NL1009140C2

NL1009140C2 - Method and device for protecting cable routes against fire.

Info

Publication number: NL1009140C2
Application number: NL1009140A
Authority: NL
Inventors: Harry VOLLMER; Klaus Acker; Wolfram Adam
Original assignee: Gruenzweig & Hartmann Montage; Bc Brandchemie Gmbh
Priority date: 1997-05-22
Filing date: 1998-05-12
Publication date: 1999-01-26
Also published as: FR2763511B1; CZ138598A3; HUP9801165A3; BG63249B1; HUP9801165A2; BG102466A; HU9801165D0; SK64398A3; PL326442A1; CZ290766B6; FR2763511A1; NL1009140A1; ES2146538B1; SK284562B6; RU2140309C1; ES2146538A1; RO120456B1

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET TEGEN INWERKING VAN BRAND BESCHERMEN VAN KABELTRACÉS.METHOD AND APPARATUS FOR FIRE PROTECTION AGAINST INACTION FROM FIRE RESISTANCE

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het tegen inwer-5 king van brand beschermen van kabeltracés, waarbij een onder inwerking van hitte opschuimende insluitlaagvormer op kabels en kabelhouderdelen van het kabeltracé wordt aangebracht, en heeft verder betrekking op een overeenkomstig tegen brand beschermd kabeltracé.The invention relates to a method for protecting cable routes from the effect of fire, in which a heat-foaming containment layer former is applied to cables and cable holder parts of the cable route, and further relates to a corresponding fire-protected cable route.

Bij branden vormen kabeltracés om diverse redenen bijzonder ge-10 vaarlijke plaatsen. Enerzijds treedt bij branden van met kunststof geïsoleerde kabels een intensieve rookontwikkeling met vrijkoming van schadelijke, ten dele giftige stoffen op. Anderzijds kan een brand zich snel langs kabeltracés uitbreiden en de brand in sommige gevallen naar een ver van de oorspronkelijke brandhaard verwijderde plaats 15 worden geleid. Om de genoemde redenen dient bij brandbeschermingsmaat-regelen bijzondere aandacht aan kabeltracés te worden besteed.Cable routes are particularly dangerous places for fires for various reasons. On the one hand, when burning cables insulated with plastic, intensive smoke development occurs with the release of harmful, partly toxic substances. On the other hand, a fire can spread quickly along cable routes and in some cases lead the fire to a place 15 far from the original seat of the fire. For the reasons stated, special attention should be paid to cable routes in fire protection measures.

Om kabeltracés tegen brand te beschermen werd tot nu toe een zogenaamde insluitlaagvormer gebruikt, waarbij het om een materiaal gaat dat onder inwerking van hitte opschuimt. In geval van brand vormt 20 zich om de kabels en kabelhouders een van een dergelijke insluitlaagvormer voorzien kabeltracé een beschermende, warmte-isolerende schuimlaag, door welke enige tijd kan worden verhinderd dat de kabelisola-ties vlam vatten. De genoemde maatregel is echter in het bijzonder nog ontoereikend gebleken bij verticaal gelegde kabeltracés, waarbij de 25 kabelisolaties ondanks de opgeschuimde insluitlaagvormer vooral in het gebied van de kabelbevestigingen vlam kunnen vatten en de brand zich vervolgens via het kabeltracé verder kan uitbreiden.To protect cable routes against fire, a so-called containment layer former has so far been used, which is a material that foams under the influence of heat. In the event of a fire, a cable route provided with such an inclusion layer former forms a protective, heat-insulating foam layer around the cables and cable holders, which can prevent the cable insulators from catching fire for some time. However, the said measure has in particular proved to be insufficient with vertically laid cable routes, wherein the cable insulations can ignite, especially in the area of the cable fixings, despite the foamed inclusion layer former and the fire can then spread further via the cable route.

Het doel van de onderhavige uitvinding is een verbeterde werkwijze voor het tegen inwerking van brand beschermen van kabeltracés en 30 een overeenkomstig verbeterd tegen brand beschermd kabeltracé te verschaffen.The object of the present invention is to provide an improved method of protecting cable routes against fire and a correspondingly improved fire-protected cable route.

