NL1007942C2 - In-lijn verwerking van vlakke voorwerpen. - Google Patents

In-lijn verwerking van vlakke voorwerpen. Download PDF

Info

Publication number
NL1007942C2
NL1007942C2 NL1007942A NL1007942A NL1007942C2 NL 1007942 C2 NL1007942 C2 NL 1007942C2 NL 1007942 A NL1007942 A NL 1007942A NL 1007942 A NL1007942 A NL 1007942A NL 1007942 C2 NL1007942 C2 NL 1007942C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
objects
transport
buffer
sheets
transport direction
Prior art date
Application number
NL1007942A
Other languages
English (en)
Inventor
Jeichienus Adriaan Van D Werff
Rene Van Der Berg
Original Assignee
Hadewe Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hadewe Bv filed Critical Hadewe Bv
Priority to NL1007942A priority Critical patent/NL1007942C2/nl
Priority to DE69815278T priority patent/DE69815278T2/de
Priority to US09/223,788 priority patent/US6338479B1/en
Priority to EP98204490A priority patent/EP0927693B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1007942C2 publication Critical patent/NL1007942C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H83/00Combinations of piling and depiling operations, e.g. performed simultaneously, of interest apart from the single operation of piling or depiling as such
    • B65H83/02Combinations of piling and depiling operations, e.g. performed simultaneously, of interest apart from the single operation of piling or depiling as such performed on the same pile or stack
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H29/00Delivering or advancing articles from machines; Advancing articles to or into piles
    • B65H29/66Advancing articles in overlapping streams
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H7/00Controlling article feeding, separating, pile-advancing, or associated apparatus, to take account of incorrect feeding, absence of articles, or presence of faulty articles
    • B65H7/20Controlling associated apparatus

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Separation, Sorting, Adjustment, Or Bending Of Sheets To Be Conveyed (AREA)
  • Delivering By Means Of Belts And Rollers (AREA)

