NL1007499C2 - Schakelinrichting voor middenspanning. - Google Patents

Description

Schakelinrichting voor middensoanning 5 De uitvinding betreft een schakelinrichting met een voorzijde en een achterzijde, omvattende tenminste een groep van n vermogensschakelaars, n zijnde een integer £ 2, die ieder een eigen ingangsaanslui-ting en een eigen uitgangsaansluiting hebben en zich althans nagenoeg in een lengterichting loodrecht op de voorzijde van de schakelinrich-10 ting uitstrekken, tenminste één railcompartiment met n zich parallel aan genoemde voorzijde uitstrekkende rails voor elke groep van n verm-ogensschakelaars, waarbij ieder railcompartiment is omsloten door tenminste vier wanden waarvan er twee parallel zijn aan de voorzijde en twee loodrecht staan op de voorzijde, tenminste één groep van n 15 railscheiders voor elk railcompartiment, voor het maken en verbreken van contact tussen rails en respectieve uitgangsaansluitingen van de vermogensschakelaars, waarbij de uitgangsaansluitingen van de verm-ogensschakelaars zijn geconstrueerd als koppelstukken, op ieder waarvan één verbindingsmiddel (2*0 aangesloten is en een verder verbin-20 dingsmiddel (2*+') kan worden aangesloten in een tegenovergestelde richting loodrecht op de lengterichting, waarbij ieder verbindingsmiddel een verbinding vormt tussen een van de vermogensschakelaars en een van de railscheiders.

Schakelinrichtingen worden algemeen toegepast en zijn bijvoor-25 beeld bekend uit Duitse terinzagelegging DE 28 20 927. ten name van Siemens AG, welke een schakelinrichting beschrijft, voorzien van ten minste een schotwand en een in een uitsparing in de schotwand geplaatste ketel, waarin een doorvoerscheider geplaatst is met ten minste een scheiderarm, draaibaar rond een tussen de beide einden van de 30 scheiderarm liggende as. In de ketel bevinden zich verder tegenover elkaar geplaatste schakelelementen en ten minste een aardschakelele-ment, zodanig geplaatst dat de schakelelementen met elkaar verbindbaar zijn met de scheiderarm, of dat de scheiderarm met het aardschakelele-ment te verbinden is. Verder openbaart deze terinzagelegging een uit-35 breiding met een tweede ketel met schakelelementen, waardoor een schakelinrichting gevormd wordt die een driefasen railsysteem met een driefasenaanvoerkabel kan schakelen. Tevens wordt een uitvoeringsvorm getoond waarbij twee railsystemen met een aanvoerkabel geschakeld 1007499 2 kunnen worden. Nadeel van deze inrichting is dat de schakelinrichting voor een railsysteem niet modulair opgebouwd is, en derhalve uitbreiding naar een dubbel railsysteem niet eenvoudig uitvoerbaar is en extra ruimtebeslag vergt. Door de benodigde modificaties aan een be-5 staand enkelrailsysteem, is het noodzakelijk dat voor de uitbreiding de gehele inrichting buiten bedrijf gesteld wordt, om veilig aan de inrichting te kunnen werken. Verder zijn de bedieningselementen niet verzameld aan een zijde van de inrichting, wat de overzichtelijkheid en toegankelijkheid van de inrichting benadeelt.

10 Een andere schakelinrichting is bekend uit Duitse terinzageleg- ging DE 33 30 550 ten name van Sprecher & Schuh AG, welke een inrichting toont welke twee in een behuizing aanwezige railsystemen omvat die via railscheiders voorzien van geïntegreerde aardschakelaars met een aftakking verbonden zijn. De aftakking bestaat uit een vermogen-1E schakelaar verbonden met een kabelaansluiting. De verbinding tussen de aftakking en de aardschakelaars van de beide railsystemen wordt gemaakt door twee omschakelelementen, die rond een as draaibaar zijn. De omschakelelementen kunnen verbonden worden met de vermogensschakelaar via een geleider of met een aardpunt. Hierdoor is het mogelijk een 20 railsysteem te aarden, waardoor werkzaamheden aan het railsysteem buiten de schakelinrichting kunnen plaatsvinden. Een nadeel is dat voor werkzaamheden aan gedeelten van een railsysteem binnen de schakelinrichting, zoals uitbreiding van een enkel railsysteem naar een dubbel railsysteem, de gehele inrichting buiten bedrijf moet worden 25 gesteld. De opbouw van de inrichting is zodanig dat het ruimtebeslag van de inrichting aanzienlijk is. Verder is door de plaatsing van de verschillende gedeelten en bedieningselementen de overzichtelijkheid en toegankelijkheid voor werkzaamheden niet optimaal.