De werkwijze volgens de uitvinding waarmee dit doel wordt bereikt heeft het kenmerk, dat ten minste in het gebied van de kabelbevestigingen ter verbetering van de hechting van de opgeschuimde insluit-35 laagvormer, een omwikkeling of omhulling van de kabels en de kabelhouderdelen met een draagmateriaal voor de insluitlaagvormer plaatsvindt.The method according to the invention with which this object is achieved is characterized in that at least in the region of the cable attachments to improve the adhesion of the foamed containment layer former, a wrapping or wrapping of the cables and the cable holder parts with a support material for the containment layer former takes place.

Door deze omwikkeling volgens de uitvinding wordt gewaarborgd, dat de insluitlaagvormer niet in het bevestigingsgebied van de houder- 1 0091 4 0 2 delen afdruppelt en derhalve ook de bevestigingsplaatsen van de kabels volledig insluitende insluitlaag behouden blijft.This wrapping according to the invention ensures that the containment layer former does not drip in the attachment area of the container parts and therefore the attachment locations of the cables completely enclosing containment layer are also retained.

In een tot voordeel strekkende uitvoering van de uitvinding vindt met het omwikkelen een bandageren voor het aanvullend vasthouden van 5 de kabels in het bevestigingsgebied plaats. Door deze tot de stabiliteit vein de kabelbevestiging bijdragende maatregel wordt bereikt, dat een in geval van brand door warmte-uitzetting veroorzaakte beweging van de kabels ten opzichte van hun houders, in het bijzonder kabel-schalen, wordt beperkt en derhalve de door de insluitlaagvormer ge-10 creëerde insluitlaag niet door dergelijke onderlinge bewegingen stuk kan gaan.In an advantageous embodiment of the invention, a bandaging takes place with the wrapping for additional retention of the cables in the attachment area. By this measure, which contributes to the stability of the cable fastening, it is achieved that a movement of the cables in relation to their holders, in particular cable shells, caused by heat expansion in case of fire, is limited and therefore the movement caused by the containment layer former -10 created containment layer cannot be broken by such mutual movements.

In een verdere tot voordeel strekkende uitvoering van de uitvinding worden de kabels volledig met het draagmateriaal voor de insluitlaagvormer omwikkeld of omhuld.In a further advantageous embodiment of the invention, the cables are completely wrapped or enveloped with the carrier material for the containment layer former.

15 Deze bijzondere uitvoering levert de volgende voordelen op.15 This special design provides the following advantages.

Daar zowel de kabels als de kabelhouderdelen met een draagmateriaal zijn omwikkeld of omhuld, op welke uiteindelijk de insluitlaagvormer wordt aangebracht, is het niet meer noodzakelijk de kabel-tracés zelf met insluitlaagvormer te bekleden. Daar de kabeltracés 20 niet met insluitlaagvormer behoeven te worden bekleed, kan bovendien bij een naderhand leggen van kabeltracés de afdekking voor het kabel-tracé opnieuw worden gebruikt.Since both the cables and the cable holder parts are wrapped or sheathed with a carrier material, on which the containment layer former is ultimately applied, it is no longer necessary to coat the cable routes themselves with the containment layer former. Since the cable routes 20 need not be coated with an inclusion layer former, the cable route cover can be reused when cable routes are subsequently laid.

Bovendien wordt door deze tot voordeel strekkende uitvoering de belasting door brand ingekapseld, hetgeen een zeer hoge beschermende 25 werking oplevert.Moreover, this advantageous embodiment encapsulates the load due to fire, which produces a very high protective effect.

Bovendien worden de kabels doordat ze volledig worden omwikkeld of omhuld aanvullend mechanisch beschermd.In addition, the cables are additionally mechanically protected because they are completely wrapped or enveloped.

Verder kan in het geval van deze uitvoering een eenvoudige en snelle montage worden gerealiseerd.Furthermore, in the case of this embodiment, a simple and quick assembly can be realized.

