NL1008400C2

NL1008400C2 - Balenverzamelaar met draaibaar achterste rollenbedgedeelte.

Info

Publication number: NL1008400C2
Application number: NL1008400A
Authority: NL
Inventors: Thomas Harke Daniel Meijer
Original assignee: Meijer Ten Post Beheer B V
Priority date: 1998-02-24
Filing date: 1998-02-24
Publication date: 1999-08-25
Also published as: CA2321811A1; AU2441999A; ATE218034T1; CA2321811C; DE69901601T2; ES2177229T3; EP1058494A1; DE69901601D1; US6478523B1; WO1999043199A1; EP1058494B1; DK1058494T3

Description

9 8 5 O 2 6/ΛΑ/MHO

Korte aanduiding: balenverzamelaar met draaibaar achterste rollenbedgedeelte.

De uitvinding heeft betrekking op een balenverzamelaar volgens de aanhef van conclusie 1.

Een dergelijke balenverzamelaar is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage NL-A-9300711 (corresponderend met EP-5 A-0 622 012). Bij de bekende balenverzamelaar is het rollen- bed bij een achterste uiteinde ervan draaibaar om een horizontale as. Door middel van geschikte dwangmiddelen wordt in ongeladen toestand van het rollenbed een voorste uiteinde van het rollenbed op een hoger niveau, in het bijzonder het 10 niveau van de persuitgang van de balenpers, gehouden dan het achtereinde van het rollenbed. Wanneer vanuit de balenpers een eerste baal op het rollenbed geschoven is wordt de werking van de dwangmiddelen door het gewicht van de eerste baan op het rollenbed overwonnen, waardoor het voorste 15 -uiteinde van het rollenbed naar beneden zakt. Vervolgens kan een tweede baal over de eerste baal geschoven worden, waarbij verschuiving van de eerste baal over het rollenbed tegengegaan wordt door achter de eerste baal aangebrachte blokkeermiddelen. Nadat de tweede baal voldoende ver over de 20 eerste baal geschoven is bedient de tweede baal een mechanisme voor het zodanig verplaatsen of vrijgeven van de blokkeermiddelen dat de stapel van de eerste en de tweede balen door een volgende aangevoerde baal vanaf het rollenbed op de grond geduwd wordt.

25 De bekende balenverzamelaar is geschikt voor gebruik met strobalen, die afmetingen kunnen hebben van 2,4 m lang, 1,2 m breed en 0,7 m hoog en die een gewicht van ongeveer 300 kg kunnen hebben. De bekende balenverzamelaar is tevens geschikt voor gebruik met silage-(voorgedroogd gras) balen 3 0 met dezelfde afmetingen met een gewicht van 500 tot 800 kg. Een strobaal is echter aanmerkelijk gladder dan een silage-baal, waardoor bij gebruik met silagebalen aanmerkelijk grotere schuifkrachten tussen over elkaar schuivende balen 1008 400 - 2 - kunnen optreden. Dit kan een ongewenste tegendruk naar de balenpers en een verslechterde werking daarvan tot gevolg hebben. Dit bezwaar geldt vooral voor de tegenwoordig gebruikte silagebalen met nog grotere afmetingen en gewichten 5 dan de hiervoorgenoemde.

Een ander bezwaar van de bekende balenverzamelaar is dat een op het rollenbed gevormde stapel van twee balen zonder wachttijd, dus direct door een volgende baal op de grond geschoven wordt. Hierdoor verschaft de verzamelaar 10 geen bufferopslagfunctie en kan een gebruiker van de verzamelaar de balen niet in door hem gewenste locaties op het land deponeren.

De uitvinding beoogt de bezwaren van de bekende balenverzamelaar op te heffen.

15 Voor het bereiken van het genoemde doel verschaft de uitvinding een balenverzamelaar als beschreven in conclusie 1.

= Hierdoor verschaft de balenverzamelaar een bufferfunc- tie die de gebruiker van de verzamelaar de mogelijkheid 20 biedt de balen in door hem gewenste locaties op het land te deponeren.

Andere eigenschappen en voordelen zullen duidelijk worden uit de hiernavolgende toelichting in combinatie met de bijgevoegde tekeningen, waarin: 25 Fig. 1 in perspectief een uitvoeringsvorm van een balenverzamelaar volgens de uitvinding in een ingeklapte, ongebruikte toestand toont;

Fig. 2 in perspectief de balenverzamelaar van fig. 1 in een verzamel- en buffertoestand toont; 30 Fig. 3 in perspectief de balenverzamelaar van fig. 1 in een verzamel- en deponeertoestand toont; en

Fig. 4 in pespectief een andere uitvoeringsvorm van een balenverzamelaar volgens de uitvinding in een ingeklapte, ongebruikte toestand toont.