Description

Korte aanduiding: In-lijn verwerking van vlakke voorwerpen
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het in-lijn verwerken van vlakke voorwerpen volgens het inleidende gedeelte van conclusie 1 en een inrichting voor het in-lijn verwerken van vlakke voorwerpen het inleidende ge-5 deelte van conclusie 12.
Een dergelijke werkwijze en een dergelijke inrichting zijn bekend uit Amerikaans octrooischrift 5 584 472. In deze octrooiaanvrage is voorgesteld vellen te printen in een printer en serieel door de printer afgegeven vellen via een 10 bufferstation te transporteren naar stroomafwaarts gelegen verwerkingsstations. Door het in-lijn printen en afwerken van vellen wordt een handeling en een mogelijke bron van fouten in de vorm van het partij-gewijs overbrengen van geprinte vellen naar een afwerkingssysteem overgeslagen.
15 Daarbij maakt het bufferstation het mogelijk, indien de printer tijdelijk sneller werkt dan de verwerkingsstations of indien de verwerkingsstations tijdelijk gestopt worden en de printer nog enige tijd doorloopt, bedrukte vellen tijdelijk op te slaan in een buffervoorraad in de vorm van een 20 stapel.
Een bezwaar van dit apparaat is, dat het tot een stapel verzamelen van gedrukte documenten en het opnieuw separeren van documenten betrekkelijk kostbare en gevoelige apparatuur vergt en op zich ook een bron van storingen 2 5 vormt.
Ook bij diverse andere combinaties van apparaten (zoals verzamel-stations en lees-stations) met stroomafwaartse afwerkingssystemen doet zich veelvuldig het probleem voor, dat door het stroomopwaartse apparaat soms voorwerpen 30 afgegeven worden die niet direct verwerkt kunnen worden door het stroomafwaartse afwerkingssysteem, omdat dit stil staat of aangeboden voorwerpen verwerkt met een, althans tijdelijk, lagere frequentie dan frequentie waarmee deze door het stroomopwaartse apparaat worden afgegeven.
1 Ü 0 ? s 4 2 -2-
De uitvinding heeft als doel een mogelijkheid tot het tijdelijk bufferen van vlakke voorwerpen tussen een apparaat dat de voorwerpen afgeeft en stroomafwaartse transportvoor-zieningen te verschaffen, waarbij de vlakke voorwerpen met 5 eenvoudige voorzieningen betrouwbaar opgeslagen en vervolgens serieel afgegeven kunnen worden.
Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt door een werkwijze voor het in lijn verwerken van voorwerpen uit te voeren overeenkomstig conclusie 1. Voor 10 het uitvoeren van een dergelijke werkwijze, in samenwerking met een apparaat dat vlakke voorwerpen afgeeft, voorziet de uitvinding voorts in een inrichting volgens conclusie 12.
Doordat de vlakke voorwerpen tijdelijk met een steek kleiner' dan de maat in transportrichting van die voorwerpen 15 worden opgeslagen kan in een buffergedeelte met een geringe lengte een groot aantal exemplaren van de vlakke voorwerpen worden verzameld, doordat de exemplaren daarbij echter wel met een steek in transportrichting worden opgeslagen, kunnen deze op eenvoudige wijze weer van elkaar af verplaatst 20 worden.
Voorbeelden van vlakke voorwerpen die met de werkwijze en de inrichting volgens de uitvinding met voordeel kunnen worden verwerkt zijn: vellen uit papier of ander materiaal zoals plastic, kaarten, al dan niet gevulde enveloppen, ka-25 ternen en boekjes.
Een bijzonder voordeel van de uitvinding is, dat deze het tevens mogelijk maakt vlakke voorwerpen die op hun beurt bestaan uit meerdere gestapelde, al dan niet aan elkaar gehechte vellen of dergelijke op een compacte wijze tijde-30 lijk op te slaan en vervolgens voor verdere verwerking weer van elkaar af te verplaatsen. Omdat de voorwerpen in transportrichting ten opzichte van elkaar versprongen worden opgeslagen kunnen deze eenvoudig weer afzonderlijk behandeld worden zonder dat vellen van een scapel van elkaar af ver-35 plaatst worden.
Bijzonder voordelige uitwerkingen van de uitvinding zijn neergelegd in de afhankelijke conclusies.
1007942 -3-
Verdere doelen, uitvoeringsvormen, details en voordelen van de uitvinding blijken uit de navolgende beschrijving, waarin wordt verwezen naar de bijgaande tekening. Daarbij toont: 5 fig. 1 een schematische weergave van een inrichting volgens de uitvinding, fign. 2-4 zijaanzichten van een stroomopwaarts gedeelte van een systeem volgens de uitvinding in opeenvolgende bedrijfsstadia tijdens het bufferen van vlakke voorwerpen, 10 fign. 5-7 schematische zijaanzichten overeenkomstig fign. 2-4 in opeenvolgende bedrijfsstadia tijdens het stuksgewijs afgeven van vlakke voorwerpen, fig. 8 een schematisch zijaanzicht van een stroomopwaarts gedeelte van een systeem volgens een tweede uitvoe-15 ringsvoorbeeld van de uitvinding, fig. 9 een schematisch bovenaanzicht van het systeem volgens fig. 8, fig. 10 een schematisch zijaanzicht van een stroomopwaarts gedeelte van een systeem volgens een vierde uitvoe-20 ringsvoorbeeld van de uitvinding.
De uitvinding wordt in eerste instantie nader toegelicht aan de hand van het in de figuren 1-7 geïllustreerde uitvoeringsvoorbeeld dat op dit moment de meeste voorkeur geniet. Vervolgens zullen enkele alternatieve mogelijkheden 25 worden besproken.
Fig. 1 toont een voorbeeld van een situatie waarin de uitvinding met bijzonder voordeel kan worden toegepast. In een computersysteem 1 bevinden zich data betreffende de inhoud van documenten, bijvoorbeeld in de vorm van een set 30 met een tekstverwerkings- of DTP-programma aangemaakte bestanden 2 (eventueel samenhangend met mail merge bestanden) en een set, elk bij een bestand behorende afwerkingsda-ta 3 .
Voor het drukken en afwerken van de documenten is in 35 de voorgestelde situatie voorzien in een printer 4 van een algemeen in de handel verkrijgbaar type (welke printer wordt gekozen kan op gebruikelijke wijze afhangen van de eisen die 1 00 7942 -4- aan de bedrukkingsmogelijkheden en de capaciteit van de printer worden gesteld) en een afwerkingssysteem. Het afwer-kingssysteem is in dit voorbeeld een couverteersysteem 5 dat is samengesteld uit en bufferstation 6, een verzamel-station 5 7, een bijlage-toevoerstation 8, een vouw-station 9 en een couverteer-station 10.
Er kunnen echter ook andere afwerkingssystemen, zoals inbindsystemen of verpakkingssystemen stroomafwaarts van de printer zijn opgesteld. Verder kan, al naar gelang de gewen-10 ste vervaardigingswijze, in plaats van een printer ook een ander apparaat dat documenten afgeeft, zoals een leesappa-raat, een kopieerapparaat of een plastificeerapparaat worden toegepast.
Voor het besturen van het station is het afwerkings-15 systeem voorzien van een besturingseenheid 11 die via een verbinding 12 communiceert met de computer 1. De computer 1 is tevens via een verbinding 13 gekoppeld met een besturingseenheid 14 van de printer 4.
De printer 4, het verzamel-station 7, het bijlage-20 toevoerstation 8, het vouw-station 9 en het couverteer-station 10 kunnen van een in de handel verkrijgbaar type zijn. Printers en geschikte afwerkingsstations zijn in de handel verkrijgbaar bij diverse aanbieders. Deze onderdelen zijn hier derhalve niet verder in detail beschreven.