30 In een verdere tot voordeel strekkende uitvoering van de uitvin ding is als draagmateriaal een warmte-isolerend materiaal met een geringe warmtecapaciteit gebruikt. Door deze maatregel wordt de op het draagmateriaal aangebrachte insluitlaagvormer als gevolg van de geringe warmteafleiding zeer snel warm, zodat in een vroeg stadium een 35 opschuimreactie optreedt en daardoor de beschermende insluitlaag wordt gevormd.In a further advantageous embodiment of the invention, a heat-insulating material with a low heat capacity is used as the carrier material. As a result of this measure, the inclusion layer former applied to the carrier material heats up very quickly as a result of the low heat dissipation, so that a foaming reaction occurs at an early stage and the protective inclusion layer is thereby formed.

Als draagmateriaal voor het vormen van een omwikkeling komen geschikte anorganische materialen in aanmerking, zoals mineraalwol, 1 0 091 4 0 3 vilt, metaalfolie, glasvezelvlies, glasvezelweefsel of zelfs ribstrek-metaal.Suitable inorganic materials, such as mineral wool, 1 0 091 4 0 3 felt, metal foil, glass fiber fleece, glass fiber fabric or even rib-stretching metal, are suitable as support material for forming a wrapping.

Bijzonder de voorkeur heeft een draagmateriaal uit een minerale vliesstof welke in het bijzonder als weefselvormige vliesstof is uit-5 gevoerd. Een dergelijke vliesstof laat zich voor de vorming van een omwikkeling verwerken en omvat de bovengenoemde tot voordeel strekkende eigenschappen ten aanzien van warmtecapaciteit en warmte-isolatie. Bovendien hecht de insluitlaagvormer zich bijzonder goed aan het vliesmateriaal.Particularly preferred is a support material of a mineral nonwoven fabric, which in particular is designed as a tissue-like nonwoven fabric. Such a nonwoven fabric can be processed to form a wrap and includes the aforementioned advantageous properties in heat capacity and heat insulation. In addition, the containment layer former adheres particularly well to the nonwoven material.

10 Het draagmateriaal wordt bij voorkeur in band- of strookvorm verwerkt. Daardoor kunnen gemakkelijker omwikkelingen worden gevormd en kan in het bijzonder op de plaatsen waar kabels en kabelhouders elkaar kruisen, een kruislingse omwikkeling worden gevormd, door welke in het bijzonder een bandageerwerking kan worden bereikt.The carrier material is preferably processed in band or strip form. As a result, wraps can be formed more easily and, in particular at the places where cables and cable holders intersect, a cross wrapping can be formed, through which in particular a banding action can be achieved.

15 Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding kan de insluitlaagvormer ook onder de omwikkeling op de kabel en de kabelhouders zijn aangebracht, zodat zich bij brand op de overgangsplaatsen tussen de omwikkeling en de kabel, respectievelijk kabelhouder, beschermende insluitlaagverdikkingen kunnen vormen.According to a further embodiment of the invention, the containment layer former can also be arranged under the wrapping on the cable and the cable holders, so that protective containment layer thickenings can form in the transition places between the wrapping and the cable, or cable holder, respectively.

20 Het gebruik van een warmte-isolerend draagmateriaal heeft verder als voordeel dat het door de vermindering van de warmteoverdracht in het bevestigingsgebied niet tot een zacht worden van het isolatiemateriaal komt, hetgeen er verder toe bijdraagt, dat tot het openscheuren van de insluitlaag leidende kabelbewegingen in de bevestigingsplaatsen 25 worden vermeden.The use of a heat-insulating carrier material has the further advantage that the reduction of the heat transfer in the fixing area does not soften the insulating material, which further contributes to cable movements leading to tearing open of the containment layer in the mounting locations 25 are avoided.

Verdere tot voordeel strekkende uitvoeringsmogelijkheden blijken uit de volgconclusies.Further advantageous embodiments are apparent from the subclaims.

De uitvinding zal nu aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht en beschreven. Daarbij toont: 30The invention will now be further elucidated and described on the basis of exemplary embodiments. It shows: 30

Figuur 1 een eerste uitvoeringsvoorbeeld voor een kabeltracé volgens de uitvinding in horizontale doorsnede, en Figuur 2 een ander uitvoeringsvoorbeeld van een (detail van een) kabeltracé in bovenaanzicht.Figure 1 shows a horizontal cross section of a first exemplary embodiment for a cable route according to the invention, and Figure 2 shows a top view of another exemplary embodiment of a (detail of a) cable route.