Een schakelinrichting van de bij aanhef gedefinieerde soort is 30 bekend uit Europees octrooischrift EP-A-0 459 593 als schakelinrichting voor het lage middenspanningsgebied, ook bekend als het modulair middenspanning schakelsysteem (MMS) van de firma Holec Holland. Deze is van dezelfde als de bij de aanhef gedefinieerde soort, echter slechts geschikt voor toepassingen tot 24 kV. Deze omvat middenspan-35 ningschakelaars (één voor elke fase) met loodrecht daarop staande koppelstukken, waarop railscheiders aangesloten zijn, die een verbinding kunnen maken of verbreken met een railsysteem. De MMS-inrichting is modulair (aan de boven- danwel onderzijde) uitbreidbaar met een 1 0 0 7 A99 3 tweede railsysteem en daarbij behorende railscheiders.

Verder is de L-SEP schakelinrichting van de firma Elin Holec High Voltage BV, welke ontworpen is voor bedrijf bij 50 kV en hoger, bekend als schakelinrichting voor het hoogspanningsgebied. De L-SEP schakel-5 inrichting, zoals bekend uit EP-B-0 221 603, omvat een aantal met SF^-gas gevulde compartimenten. Bij deze schakelinrichting wordt het primaire 3_f'asenvermogen aan de achterzijde aangevoerd of afgevoerd in een zogenoemd kabeleindsluitingscompartiment middels kabelaansluitingen. Via aansluitscheiders (één per fase) met dubbele onderbreking 10 worden de kabelaansluitingen verbonden met de hoogspanningsschakelaars (eveneens één per fase) in een schakelcompartiment, dat zich fysiek vóór het kabeleindsluitingscompartiment bevindt. De hoogspanningsschakelaars worden bediend met een aandrijfmechanisme, dat aan de voorzijde van de schakelinrichting geplaatst is. De hoogspanningsschake-15 laars worden verbonden met railscheiders (één per fase) met dubbele onderbreking. Deze railscheiders met dubbele onderbreking verhogen de veiligheid tijdens onderhoudswerkzaamheden. Van de railscheiders lopen 3-fasenrailsystemen horizontaal en parallel aan de voorzijde van de installatie. Deze railsystemen verbinden de verschillende schakelin-20 richtingen. In de L-SEP schakelinrichting is vaak het railcompartiment dubbel uitgevoerd om bijvoorbeeld een tweede railsysteem in gebruik te kunnen nemen als het eerste railsysteem buiten gebruik moet worden gesteld wegens test- of onderhoudswerkzaamheden. De twee railcomparti-menten bevinden zich fysiek boven het schakelcompartiment, waarbij de 25 aandrijfmechanismen van de railscheiders aan de bovenzijde van de schakelinrichting geplaatst zijn.

Bij de L-SEP inrichting bevinden de bedieningspunten van de ver-mogensschakelaars en de railscheiders zich, als gevolg van dimensies die nodig zijn voor de door deze inrichting te schakelen spanning, 30 respectievelijk aan de voorzijde en de bovenzijde van de schakelinrichting.

De doelstelling van de onderhavige uitvinding is een schakelinrichting te verschaffen van de bij aanhef beschreven soort, die in het bijzonder geschikt is voor bedrijf bij middenspanningen (10 - 50 kV) 35 en verder voordelen bezit ten aanzien van ruimtebeslag, fabricage en bedrijfsvoering.

Deze doelstelling wordt bereikt met een schakelinrichting van de bij aanhef beschreven soort, met het kenmerk dat de n rails zich uit- 1007499 k strekken langs één van de loodrecht op de voorzijde staande wanden. In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de rails parallel geplaatst en liggen alle rails op dezelfde afstand van de ene van de loodrecht op de voorzijde staande wanden.