25 Het buffer-station 6 heeft een ingang 15, waarvan de hoogte aanpasbaar is aan de hoogte van de uitgang van de printer 4, doordat het bufferstation 6 nabij zijn uitgang 16 zwenkbaar is opgehangen en doordat deze op afstand stroomopwaarts van de zwenk-as 17 is voorzien van een in hoogte 30 verstelbare steun 18.
Teneinde de gewenste documenten te vervaardigen, worden de data betreffende de inhoud van documenten in overeenstemming met voor de desbetreffende printer 4 geldende vereisten omgezet in printinstructies. Deze printinstructies 35 worden vervolgens naar de printer gestuurd waar documenten in overeenstemming met die printinstructies worden geprint. Tevens worden de bijbehorende data betreffende de gewenste 1007942 -5- afwerking van de documenten in overeenstemming met de vereisten die het desbetreffende afwerkingssysteem stelt omgezet in afwerkingsinstructies die naar de besturingseenheid 11 worden gestuurd.
5 De besturingseenheid 11 en de daardoor aangestuurde stations 7-10 zijn ingericht voor het uitvoeren van afwerkingsinstructies al naar gelang documenten vanaf de printer 4 in de desbetreffende stations 7-10 arriveren. Daartoe zijn de stations 7-10 voorzien van baanbewakingssensoren 19-22 10 die zijn verbonden met besturingsmodules 24-27 van de desbetreffende stations 7-10. Deze besturingsmodules zijn op hun beurt verbonden met de besturingseenheid 11, maar kunnen ook onderling zijn verbonden, bijvoorbeeld voor het rechtstreeks stroomopwaarts doorgeven van gereedmeldingen. Eventueel 15 kunnen de documenten of tussengevoegde stuurdocumenten zijn voorzien van merktekens teneinde te waarborgen, dat elk document aan de juiste afwerkingshandelingen wordt onderworpen. Het is ook mogelijk de afwerkingsinstructies in het geheel te bepalen door het lezen van merktekens op de docu-20 menten, waardoor in het geheel af kan worden gezien van communicatie tussen de computer 1 en de besturingseenheid 11 van het couverteersysteem 5.
Het couverteersysteem 5 en het bufferstation 6 vormen een systeem voor het in-lijn verwerken van stuksgewijs van 25 de stroomopwaartse printer 4 ontvangen, vlakke voorwerpen -in dit voorbeeld vellen.
Door het systeem strekt zich een transportbaan 28 uit, waarbij het bufferstation 6 een stroomopwaarts van de baan-bewaking 19-22 gelegen buffergedeelte vormt. Ook het buffer-30 station 6 is voorzien van een besturingsmodule 29 die is ingericht voor het besturen van verschillende aandrijvingen van het bufferstation 6. De besturingsmodules 24-27, 29 en de besturingseenheid 11 vormen een besturingsstructuur die werkzaam is verbonden met de transportbaan 28 voor het 35 besturen van de transportbaan 28.
Deze besturingsstructuur en het buffergedeelte 6 zijn ingericht voor het zodanig aansturen van het buffergedeelte 1 007342 -6- van de transportbaan 28, dat vlakke voorwerpen in het buf-ferstation 6 worden verzameld in een configuratie met een steek in transportrichting die korter is dan de maten in transportrichting van de desbetreffende vlakke voorwerpen.
5 Verder is het bufferstation ingericht voor het vanuit die configuratie, in de volgorde waarin de verzamelde vlakke voorwerpen zijn verzameld, van elkaar af verplaatsen en met onderlinge tussenafstanden verder transporteren van de verzamelde, vlakke voorwerpen.
10 Een voorbeeld van het bufferstation 6 wordt nu be schreven met verwijzing naar de figuren 2-7, waarin verschillende bedrijfsstadia van een bufferstation 6 en een daarop volgend stroomopwaarts gedeelte van een couverteer-- systeem 5 zijn weergegeven.
15 Het buffergedeelte van de transportbaan 28 wordt ge vormd door twee paar, aan weerszijden van de transportbaan 28 tegenover elkaar gelegen aangrijp-oppervlakken 30, 31 en 32, 33. Duidelijkheidshalve is in de figuren 2-7 telkens een spleet tussen de oppervlakken 30, 31 en 32, 33 aan weerszij-20 den van de transportbaan 28 getekend, maar in de praktijk vormen tegenover elkaar gelegen oppervlakken bij het voorgestelde voorbeeld telkens een transportkneep die gesloten is als zich daartussen geen vellen of dergelijke bevinden.
Deze transportknepen bevinden zich tussen transport-25 rollen 36, 37 waarvan de buitenoppervlakken twee van de aangri jp-oppervlakken 30, 31 vormen en tussen transportbanden 34, 35 waarvan de omtreksoppervlakken twee andere van de aangrijp-oppervlakken 32, 33 vormen en zijn in transportrichting op afstand van elkaar gelegen. Verder zijn rollen 30 38, 39 waarover de transportbanden 34, 35 verlopen alsook de transport-rollen 36, 37 verbonden met een aandrijfstructuur 40 voor het roteren van die rollen 36-39 en aldus het bewegen van de aangrijp-oppervlakken 30-33. De uitvoering van dergelijke aandrijvingen is op dit vakgebied algemeen bekend 35 en derhalve niet nader getoond of beschreven. Daarbij is de aandrijfstructuur 40 ingericht voor het met een bepaalde snelheid in transportrichting bewegen van de oppervlakken 1007942 -7- 32, 33 die een stroomafwaartse van de transportknepen (tussen de rollen 36, 37) begrenzen, en voor het blokkeren of met een lagere, tweede snelheid in transportrichting bewegen van de aangrijp-oppervlakken 30, 31 die een meer 5 stroomopwaartse van de besproken transportknepen begrenzen.
De ingang 15 van het bufferstation wordt gevormd door een paar invoer-rollen 41, 42. Verder bevindt zich juist stroomafwaarts van de invoer-rollen 41, 42 een sensor 43 voor het detecteren van de aankomst van documenten. Tussen 10 invoer-rollen 41, 42 en de transportbanden 34, 35 bevinden zich verder boven- en ondergelegen papier-geleiders 44, 45. De transportbanden 34, 35 verlopen tegenover de aangedreven, stroomafwaartse keer-rollen 38, 39 over stroomopwaartse keer-rollen 46, 47. Tussen de stroomopwaartse keer-rollen 15 46, 47 en de stroomafwaartse keer-rollen 38, 39 zijn aan druk -rollen 48, 49 gelegen, waarvan de posities in transportrichting verstelbaar zijn als is aangegeven met pijlen 50, 51, 52, 53 (alleen in fig. 2).
Stroomafwaarts van het bufferstation 6 zijn papier-20 geleiders 54, 55 gelegen die boven een transport-oppervlak 56 zijn gelegen. Door (in de tekening niet zichtbare) sleuven in het transport-oppervlak 56 steken transport-vingers 57 die in transportrichting beweegbaar zijn voor het langs de stations 7 en 8 voeren van vellen.
25 In bedrijf worden door de printer afgegeven vellen eerst ontvangen tussen de invoer-rollen 41, 42 en zodra de voorlopende rand een positie ter hoogte van de sensor 43 heeft bereikt gedetecteerd. De vellen worden stuksgewijs afgegeven door de printer en tussen de invoer-rollen 41, 42 30 ontvangen. De steek tussen opeenvolgende exemplaren van de vellen is onder normale omstandigheden steeds groter dan of gelijk aan de maten in transportrichting van de desbetreffende vellen, zodat de vellen elkaar niet overlappen. Zolang het couverteersysteem 5 met een kortere takttijd 35 werkt dan de printer 4 worden de vellen steeds door het bufferstation naar een afgifte-positie getransporteerd en afgegeven, zodra het verzamel-station 7 een gereed-signaal 1 00 784 2 -8- heeft afgegeven. Aldus wordt ten minste een eerste exemplaar van de vellen over ten minste enige afstand in het systeem getransporteerd.