35 Fig. 1 toont een achterste gedeelte van een balenpers 1 die tijdens normaal bedrijf in de met de pijl 2 aangegeven richting rijdt. De balenpers 1 heeft een perskanaal 4, die bij een achterste uiteinde ervan uitmondt in een persuitgang 1008 4 00 -* ! - 3 - 5.

Een balenverzamelaar 10 volgens de uitvinding omvat een koppelstuk 11 waarmee de verzamelaar 10, zoals getoond, aan het achtereinde van het perskanaal 4 gekoppeld kan worden.

5 De balenverzamelaar 10 omvat verder een rollenbed bestaande uit evenwijdige, horizontale rollen 13 die geschikt zijn voor het daarop ontvangen en transporteren van opeenvolgende balen uit de persuitgang 5 van de balenpers 1.

Het rollenbed is verdeeld in een voorste gedeelte 14 en 10 een achterste gedeelte 15. Het voorste gedeelte 14 is bij 17 draaibaar om een horizontale as aan het koppelstuk 11 gekoppeld. Het voorste rollenbedgedeelte 14 en het achterste rollenbedgedeelte 15 zijn bij 18 draaibaar om een horizontale as aan elkaar gekoppeld. De genoemde assen zijn evenwij-15 dig aan de rollen 13.

Het voorste rollenbedgedeelte 14 heeft aan weerszijden een langwerpig geleideorgaan 20 voor het evenwijdig aan de rijrichting 2 geleiden van over de rollen 13 bewegende balen.

20 Het koppelstuk 11, het voorste rollenbegedeelte 14 en het achterste rollenbedgedeelte 15 hebben elk een respectieve verbindingsarm 22, 23, 24 met respectieve koppeluiteinden 25, 26 en 27. Tussen de koppeluiteinden 25 en 26 of tussen de koppeluiteinden 26 en 27 kan een cilinder, in het bijzon-25 der een hydraulische cilinder, 29 aangebracht worden. De cilinder 29 kan via slangen 31, 32 vanaf de balenpers 1 gestuurd worden, in het bijzonder door een bestuurder van de balenpers 1. In het bijzonder wordt een enkele cilinder, de clinder 29, gebruikt.

30 In de in fig. 1 getoonde toestand van de balenverzamelaar 10 is de cilinder 29 tussen de koppeluiteinden 25, 26 van het koppelstuk 11 respectievelijk van het voorste rollenbedgedeelte 14 aangebracht en is de cilinder 29 ingetrokken, waardoor het voorste rollenbedgedeelte 14 omhoog ge-35 trokken is, waardoor daaraan bevestigde wielen 34 vrij van de grond 35 zijn, en waarbij het achterste rollenbedgedeelte 15 door het eigen gewicht ervan naar beneden hangt. In deze toestand kan de balenverzamelaar 10, terwijl het aan de 1008 400 - 4 - balenpers 1 gekoppeld is, veilig en gemakkelijk getransporteerd worden.

Bij de in de figuren 2 en 3 getoonde toestanden van de balenpers 10 is de cilinder 29 tussen de koppeluiteinden 26 5 en 27 van het voorste rollenbedgedeelte 14 respectievelijk het achterste rollenbedgedeelte 15 aangebracht. In beide situaties van de fig. 2 en 3 rusten de wielen 34 op de grond 35. In de situatie van fig. 2 is de cilinder 29 ingetrokken en in de situatie van fig. 3 is de cilinder 29 uitgeschoven. 10 Een door het rollenbed gedragen achterste baal 40 zal over een hoogste achterste uiteinde van de rollenbedgedeel-ten 14, 15 kantelen en op de grond 35 gedeponeerd worden wanneer het zwaartepunt van de baal voorbij (naar achteren) dat hoogste achterste uiteinde geschoven is. De tijd die 15 vervolgens verstrijkt voordat een volgende achterste baal 40 op de grond 35 gedeponeerd wordt kan buffertijd genoemd worden.

De buffertijd is afhankelijk van verschillende facto-~ ren, in het bijzonder: de lengten van de rollenbedgedeelten 20 14, 15 ten opzichte van de lengten van de balen 40, de hoogste positie van de achtereinden van de rollenbedgedeelten 14, 15, de hoogten van de balen 40, de aanvoersnelheid van de balen 40 vanuit de balenpers 1 en het moment waarop een gebruiker de cilinder 29 stuurt om het achterste rollen-25 bedgedeelte 15 naar beneden te draaien (fig. 3).

De gebruiker kan de buffertijd gebruiken om opeenvolgende achterste balen 40 in respectieve gewenste locaties op het land 35 te deponeren. Voor dat doel kan de gebruiker door middel van de cilinder 29 een geschikte vaste hoekstand 30 van het achterste rollenbedgedeelte 15 instellen en/of kan de gebruiker op geschikte momenten door middel van de cilinder 29 het achterste rollenbedgedeelte 15 zo ver naar beneden draaien dat een achterste baal direct op de grond gedeponeerd wordt waarna de gebruiker het achterste rollenbedge-35 deelte 15 weer nar de aanvankelijke hogere positie draait.