5 Alhoewel de uitvinding in deze beschrijving is toegespitst op bedrijf bij middenspanning, is een soortgelijke constructie toepasbaar voor schakelinrichtingen bij bedrijf van zowel lagere als hogere spanning.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de verbinding-10 en tussen de vermogensschakelaar en de aansluitgeleider en tussen de verbindingsmiddelen en de koppelstukken uitgevoerd zijn als schuifcon-tacten. Hierdoor is het mogelijk de vermogensschakelaar en het koppelstuk als één geheel uit de inrichting te nemen, zonder dat verdere demontageactiviteiten verricht hoeven te worden.

15 Bij de opbouw van de schakelinrichting volgens de uitvinding is naar verhouding minder ruimte nodig. Door de compacte opbouw en de oriëntatie van de verschillende onderdelen, zullen de afmetingen van de schakelinrichting volgens de uitvinding kleiner zijn dan de inrichtingen bekend uit DE 28 20 927 en BE 33 30 550. Tevens zal de inrich-20 ting kleiner zijn dan die van een MMS-inrichting, die opgeschaald is voor bedrijf bij 36 kV. In de MMS-inrichting bevinden de rails zich namelijk langs de achterste, parallel aan de voorzijde geplaatste wand, waardoor een schuine opstelling van de railscheiders nodig is, met bijbehorend ruimteverlies. Door de opstelling van de rails volgens 25 de uitvinding kunnen de railcompartimenten relatief kleiner worden uitgevoerd.

Kleinere afmetingen worden steeds meer door klanten gewenst. Door de oriëntatie van de verschillende onderdelen, met name de genoemde n rails en de modulaire opbouw van de schakelinrichting is deze zeer 30 compact en daardoor makkelijker te plaatsen in een gebouw.

Verder is de schakelinrichting volgens de uitvinding modulair van opbouw. Onderdelen zijn uitwisselbaar tussen verschillende schakelinrichtingen en delen daarvan en de compartimenten zijn eenvoudig te stapelen.

35 Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding worden de railscheiders uitgevoerd als scheiders met dubbele onderbreking. De opstelling van de rails in de railcompartimenten volgens de uitvinding maakt toepassing van scheiders met dubbele onderbreking mogelijk. Hun 1007499 5 constructie hoeft niet te worden aangepast om in het modulaire concept van de uitvinding te kunnen worden toegepast. Door de constructie van deze scheiders met dubbele onderbreking wordt, indien een fout in de inrichting optreedt, waardoor een elektrische boog ontstaat die een 5 geopende railscheider treft, de stroom altijd afgevoerd naar aarde en kunnen de vrijgeschakelde railsystemen nimmer onder spanning komen te staan.

Door toepassing van de scheider met dubbele onderbreking kan uitbreiding van de installatie met extra schakelinrichtingen tijdens 10 bedrijf plaatsvinden. Tevens kan, met uitzondering van de montage van de verbindingsmiddelen tussen de vermogensschakelaars en de railschei-ders, een tweede railcompartiment geplaatst worden, zonder de schakel-inrichting buiten bedrijf te stellen. Hierdoor wordt de tijd, gedurende welke de schakelinrichting buiten bedrijf moet worden gesteld voor 15 uitbreidings- en/of onderhoudswerkzaamheden, aanzienlijk bekort.

Door toepassing van de scheider met dubbele onderbreking kan bij het gebruik van twee railcompartimenten in een uitvoeringsvorm van de uitvinding, een railsysteem veilig afgekoppeld worden voor bijvoorbeeld test- of onderhoudswerkzaamheden, waarbij gelijktijdig het twee-20 de railsysteem in bedrijf is gesteld.

Een bijkomend voordeel van de modulaire toevoeging van het tweede railcompartiment boven op de schakelinrichting, is dat het gebruik van vloeroppervlakte gelijk blijft. Er hoeft met andere woorden in het horizontale vlak (gezien tijdens bedrijf) geen ruimte voor het tweede 25 railcompartiment te worden gereserveerd.

De uitvinding combineert met andere woorden de voordelen die het MMS-systeem en het L-SEP-systeem bieden, met name ten aanzien van toegankelijkheid, besturingen, aandrijving aan de voorzijde, modulari-teit, veiligheid en mogelijkheid voor onderhoud, testen en uitbreiding 30 tijdens bedrijf.