Zodra zich een storing voordoet in het couverteersys-5 teem 5 of indien de printer 4 een of meer zeer snel te printen vellen afgeeft is de takttijd van de printer tijdelijk korter dan die van het couverteersysteem. In dat geval worden in het bufferstation 6 tijdelijk op het ten minste ene voorlopende exemplaar van de vellen volgende vellen 10 verzameld. In het bijzonder bij het toepassen van een printer in lijn met een stroomafwaarts afwerkingssysteem doet zich in veel gevallen de situatie voor, dat indien, in reactie op een verstoring, het transporteren van een vel in het stroomafwaartse systeem 5 wordt gestopt de printer 4 15 vervolgens, met enige vertraging, het afgeven van vellen staakt. In het algemeen worden vellen in een printer (zoals een laser printer) namelijk bedrukt in overeenstemming met sets printinstructies die elk een bedrukking van een pagina definiëren. Als, in reactie op een verstoring, de printer 20 wordt aangestuurd voor het stoppen van het drukken, moet ten minste een onder handen verkerende set printinstructies worden verwerkt voordat het drukken van exemplaren van de voorwerpen wordt gestopt, omdat anders het drukproces wordt verstoord, hetgeen bijvoorbeeld zou leiden tot aftekening op 25 de bedrukte vellen. Voor dit doel is het van belang vellen in een buffervoorraad tussen de printer 4 en het in lijn daarmee geplaatste afwerkingssysteem te kunnen verzamelen en tijdelijk op te kunnen slaan.
Het tijdelijk verzamelen van de vellen geschiedt in 30 een configuratie met een steek in transportrichting, die kleiner is dan de maten in transportrichting van de desbetreffende exemplaren van de vellen. Dit is weergegeven in de figuren 2-4.
Als het couverteersysteem 5 weer sneller opereert dan 35 de printer 4, bijvoorbeeld doordat de storing is opgeheven of doordat de printer tijdelijk niet is voorzien van printinstructies, worden de verzamelde vellen vervolgens, vanuit 1007942 -9- die configuratie, in de volgorde waarin deze zijn verzameld, van elkaar af verplaatsen en met onderlinge tussenafstanden verder getransporteerd over het transport-oppervlak 56. Dit is weergegeven in de figuren 5-7.
5 Het in transportrichting versprongen, maar met een verkorte steek in transportrichting opslaan van vellen of sets vellen die tijdelijk in een buffervoorraad moeten worden gehouden biedt het voordeel, dat enerzijds de buffervoorraad weinig ruimte in transportrichting beslaat en dat 10 anderzijds de verzamelde.vellen of sets vellen op basis van hun posities in transportrichting weer gemakkelijk van elkaar af kunnen worden verplaatst als deze verder moeten worden verwerkt. In het bijzonder is geen separatiesysteem nodig zoals het geval is voor het separeren van in een 15 stapel opgeslagen vellen. Verder kunnen bij elkaar horende vellen zelfs van andere vellen af afgevoerd worden als deze niet aan elkaar zijn gehecht of een andere mechanische vorm van samenhang vertonen.
Zoals te zien is in de figuren 2-4, worden de vellen 20 in een elkaar dakpansgewijs overlappende configuratie gebracht, door de transportbanden 34, 35 telkens wanneer een vel die banden bereikt slechts te bewegen over een afstand die kleiner is dan de lengte in transportrichting van elk van de vellen. In de figuren 2-4 is dit getoond voor drie 25 vellen S2 en S3. Een en ander is, zoals uit de tekening blijkt, met een eenvoudige transport-structuur te realiseren en de overlappende opslag maakt het mogelijk een zeer groot aantal vellen op te slaan zonder dat complexe voorzieningen voor het vasthouden van de afzonderlijke vellen of sets 30 vellen nodig zijn.
Zodra de vellen S·^ S2, S3 weer kunnen worden afgege-ven, wordt het voorste vel SI tot in een afgifte-positie gebracht, als is weergegeven in fig. 5. De transport-rollen 36, 37 die de stroomafwaartse kneep van het bufferstation 6 35 vormen worden vervolgens aangedreven om het vel Sx af te geven, zoals is weergegeven in fig. 6. Als het vel S3 vrij 1 00 7942 -10- is van de transport-rollen 36, 37 wordt het volgende vel S2 in de afgifte-positie tussen de transport-rollen gebracht.
De vellen zijn gemakkelijk weer van elkaar af te verplaatsen, doordat eenvoudig te bewerkstelligen is, dat de 5 stroomafwaartse kneep tussen de oppervlakken 32, 33 van de rollen 36, 37 uitsluitend aangrijpt op een af te geven vel of set vellen.
Een bijzonder betrouwbare afgifte van de vellen kan worden bereikt door de vellen op een afstand 12 (zie fig.
10 2), die groter is dan de lengte van het gedeelte van een af te geven vel of set vellen stroomopwaarts van de kneep tussen de oppervlakken 32, 33 van de rollen 36, 37, vast te houden in een kneep met een grote normaalkracht. Hierdoor wordt betrouwbaar verhinderd, dat vellen bij het afgeven van 15 voorafgaande vellen worden meegenomen. Die voorafgaande vellen hebben het gebied van die kneep reeds verlaten, zodat alleen die vellen door de normaalkracht in die kneep niet tegengehouden worden.
Bij het in de figuren 2-7 getoonde voorbeeld wordt de 20 kneep voor het tegenhouden van de nog niet af te geven vellen gevormd door het paar rollen 48, 49 tussen de keer-rollen 38, 39, 46, 47 van de transportbanden. Doordat de afstand in transportrichting tussen de transportknepen tussen enerzijds de rollen 36, 37 en anderzijds de rollen 25 48, 49 verstelbaar is, kan die afstand aangepast worden aan de lengte van de te verwerken documenten.
Het is in principe ook mogelijk, voor het aan de lengtes van de vellen aanpassen van de plaats waar nog niet aan de beurt zijnde vellen bij het afgeven van vellen door de 30 transport-rollen 36, 37 stevig worden tegengehouden, te voorzien in ten minste drie opeenvolgende transportknepen (inclusief de kneep voor het afgeven van vellen) en aandruk-middelen voor het selectief activeren van ten minste twee stroomopwaartse van die transportknepen voor het genereren 35 van een normaalkracht voor het in de desbetreffende kneep vasthouden van vellen. Aldus kan selectief telkens die kneep geactiveerd worden voor het tegenhouden van vellen, die op 1007S42 -11- » een afstand van de transportrollen 36, 37 is gelegen, die correspondeert (bij voorkeur juist groter is dan) de lengte van de te verwerken vellen of sets vellen in transportrich-ting.
5 De stroomafwaartse keerrollen 38, 39 van de transport banden 34, 35 vormen een derde transportkneep die in trans-portrichting tussen de twee transportknepen tussen de rollenparen 36, 37 en 48, 49 is gelegen. Deze derde transportkneep is ingericht voor het uitoefenen van minder druk 10 en daardoor minder tractie op een voorwerp in die kneep dan de stroomopwaarts en stroomafwaarts daarvan gelegen knepen. Dit maakt het mogelijk af te geven vellen betrouwbaar te verplaatsen over de afstand 12 van de kneep tussen de rollen 48, 49 tot de kneep tussen de afgifte-rollen 36, 37, welke 15 afstand langer is dan de lengte van de te verwerken vellen.