3535

Met het verwijzingscijfer 1 is in figuur 1 in zijn geheel een verticaal aangelegd kabeltracé aangeduid. Het kabeltracé omvat een aan een wand geïnstalleerde draaginrichting met schematisch aangeduide 1 0091 4 0 4 draagvoeten 2 en dwarsdragers 3· Aan de dwarsdragers 3 zijn telkens verticaal gelegde kabels 4 aangebracht, waarbij de kabels 4 in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld tot een kabelgroep 5 en een kabelgroep 6 bijeengenomen zijn.The reference numeral 1 denotes a vertically laid cable route in Figure 1 as a whole. The cable route comprises a supporting device installed on a wall with diagrammatically indicated 1 0091 4 0 4 supporting feet 2 and cross bars 3 · Cables 4 are vertically laid on the cross bars 3, in the embodiment shown the cables 4 form a cable group 5 and a cable group 6 have been gathered.

5 Zoals uit figuur 1 blijkt gaat het bij de kabels 4 om kabels met verschillende diameters, waarbij ook binnen een groep 5, 6 verschillende diameters zijn gebruikt. De kabels zijn in het getoonde uitvoe-ringsvoorbeeld van een PVC-isolatie voorzien.As can be seen from figure 1, the cables 4 are cables with different diameters, whereby within a group 5, 6 different diameters are also used. In the embodiment shown, the cables are provided with a PVC insulation.

Met het verwijzingscijfer 7 zijn in figuur 1 schroefdraadstaven 10 aangegeven, die door overeenkomstige van schroefdraad voorziene boringen in de dwarsdrager 3 zijn geschroefd. De schroefdraadstaven 7 zijn verder door boringen in kabelbevestigingsschalen 8 respectievelijk 9 geschroefd, waarvan de schalen 8 elk twee boringen en de schalen 9 elk een boring omvatten. Door in figuur 1 niet getoonde, op de schroef-15 draadstaven 7 geschroefde bevestigingsmoeren zijn de schalen 8 en 9 voor het bevestigen van de kabels elk op de tussen de schalen en de dwarsdrager 3 respectievelijk tussen de schalen 9 aangebrachte kabels gedrukt.Reference numeral 7 denotes threaded rods 10 in FIG. 1, which are screwed into transverse carrier 3 through corresponding threaded bores. The threaded rods 7 are further screwed through holes in cable fastening shells 8 and 9, respectively, the shells 8 of which each have two bores and the shells of 9 each have a bore. The fixing shells 8 and 9 for fixing the cables are each pressed on the cables arranged between the shells and the cross beam 3 and between the shells 9 by means of fastening nuts which are not screwed onto the screw rods 7 in figure 1.

Met de verwijzingscijfers 10 en 11 zijn in figuur 1 omwikkelingen 20 van de kabels van de kabelgroepen 5 en 6 in hun bevestigingsgebied aangeduid. Door de omwikkelingen zijn in het kabelbevestigingsgebied telkens delen van de kabels en de kabelhouders omhuld. De omwikkelingen zijn in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld uit een in strookvorm aanwezig weefselvormig mineraalvliesmateriaal vervaardigd. In plaats 25 van een dergelijk materiaal zou echter ook mineraalwol, vilt, metaalfolie, ribstrekmetaal, glasvezelweefsel of glasvezelvlies kunnen worden gebruikt.Reference numerals 10 and 11 in FIG. 1 denote coils 20 of the cables of the cable groups 5 and 6 in their attachment area. Due to the wraps, parts of the cables and the cable holders are enveloped in the cable fastening area. In the exemplary embodiment shown, the wraps are manufactured from a woven web-shaped mineral fleece material. However, instead of such a material, mineral wool, felt, metal foil, rib stretch metal, glass fiber fabric or glass fiber fleece could also be used.

