevert.
Bovendien worden de kabels doordat ze volledig worden omwikkeld of omhuld aanvullend mechanisch beschermd.
Verder kan in het geval van deze uitvoering een eenvoudige en snelle montage worden gerealiseerd.
30 In een verdere tot voordeel strekkende uitvoering van de uitvin ding is als draagmateriaal een warmte-isolerend materiaal met een geringe warmtecapaciteit gebruikt. Door deze maatregel wordt de op het draagmateriaal aangebrachte insluitlaagvormer als gevolg van de geringe warmteafleiding zeer snel warm, zodat in een vroeg stadium een 35 opschuimreactie optreedt en daardoor de beschermende insluitlaag wordt gevormd.
Als draagmateriaal voor het vormen van een omwikkeling komen geschikte anorganische materialen in aanmerking, zoals mineraalwol, 1 0 091 4 0 3 vilt, metaalfolie, glasvezelvlies, glasvezelweefsel of zelfs ribstrek-metaal.
Bijzonder de voorkeur heeft een draagmateriaal uit een minerale vliesstof welke in het bijzonder als weefselvormige vliesstof is uit-5 gevoerd. Een dergelijke vliesstof laat zich voor de vorming van een omwikkeling verwerken en omvat de bovengenoemde tot voordeel strekkende eigenschappen ten aanzien van warmtecapaciteit en warmte-isolatie. Bovendien hecht de insluitlaagvormer zich bijzonder goed aan het vliesmateriaal.
10 Het draagmateriaal wordt bij voorkeur in band- of strookvorm verwerkt. Daardoor kunnen gemakkelijker omwikkelingen worden gevormd en kan in het bijzonder op de plaatsen waar kabels en kabelhouders elkaar kruisen, een kruislingse omwikkeling worden gevormd, door welke in het bijzonder een bandageerwerking kan worden bereikt.
15 Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding kan de insluitlaagvormer ook onder de omwikkeling op de kabel en de kabelhouders zijn aangebracht, zodat zich bij brand op de overgangsplaatsen tussen de omwikkeling en de kabel, respectievelijk kabelhouder, beschermende insluitlaagverdikkingen kunnen vormen.
20 Het gebruik van een warmte-isolerend draagmateriaal heeft verder als voordeel dat het door de vermindering van de warmteoverdracht in het bevestigingsgebied niet tot een zacht worden van het isolatiemateriaal komt, hetgeen er verder toe bijdraagt, dat tot het openscheuren van de insluitlaag leidende kabelbewegingen in de bevestigingsplaatsen 25 worden vermeden.
Verdere tot voordeel strekkende uitvoeringsmogelijkheden blijken uit de volgconclusies.
De uitvinding zal nu aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht en beschreven. Daarbij toont: 30
Figuur 1 een eerste uitvoeringsvoorbeeld voor een kabeltracé volgens de uitvinding in horizontale doorsnede, en Figuur 2 een ander uitvoeringsvoorbeeld van een (detail van een) kabeltracé in bovenaanzicht.
35
Met het verwijzingscijfer 1 is in figuur 1 in zijn geheel een verticaal aangelegd kabeltracé aangeduid. Het kabeltracé omvat een aan een wand geïnstalleerde draaginrichting met schematisch aangeduide 1 0091 4 0 4 draagvoeten 2 en dwarsdragers 3· Aan de dwarsdragers 3 zijn telkens verticaal gelegde kabels 4 aangebracht, waarbij de kabels 4 in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld tot een kabelgroep 5 en een kabelgroep 6 bijeengenomen zijn.
