NL1008263C2 - Toegangsinstallatie voor een schip. - Google Patents
Toegangsinstallatie voor een schip. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1008263C2 NL1008263C2 NL1008263A NL1008263A NL1008263C2 NL 1008263 C2 NL1008263 C2 NL 1008263C2 NL 1008263 A NL1008263 A NL 1008263A NL 1008263 A NL1008263 A NL 1008263A NL 1008263 C2 NL1008263 C2 NL 1008263C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- hull
- bridging means
- installation according
- bridging
- leg
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B63—SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
- B63B—SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING
- B63B27/00—Arrangement of ship-based loading or unloading equipment for cargo or passengers
- B63B27/14—Arrangement of ship-based loading or unloading equipment for cargo or passengers of ramps, gangways or outboard ladders ; Pilot lifts
Landscapes
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Ocean & Marine Engineering (AREA)
- Ship Loading And Unloading (AREA)
- Bridges Or Land Bridges (AREA)
Description
Toegangsinstallatie voor een schip
De uitvinding heeft betrekking op een installatie voor het verschaffen van een verbinding tussen een schip en de wal, omvattende een overbruggingsmiddel, zoals 5 een trap, ladder, loopplank en dergelijke, waarmee de afstand tussen het scheepsdek en een kade, pier en dergelijke kan worden overbrugd, welk overbruggingsmiddel, dat opstelbaar is aan een zijde van de scheepsromp, met het ene eind draaibaar is rond een vast punt van de scheepsromp en met het andere eind verplaatsbaar is tussen een lage positie op afstand van de scheepsromp, in welke lage positie dat andere eind 10 kan aansluiten op de kade en dergelijke, en een hoge positie nabij de scheepsromp, alsmede hijsmiddelen voor het verplaatsen van het overbruggingsmiddel tussen de hoge positie en de lage positie
Een dergelijke installatie omvat een meer of minder schuin vanaf het schip naar beneden lopende trap, ladder of loopplank, afhankelijk van het hoogteverschil 15 tussen scheepsdek en kade. De trap en dergelijke is nabij zijn verplaatsbare eind door middel van kabels opgehangen aan een buiten de scheepsromp zich uitstrekkende draagbalk. Deze draagbalk moet zover uitsteken ten opzichte van de scheepsromp, dat de trap door middel van de kabels voldoende ver naar buiten getrokken kan worden om op de gewenste plaats op de kade neergelaten te worden.
20 De draagbalk is verplaatsbaar tussen een ingetrokken positie binnen de reling van de scheepsromp, en een uitgestoken positie. Gezien de vrij grote afstand waarover de draagbalk moet uitsteken, kan hij in bepaalde gevallen een hinderlijk obstakel vormen. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer het schip afgemeerd is langs een kade waarover loskranen verrijdbaar zijn. Dergelijke kranen, in het bijzonder die 25 voor het lossen van laadkisten, bezitten een constructie die zich vrij dicht langs de rand van de kade beweegt. De vrij ver uitstekende draagbalk kan dan gemakkelijk worden geraakt door een langsrijdende loskraan. Gevolg is meestal dat de draagbalk vernield wordt en de installatie in het ongerede raakt.
Doel van de uitvinding is een installatie van het hiervoor beschreven soort te 30 verschaffen die dit nadeel mist. Dat doel wordt bereikt doordat het overbruggingsmiddel een steunorgaan draagt dat verplaatsbaar is tussen een ruststand en een in de richting naar de scheepsromp wijzende stand voor het op afstand tegen de scheepsromp afsteunen van het overbruggingsmiddel.
1008263 2 i
Bij de installatie volgens de uitvinding kan het hijsmiddel zich direct nabij de reling bevinden, zonder ver naar buiten stekende delen. Het overbruggingsmiddel kan ? niettemin in de gewenste positie worden gebracht door hem eenvoudigweg van de i scheepsromp af te drukken door middel van het steunorgaan. De bij het hijsmiddel ^ 5 behorende kabels worden daarbij enigszins scheef getrokken, en oefenen daardoor weliswaar een zekere terugstelkracht uit, maar deze terugstelkracht is gering en kan gemakkelijk door het steunorgaan worden overwonnen.