Met stippellijnen 12 en 13 zijn op de omwikkeling 10 respectievelijk 11 aangebrachte lagen van een insluitlaagvormer aangeduid. Bij de 30 insluitlaagvormer gaat het in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld om een onder de aanduiding G + H brandbeschermingsverf en G + H brandbescher-mingsverf viskeus of BC-brandbeschermingsverf of BC-brandbeschermings-verf viskeus in de handel verkrijgbaar materiaal. De insluitlaagvormer is in natte toestand in een ongeveer 1.000 pm dikke laag aangebracht.Dashed lines 12 and 13 denote layers of an inclusion layer former applied on the wrapping 10 and 11, respectively. In the exemplary embodiment shown, the containment layer former is a material which is commercially available under the designation G + H fire protection paint and G + H fire protection paint viscous or BC fire protection paint or BC fire protection paint. The containment layer former is wet-coated in an approximately 1,000 µm thick layer.

35 Buiten de bevestigingsgebieden zijn de kabels 4 eveneens van de insluitlaagvormer voorzien, waarbij tussen de omwikkelde gebieden en de kabelgebieden een vloeiende overgang uit insluitlaagvormermateriaal aanwezig is.Outside the attachment areas, the cables 4 are also provided with the containment layer former, with a smooth transition of containment layer former material being present between the wrapped areas and the cable areas.

1 0091 4 0 51 0091 4 0 5

Als bij brand hitte op de kabeltracés inwerkt, dan treedt in de insluitlaagvormer een opschuimreactie op, zodat de insluitlaagvormer opschuimt en een ten opzichte van de oorspronkelijk aangebrachte laag een meer dan een factor 60-100 dikkere insluitlaag uit koolstofschuim 5 vormt. Daardoor worden de kabels inclusief de bevestigingsgebieden daarvan door een ononderbroken insluitlaag omsloten. Door de een ruw oppervlak hebbende, in het bevestigingsgebied als drager voor de insluitlaagvormer dienende omwikkelingen 10 en 11, is ervoor gezorgd dat de opgeschuimde insluitlaagvormer zich ook op deze plaatsen voldoende 10 stabiel vasthecht en geen doorslagplaatsen voor het vlam vatten van de kabelisolaties worden gevormd. Door de omwikkeling wordt in het bijzonder in het gebied van de houderdelen verhinderd dat het materiaal van de insluitlaagvormer dat zich in deze gebieden slechter vasthecht dan aan de kabeldelen, daaraf druppelt. In het gebied van de omwikke-15 ling wordt de insluitlaagvormer door de geringe warmtecapaciteit van het de omwikkeling vormende draagmateriaal voor de insluitlaagvormer, snel warm, zodat in dit gebied in een vroeg stadium een beschermende insluitlaag respectievelijk insluitlagen wordt/worden gevormd. Daardoor is in het bijzonder het bevestigingsgebied in een vroeg stadium 20 goed beschermd, zodat een zacht worden van de kabelommanteling in de schaalgebieden lang wordt vertraagd, hetgeen er wederom toe bijdraagt dat de bevestiging door de schalen werkzaam blijft, zodat de gevormde insluitlaag respectievelijk -lagen niet door onderlinge bewegingen van de kabels ten opzichte van de schalen kunnen worden opengescheurd.When heat acts on the cable routes in the event of a fire, a foaming reaction occurs in the containment layer former, so that the containment layer former foams and a carbon foam 5-containing thicker layer than the originally applied layer forms more than a factor of 60-100. As a result, the cables, including their attachment areas, are enclosed by a continuous containment layer. Due to the rough surface, wraps 10 and 11 serving as support for the containment layer former in the fastening area, it is ensured that the foamed containment layer former also adheres sufficiently stable at these locations and that no piercing points for igniting the cable insulations are formed. Particularly in the area of the holder parts, the wrapping prevents the material of the containment layer former, which adheres worse in these areas than to the cable parts, from dripping therefrom. In the region of the wrapping, the containment layer former quickly heats up due to the small heat capacity of the wrapping-forming carrier material for the containment layer former, so that in this area a protective containment layer or containment layers are / are formed at an early stage. In particular, the fastening region in this case is well protected in particular at an early stage, so that a softening of the cable sheathing in the shell regions is long delayed, which again contributes to the fastening of the shells remaining active, so that the enclosed layer or layers formed cannot be torn open by mutual movement of the cables relative to the shells.