5 Zoals uit figuur 1 blijkt gaat het bij de kabels 4 om kabels met verschillende diameters, waarbij ook binnen een groep 5, 6 verschillende diameters zijn gebruikt. De kabels zijn in het getoonde uitvoe-ringsvoorbeeld van een PVC-isolatie voorzien.
Met het verwijzingscijfer 7 zijn in figuur 1 schroefdraadstaven 10 aangegeven, die door overeenkomstige van schroefdraad voorziene boringen in de dwarsdrager 3 zijn geschroefd. De schroefdraadstaven 7 zijn verder door boringen in kabelbevestigingsschalen 8 respectievelijk 9 geschroefd, waarvan de schalen 8 elk twee boringen en de schalen 9 elk een boring omvatten. Door in figuur 1 niet getoonde, op de schroef-15 draadstaven 7 geschroefde bevestigingsmoeren zijn de schalen 8 en 9 voor het bevestigen van de kabels elk op de tussen de schalen en de dwarsdrager 3 respectievelijk tussen de schalen 9 aangebrachte kabels gedrukt.
Met de verwijzingscijfers 10 en 11 zijn in figuur 1 omwikkelingen 20 van de kabels van de kabelgroepen 5 en 6 in hun bevestigingsgebied aangeduid. Door de omwikkelingen zijn in het kabelbevestigingsgebied telkens delen van de kabels en de kabelhouders omhuld. De omwikkelingen zijn in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld uit een in strookvorm aanwezig weefselvormig mineraalvliesmateriaal vervaardigd. In plaats 25 van een dergelijk materiaal zou echter ook mineraalwol, vilt, metaalfolie, ribstrekmetaal, glasvezelweefsel of glasvezelvlies kunnen worden gebruikt.
Met stippellijnen 12 en 13 zijn op de omwikkeling 10 respectievelijk 11 aangebrachte lagen van een insluitlaagvormer aangeduid. Bij de 30 insluitlaagvormer gaat het in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld om een onder de aanduiding G + H brandbeschermingsverf en G + H brandbescher-mingsverf viskeus of BC-brandbeschermingsverf of BC-brandbeschermings-verf viskeus in de handel verkrijgbaar materiaal. De insluitlaagvormer is in natte toestand in een ongeveer 1.000 pm dikke laag aangebracht.
35 Buiten de bevestigingsgebieden zijn de kabels 4 eveneens van de insluitlaagvormer voorzien, waarbij tussen de omwikkelde gebieden en de kabelgebieden een vloeiende overgang uit insluitlaagvormermateriaal aanwezig is.
1 0091 4 0 5
Als bij brand hitte op de kabeltracés inwerkt, dan treedt in de insluitlaagvormer een opschuimreactie op, zodat de insluitlaagvormer opschuimt en een ten opzichte van de oorspronkelijk aangebrachte laag een meer dan een factor 60-100 dikkere insluitlaag uit koolstofschuim 5 vormt. Daardoor worden de kabels inclusief de bevestigingsgebieden daarvan door een ononderbroken insluitlaag omsloten. Door de een ruw oppervlak hebbende, in het bevestigingsgebied als drager voor de insluitlaagvormer dienende omwikkelingen 10 en 11, is ervoor gezorgd dat de opgeschuimde insluitlaagvormer zich ook op deze plaatsen voldoende 10 stabiel vasthecht en geen doorslagplaatsen voor het vlam vatten van de kabelisolaties worden gevormd. Door de omwikkeling wordt in het bijzonder in het gebied van de houderdelen verhinderd dat het materiaal van de insluitlaagvormer dat zich in deze gebieden slechter vasthecht dan aan de