Aangezien bij de installatie volgens de uitvinding geen enkel deel verder buiten de scheepsromp steekt dan het verplaatsbare eind van het ~ 10 overbruggingsmiddel, is het risico van botsingen met walinstallaties tot vrijwel nul gereduceerd.
Het steunorgaan kan een met betrekking tot het overbruggingsmiddel uitzetbare
Pil r: uithouder omvatten. Ter vergemakkelijking van het manoeuvreren met het p Ï overbruggingsmiddel, kan het steunorgaan een over de scheepsromp afrolbaar 1 ] 15 rolorgaan bezitten.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm kan het steunorgaan een schaar - s omvatten die ter hoogte van het schaarschamier afsteunbaar is met betrekking tot de scheepsromp. Een been van de schaar is schamierbaar verbonden met het overbruggingsmiddel, en het andere been is verschuifbaar langs het ,r H 20 overbruggingsmiddel.
ï Js Het ten opzichte van het overbruggingsmiddel verschuifbare been is verbonden *·-"r* met een wagen voorzien van wielen welke grijpen in van elkaar afgekeerde U- Γ profieldelen van het overbruggingsmiddel.
• - Ter vergroting van de stabiliteit van de uithouder kan het schamierbaar met het 25 overbruggingsmiddel verbonden been een parallellogramconstructie hebben, welke constructie aan het van het overbruggingsmiddel afgekeerde eind een drager heeft Γ ·*— waarin een rolorgaan is opgenomen.
, - · Ter bediening van de uithouder kan het verschuifbare been door middel van kabels zijn verbonden met een dubbele windas die is opgehangen aan het • - 30 overbruggingsmiddel.
, üfipj Gewezen wordt op de uit FR-A-2349492 bekende inrichting. Bij deze r r tb inrichting kan een zich aan de onderzijde van een ladder bevindend plateau worden F'13Ü l p»* vastgezet aan een scheepswand. Dit plateau bezit daartoe een als zuignap uitgevoerd i|| 1008268 3 bevestïgingsorgaan. Doel van deze inrichting is om ook bij een schuine stand van de scheepswand het plateau daar tegenaan te houden. Door middel van een vijzel kan het plateau, nadat de zuignap is vastgezet, naar de scheepswand toe worden getrokken.
Uit FR-A-2349492 is echter niet bekend om het plateau op afstand van de 5 scheepswand te ondersteunen, noch om een van de scheepswand of gerichte beweging daarvan mogelijk te maken.
Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
Figuur I toont een aanzicht in perspectief van de toegangsinrichting volgens de 10 uitvinding, in gebruik.
Figuur 2 toont een vooraanzicht.
Figuur 3 toont een bovenaanzicht op de trap volgens figuren 1 en 2.
Figuur 4 toont het aanzicht volgens IV van figuur 3.
Figuur 5 toont het aanzicht volgens V van figuur 3.
15 Figuren 1 en 2 tonen een gedeelte van de romp 1 van een schip, dat is afgemeerd nabij een kade 2. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om een containerschip, dat gelost wordt of geladen wordt door een over de kade 2 rijdende kraan. Deze kraan beweegt zich vlak langs de rand van de kade 2, maar is verder niet weergegeven.
20 Tussen de romp 1 en de kade 2 bevindt zich de installatie 3 volgens de uitvinding. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld omvat deze installatie 3 een op zich bekende trap 4. Dat is niet altijd noodzakelijk: de installatie kan bijvoorbeeld ook een ladder of loopplank omvatten.
De trap 4 is op overigens bekende wijze aan zijn bovenste eind 5 draaibaar 25 opgehangen aan het bordes 6. Dat bovenste eind 5 is verdraaibaar rond zowel een horizontale as (zie de pijlen 7), als een verticale as (zie de pijlen 8).
Door deze draaimogelijkheden kan de trap 4 verplaatst worden vanuit een rustpositie, evenwijdig aan de reling 9 van de scheepsromp 1, naar de in figuren 1 en 2 weergegeven positie. In die positie wijst de trap naar beneden en van de 30 scheepsromp 1 af. Daardoor kan het onderste eind 10 van de ladder altijd op de kade 2 worden geplaatst.