Doordat het bufferstation 6 is voorzien van omlopende transportbanden 34, 35 die de stroomopwaartse transportknepen tussen de rollen 38, 39, 46, 47, 48, 49 begrenzen, kunnen de vellen die tijdelijk moeten worden opgeslagen 20 betrouwbaar vastgehouden worden. In het bijzonder wordt opkrullen van vellen en onderlinge verplaatsing van vellen aldus op effectieve wijze tegengegaan.
De detector 43 voor het detecteren van ontvangen vlakke voorwerpen in het gebied van de ingang 15 is verbonden 25 met de besturingsmodule 29 en de besturingseenheid 11. Deze zijn daarbij ingericht voor het zodanig bedienen van de aandrijf-structuur 40, dat telkens in reactie op detectie van een ontvangen vel de oppervlakken 30, 31 stroomopwaartse van de transportkneep tussen de afgifte-rollen 36, 37 over 30 een bepaalde afstand in transportrichting worden bewogen. Deze afstand bepaalt de onderlinge steek tussen vellen of sets vellen die tussen de transportbanden 34 worden opgeslagen. Het moment waarop gedetecteerde vellen de transportbanden 34, 35 bereiken is nauwkeurig beheersbaar, doordat de 35 afstand lx tussen de rollen 41, 42 die de ingang 15 vormen en de stroomopwaartse keerrollen 46, 47 van de transportbanden 34, 35 bekend is en kleiner is dan de lengte van de 1007942 -12- vellen. Het transport van de vellen wordt aldus overgenomen door de transportbanden zonder dat de vellen tijdelijk onbeheerst tussen de rollen 41, 42 van de ingang en de transportbanden 34, 35 in verkeren.
5 Teneinde de opslagcapaciteit van het bufferstation 6 te vergroten kan een vel, bijvoorbeeld tussen de transportbanden 34, 35 en de afgifte-rollen 36, 37 in een ten minste gedeeltelijk gekromde stand worden gebracht, bijvoorbeeld door dit te laten uitknikken. Daardoor kan de achterlopende 10 rand van dat vel tijdens het verzamelen van vellen tussen de transportbanden 34, 35 verder getransporteerd worden, zodat tussen de transportbanden 34, 35 meer ruimte ter beschikking komt voor het tijdelijk opslaan van vellen.
ïn sommige gevallen is de vertraging van het couver-15 teersysteem 5 ten opzichte van de printer 4 van dusdanig tijdelijke aard, dat het bufferstation een tijdelijk overschot aan vellen op kan vangen en na het opheffen van de oorzaak van de vertraging weer af kan geven zonder dat het nodig is het drukken van vellen te staken of te vertragen.
20 Teneinde het drukken van vellen alleen dan te stoppen of te vertragen als dat onontkoombaar is, kan de printer 4, na het starten van het verzamelen van vellen in het buffergebied gevormd door de transportbanden 34, 35, met een vertraging wordt aangestuurd voor het stoppen of vertragen van het 25 afgeven van documenten. De vertraging van die aansturing wordt daarbij bij voorkeur zodanig gekozen, dat de resterende capaciteit van het buffergebied op het moment van het aansturen van de printer 4 tot het stoppen of vertragen van het afgeven van documenten voldoende is voor het tijdelijk 30 opslaan van vellen die na het aansturen van de printer 4 tot het stoppen of vertragen van het afgeven van vellen nog worden afgegeven. De vertraging wordt bij voorkeur ingesteld in afhankelijkheid van de eigenschappen van de printer 4 of het desbetreffende stroomopwaartse apparaat en de bijbeho-35 rende besturingsprogrammatuur.
Voor het bereiken van een hoge verwerkingssnelheid is het voordelig indien in normaal bedrijf vellen zo ver moge- 1007942 -13- lijk stroomafwaarts in het bufferstation 6 wachten op een gereedmelding van het eerste station 7 van het couverteer-systeem 5. Een geschikte positie is bijvoorbeeld de positie van het vel Si als weergegeven in fig. 5. Wanneer het vel Sx 5 zich in die positie bevindt (zonder dat de vellen S2 en S3 aanwezig zijn) is het in principe niet meer mogelijk de transportbanden 34, 35 in transportrichting te laten draaien voor het daartussen opslaan van verdere vellen.
Door het verplaatsen van het vel Sx tot voorbij de 10 normale afgifte-positie wordt het in een dergelijke situatie mogelijk gemaakt toch nog vellen in het buffergebied tussen de transportbanden 34, 35 op te slaan.
Dit brengt echter met zich mee dat de voorlopende rand van het vel in de wachtpositie ook in transportrichting 15 wordt verplaatst. Indien dit bezwaarlijk is, bijvoorbeeld omdat dit conflicteert met het stil staande gedeelte van de transportbaan 28 stroomafwaarts van het bufferstation 6, kan, in reactie op een bufferindicatie, een achterlopende rand van een vel in het buffergebied in transportrichting 20 worden bewogen ten opzichte van de voorlopende rand van dat vel. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door het uitknikken, ombuigen, oprollen of kantelen van het vel.
Echter, indien dergelijke speciale maatregelen worden getroffen stelt de lengte van het vel in de afgifte-positie 25 beperkingen aan de opname-capaciteit van het bufferstation 6. De onder de ongunstigste omstandigheden beschikbare opslagcapaciteit kan in bijzondere mate worden vergroot door, in reactie op een bufferindicatie (bijvoorbeeld afkomstig van de besturingseenhed 11) die aangeeft dat vellen 30 tijdelijk in het bufferstation 6 opgeslagen moeten worden, een vel in het buffergebied naar een stroomopwaarts van de normale afgifte-positie gelegen wachtpositie in het buffergebied te verplaatsen en vervolgens, gedurende het verzamelen van vellen in het buffergebied tussen de transportbanden 35 34, 35, dit vel vertraagd ten opzichte van de aanvoer van verdere vellen naar het buffergebied in transportrichting te transporteren tot maximaal een uiterste, stroomafwaarts 1007942 -14- gelegen afgifte-positie (dit kan bijvoorbeeld de normale afgifte-positie of een speciale verder stroomafwaarts gelegen afgifte-positie zijn).
Al naar gelang de actuele positie van een vel tussen 5 de transportbanden 34, 35 op het moment dat zich een buf-ferindicatie voordoet, zal de verplaatsing naar de wachtpo-sitie van een vel in het buffergebied in transportrichting of tegen de transportrichting in plaats hebben.
Een gunstige combinatie van een efficiënt transport 10 onder normale bedrijfsomstandigheden en een grote bufferca-paciteit onder speciale bedrijfsomstandigheden wordt verkregen indien, zolang geen vellen worden verzameld, de vellen telkens worden getransporteerd tot de afgifte-positie en, telkens'in reactie op een bepaald afgifte-signaal, worden 15 afgegeven vanuit die afgifte-positie, en indien, in reactie op een bufferindicatie, een vel /anuit de afgifte-positie, tegen de transportrichting in, naar de wachtpositie wordt getransporteerd.
De ondergelegen papiergeleider 45 stroomopwaarts van 20 het buffergebied is zodanig gevormd, dat stroomafwaarts van de invoer-rollen 41, 42 een vrije parkeerruimte voor het buiten de transportbaan opnemen van achterlopende gedeeltes van afgegeven vellen is gevormd. Doordat het achterlopende gedeelte van een vel telkens ten opzichte van de ingang 15 25 omlaag tot in de parkeerruimte verplaatst, wordt tegengegaan dat een volgend vel stoot tegen de achterlopende rand van een vel, waarvan een voorste gedeelte zich reeds tussen de transportbanden 34, 35 bevindt.