kabeldelen, daaraf druppelt. In het gebied van de omwikke-15 ling wordt de insluitlaagvormer door de geringe warmtecapaciteit van het de omwikkeling vormende draagmateriaal voor de insluitlaagvormer, snel warm, zodat in dit gebied in een vroeg stadium een beschermende insluitlaag respectievelijk insluitlagen wordt/worden gevormd. Daardoor is in het bijzonder het bevestigingsgebied in een vroeg stadium 20 goed beschermd, zodat een zacht worden van de kabelommanteling in de schaalgebieden lang wordt vertraagd, hetgeen er wederom toe bijdraagt dat de bevestiging door de schalen werkzaam blijft, zodat de gevormde insluitlaag respectievelijk -lagen niet door onderlinge bewegingen van de kabels ten opzichte van de schalen kunnen worden opengescheurd.
25 In het in figuur 2 getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn dezelfde of op gelijke wijze werkende delen met dezelfde verwijzingscijfers als in figuur 1 aangeduid, maar dan door de letter a gevolgd.
Anders dan in het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld zijn bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 2, slechts twee kabels 4a verti-30 caal gelegd, die aan dwarsdragers 3a van een kabeltracé-houder 2a zijn bevestigd door middel van schalen 8a. Aan elke bevestigingsplaats van de kabels 4a is een omwikkeling 10a respectievelijk 11a tot stand gebracht door een kruiselings omwikkelen van de afzonderlijke kruisingen tussen de kabels en de schaalhouders, waarbij de omwikkelingen 35 voor de aangrenzende kabels 4a in elkaar over gaan. In plaats van de afzonderlijke kabels 4a zouden ook groepen kabels 4a op die manier kunnen zijn omwikkeld. Op de omwikkelingen en ook op de kabels zijn insluitlaagvormerbekledingen 12a en 13a aangebracht. Door de bij voor- 1 0091 4 0 6 keur kruislingse omwikkeling wordt ten opzichte van het eerder hierboven getoonde uitvoeringsvoorbeeld een nog beter werkzame bandageer-werking verkregen, door welke naast het vasthouden door de schalen, een aanvullende vasthoudwerking wordt verkregen. Deze aanvullende 5 vasthoudwerking beperkt in geval van brand aanvullend onderlinge bewegingen tussen de kabels en de schaalhouder, zodat de door de opgeschuimde insluitlaagvormer 12a, respectievelijk 13a gevormde, de kabels ook aan hun bevestigingsplaatsen ononderbroken afdekkende schuim-stof-insluitlaag niet opengescheurd kan worden en daardoor de kabel-10 isolatie geen vlam kan vatten.
Anders dan in de getoonde uitvoeringsvoorbeelden zouden onder de omwikkelingen lagen insluitlaagvormer kunnen zijn aangebracht. In dat geval zou eerst de insluitlaagvormer op alle kabels en in de gebieden onder de later aan te brengen omwikkelingen kunnen worden aangebracht, 15 terwijl pas daarna het omwikkelen plaatsvindt. Na het omwikkelen met het insluitlaagvormer-draagmateriaal zou dan nog een laag insluitlaagvormer moeten worden aangebracht. Bij een dergelijke uitvoeringsvorm zou bij brand een aanvullende beschermverdikking worden gevormd, doordat onder de omwikkeling opgeschuimde insluitlaagvormer op de over-20 gangsplaatsen tussen de omwikkeling en de kabel respectievelijk het houderdeel te voorschijn komt.
1 nnpian