In een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de schakelinrichting gebruikt als koppelinrichting voor twee railsystemen. Dit is mogelijk door de reeds hierboven genoemde modulaire opbouw van de schakelinrichting. Door een dergelijke koppelinrichting op te nemen 35 in een serie van schakel- en koppelinrichtingen, kan een gecompliceerd schakelstation gevormd worden, met meerdere middenspanningsaansluit-punten en railsystemen, zonder dat extra, afwijkend gevormde, compartimenten nodig zijn.

f007409 6

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn alle bedieningspunten aan de voorzijde van de schakelinrichting geplaatst. Dit is mede van belang voor de veiligheid, aangezien het compartiment met bedieningspunten een extra sterke barrière vormt bij een plotse-5 linge drukstijging in de schakelinrichting. Verder bevinden zich tevens alle meet- en indicatiemiddelen aan de voorzijde van de schakelinrichting volgens de uitvinding, wat minder EMC-problemen veroorzaakt.

Een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij gebruik 10 gemaakt wordt van SF6-isolatie, kan nog compacter van opbouw zijn, waardoor het ruimtebeslag van de schakelinrichting minder wordt.

In een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij de inrichting is voorzien van SF6-gasisolatie, n = 3 en in de tenminste ene groep van drie vermogensschakelaars, gezien in de genoemde lengte-15 richting, de drie vermogensschakelaar.'· opgesteld zijn in de vorm van een driehoek, wordt nog meer ruimte bespaard.

In een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, is een span-ningstransformator toegevoegd, die de middenspanning van de vermogens-kabels omvormt tot een werkspanning voor de meet- en indicatiemidde-20 len.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is de stroomom-zetter gemonteerd op de aansluitgeleider in het schakelcompartiment. Hierdoor is de stroomomzetter makkelijk toegankelijk voor test- en onderhoudswerkzaamheden, zonder dat het nodig is dat de vermogensscha-25 kelaar uitgebouwd wordt.

In een verder uitvoeringsvorm is aan de voorzijde van de inrichting volgens de uitvinding een aarder geplaatst, welke de inrichting aardt ter plaatse van de verbindingsmiddelen tussen de vermogensscha-kelaar en de railscheider. Hiervoor zijn de verbindingsmiddelen voor-30 zien van aardervangcontacten. Deze mogelijkheid tot aarding biedt voordelen met betrekking tot de veiligheid bij montage- en onderhoudswerkzaamheden.

De schakelinrichting volgens de uitvinding zal hierna aan de hand van de figuren en de verschillende voorkeursuitvoeringsvormen nader 35 toegelicht worden.

Fig.la toont een perspectivisch aanzicht van de voorzijde van enkele naast elkaar geplaatste schakelinrichtingen.

Fig.lb toont een perspectivisch aanzicht van de achterzijde van I) y υ / 4 9 9 7 enkele naast elkaar geplaatste schakelinrichtingen.

Fig.2a toont een doorsnede in lengterichting van de schakelin-richting volgens de uitvinding met luchtisolatie.

Fig.2b toont een doorsnede langs de lijn Ilb-IIb van Fig.2a.

5 Fig.3a toont een doorsnede in lengterichting van de schakelin- richting volgens de uitvinding met SF6-gasisolatie.

Fig.3b toont een doorsnede langs de lijn IlIb-IIIb van Fig.3a.

Fig.4a toont een doorsnede in lengterichting van de schakelin-richting volgens de uitvinding met luchtisolatie en dubbel railsys-10 teem.

Fig.^lb toont een doorsnede langs de lijn IVb-IVb van Fig.la.

Fig.5a toont de spiegelsymmetrische uitvoeringsvorm van de uitvinding uit Fig.la.

Fig.5b toont een doorsnede langs de lijn Vb-Vb van Fig.5a.

15 Fig.6 toont een verdere uitvoeringsvorm var de uitvinding, waar bij de schakelinrichting gebruikt wordt als koppelinrichting voor twee railsystemen.

In de verschillende figuren verwijzen dezelfde verwijzingscijfers naar dezelfde onderdelen.

20 Fig.la toont een perspectivisch vooraanzicht van enkele naast elkaar geplaatste schakelinrichtingen 10 met bedieningspanelen 11 volgens de uitvinding. Deze figuur toont verticaal lopende vermogens-kabels 12, welke aangesloten zijn op de schakelinrichting door middel van kabelstekers 8. Fig.lb toont de achterzijde van de in Fig.la ge-25 toonde opstelling.