Het op en neer bewegen van de trap 4 rond de horizontale draaias van het bovenste eind geschiedt door middel van een kabel 11 die enerzijds verbonden is aan 1008263 4 de trap 4, en die anderzijds verbonden is met een niet nader gedetailleerde windas 12. • Door middel van uithouder 13 kan de kabel 11 op de gewenste wijze worden geleid.
! Zoals duidelijk is in figuur 1, is de uithouder 13 echter te kort om de kabel 11 zodanig te geleiden dat de trap 4, in het bijzonder het onderste eind 10 daarvan, 5 voldoende ver buiten de scheepsromp 1 kan worden gebracht.
Dat zou kunnen worden ondervangen door de uithouder 13 voldoende ver buiten de scheepsromp 1 te laten steken, maar dat is vooral bij toepassing op containerschepen nadelig. De uithouder 13 zou dan zover tot over de kade 2 reiken, dat de daar overheen rijdende kraan gevaar voor botsingen met de uithouder 13 zou 10 opleveren. Gezien de grote massa van de kraan, zou de uithouder 13 binnen de kortste keren worden vernield, met als gevolg dat de installatie niet meer gebruikt ir« kan worden.
T-3·
Volgens de uitvinding is in verband met het van de romp 1 af bewegen van de ladder 4 (zie de pijlen 14), het schaarmechanisme 15 voorzien. Dat | 15 schaarmechanisme 15 omvat een schamierbaar met de trap 4 verbonden been 16 (zie figuur 3), alsmede een verschuifbaar met de trap 4 verbonden been 17. Been 16 bestaat uit twee parallellogram-armen 18, 19, die elk door middel van een draaias 20, 21 zijn opgehangen in steunplaten 22, die op hun beurt zijn vastgelast aan de zijbalk 23 van de trap 4.
t- 20 Aan hun andere eind, dat wil zeggen bij het schaarschamier 26, zijn de parallellogram-armen 18, 19 door middel van draaiassen 24, 25, verbonden met een j drager 40.
* . . Ook het verschuifbare been 17 is door middel van draaias 27 verbonden met H die drager 40.
25 Aan zijn andere eind is het verschuifbare been 17 door middel van een draaias ; - 28 verbonden aan de wagen 29. Deze wagen 29 steunt door middel van rollen 30 op de onderste flens 31 van de zijbalk 23: zie figuur 5.
; Aan de zijbalk is een T-vormig profiel 32 bevestigd, dat ondersneden ruimten - .— bepaalt waarin de steunrollen 33 met verticale as zijn ondersteund, voor het opvangen r30 van de buigmomenten waaraan de schaar 15 is onderworpen. ï {3* De wagen 29 is verplaatsbaar langs de balk 23 door middel van kabel 34 (zie s Γ=3 figuur 3), waarvan beide einden in tegengestelde zin zijn gewikkeld op de dubbele ."raj « T r» •iü 1008263 5 windas 35. De kabel is omgeleid over kabelwielen 36, en de uiteinden 37 van kabel 34 zijn bevestigd aan de wagen 29.
Door de dubbele windas 35 op de geschikte wijze te bedienen, kan de schaar bewogen worden tussen een volledig gestrekte positie, via een weinig geschaarde 5 positie (met onderbroken lijnen weergegeven in figuur 3), naar de sterk geschaarde positie zoals met getrokken lijnen weergegeven in figuur 3.
De drager 27 is voorzien van een rol 38, waarvan de draaias evenwijdig loopt aan de trap 4. Deze rol 38 steunt, zoals weergegeven in figuur 1 en 2, tegen de romp 1 van het schip, zodanig dat hij een afsteunpunt vormt door middel waarvan de trap 4 10 van de romp 1 kan worden afgeduwd.
Zoals te zien is in figuur 4, kan door middel van veer 41 de schaar 15 voortdurend worden aangedrukt naar de gestrekte positie.
