NL1008994C2 - Productdrager voor voedingsmiddelen. - Google Patents

Description

Productdrager voor voedingsmiddelen

De uitvinding betreft een productdrager overeenkomstig de aanhef van conclusie 1.

Dergelijke productdragers zijn bekend uit EP 0777202 en zijn daar getoond in figuur 5-7 met de bijbehorende be-5 schrijvingen. Het nadeel van de bekende productdrager is dat het af te snijden voedingsmiddel tijdens het snijden onvoldoende ondersteund is. Ook is de verplaatsing van het voedingsmiddel naar het snijvlak niet regelmatig omdat het over allerlei steunranden moet glijden waardoor de regelmaat en 10 het resultaat van het snijproces nadelig wordt beïnvloed. De uitvinding beoogt bovengenoemde nadelen weg te nemen.

Daartoe is de productdrager uitgevoerd overeenkomstig het kenmerk van conclusie 1.

Hierdoor kan het voedingsmiddel ononderbroken worden 15 toegevoerd naar het snijvlak, waar het door twee vlakken in twee richtingen wordt ondersteund. Daardoor kunnen de plakken in een regelmatige dikte glad worden afgesneden.

Overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de uitvinding vormen de bodemplaat en de opstaande rand één geheel. Hier-20 door worden kieren vermeden zodat er geen ongewenste bacte-riegroei kan optreden.

Overeenkomstig een verdere verbetering zijn de bodemplaat en het opstaande profiel uit één geëxtrudeerd profiel vervaardigd. Hierdoor wordt op eenvoudige wijze een 25 sterk en glad onderdeel verkregen.

Overeenkomstig een verbetering grijpt het schuifstuk aan om de bodemplaat en de opstaande rand. Hierdoor zijn er geen extra voorzieningen als rails en dergelijke noodzakelijk.

30 Overeenkomstig een verdere verbetering van de uit vinding is het schuifstuk voorzien van een verende klemvoor het schuifbaar klemmen van het schuifstuk ten opzichte van de bodemplaat en de opstaande rand. Hierdoor wordt het schuifstuk vastgeklemd ten opzichte van de bodemplaat en wordt 35 daarmee ook het voedingsmiddel vastgeklemd ten opzichte van de bodemplaat waardoor dit niet gaat schuiven tijdens trans- 1008994 2 port door de inrichting.

Overeenkomstig een uitvoeringsvorm omvat de verende klem een strip die onder voorspanning om de bodemplaat of de opstaande rand aangrijpt. Op deze wijze wordt de benodigde 5 klemming op eenvoudige wijze gerealiseerd.

Overeenkomstig een verdere verbetering van de uitvinding omvatten de klemmiddelen voor het bevestigen van de voedingsmiddelen evenwijdige pennen die tijdens gebruik evenwijdig zijn aan het aandrukvlak van het schuifstuk.

10 Hierdoor kan het op stevige wijze bevestigd worden aan het schuifstuk waarbij er zo min mogelijk verlies aan het uiteinde van het voedingsmiddel plaats vindt.

Overeenkomstig een uitvoeringsvorm is de lengte van j de pennen groter dan de helft van de hoogte van het schuif- , 15 stuk, bij voorkeur lopen de pennen door tot tenminste 20 mm van de bodemplaat. Hierdoor is een stevige bevestiging van het voedingsmiddel aan de pennen en dus aan het schuifstuk mogelijk.

Overeenkomstig een uitvoeringsvorm hebben de pennen, i 20 die rond of vierkant kunnen zijn, een diameter van ongeveer 3 mm. Hierdoor zijn ze sterk genoeg en zullen niet verbuigen.

Overeenkomstig een verdere verbetering is de afstand tussen de pennen en het aandrukvlak van het schuifstuk ongeveer 10 mm. Hierdoor zijn de pennen voldoende stevig in het 25 voedingsmiddel bevestigd en er treedt slechts gering verlies op.

Overeenkomstig een aspect van de uitvinding is de afstand tussen de pennen onderling ongeveer 20 mm. Hierdoor houdt het voedingsmiddel voldoende stevigheid tussen de 30 pennen zodat de pennen niet onder invloed van de krachten die ontstaan tijdens het transport uit het voedingsmiddel zullen scheuren.

Overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de pennen verbonden met een houder voorzien van een 35 geleiding voor het evenwijdig aan het aandrukvlak van het schuifstuk verplaatsen van de pennen. Hierdoor kan op eenvou-, dige wijze het voedingsmiddel op de productdrager gemonteerd worden en bevestigd worden aan het schuifstuk door de pennen evenwijdig aan het aandrukvlak in het voedingsmiddel te : .10089 9 4 ' 3 drukken.

Tevens omvat de uitvinding de klemmiddelen voor het bevestigen van voedingsmiddelen aan een van een aandrukvlak voorzien schuifstuk.

5 De uitvinding wordt nu beschreven aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld waarin: - figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een pro-ductdrager toont, - figuur 2 een vooraanzicht van de productdrager van 10 figuur 1 toont, - figuur 3 een bovenaanzicht van de productdrager van figuur 1 toont, - figuur 4 een zijaanzicht van de productdrager van figuur 1 toont, en 15 figuur 5 een perspectivisch aanzicht toont van een tweede uitvoering van een houder met pennen zoals gebruikt in de productdrager van figuur 1.

De in de figuren 1-4 getoonde productdrager 1 wordt gebruikt in een distributie-inrichting waarin vleeswaar wordt 20 opgeslagen. In figuur 1 is met een streep-stiplijn de vleeswaar op de productdrager 1 aangegeven. In de distributie-inrichting liggen verschillende soorten vleeswaar opgeslagen en een klant kan door middel van een toetsenbord aangeven welke en hoeveel vleeswaar hij wil bestellen en in welke plakdikte 25 afgesneden. Na de bestelling wordt de vleeswaar door de distributie-inrichting naar een snij-inrichting getransporteerd en worden de gewenste plakken ter plaatse van een snijvlak S afgesneden. Om te bereiken dat de plakken netjes op een plateau vallen staat het snijmes onder een hoek van 30 bijvoorbeeld ongeveer 40° en moet de af te snijden vleeswaar ook in die hoek gekanteld worden.

Een dergelijke distributie-inrichting staat beschreven in EP 0777202. Bij proefnemingen is gebleken dat de verschillende transporthandelingen die met de vleeswaar 35 plaats vinden het noodzakelijk maken dat de vleeswaar stevig en op de juiste wijze ondersteund op de productdrager 1 is bevestigd.

De productdrager 1 is daartoe opgebouwd uit een bodemplaat 3 met een opstaande rand 2. In de ingesloten hoek .10 0 8994 4 van de bodemplaat 3 en de opstaande rand 2 kan een schuifstuk 6 in een voedingsrichting F naar het snijvlak S schuiven. Het schuifstuk 6 heeft een naar het snijvlak S gericht aandruk-vlak V, dat min of meer loodrecht staat op de voedingsrich-5 ting F. Daarbij is het schuifstuk aan de bodemplaat 3 en de opstaande rand 2 gekoppeld met een aan het schuifstuk 6 bevestigd schouderstuk 9 dat om een verdikking van de opstaande rand 2 aangrijpt. Tevens is aan het schuifstuk 6 een i klemstrip 4 bevestigd waarmee het schuifstuk 6 aan de bodem-10 plaat 3 wordt vastgeklemd, bijvoorbeeld aan een van de bodemplaat 3 deel uitmakende klemstrip 16.

Aan het schuifstuk 6 is een houder 7 bevestigd waarmee de vleeswaar aan het schuifstuk 6 wordt verbonden. De houder 7 bestaat uit een houderplaat 8 die voorzien is van 15 geleidepennen 18, zodat de houder 7 in verticale richting evenwijdig aan het aandrukvlak V ten opzichte van het schuifstuk 6 kan bewegen. Aan de naar het snijvlak S gerichte rand van de houder 7 zijn pénnen 10 bevestigd, die aan de onderzijde voorzien zijn van scherpe punten. In de houderplaat 8 20 zijn sleufgaten 9 aangebracht waaraan een handvat 17 (zie figuren 2 en 4) bevestigd kan worden.

Teneinde het schuifstuk 6 bij het afsnijden van de vleeswaar langs de productdrager 1 in de voedingsrichting F te laten bewegen wordt gebruik gemaakt van een. bewegingsor-25 gaan dat gekoppeld wordt aan het schuifstuk 6. Daartoe is in het schuifstuk 6 een ijzeren strip 5 gemonteerd, waarop het bewegingsorgaan, dat deel uit maakt van de distributie-inrichting, met behulp van magneten kan vasthechten.