In fig. 2 is bovendien een deflector 158 voor het in 30 de parkeerruimte dringen van achterlopende gedeeltes van afgegeven vellen weergegeven. Deze deflector 158 is uitgevoerd als een borstel-wiel 158.
Navolgend worden enkele alternatieve uitvoeringsvoor-beelden besproken, waarbij vellen of andere vlakke voorwer-35 pen bij het verzamelen in een ten minste gedeeltelijk ten opzichte van de transportrichting gekantelde oriëntatie worden gebracht.
1007942 -15-
Het in de figuren 8 en 9 getoonde bufferstation 106 heeft een ingang 115 tussen twee transportrollen 141, 142. Vanaf de ingang 115 verloopt een papiergeleider 145 naar een omlopende transportband 134 die beweegbaar is in een met een 5 pijl 159 aangegeven richting. De transportband is voorzien van U-vormige insnijdingen 160 die flappen 161 vormen. De transportband 134 is verder over keerrollen 138, 146 gespannen. Waar de transportband over de keerrollen 138, 146 is gebogen, zijn de flappen 161 van de baan van de band 134 af 10 gebogen en vormen deze met het baangedeelte van de band ontvangst-holtes 162 met elk een aanslag 163 voor het telkens opnemen van een voorlopende gedeelte van een ontvangen vel met een voorlopende rand daarvan in een positie tegen de aanslag'163. Wanneer het voetgebied van de flap 161 weer in 15 een rechte stand is gespannen is de flap weer in hoofdzaak gesloten, zodat een in de ontvangst-holte 162 opgenomen vel wordt vastgeklemd. Aan het van de papiergeleider 145 af gelegen uiteinde van de band 134 zijn twee verdere papierge-leiders 154, 155 aangebracht voor het naar een paar tegen-20 over elkaar gelegen afgifte-rollen 136, 137 leiden van papier dat achter een flap 161 geklemd wordt aangevoerd.
In fig. 8 zijn een aantal opeenvolgende, opgeslagen vellen S^S, getoond. Na binnenkomst via de ingang 115 wordt een vel tot in een van de ontvangst-holtes 162 geleid tot 25 het tegen een aanslag 163 stoot die wordt gevormd door de bodem van de ontvangst-holte 162. De aldus bereikte toestand is weergeven door vel S7.
Vervolgens beweegt de transportbaan (verder) in de met de pijl 159 aangeven richting. Daarbij wordt het opgenomen 30 vel gekanteld via de als vel S6 weergegeven toestand tot de als vel S4 weergegeven toestand is bereikt, waarin de oorspronkelijk achterlopende rand van een vel de voorlopende rand van dat vel vormt en het vel voorgaande vellen S2, S3 overlapt.
35 Terwijl de transportband 134 verder beweegt, ver plaatst het vel zich naar de als vel S3 weergeven positie, waarin de voorlopende rand tegen de papiergeleider 154 1 00 79 4 2 -16- stuit. Daarop wordt de nieuwe voorlopende rand van een vel naar de kneep tussen de afgifte-rollen 136, 137 geleid (stand S2) . De afgifte-rollen 136, 137 grijpen vervolgens aan op het vel, dat door de band 134 wordt losgelaten, 5 doordat de ontvangst-holte zich weer opent wanneer het voetgebied van de flap 161 over de keer-rol 138 aan de zijde van de uitgang passeert en daarbij wordt otngebogen. Het vel kan nu op beheerste wijze afgegeven worden, zoals is weergegeven door vel 10 Het is in principe ook mogelijk de band 134 de andere kant op te laten lopen. In dat geval blijft de voorlopende rand van elk vel voorlopend en wordt het vrijgegeven als een flap 161 waardoor het vel wordt vastgehouden de keer-rol 138 aan de zijde van de uitgang (afgifte-rollen 136, 137) be-15 reikt. Teneinde de vellen daarbij van de band 134 naar de afgifte-rollen 136, 137 te voeren kan zijn voorzien in transportrollen 164 die met onderbroken lijnen zijn weergegeven .
In fig. 10 is een verder alternatief uitvoeringsvoor-20 beeld van een bufferstation 206 voor toepassing in een systeem volgens de uitvinding weergegeven. Dit bufferstation is voorzien van een ingang 215 tussen invoer-rollen 241, 242. De ingang mondt uit tegenover een omlopend transport-orgaan in de vorm van een rotor 234 die een aantal rollenpa-25 ren 248, 249 met een telkens een transportkneep daartussen draagt voor het telkens daartussen opnemen van een voorlopend gedeelte van een ontvangen vel. De rotor 234 is via een aandrijfsnaar 265 gekoppeld met een aandrijfwiel 266 van een aandrijving voor het in een omlooprichting (pijl 259) rote-30 ren van de rotor 234. De rotor 234 is verder voorzien van vanaf de transportknepen tussen de rollen 248, 249 om een in omlooprichting stroomafwaartse rol 249 van elk rollenpaar verlopende geleidingsbaan 267 met een uitgang 268 die in omlooprichting van de rotor 234 telkens stroomafwaarts van 35 het bijbehorende rollenpaar 248, 249 is gelegen. De gelei-dingsbanen 267 vormen elk een gedeelte van de transportbaan 228 .
10Q7S42 -17-
Verder is het bufferstation 206 voorzien van afgifte-rollen 236, 237 met een transportkneep daartussen en papier-geleiders 254, 255 voor het geleiden van vellen in het gebied van de afgifte-rollen 236, 237.
5 De werking van het in fig. 10 getoonde bufferstation is geïllustreerd aan de hand van de verwerking van vier vellen Slf S2, S3, S4 (van het vel S4 is een achterlopend gedeelte in de tekening niet zichtbaar. In bedrijf arriveren vellen via de ingang 215 in het bufferstation 206. De rotor 10 bevindt zich dan (bewegend of stilstaand) in een stand waarin de transportkneep tussen een paar van de rollen 248, 249 zich tegenover de ingang 215 bevindt, zodat het vel in de transportkneep loopt als is aangegeven voor een vel S4. Vervolgëns draait de rotor 234 verder in de met de pijl 259 15 aangegeven richting. Daarbij worden tevens de rollen 248, 249 aangedreven voor rotatie in de met pijlen 269, 270 aangegeven richtingen. Het in een van de transportknepen tussen de rollen 248, 249 gelopen vel wordt daardoor verder in die transportkneep getrokken en verder door de rotatie 20 van de rotor 234 meegenomen in omlooprichting. Daarbij worden achtereenvolgens de als vellen S3, S2 en S3 weergegeven standen bereikt. De rotatie van de rollen 248, 249 en van de rotor 234 zijn zodanig aan elkaar gekoppeld, dat de voorlopende rand van elk vel de uitgang 268 van de gelei-25 dingsbaan 267 bereikt wanneer de uitgang 268 zich tegenover de transportkneep tussen de afgifte-rollen 236, 237 bevindt. Het vel in de met S3 aangeduide positie wordt aldus overgedragen aan de afgifte-rollen 236, 237. Daarbij zijn de rollen 248, 249 die door de rotor worden gedragen bij voor-30 keur voorzien van een vrijloop of een slipkoppeling, zodat de vellen eenvoudig door de afgifte-rollen 236, 237 uit de transportkneep tussen de rollen 248, 249 kunnen worden getrokken. Door de rotor 234 tussen de aankomst van opeenvolgende vellen meer of minder te verdraaien kan het aantal 35 vellen in de buffer worden geregeld, waarbij een maximale buffering wordt bereikt als de rotor telkens een direct 1007342 -18- opvolgend paar van de rollen 248, 249 voor de ingang brengt voor het opnemen van een vel.
1007942