Fig.2a en 2b tonen doorsnedes van de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding met luchtisolatie. Fig.2a toont een doorsnede van de schakelinrichting in lengterichting en Fig.2b toont een doorsnede langs de lijn Ilb-IIb van Fig.2a. De afmetingen zijn relatief gering, 30 de lengte van de schakelinrichting volgens deze uitvoeringsvorm is 2000 mm, de hoogte 1675 mm en de breedte 1000 mm. In een railcomparti-ment 13 bevindt zich een 3~fasenrailsysteem 1, dat drie horizontaal over de breedte van de schakelinrichting lopende en loodrecht op de lengterichting daarvan geplaatste rails 14 omvat. Boven het railcom-35 partiment 13 bevindt zich het schakelcompartiment 2, waarin zich een aansluitgeleider 6, welke ook dienst doet als aansluitpunt voor een kabelsteker 8, een vermogensschakelaar k en een aansluitgeleider 21 bevinden, dit alles in drievoud (één per fase). Aan de voorzijde be- i ύ u / 4 9 9 8 vindt zich een aandrijfkast 20, waarin zich de aandrijfmechanismen (niet getoond) met elektronica en eventuele meetelektronica bevinden. Aan de achterzijde vein de schakelinrichting bevinden zich drie kabel-stekers 8, waarvan er één in Fig.2a zichtbaar is. Bij deze uitvoe-5 ringsvorm met luchtisolatie bevinden zich de combinaties van kabelste-ker 8, aansluitgeleider 6, stroomtransformator 5, vermogensschakelaar 4 en aansluitgeleider 21 per fase op gelijke hoogte (zie Fig.2b). Aan de voorzijde van de schakelinrichting bevinden zich de bedieningsorga-nen van alle railscheiders 3 en middenspanningsvermogensschakelaars 4. 10 Elke railscheider 3 omvat een roteerbare aandrijfstang 15, bestaande uit een isolatordeel en een geleiderdeel, dat een voorste schakelmes 17 en een achterste schakelmes 16 omvat. In Fig.2a is de situatie getekend dat het voorste schakelmes 17 niet in contact is met een onderste contactpunt 19 van de vermogensschakelaar 4 en dat het ach-15 terste schakelmes 16 met een aardcontact 18 is verbonden. Door deze constructie zal er bij eventuele vonkoverslag tussen contactpunt 19 en railscheider 3 nooit spanning op een van de rails 14 kunnen komen. Dergelijke railscheiders 3 zijn bekend en worden scheiders met dubbele onderbreking genoemd.

20 De aandrijving (niet getoond) van de stang 15 kan deze l80° doen draaien, waarna het schakelmes 17 in contact is met contactpunt 19 en schakelmes 16 met een van de rails 14.

Aan de voorzijde van de vermogensschakelaar 4 bevindt zich een aansluitgeleider, welke geconstrueerd is als een koppelstuk 21. Op het 25 koppelstuk 21 kan een geleider 24 worden aangesloten, die bij voorkeur losneembaar is. De geleider 24 heeft aan het uiteinde een contactpunt 19. De geleider 24 is zo bevestigd, dat in één bepaalde stand van de railscheider 3. het voorste schakelmes 17 in contact is met contactpunt 19.

30 De verbindingen tussen de vermogensschakelaar 4 en de aansluitge leider 6 en tussen de geleider 24 en het koppelstuk 21, zijn bij voorkeur als schuifcontacten uitgevoerd. Hierdoor is het mogelijk de combinatie van vermogensschakelaar 4 en het koppelstuk 21 als één geheel uit de inrichting te nemen, zonder dat verdere demontageactiviteiten 35 noodzakelijk zijn.

Tenslotte is in Fig.2a en 2b weergegeven, dat de inrichting voorzien kan zijn van een aarder 26 aan de voorzijde van de inrichting, waarbij de aarder 26 de inrichting aardt ter plaatse van de geleider 1 0 07 49 9 9 24 tussen de vermogensschakelaar 4 en de railscheider 3· Hiervoor zijn de geleiders 2k voorzien van aardervangcontacten 27. Deze mogelijkheid tot aarding biedt voordelen met betrekking tot de veiligheid bij montage- en onderhoudswerkzaamheden. Deze voorziening kan in alle uitvoe-5 ringsvormen van de uitvinding, zoals hierna besproken, toegepast worden. Ter wille van de overzichtelijkheid zijn de aarders en aardervangcontacten echter niet getoond in Figuren 3 tot en met 6.