\ De productdrager 1 ligt tijdens de opslagfase in een 30 stelling van de distributie-inrichting en wordt uit de stelling getrokken aan een gat 20 dat in de bodemplaat 3 is ] aangebracht. Voor de geleiding van de productdrager 1 tijdens het transport in de kast van de distributie-inrichting zijn aan de productdrager 1 een zij strip 12 en een onderstrip 14 35 aangebracht. In de kast zijn daartoe de in figuur 2 gestippeld weergegeven geleidingen zoals een wiel 11, dat in hoog-terichting enigszins kan veren, een geleideblok 13 en een steunblok 15 aangebracht.

In de getoonde uitvoeringsvorm van de productdrager a 1008994 5 1 zijn de bodemplaat 3, de opstaande rand 2, de zij strip 12, de onderstrip 14 en de klemstrip 16 uitgevoerd als een geëx-trudeerd profiel van een aluminiumlegering. Nabij het snijvlak S zijn de onderstrip 14 en de klemstrip 16 weggenomen, 5 zodat de vleeswaar nauwkeuriger bij het snijmes in het snijvlak S gebracht kan worden. Het geëxtrudeerde profiel is gecoat bijvoorbeeld met een laag "TEFLON" ("TEFLON" is een geregistreerd handelsmerk), zodat het materiaal eenvoudig is schoon te houden. Doordat de bodemplaat 3 en de opstaande 10 rand 2 uit één stuk gemaakt zijn is er geen verbindingsnaad zodat er geen vervuiling of bacteriegroei kan optreden en de productdrager 1 gemakkelijk is schoon te houden.

De productdrager 1 is bij de ingesloten hoek van de bodemplaat 3 en de opstaande rand 2 glad, zodat de tussen het 15 schuifstuk 6 en het snijvlak S liggende vleeswaar zonder problemen in de voedingsrichting F bewogen kan worden. De in de ingesloten hoek liggende vleeswaar wordt tijdens het snijden in het snijvlak S door het snijmes over een groot deel van zijn lengte tegen de bodemplaat 3 en de opstaande 20 rand 2 gedrukt en daarbij in twee richtingen ondersteund.

Hierdoor wordt de plak gelijkmatig afgesneden. Door de gladde ondersteuning vindt ook de voeding naar het snijvlak S gelijkmatig plaats.

Het schuifstuk 6, de klemstrip 4 en het schouderstuk 25 9 zijn gemaakt van kunststof, bijvoorbeeld POM. In het uit- voeringsvoorbeeld zijn bovengenoemde onderdelen als losse onderdelen getoond, echter het is ook mogelijk om de onderdelen tot één onderdeel samen te voegen. De klemstrip 4 is steeds zodanig uitgevoerd dat het schuifstuk 6 stroef over de 30 bodemplaat 3 beweegt, en bij voorkeur alleen beweegt als het hiervoor genoemde bewegingsorgaan aan de ijzeren strip 5 vastgrijpt en het schuifstuk 6 verplaatst. Daartoe bevat de klemstrip 4 een verend element, hier uitgevoerd als een gebogen strip kunststof. De klemkracht is zodanig dat de 35 vleeswaar niet zal verschuiven bij het versnellen en vertragen van de vleeswaar tijdens het transport tussen opslag en snij-inrichting.

De houder 7 is zodanig uitgevoerd dat hiermee de vleeswaar stevig wordt vastgehouden tegen het aandrukvlak V

100 899 4 6 van het schuifstuk 6. Doordat een stuk vleeswaar met bijvoorbeeld een gewicht van 10 kg makkelijk kan glijden over de bodemplaat 3, wordt ongewilde verplaatsing van de vleeswaar tijdens het transport en het snijden, waarbij de productdra-5 ger 1 bijvoorbeeld 40° naar beneden kan hangen, overwegend voorkomen doordat het aan het schuifstuk 6 bevestigd is. Daarbij kunnen aanzienlijke krachten optreden. Om een voldoende stevige bevestiging te kunnen realiseren staan de pennen 10 loodrecht op de voedingsrichting F op een afstand a 10 uit elkaar, waarbij als a bijvoorbeeld 20 mm is de meeste vleeswaar voldoende stevig bevestigd is. De pennen 10 kunnen rond of vierkant zijn en hebben een diameter van 3 mm en lopen door tot maximaal 20 mm en bij voorkeur tot ongeveer 5 mm van de bodemplaat 3 en hebben dus een lengte die groter is 15 dan de halve hoogte van het schuifstuk 6. Eventueel zijn de pennen aan de bovenzijde extra verstevigd in de lengterichting om verbuiging te voorkomen.