Claims (23)

1. Werkwijze voor het in-lijn verwerken van vlakke voorwerpen (Si-S,) , omvattende: het af geven van de voorwerpen (Sx-S7) vanuit een apparaat (4) ; 5 het serieel overbrengen van ten minste een voorlopend exemplaar van de voorwerpen (Si-S,) naar een systeem (5) voor het verwerken van serieel ontvangen vlakke voorwerpen (Si-S7) met een steek tussen opeenvolgende exemplaren van de voorwerpen (S^S7) die groter dan of gelijk aan de maten in 10 transportrichting van de desbetreffende exemplaren van de voorwerpen (Sx-S7) is; het transporteren van genoemd ten minste ene voorlopende exemplaar van de voorwerpen (S^S,) in genoemd systeem (5); en 15 het tijdelijk verzamelen van ten minste twee, op ge noemd ten minste ene voorlopende exemplaar van de voorwerpen (S-L-S-y) volgende exemplaren van de voorwerpen (S3-S7) , met het kenmerk, dat het tijdelijk verzamelen van genoemde, ten minste twee 20 exemplaren van de voorwerpen (S^S,) geschiedt in een configuratie met een steek in transportrichting, welke steek kleiner is dan de maten in transportrichting van de desbetreffende exemplaren van de voorwerpen (Sx-S7) ; en het vervolgens, vanuit genoemde configuratie, in de 25 volgorde waarin de verzamelde exemplaren van de voorwerpen (Sj^-S,) zijn verzameld, van elkaar af verplaatsen en met onderlinge tussenafstanden verder transporteren van de verzamelde exemplaren van de voorwerpen (S1-S7) .
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij exemplaren 30 van de voorwerpen (Sj-S,) bij het verzamelen in een elkaar dakpansgewijs overlappende configuratie worden gebracht.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij exemplaren van de voorwerpen (S^S^ bij het verzamelen elk in een ten 1007942 -20- opzichte van de transportrichting gekantelde oriëntatie worden gebracht.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij exemplaren van de voorwerpen (Si-Sj bij het verzamelen in een ten 5 minste gedeeltelijk gekromde stand worden gebracht.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij, in reactie op een bufferindicatie, het transporteren van een exemplaar van de voorwerpen (S^S,) in genoemd systeem (5) wordt gestopt en vervolgens, met enige vertra- 10 ging, het afgeven van exemplaren van de voorwerpen (S^S,) uit genoemd apparaat (4) wordt gestopt.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij exemplaren : van de voorwerpen in genoemd apparaat (4) worden bedrukt in overeenstemming met sets printinstructies die elk 15 een bedrukking van een pagina definiëren, waarbij, in reactie op een bufferindicatie, genoemd apparaat (4) wordt aangestuurd voor het stoppen of vertragen van het drukken en waarbij vervolgens het drukken in overeenstemming met ten minste een onder handen verkerende set printinstructies 20 wordt voltooid voordat het drukken van exemplaren van de voorwerpen (Sj.-S7} wordt gestopt of vertraagd.
7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij, na het starten van het verzamelen van exemplaren van de voorwerpen (Si-S,) in een buffergebied, genoemd 25 apparaat (4) met een vertraging wordt aangestuurd voor het stoppen of vertragen van het afgeven van documenten, waarbij genoemde vertraging van de aansturing zodanig wordt gekozen, dat de resterende capaciteit van het buffergebied (34, 35; 134; 234) op het moment van het aansturen van genoemd appa-30 raat (4) tot het stoppen of vertragen van het afgeven van documenten voldoende is voor het tijdelijk opslaan van exemplaren van de voorwerpen (S1-S7) die na het aansturen van genoemd apparaat (4) en voorafgaand aan het stoppen of vertragen van het afgeven van voorwerpen (Si-S,) nog worden 35 afgegeven.
8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij, in reactie op een bufferindicatie, een exemplaar 1007842 -21- van de voorwerpen (Sx-S,) in het buffergebied (34, 35; 134; 234) wordt getransporteerd naar een wachtpositie in het buffergebied (34, 35; 134; 234) en waarbij gedurende het verzamelen van exemplaren van de voorwerpen (S1-S7) in het 5 buffergebied (34, 35; 134; 234), dit voorwerp vertraagd ten opzichte van de aanvoer van exemplaren van de voorwerpen (Sx-S7) naar het buffergebied (34, 35; 134; 234) wordt getransporteerd in transportrichting tot maximaal een uiterste, stroomafwaarts gelegen afgifte-positie.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij genoemde verplaatsing naar de wachtpositie van een exemplaar van de voorwerpen (Si-S·,) in het buffergebied (34, 35; 134; 234), in afhankelijkheid van de positie van dat de voorwerp, in transportrichting of tegen de transportrichting in plaats 15 heeft.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij, in een bedrijf stoestand waarin geen voorwerpen (S^S·,) worden verza- meld, exemplaren van de voorwerpen (S^S·,) telkens worden getransporteerd tot genoemde afgifte-positie en, telkens in 20 reactie op een bepaald afgifte-signaal, worden afgegeven vanuit die afgifte-positie, en waarbij, in reactie op een bufferindicatie, een exemplaar van de voorwerpen (Si-S·?) vanuit genoemde afgifte-positie, tegen de transportrichting in, naar genoemde wachtpositie wordt getransporteerd.
11. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij, in reactie op een bufferindicatie, een achterlopende rand van een exemplaar van de voorwerpen (Sx-S,) in het buffergebied (34, 35; 134; 234) in transportrichting wordt bewogen ten opzichte van de voorlopende rand van dat voor-30 werp.
12. Systeem voor het in-lijn verwerken van serieel van een stroomopwaarts apparaat (4) ontvangen, vlakke voorwerpen (S1-S1) , omvattende: een transportbaan (28; 128; 228) met een ingang (15; 35 115,- 215) voor het serieel ontvangen van vlakke voorwerpen (Sx-S7) afkomstig van een stroomopwaarts systeem (5) , met 1 00 7942 -22- een baanbewaking (19-22) en met een buffergedeelte (34, 35; 134; 234) stroomopwaarts van de baanbewaking (19-22), en besturingsmiddelen (11, 24-28) die werkzaam zijn verbonden met de transportbaan (28; 128; 228) voor het besturen 5 van de transportbaan (28; 128; 228), met het kenmerk, dat de besturingsmiddelen (11, 24-28) en het buffergedeelte (34, 35; 134; 234) zijn ingericht voor het zodanig aansturen van het buffergedeelte (34, 35; 134; 234) van de 10 transportbaan (28; 128; 228), dat vlakke voorwerpen (Sx-S7) in het buffergedeelte (34, 35; 134; 234) worden verzameld in een configuratie met een steek in transportrichting die korter is dan de maten in transportrichting van de desbetreffende vlakke voorwerpen (Sx-S7) en voor het vanuit 15 genoemde configuratie, in de volgorde waarin de verzamelde vlakke voorwerpen (Sx-S7) zijn verzameld, van elkaar af verplaatsen en met onderlinge tussenafstanden verder transporteren van de verzamelde, vlakke voorwerpen (Sx-S7) .
13. Systeem volgens conclusie 12, waarbij het buffer-20 gedeelte (34, 35; 234) van de transportbaan (28; 228) ten minste twee paar, aan weerszijden van de transportbaan (28; 228) tegenover elkaar gelegen aangrijp-oppervlakken (30, 31 en 32, 33) omvat, die elk een transportkneep voor aan-grijping op vlakke voorwerpen (Sx-S7) daartussen vormen, 25 waarbij genoemde transportknepen in transportrichting op afstand van elkaar zijn gelegen en waarbij genoemde aangri jp-oppervlakken (30, 31 en 32, 33) zijn verbonden met een aandrijf-structuur (40; 265, 266) voor het bewegen van ten minste een van genoemde aangrijp-oppervlakken (32, 33) dat 30 een stroomafwaartse van genoemde transportknepen begrenst met een eerste snelheid in transportrichting en voor het blokkeren of met een lagere, tweede snelheid in transportrichting bewegen van ten minste een van genoemde aangrijp-oppervlakken (30, 31) dat een meer stroomopwaartse van 35 genoemde transportknepen begrenst. 1007942 -23-
14. Systeem volgens conclusie 13, waarbij de afstand in transportrichting tussen genoemde transportknepen verstelbaar is.
15. Systeem volgens conclusie 13, verder omvattende 5 ten minste drie van genoemde transportknepen, en aandruk- middelen voor het selectief activeren van ten minste twee stroomopwaartse van genoemde transportknepen voor het genereren van een normaalkracht voor het in de desbetreffende kneep vasthouden van vlakke voorwerpen (S1-S7).
16. Systeem volgens een der conclusies 13-15, verder omvattende ten minste een omlopende transportband (34, 35) die ten minste een stroomopwaartse van genoemde transportknepen begrenst.
17. Systeem volgens een der conclusies 13-16, verder 15 omvattende een detector (43) voor het detecteren van ontvangen vlakke voorwerpen (Si-S,) in het gebied van genoemde ingang (15; 115; 215), welke detector (43) werkzaam is verbonden met genoemde besturingsmiddelen (11, 24-28) , waarbij genoemde besturingsmiddelen (11, 24-28) zijn inge- 20 richt voor het zodanig bedienen van de aandrijf-structuur (40; 265, 266) dat telkens in reactie op detectie van een ontvangen vlak voorwerp ten minste een oppervlak (30, 31) dat ten minste een stroomopwaartse van genoemde transportknepen begrenst over een bepaalde afstand in transportrich- 25 ting wordt bewogen.
18. Systeem volgens een der conclusies 13-17, verder omvattende ten minste een derde transportkneep tussen genoemde twee transportknepen voor aangrijping op vlakke voorwerpen (S^S,) daartussen, waarbij genoemde derde trans- 30 portkneep is ingericht voor het uitoefenen van minder tractie op een voorwerp in de kneep dan genoemde stroomopwaarts en stroomafwaarts daarvan gelegen knepen.
19. Systeem volgens conclusie 12, waarbij genoemde ingang (15; 115; 215) is voorzien een omlopend transport- 35 orgaan met een omtreksoppervlak met ten minste een ont-vangst-holte (161) met een aanslag (163) voor het telkens opnemen van een voorlopende gedeelte van een ontvangen vlak 1007942 * -24- voorwerp met een voorlopende rand daarvan in een positie tegen genoemde aanslag (163).
20. Systeem volgens conclusie 19, waarbij de ten minste ene ontvangst-holte (162) is voorzien van een klemorgaan 5 (161) voor het telkens vasthouden van een ontvangen vlak voorwerp.
21. Systeem volgens conclusie 12, verder omvattende een omlopend transport-orgaan (234) met ten minste een paar rollen (248, 249) met een transportkneep daartussen 10 voor het telkens daartussen opnemen van een voorlopend gedeelte van een ontvangen vlak voorwerp, en een aandrijving (265, 266) voor het in een omlooprich-ting (259) roteren van genoemd transport-orgaan (234), waarbij genoemd transport-orgaan (234) is voorzien van 15 een vanaf genoemde transportkneep om een in omlooprichting stroomafwaartse rol (249) van genoemd ten minste ene rollen-paar (248, 249) verlopende geleidingsbaan (267) met een uitgang (268) in omlooprichting van het transport-orgaan (234) stroomafwaartse van genoemd ten minste ene rollenpaar 20 (248, 249), welke geleidingsbaan (267) ten minste een ge deelte van genoemde transportbaan (228) vormt.
22. Systeem volgens een der conclusies 12-21, verder omvattende een vrije parkeerruimte, voor het buiten de transportbaan (28) opnemen van achterlopende gedeeltes van 2. afgegeven vlakke voorwerpen {S1-S7) .
23. Systeem volgens conclusie 22, verder omvattende een deflector (158) stroomopwaarts van genoemde ingang (15) voor het in genoemde parkeerruimte buiten de transportbaan (28) brengen van achterlopende gedeeltes van afgegeven 30 vlakke voorwerpen (Si-S·,) . 1007942
NL1007942A 1997-12-31 1997-12-31 In-lijn verwerking van vlakke voorwerpen. NL1007942C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1007942A NL1007942C2 (nl) 1997-12-31 1997-12-31 In-lijn verwerking van vlakke voorwerpen.
DE69815278T DE69815278T2 (de) 1997-12-31 1998-12-31 In-Line Verarbeitung von flachen Gegenständen
US09/223,788 US6338479B1 (en) 1997-12-31 1998-12-31 In-line processing of flat objects
EP98204490A EP0927693B1 (en) 1997-12-31 1998-12-31 In-line processing of flat object