Een balenverzamelaar volgens de uitvinding kan met of zonder de draaibare koppeling tussen het voorste koppelstuk r 11 en het voorste rollenbedgedeelte 14 uitgevoerd zijn.

j 1008 400 i i - 5 -

In een in fig. 4 getoonde voorkeursuitvoeringsvorm van een balenverzamelaar 44 volgens de uitvinding is een dergelijke draaibare koppeling aanwezig en is aan de onderzijde van het voorste rollenbedgedeelte 14 gezien dwars op de 5 rijrichting 2 in hoofdzaak alleen in het midden een of meer wielen 45 aangebracht. Hierdoor wordt bij gebruik van de balenpers op geaccidenteerd terrein voorkomen dat een of meer wielen van de grond komen en wordt tegengegaan dat de draaibare koppeling (door torsie) schade oploopt.

10 Verder kan een of meer van de in de figuren getoonde rollen 13 vervangen zijn door een glijplaat of andere geschikte geleidemiddelen.

1008 400

Claims

1. Balenverzamelaar (10, 44), die, gezien ten opzichte van een rijrichting (2) geschikt is om achter een persuitgang (5) van een balenpers (1) gekoppeld te worden, omvattende een rollenbed (14, 15) met een aantal horizontale rollen 5 (13) , die loodrecht op de rijrichting (2) staan en die : geschikt zijn om daarop achtereenvolgende balen (40) van de persuitgang (5) van de balenpers (1) te ontvangen en om de balen (40) elkaar naar achteren op te laten duwen, met het kenmerk, dat het rollenbed bestaat uit een voorste gedeelte 10 (14) en een achterste gedeelte (15) die draaibaar om een horizontale as (18) aan elkaar gekoppeld zijn, en stuurmid-delen (29, 31, 32) aangebracht zijn die geschikt zijn om het achterste rollenbedgedeelte (15) tussen een eerste hoogste hoekstand en een tweede hoekstand te verplaatsen, waarbij 15 een achtereinde van het achterste rollenbedgedeelte (15) in de eerste hoekstand hoger is dan in de tweede hoekstand.

2. Balenverzamelaar (10, 44) volgens conclusie 1, met het ’ kenmerk, dat in de eerste hoekstand het achtereinde van het 20 achterste rollenbedgedeelte (15) zich boven het niveau van het voorste rollenbedgedeelte (14) bevindt.

3. Balenverzamelaar (10, 44) volgens een voorgaande con clusie, met het kenmerk, dat in de tweede hoekstand het ach- 25 tereinde van het achterste rollenbedgedeelte (15) zich onder het niveau van het voorste rollenbedgedeelte (14) bevindt.

4. Balenverzamelaar (10, 44) volgens een voorgaande con- | clusie, met het kenmerk, dat de stuurmiddelen een stuurci- 30 linder (29) omvatten die tussen de rollenbedgedeelten (14, 15. aangebracht is.

5. Balenverzamelaar (10, 44) volgens conclusie 4, met het i kenmerk, dat een voorste uiteinde van het voorste rollenbed- 35 gedeelte (14) draaibaar om een horizontale as aan een koppelstuk (11) gekoppeld is, het rollenbed via het koppelstuk 1008 400 - 7 - (11) aan de balenpers (1) te koppelen is, het rollenbed naar een hoge hoekstand draaibaar is, waarin het ongeschikt is voor het van de balenpers (1) ontvangen van balen (40) , en houdmiddelen aangebracht zijn voor het in de hoge hoekstand 5 kunnen houden van het rollenbed (14, 15).

6. Balenverzamelaar (10, 44) volgens conclusies 4 en 5, met het kenmerk, dat een uiteinde van de cilinder (29) verwisselbaar aan het achterste rollenbedgedeelte (15) of 10 aan het koppelstuk (11) te koppelen is om het achterste rollenbedgedeelte (15) ten opzichte van het voorste rollenbedgedeelte te kunnen draaien respectievelijk om het rollenbed (14, 15) ten opzichte van het koppelstuk (n) te kunnen draaien. 15

7. Balenverzamelaar (10, 44) volgens een voorgaande con clusie, met het kenmerk, dat een voorste uiteinde van het voorste rollenbedgedeelte (14) draaibaar om een horizontale .as aan een koppelstuk (11) gekoppeld is, het rollenbed via 2. het koppelstuk (11) aan de balenpers (1) te koppelen is, en dat aan de onderzijde van het voorste rollenbedgedeelte (14) gezien dwars op de rijrichting (2) in hoofdzaak alleen in het midden een wiel (45) aangebracht is. 25 1008400