1008268
Claims (10)
1. Installatie (3) voor het verschaffen van een verbinding tussen een schip en de wal (2), omvattende een overbruggingsmiddel (4), zoals een trap, ladder, 5 loopplank en dergelijke, waarmee de afstand tussen het scheepsdek en een kade, pier s en dergelijke kan worden overbrugd, welk overbruggingsmiddel (4), dat opstelbaar is aan een zijde van de scheepsromp (1), met het ene eind (5) draaibaar (7, 8) is rond een vast punt (6) van de scheepsromp (1) en met het andere eind (10) verplaatsbaar is tussen een lage positie op afstand van de scheepsromp (1), in welke lage positie dat 10 andere eind kan aansluiten op de kade (2) en dergelijke, en een hoge positie nabij de • scheepsromp (1), alsmede hijsmiddelen (11-13) voor het verplaatsen van het - overbruggingsmiddel (4) tussen de hoge positie en de lage positie, met het kenmerk dat het overbruggingsmiddel (4) een steunorgaan (15) draagt dat verplaatsbaar is tussen een ruststand en een in de richting naar de scheepsromp (1) wijzende stand ~ 15 voor het op afstand tegen de scheepsromp (1) afsteunen van het overbruggingsmiddel ï (4). i ï
2. Installatie volgens conclusie 1, waarbij het steunorgaan (15) een met betrekking tot het overbruggingsmiddel (4) uitzetbare uithouder omvat. : 20
3. Installatie volgens conclusie 1 of 2, waarbij het steunorgaan (15) een over I· de scheepsromp (1) afrolbaar rolorgaan (38) bezit.
4. Installatie volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het steunorgaan 25 (15) een schaar (16-19) omvat die ter hoogte van het schaarscharnier (26) afsteunbaar is met betrekking tot de scheepsromp (1).
5. Installatie volgens conclusie 4, waarbij een been (16) van de schaar (15) scharnierbaar is verbonden met het overbruggingsmiddel (4), en het andere been (17) 30 verschuifbaar is langs het overbruggingsmiddel (4).
6. Installatie volgens conclusie 5, waarbij het ten opzichte van het :rï overbruggingsmiddel (4) verschuifbare been (17) is verbonden met een wagen (19) ΊΪ5 1008263 voorzien van wielen (33) welke grijpen in van elkaar afgekeerde U-profieldelen (32) van het overbruggingsmiddel (4).
7. Installatie volgens conclusie 5 of 6, waarbij het schamierbaar met het 5 overbruggingsmiddel (4) verbonden been (16) een parallellogramconstructie (17-19) heeft, welke constructie aan het van het overbruggingsmiddel (4) afgekeerde eind een drager (40) heeft waarin een rolorgaan (38) is opgenomen.
8. Installatie volgens conclusie 7, waarbij de as van het rolorgaan (38) in 10 hoofdzaak evenwijdig is aan de langsrichting van het overbruggingsmiddel (4).
9. Installatie volgens één der conclusies 4-8, waarbij de schamierassen (20, 21, 24, 25, 27, 28) van de schaar (15) loodrecht op het loopvlak van het overbruggingsmiddel (4) lopen. 15
10. Installatie volgens één der conclusies 5-9, waarbij het verschuifbare been (17) door middel van kabels (34) is verbonden met een dubbele windas (35) die is opgehangen aan het overbruggingsmiddel (4). 1008263
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1008263A NL1008263C2 (nl) | 1998-02-10 | 1998-02-10 | Toegangsinstallatie voor een schip. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1008263A NL1008263C2 (nl) | 1998-02-10 | 1998-02-10 | Toegangsinstallatie voor een schip. |
NL1008263 | 1998-02-10 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1008263C2 true NL1008263C2 (nl) | 1999-08-11 |
Family
ID=19766512
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1008263A NL1008263C2 (nl) | 1998-02-10 | 1998-02-10 | Toegangsinstallatie voor een schip. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1008263C2 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2003080426A1 (en) * | 2002-03-21 | 2003-10-02 | Evangelos Zafiridis | Remote controlled electromechanical mechanism for raising-lowering scales of access or gangways |
Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE933679C (de) * | 1950-11-13 | 1955-09-29 | Anglo Saxon Petroleum Company | Vorrichtung, die dem Verkehr mit dem Schiff dient |
DE2527247B1 (de) * | 1975-06-19 | 1976-07-22 | Friedrich Anslinger | Bootsleiter zum Anhaengen an die Bordwand eines Bootes |
FR2349492A1 (fr) * | 1976-04-27 | 1977-11-25 | Welin Ab | Dispositif pour empecher l'oscillation d'une echelle de coupee par rapport au navire |
EP0047563A1 (en) * | 1980-09-08 | 1982-03-17 | Ab Welin | Accomodation ladder for ships |
JPS62103289A (ja) * | 1985-10-31 | 1987-05-13 | Nippon Kokan Kk <Nkk> | 自動設置可能な舷梯装置 |
WO1997016341A1 (en) * | 1995-10-28 | 1997-05-09 | Services Algoa International Anstalt | Improvements relating to boarding ramps |
-
1998
- 1998-02-10 NL NL1008263A patent/NL1008263C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE933679C (de) * | 1950-11-13 | 1955-09-29 | Anglo Saxon Petroleum Company | Vorrichtung, die dem Verkehr mit dem Schiff dient |
DE2527247B1 (de) * | 1975-06-19 | 1976-07-22 | Friedrich Anslinger | Bootsleiter zum Anhaengen an die Bordwand eines Bootes |
FR2349492A1 (fr) * | 1976-04-27 | 1977-11-25 | Welin Ab | Dispositif pour empecher l'oscillation d'une echelle de coupee par rapport au navire |
EP0047563A1 (en) * | 1980-09-08 | 1982-03-17 | Ab Welin | Accomodation ladder for ships |
JPS62103289A (ja) * | 1985-10-31 | 1987-05-13 | Nippon Kokan Kk <Nkk> | 自動設置可能な舷梯装置 |
WO1997016341A1 (en) * | 1995-10-28 | 1997-05-09 | Services Algoa International Anstalt | Improvements relating to boarding ramps |
Non-Patent Citations (1)
Title |
---|
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 011, no. 321 (M - 633) 20 October 1987 (1987-10-20) * |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2003080426A1 (en) * | 2002-03-21 | 2003-10-02 | Evangelos Zafiridis | Remote controlled electromechanical mechanism for raising-lowering scales of access or gangways |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US3879784A (en) | Slewing access ramp for vehicles | |
EP2625092B1 (en) | A gangway construction having a guiding assembly with pulley wheels and guiding cables | |
NL8500853A (nl) | Ontsnappingsinrichting voor een in zee opgestelde constructie. | |
WO2014182173A1 (en) | Device for a transport ramp, and a method to operate same | |
CN1087250C (zh) | 用于设置在船舶上的起重机的副桁架 | |
NL1008263C2 (nl) | Toegangsinstallatie voor een schip. | |
CN110709317A (zh) | 具有用于将人员和货物从船舶向海上构造转移的转移装备的船舶 | |
AU3639197A (en) | Goods handling system | |
NL2015790B1 (en) | Method and apparatus for transferring loads between a vehicle and a transfer area spaced apart from said vehicle. | |
WO2017213517A1 (en) | Telescopic bridge | |
US4054182A (en) | Ladder carriage | |
NL1024196C2 (nl) | Vaartuig voorzien van een met een offshore paallichaam koppelbare loopbrug. | |
JP2014136469A (ja) | 乗下船兼用船内エレベータ装置 | |
EP3168132A1 (en) | Tiltable and retractable gangway for boats | |
NL2015891B1 (en) | System and method for transfer of cargo and/or personnel. | |
JP6916825B2 (ja) | 乗下船装置 | |
CN112030716B (zh) | 横移式登船桥及其控制方法 | |
US4762240A (en) | Articulating crane | |
NL8700477A (nl) | Inrichting voor het verticaal transporteren van een last, in het bijzonder een scheepsloskraan. | |
NL1015924C2 (nl) | Vaartuig voorzien van een inrichting voor het verwijderen resp. plaatsen van een onderstructuur van een boor- of productieplatform. | |
US3302229A (en) | System for loading and unloading ships | |
NL2017721B1 (en) | Motion compensation system and method | |
KR101658615B1 (ko) | 재해예방을 위한 도교 인양 장치 | |
WO2001025131A1 (en) | Container crane for sea freight containers | |
NL8004776A (nl) | Inrichting voor het stilhouden van een in een scheeps- kraan hangende last bij bewegend schip. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20020901 |