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1007942 1997-12-31
NL1007942A NL1007942C2 (nl) 1997-12-31 1997-12-31 In-lijn verwerking van vlakke voorwerpen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1007942C2 true NL1007942C2 (nl) 1999-07-01

Family

ID=19766285

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1007942A NL1007942C2 (nl) 1997-12-31 1997-12-31 In-lijn verwerking van vlakke voorwerpen.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US6338479B1 (nl)
EP (1) EP0927693B1 (nl)
DE (1) DE69815278T2 (nl)
NL (1) NL1007942C2 (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1018883C2 (nl) 2001-09-04 2003-03-05 Neopost Ind B V Werkwijze en stelsel van instructies voor het gedoseerd toevoeren van afdrukinstructies aan een printer alsmede systeem voor het toepassen van de werkwijze.
US6612570B1 (en) * 1999-06-07 2003-09-02 William A. Cox High speed stacking apparatus
FR2799690B1 (fr) * 1999-10-15 2001-12-28 Secap Module de liaison entre imprimante et machine de mise sous pli
DE19961179A1 (de) * 1999-12-18 2001-06-28 Baeuerle Gmbh Mathias Verfahren zum Zwischenspeichern von Dokumenten sowie Vorrichtung zur Durchführung eines solchen Verfahrens
EP1220167A1 (en) * 2000-12-28 2002-07-03 Mars Inc. Banknote store
NL1032054C2 (nl) * 2006-06-23 2007-12-27 Neopost Technologies Sa Werkwijze en bufferstation voor het bufferen van documenten.
US9652898B2 (en) * 2006-08-30 2017-05-16 Pitney Bowes Inc. Mail creation system with improved control of print-data downloading
EP1953104B1 (en) 2007-01-31 2010-09-08 Neopost Technologies Multi-station system and method for processing paper postal items
DE102010043063B4 (de) * 2010-10-28 2012-11-08 Böwe Systec Gmbh Vorrichtung und Verfahren zum Puffern einer Mehrzahl von Gütern oder Gutgruppen und Papierhandhabungsanlage mit derselben
US8650835B2 (en) 2011-05-26 2014-02-18 Presto Absorbent Products, Inc. Indicia-applying method and apparatus
JP5817292B2 (ja) * 2011-07-26 2015-11-18 グラドコジャパン株式会社 用紙処理装置
JP2022112841A (ja) * 2021-01-22 2022-08-03 株式会社ホリゾン 搬送制御装置、搬送制御方法、及びプログラム

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0303276A1 (en) * 1987-08-12 1989-02-15 Canon Kabushiki Kaisha Sheet conveying apparatus and sheet conveying method
FR2644443A1 (fr) * 1989-03-17 1990-09-21 Wolf Jacques Degrilleur automatique pour transporteur a chaines et peignes de tunnels de sechage pour les industries de l'emballage et du bouchage metalliques, les emballages en general, les plaques de gravure chimique ou de circuits imprimes
EP0491507A2 (en) * 1990-12-17 1992-06-24 Neids, Inc. Method and apparatus for stacking pasted battery plates
US5584472A (en) * 1994-04-06 1996-12-17 Hadewe B.V. Method and apparatus for controlling a buffer stock of flat objects

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0303276A1 (en) * 1987-08-12 1989-02-15 Canon Kabushiki Kaisha Sheet conveying apparatus and sheet conveying method
FR2644443A1 (fr) * 1989-03-17 1990-09-21 Wolf Jacques Degrilleur automatique pour transporteur a chaines et peignes de tunnels de sechage pour les industries de l'emballage et du bouchage metalliques, les emballages en general, les plaques de gravure chimique ou de circuits imprimes
EP0491507A2 (en) * 1990-12-17 1992-06-24 Neids, Inc. Method and apparatus for stacking pasted battery plates
US5584472A (en) * 1994-04-06 1996-12-17 Hadewe B.V. Method and apparatus for controlling a buffer stock of flat objects

Also Published As

Publication number Publication date
DE69815278D1 (de) 2003-07-10
DE69815278T2 (de) 2004-05-13
US6338479B1 (en) 2002-01-15
EP0927693B1 (en) 2003-06-04
EP0927693A1 (en) 1999-07-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1007942C2 (nl) In-lijn verwerking van vlakke voorwerpen.
EP0455494B1 (en) Dual collating machine
US4621966A (en) Shingle compensating device
CA2172617C (en) Process and device for forming and moving stacks of printed sheets
US5104105A (en) Method and apparatus for providing identifying indicia for moving bundles and the like
US8434609B2 (en) Method for aligning flat products on a side edge and conveying device for realizing the method
EP2364268A1 (en) Conveying apparatus for envelopes and related methods
US4311090A (en) Method producing a bundle of paper sheets
EP2331438A1 (en) Envelope conveying and positioning apparatus and related methods
US4372201A (en) Device for producing a bundle of paper sheets
NL1003415C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bufferen van papiervellen.
US5265731A (en) Job separator
US7971865B2 (en) Inserting apparatus for discrete objects into envelopes and related methods
US20190263622A1 (en) Apparatus and method for the post-processing of sequentially printed sheets
WO2004069710A1 (en) Print media flipping mechanism and method
NL1032054C2 (nl) Werkwijze en bufferstation voor het bufferen van documenten.
US5876555A (en) Apparatus and method for applying a label to a package
US6561507B1 (en) Apparatus for decelerating and shingling signatures
NL1003796C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het vullen en sluiten van enveloppen.
JPH02147552A (ja) 単一シート処理用高速プリンタに用いる紙送り装置
JPH0712879B2 (ja) 刷り本を折りかつ後加工する装置
EP0237129B1 (en) A method for handling documents to be inserted into an envelope by combining a plurality of serially supplied sheets into a set and document handling device for carrying said method into effect
US20180002049A1 (en) Wrapping group and wrapping method for wrapping products, in particular editorial products, in containment bands
EP3760449B1 (en) Book block conveying device
US7845636B2 (en) Apparatus and method for spatially orienting blanks

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
TD Modifications of names of proprietors of patents

Owner name: NEOPOST B.V.

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20050701