Tussen de pennen 10 en het aandrukvlak V van het schuifstuk 6 is een afstand c, die eveneens afhankelijk is 20 van de te snijden vleeswaar. Indien de vleeswaar een recht en regelmatig eind heeft en het is stevig vlees kan c relatief klein zijn. Bij zachte vleessoorten en worsten met een bolvormig uiteinde moet c groter gehouden worden. Een gebruikelijke waarde voor c is 10 mm.

25 Teneinde er voor te zorgen dat de afgesneden plakken geen ongewenste vorm hebben tengevolge van de in de vleeswaar gestoken pennen 10 moet het snijvlak S een bepaalde afstand van de pennen 10 houden. Gebleken is dat als deze afstand groter is dan 5 mm er geen nadelige invloed van de pennen in 30 de plakvorm wordt ondervonden. Tegelijk betekent dit ook dat een afstand b die de bovenplaat uitsteekt voor de pennen 10 kleiner moet zijn dan 5 mm en bijvoorbeeld 2 mm is. Hierdoor | zal het snijmes de bovenplaat 8 niet raken.

J Bij het plaatsen van de vleeswaar op de productdra- 35 ger 1 wordt als volgt te werk gegaan. De lichtbevroren vleeswaar van ongeveer -2°C wordt op de bodemplaat 3 geplaatst met de zijkant tegen de opstaande rand 2 en een uiteinde bij het snijvlak S. Het schuifstuk 6 wordt met het aandrukvlak V tegen het andere uiteinde van het vleeswaar geduwd. De gelei- J008994 7 depennen 18 van de houder 7 worden in het schuifstuk 6 geplaatst en de pennen 10 worden in de vleeswaar gedrukt tot de houderplaat 8 op het schuifstuk 6 rust. Daarna wordt het handvat 17 van de houder 7 afgenomen. Nadat de geleidepennen 5 18 in het schuifstuk 6 geschoven zijn, kunnen ze daarin automatisch geborgd worden met bijvoorbeeld een niet getoonde verende ring. Ook kan een borgschroefje gebruikt worden.

In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is gebruik gemaakt van één houder 7. Het is echter ook mogelijk met name 10 voor brede stukken vleeswaar, om meerdere houders 7 naast elkaar te plaatsen, daarbij kunnen de bodemplaat 3 en het schuifstuk 6 ook breder zijn uitgevoerd.

Nadat de productdrager 1 met de vleeswaar in de distributie-inrichting is geplaatst, kan deze op bekende 15 wijze naar de snij-inrichting verplaatst worden. In de snij-inrichting beweegt het bewegingsorgaan naar het schuifstuk 6, waarbij dit schuifstuk 6 op een willekeurige plaats in de lengterichting van de productdrager 1 kan staan. Op het bewegingsorgaan zijn sensoren (micro-switches) aangebracht 20 die het benaderen van het schuifstuk 6 waarnemen. Nadat het schuifstuk 6 is waargenomen worden de magneten in het bewegingsorgaan ingeschakeld waardoor het schuifstuk gekoppeld wordt aan het bewegingsorgaan. De beweging van de vleeswaar kan nu nauwkeurig gestuurd worden door het bewegingsorgaan en 25 kan de tijdens het snijden benodigde voeding krijgen. Naast deze beschreven uitvoering van het bewegingsorgaan met magneten zijn ook andere uitvoeringen mogelijk zoals bijvoorbeeld met een grijper.

In figuur 5 is een tweede uitvoeringsvorm van de 30 houder 7 getoond waarbij de pennen 10 en de houderplaat 8 uit één stuk plaatmateriaal vervaardigd zijn. Hierdoor kan de houder op goedkope wijze vervaardigd worden. Bij deze uitvoering wordt geen gebruik gemaakt van een handvat voor het in het vlees drukken van de pennen.

35 De hier getoonde productdrager 1 kan in een distri butie-inrichting verschillende afmetingen hebben, die zijn aangepast aan de verschillende afmetingen van de vleeswaar.