25 In het in figuur 2 getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn dezelfde of op gelijke wijze werkende delen met dezelfde verwijzingscijfers als in figuur 1 aangeduid, maar dan door de letter a gevolgd.In the exemplary embodiment shown in Figure 2, the same or similarly acting parts are designated with the same reference numerals as in Figure 1, but then followed by the letter a.

Anders dan in het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld zijn bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 2, slechts twee kabels 4a verti-30 caal gelegd, die aan dwarsdragers 3a van een kabeltracé-houder 2a zijn bevestigd door middel van schalen 8a. Aan elke bevestigingsplaats van de kabels 4a is een omwikkeling 10a respectievelijk 11a tot stand gebracht door een kruiselings omwikkelen van de afzonderlijke kruisingen tussen de kabels en de schaalhouders, waarbij de omwikkelingen 35 voor de aangrenzende kabels 4a in elkaar over gaan. In plaats van de afzonderlijke kabels 4a zouden ook groepen kabels 4a op die manier kunnen zijn omwikkeld. Op de omwikkelingen en ook op de kabels zijn insluitlaagvormerbekledingen 12a en 13a aangebracht. Door de bij voor- 1 0091 4 0 6 keur kruislingse omwikkeling wordt ten opzichte van het eerder hierboven getoonde uitvoeringsvoorbeeld een nog beter werkzame bandageer-werking verkregen, door welke naast het vasthouden door de schalen, een aanvullende vasthoudwerking wordt verkregen. Deze aanvullende 5 vasthoudwerking beperkt in geval van brand aanvullend onderlinge bewegingen tussen de kabels en de schaalhouder, zodat de door de opgeschuimde insluitlaagvormer 12a, respectievelijk 13a gevormde, de kabels ook aan hun bevestigingsplaatsen ononderbroken afdekkende schuim-stof-insluitlaag niet opengescheurd kan worden en daardoor de kabel-10 isolatie geen vlam kan vatten.In contrast to the previous exemplary embodiment, in the exemplary embodiment according to Fig. 2, only two cables 4a are laid vertically, which are fastened to cross beams 3a of a cable trace holder 2a by means of shells 8a. At each attachment location of the cables 4a, a wrap 10a and 11a, respectively, is established by crosswise wrapping of the individual crossings between the cables and the shell holders, the wraps 35 for the adjacent cables 4a merging. Instead of the individual cables 4a, groups of cables 4a could also be wrapped in this way. Inclusion layer former coatings 12a and 13a are provided on the windings and also on the cables. Due to the preferred cross-wrapping, an even more effective banding action is obtained compared to the exemplary embodiment shown above, by which an additional holding action is obtained in addition to holding by the shells. In the event of a fire, this additional holding action additionally restricts mutual movements between the cables and the shell holder, so that the foam-material containment layer, which is formed uninterruptedly by the foamed containment layer former 12a and 13a, cannot be torn open at their mounting locations and therefore the cable-10 insulation cannot catch fire.

Anders dan in de getoonde uitvoeringsvoorbeelden zouden onder de omwikkelingen lagen insluitlaagvormer kunnen zijn aangebracht. In dat geval zou eerst de insluitlaagvormer op alle kabels en in de gebieden onder de later aan te brengen omwikkelingen kunnen worden aangebracht, 15 terwijl pas daarna het omwikkelen plaatsvindt. Na het omwikkelen met het insluitlaagvormer-draagmateriaal zou dan nog een laag insluitlaagvormer moeten worden aangebracht. Bij een dergelijke uitvoeringsvorm zou bij brand een aanvullende beschermverdikking worden gevormd, doordat onder de omwikkeling opgeschuimde insluitlaagvormer op de over-20 gangsplaatsen tussen de omwikkeling en de kabel respectievelijk het houderdeel te voorschijn komt.Contrary to the exemplary embodiments shown, layers of containment layer former could be provided under the wraps. In that case, the containment layer former could first be applied to all cables and in the areas under the wraps to be applied later, while only then the wrapping takes place. After wrapping with the containment layer former carrier material, a further layer of containment layer former should then be applied. In such an embodiment, an additional protective thickening would be formed in the event of fire, because foamed containment layer former under the wrapping emerges at the transition points between the wrapping and the cable or the holder part, respectively.