Claims (26)

1. Werkwijze voor het tegen inwerking van brand beschermen van kabeltracés, waarbij een onder inwerking van hitte opschuimende in-sluitlaagvormer (12, 13) op kabels (4) en kabelhouderdelen (3. 7# 8, 5 9) van het kabeltracé wordt aangebracht, met het kenmerk, dat ten minste in het gebied van de kabelbevestiging ter verbetering van de hechting van de opgeschuimde insluitlaagvormer een omwikkeling of omhulling van de kabels (4) en de kabelhouderdelen (3, 7. 8, 9) met een draagmateriaal (10, 11) voor de insluitlaagvormer (12, 13) plaats-10 vindt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat door de omwikkeling een aanvullende tot het vasthouden van de kabels bijdragende bandagering plaatsvindt
3· Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat een 15 volledige omwikkeling of omhulling van de kabels (4) met het draagmateriaal (10, 11) voor de insluitlaagvormer (12, 13) plaatsvindt.
4. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot en met 3. met het kenmerk, dat als draagmateriaal een in het bijzonder warmte-isole-rend materiaal met een lage warmtecapaciteit wordt gebruikt. 20
5· Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot en met 4, met het kenmerk, dat als draagmateriaal mineraalwol, vilt, metaalfolie, ribstrekmetaal, glasvezelweefsel en/of glasvezelvlies wordt gebruikt.
6. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot en met 5t met het kenmerk. dat als draagmateriaal (10, 11) een minerale vliesstof 25 wordt gebruikt.
7. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot en met 6, met het kenmerk, dat als draagmateriaal een weefselvormige vliesstof wordt gebruikt.
8. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot en met 7. met 30 het kenmerk, dat als draagmateriaal (10, 11) een strookvormig draagmateriaal wordt gebruikt.
9. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot en met 8, met het kenmerk, dat op een plaats waar een of meer kabels en een kabel-houder elkaar kruisen, een kruislingse omwikkeling plaatsvindt. 35
10· Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot en met 9· met het kenmerk, dat aangrenzende plaatsen waar een of meer kabels en een kabelhouder elkaar kruisen, onder vorming van een ononderbroken omwikkeling (10a, 11a) gemeenschappelijk worden omwikkeld. 1 0091 4 0
11. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot en met 10, met het kenmerk, dat ook onder de omwikkeling, op de kabel respectievelijk kabelhouderdelen een laag insluitlaagvormer wordt aangebracht.
12. Kabeltracé met een ter bescherming tegen inwerking van brand 5 op kabels (4) en kabelhouderdelen (3. 7. 8, 9) aangebrachte insluitlaagvormer (12, 13) die onder inwerking van hitte opschuimt, met het kenmerk, dat ten minste in het kabelbevestigingsgebied de kabels (4) en de kabelhouder (3, 7. 8. 9) ter verbetering van de hechting van de opgeschuimde insluitlaagvormer (12, 13) met een draagmateriaal (10, 10 11) voor de insluitlaagvormer zijn omwikkeld of omhuld.
13. Kabeltracé volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de omwikkeling als de kabels in het houdergebied aanvullend vasthoudende bandagering is uitgevoerd.
14. Kabeltracé volgens conclusie 12 of 13. met het kenmerk, dat 15 de kabels (4) volledig met het draagmateriaal (10, 11) voor de insluitlaagvormer (12, 13) zijn omwikkeld of omhuld.
15. Kabeltracé volgens een van de conclusies 12 tot en met 14, met het kenmerk, dat als draagmateriaal een materiaal met een geringe warmtecapaciteit en in het bijzonder een geringe warmte-isolatie is 20 aangebracht.
16. Kabeltracé volgens een van de conclusies 12 tot en met 15. met het kenmerk, dat als draagmateriaal mineraalwol, vilt, glasvezel-vlies, glasvezelweefsel, metaalfolie en/of ribstrekmetaal is aangebracht. 25
17· Kabeltracé volgens een van de conclusies 12 tot en met 16, met het kenmerk, dat als draagmateriaal een minerale vliesstof is gebruikt.
18. Kabeltracé volgens een van de conclusies 12 tot en met 17. met het kenmerk, dat een weefselvormige vliesstof is gebruikt. 30
19· Kabeltracé volgens een van de conclusies 12 tot en met 18, met het kenmerk, dat het draagmateriaal strookvormig is uitgevoerd.
20. Kabeltracé volgens een van de conclusies 12 tot en met 19, met het kenmerk, dat een plaats waar een of meer kabels en een kabelhouder elkaar kruisen, kruiselings is omwikkeld.
21. Kabeltracé volgens een van de conclusies 12 tot en met 20, met het kenmerk, dat verscheidene aangrenzende plaatsen waar een of meer kabels en een kabelhouder elkaar kruisen van een gemeenschappelijke ononderbroken omwikkelen is voorzien. 1 0091 4 0
22. Kabeltracé volgens een van de conclusies 12 tot en met 21, mat het kenmerk, dat ook onder de omwikkeling insluitlaagvormmateriaal op de kabel en de kabelhouderdelen is aangebracht.
23· Kabeltracé volgens een van de conclusies 12 tot en met 22, 5 met het kenmerk, dat de kabeltracés verticaal zijn gelegd.
24. Kabeltracé volgens een van de conclusies 12 tot en met 23, mpt het kenmerk, dat de kabels een PVC-ommanteling omvatten.
25. Kabeltracé volgens een van de conclusies 12 tot en met 14, met het kenmerk, dat de kabelhouders kabelschalen omvatten.
26. Kabeltracé volgen een van de conclusies 12 tot en met 25, met het kenmerk, dat het insluitlaagvormmateriaal nat in een ten minste 1.000 pm dikke laag is aangebracht. *««»**** 1 0091 4 0
NL1009140A 1997-05-22 1998-05-12 Werkwijze en inrichting voor het tegen inwerking van brand beschermen van kabeltracés. NL1009140C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19721533A DE19721533A1 (de) 1996-05-23 1997-05-22 Verfahren und Vorrichtung zur Sicherung von Kabeltrassen gegen Brandeinwirkung
DE19721533 1997-05-22