In het hiervoor genoemde uitvoeringsvoorbeeld is het gebruik van de productdrager voor het opslaan en transport 1 0 Π PQ Q a 8 van vleeswaar beschreven. Dezelfde productdrager is echter ook bruikbaar voor transport en opslag van andere producten zoals bijvoorbeeld kaas en bijvoorbeeld ook brood, groente of vruchten.

5 De beschreven productdrager is uitgevoerd met één opstaande rand 2. Er is ook een uitvoering mogelijk met twee opstaande randen, waardoor het voedingsmiddel beter opgesloten ligt, en waarbij het schuifstuk 6 toch toegankelijk blijft voor een bewegingsorgaan.

i , -10 0 8994

Claims (14)

1. Productdrager (1) voor transport en opslag van voedingsmiddelen zoals onder andere vleeswaren in een inrichting voor het automatisch afsnijden van plakken van het voedingsmiddel omvattende een bodemplaat (3) voor ondersteu-5 nen van het voedingsmiddel, een schuifstuk (6) met een aan-drukvlak (V) loodrecht op haar verplaatsingsrichting (F) voor het verplaatsen van het voedingsmiddel over de bodemplaat naar een snijvlak (S) en klemmiddelen (7) voor bevestiging van het voedingsmiddel aan het schuifstuk, met het kenmerk, 10 dat de bodemplaat (3) met ten minste één opstaande rand (2) een ingesloten hoek vormt waarin het voedingsmiddel kan worden afgesteund en waarbij de wanden die aansluiten op de ingesloten hoek tussen het snijvlak (S) en het aandrukvlak ononderbroken en glad zijn.

2. Productdrager overeenkomstig conclusie 1, met het kenmerk, dat de bodemplaat (3) en de opstaande rand (2) een geheel vormen.

3. Productdrager overeenkomstig conclusie 2, met het kenmerk, dat de bodemplaat (3) en de opstaande rand (2) uit 20 één geëxtrudeerd profiel vervaardigd zijn.

4. Productdrager overeenkomstig conclusie l of 2 of 3, met het kenmerk, dat het schuifstuk (6) aangrijpt om de bodemplaat (3) en de opstaande rand (2).

5. Productdrager overeenkomstig conclusie 1, 2 3 of 25 4, met het kenmerk, dat het schuifstuk (6) voorzien is van een verende klem (4) voor het schuifbaar klemmen van het schuifstuk ten opzichte van de bodemplaat (3) en de opstaande rand (2).

6. Productdrager overeenkomstig conclusie 5, met het 30 kenmerk, dat de verende klem (4) een strip omvat die onder voorspanning om de bodemplaat (3) of de opstaande rand (2) aangrijpt.

7. Productdrager overeenkomstig een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de klemmiddelen (7) voor het 35 bevestigen van het voedingsmiddel evenwijdige pennen (10) omvatten die tijdens gebruik evenwijdig zijn aan het aandruk- 1008994 4 « vlak (V) van het schuifstuk (6).

8. Productdrager overeenkomstig conclusie 7, met het kenmerk, dat de lengte van de pennen (10) groter is dan de helft van de hoogte van het schuifstuk (6).

9. Productdrager overeenkomstig conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat tijdens gebruik de afstand van de pennen (10) tot de bodemplaat (3) maximaal 20 mm is.

10. Productdrager overeenkomstig conclusie 7, 8, of 9, met het kenmerk, dat de pennen (10), die rond of vierkant i 10 kunnen zijn, een diameter van ongeveer 3 mm hebben.

11. Productdrager overeenkomstig conclusie 7, 8, 9 of 10, met het kenmerk, dat de afstand (c) tussen de pennen (10) en het aandrukvlak (V) ongeveer 10 mm is.

12. Productdrager overeenkomstig een der conclusies 15 7, 8, 9, 10 of 11, met het kenmerk, dat de afstand (a) tussen de pennen (10) onderling ongeveer 20 mm is.

13. Productdrager overeenkomstig een der conclusies 7-12, met het kenmerk, dat de pennen (10) zijn verbonden met , een houder (8) voorzien van een geleiding (18) voor het i ! 20 evenwijdig aan het aandrukvlak (V) verplaatsen van de pennen (10) .

14. Klemmiddelen overeenkomstig een der conclusies 7-13 voor het bevestigen van voedingsmiddelen aan een van een aandrukvlak (V) voorzien schuifstuk (6). 100 899 A '