1 nnpian1 nnpian

Claims

A method for protecting cable routes against fire, in which a heat-foaming barrier layer former (12, 13) is applied to cables (4) and cable holder parts (3. 7 # 8, 5 9) of the cable route characterized in that at least in the area of the cable attachment to improve the adhesion of the foamed containment layer former, a wrapping or sheathing of the cables (4) and the cable holder parts (3, 7, 8, 9) with a support material (10 , 11) before the containment layer former (12, 13) takes place-10.

Method according to claim 1, characterized in that additional wrapping contributing to the retention of the cables takes place through the wrapping

Method according to claim 1 or 2, characterized in that a complete wrapping or wrapping of the cables (4) with the support material (10, 11) for the containment layer former (12, 13) takes place.

Method according to one of Claims 1 to 3, characterized in that a particularly heat-insulating material with a low heat capacity is used as the support material. 20

Method according to any one of claims 1 to 4, characterized in that mineral wool, felt, metal foil, rib-stretch metal, glass fiber fabric and / or glass fiber fleece are used as the support material.

Method according to any one of claims 1 to 5t, characterized in that. that a mineral nonwoven fabric 25 is used as the support material (10, 11).

A method according to any one of claims 1 to 6, characterized in that a woven nonwoven fabric is used as the support material.

Method according to any one of claims 1 to 7, characterized in that a strip-shaped support material is used as the support material (10, 11).

Method according to any one of claims 1 to 8, characterized in that a cross-winding takes place at a location where one or more cables and a cable holder intersect. 35

Method according to any one of claims 1 to 9, characterized in that adjacent places where one or more cables and a cable holder intersect are jointly wrapped to form a continuous wrapping (10a, 11a). 1 0091 4 0

Method according to one of Claims 1 to 10, characterized in that a layer of containment layer former is also applied to the cable or cable holder parts under the wrapping.

Cable trajectory with a barrier layer former (12, 13) mounted on cables (4) and cable holder parts (3. 7, 8, 9) to protect against fire 5, characterized in that at least in the cable attachment area the cables (4) and the cable holder (3, 7. 8. 9) are wrapped or sheathed to improve adhesion of the foamed containment layer former (12, 13) with a support material (10, 10 11) for the containment layer former.

Cable route according to claim 12, characterized in that the wrapping is designed as an additional retaining bandage as the cables in the holding area.

Cable route according to claim 12 or 13., characterized in that the cables (4) are completely wrapped or sheathed with the support material (10, 11) for the containment layer former (12, 13).

Cable route according to one of Claims 12 to 14, characterized in that a material with a low heat capacity and in particular a low thermal insulation is provided as the support material.

Cable route according to one of Claims 12 to 15, characterized in that mineral wool, felt, glass fiber fleece, glass fiber fabric, metal foil and / or rib-expanded metal are used as the support material. 25

Cable route according to one of Claims 12 to 16, characterized in that a mineral nonwoven fabric is used as the support material.

Cable route according to any one of claims 12 to 17, characterized in that a nonwoven fabric is used. 30

Cable route according to one of Claims 12 to 18, characterized in that the carrier material is strip-shaped.

A cable route according to any one of claims 12 to 19, characterized in that a place where one or more cables and a cable holder intersect is wound crosswise.

A cable route according to any one of claims 12 to 20, characterized in that several adjacent places where one or more cables and a cable holder intersect are provided with a common continuous wrapping. 1 0091 4 0

Cable route according to one of Claims 12 to 21, characterized in that containment layer molding material is also provided under the wrap on the cable and the cable holder parts.

Cable route according to one of Claims 12 to 22, characterized in that the cable routes are laid vertically.

Cable route according to any one of claims 12 to 23, characterized in that the cables comprise a PVC jacket.

Cable route according to any one of claims 12 to 14, characterized in that the cable holders comprise cable shells.

A cable route according to any one of claims 12 to 25, characterized in that the containment layer molding material is applied wet in a layer at least 1,000 µm thick. * «« »**** 1 0091 4 0