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1009140A1 NL1009140A1 (nl) 1998-11-25
NL1009140C2 true NL1009140C2 (nl) 1999-01-26

Family

ID=7830241

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1009140A NL1009140C2 (nl) 1997-05-22 1998-05-12 Werkwijze en inrichting voor het tegen inwerking van brand beschermen van kabeltracés.

Country Status (10)

Country Link
BG (1) BG63249B1 (nl)
CZ (1) CZ290766B6 (nl)
ES (1) ES2146538B1 (nl)
FR (1) FR2763511B1 (nl)
HU (1) HUP9801165A3 (nl)
NL (1) NL1009140C2 (nl)
PL (1) PL326442A1 (nl)
RO (1) RO120456B1 (nl)
RU (1) RU2140309C1 (nl)
SK (1) SK284562B6 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
RU2727599C2 (ru) * 2018-10-16 2020-07-22 Общество с ограниченной ответственностью "Объединенный Промышленный Комплекс" Способ противопожарной защиты кабеля и кабельных линий

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NO783822L (no) * 1977-11-17 1979-05-21 British Insulated Callenders Kabel- og/eller stikkledningsfoering
WO1982004419A1 (en) * 1981-06-16 1982-12-23 & Betts Corp Thomas Fire protective tape
US4433732A (en) * 1982-04-06 1984-02-28 Minnesota Mining And Manufacturing Company Cable tray protection system
DE3541442A1 (de) * 1985-11-23 1987-06-04 Minnesota Mining & Mfg Feuerhemmende wanddurchfuehrung fuer elektrische kabel
GB9209043D0 (en) * 1992-04-27 1992-06-10 B & K Southern Ltd Trunking
GB2284989A (en) * 1993-12-03 1995-06-28 Winstone Wallboards Ltd Protecting ducts against fire
US5670748A (en) * 1995-02-15 1997-09-23 Alphagary Corporation Flame retardant and smoke suppressant composite electrical insulation, insulated electrical conductors and jacketed plenum cable formed therefrom
GB2311235A (en) * 1996-03-19 1997-09-24 David John Catt Flexible fire protection wrap for cable trays and cable ladder racks

Also Published As

Publication number Publication date
CZ290766B6 (cs) 2002-10-16
BG102466A (en) 1999-01-29
PL326442A1 (en) 1998-11-23
BG63249B1 (bg) 2001-07-31
RO120456B1 (ro) 2006-02-28
ES2146538A1 (es) 2000-08-01
NL1009140A1 (nl) 1998-11-25
RU2140309C1 (ru) 1999-10-27
HUP9801165A2 (hu) 1999-03-29
ES2146538B1 (es) 2001-03-01
HUP9801165A3 (en) 2000-05-29
FR2763511B1 (fr) 2002-08-02
CZ138598A3 (cs) 1999-02-17
SK64398A3 (en) 1999-07-12
SK284562B6 (sk) 2005-06-02
HU9801165D0 (en) 1998-07-28
FR2763511A1 (fr) 1998-11-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2433465C (en) Passive fire protection system for walls
US4493945A (en) Thermal protective system
AU713007B2 (en) Means for fighting fire in at least one cable or line run
US20030194931A1 (en) Multi-layer, thermal protection and corrosion protection coating system for metallic tendons, especially for external post-tensioning systems
NL1009140C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het tegen inwerking van brand beschermen van kabeltracés.
DK148246B (da) Kabelbakke med brandbeskyttelse
JP2001214554A (ja) 熱膨張パテ
US4835054A (en) Intumescent protective covering for electrical cables
KR20210000201A (ko) 케이블 트레이용 케이블의 방화차폐 및 소화장치
NL8100661A (nl) Vlak dragermateriaal met een bekleding, werkwijze voor het beschermen van voortbrengselen tegen de invloed van brand en toepassing van vlak dragermateriaal daartoe.
RU2743185C2 (ru) Переход с защитой от дыма и огня
EP1042567A1 (en) Methods of fireproofing of combustible pipes and conduits
DE102007014212A1 (de) Flexibles Brandschutzmaterial
DE202007000262U1 (de) Brandschutzmaterial aus Faserhalbzeug
KR960008917Y1 (ko) 케이블의 소화장치
DE19721533A1 (de) Verfahren und Vorrichtung zur Sicherung von Kabeltrassen gegen Brandeinwirkung
KR102288172B1 (ko) 케이블 차화커버용 방화포 및 이를 이용한 케이블 방화 시공방법
RU2168342C1 (ru) Пожаробезопасное устройство для прокладки кабелей
JPH0546171Y2 (nl)
JP2000261943A (ja) ケーブル布設洞道におけるケーブル延焼防止構造
WO1998058704A1 (fr) Feuille ignifuge, son procede d'elaboration et structure de protection contre le feu
NL1029137C2 (nl) Coatingstructuur.
JPH0317543Y2 (nl)
EP0209245A2 (en) Heat insulating device
JPH0545321Y2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
AD1B A search report has been drawn up
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20061201