Fig.3a en 3b tonen twee doorsnedes van de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding met SF6-gasisolatie. Fig.3a toont een doorsnede 10 van de schakelinrichting in lengterichting en Fig.3b toont een doorsnede langs de lijn IlIb-IIIb van Fig.3a. De afmetingen zijn door de SF6-gasisolatie en de daardoor mogelijke driehoeksopstelling van de combinaties van kabelsteker 8, aansluitgeleider 6, stroomtransformator 5 en vermogensschakelaar k nog kleiner dan de uitvoering met luchtiso-15 latie. De lengte van de schakelinrichting volgens deze uitvoeringsvorm is 1500 mm, de hoogte 1300 mm en de breedte 800 mm.

Fig.4a en 4b tonen twee doorsnedes van de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding met luchtisolatie en dubbel railsysteem. Fig.4a toont een doorsnede van de schakelinrichting in lengterichting en 20 Fig.4b toont een doorsnede langs de lijn IVb-IVb van Fig.4a. Deze uitvoeringsvorm heeft een tweede railcompartiment 13' toegevoegd aan de bovenzijde van de schakelinrichting. In Fig.4a en 4b zijn soortgelijke elementen in railcompartimenten 13' als in railcompartiment 13 van hetzelfde verwijzingscijfers met accent voorzien. In overeenstem-25 ming met de uitvinding is het koppelstuk 21 zo geconstrueerd, dat daarop aan weerszijden buizen 24, 24' kunnen worden aangesloten, zodat buizen 24, 24' met de uitgang van de vermogensschakelaar 4 een T-vor-mige constructie vormen, waardoor symmetrie van de opstelling ten opzichte van een vlak door de inrichting kan worden bereikt. Bovendien 30 kunnen beide aandrijfstangen 15, 15' die de railscheiders 3. 3' bedie nen zich tot aan de voorzijde van de inrichting uitstrekken, hetgeen de bediening en het onderhoud vereenvoudigt. In de in Fig.4a getoonde schakelinrichting is het bovenste railsysteem 1 verbonden met de ver-mogenskabels 12 en het onderste railsysteem 1' niet. Verder toont 35 Fig.4a een toegevoegde spanningsomvormer 7t die de door de vermogens-kabels 12 geleverde middenspanning omvormt tot meetspanning voor de bedieningselementen in de aandrijfkast 20 aan de voorzijde van de schakelinrichting.

In Fig.4a is de situatie getekend dat de aardcontacten l8’ zich, 1 0 0 7 4 9 9 10 net als in railcompartiment 13, boven bevinden. Principieel is dit echter niet. Zoals getoond in Fig.5a en 5b kunnen zij ook onder worden geplaatst (en de rails 14' boven de stang 15’), zodat de gehele opstelling van railcompartimenten 13, 13' symmetrisch wordt ten opzichte 5 van een horizontaal vlak door de schakelinrichting.

Fig.6 toont een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij de schakelinrichting 10 gebruikt wordt als schakelbare koppelin-= richting voor twee railsystemen 1, 1'. Hierbij zijn de kabelstekers 8 aan de achterzijde van de schakelinrichting verwijderd. Het onderste 10 railcompartiment 13 is in de lengterichting omgekeerd gemonteerd, waarbij een verlengas 22 is toegevoegd, waardoor bediening van de scheider met dubbele onderbreking 3 vanaf de voorzijde van de schakelinrichting 10 mogelijk blijft. De aansluitgeleider 6 in het schakel-compartiment 2 is verlengd aan de achterzijde van de schakelinrichting 15 10 en een geleider 23 is toegevoegd met een contactpunt 25· In de in

Fig.6 weergegeven situatie zijn de rails 14' van het bovenste railsysteem 1' middels de achterste schakelmessen 16' en het voorste schakel-mes 17' van de scheider met dubbele onderbreking 3'* contactpunt 19' en koppelstuk 21 met de vermogensschakelaar 4 verbonden. Doordat scha-20 keimes 17 van de onderste scheider met dubbele onderbreking 3 niet verbonden is met het contactpunt 25 van het koppelstuk 23, is de onderste scheider met dubbele onderbreking 3 middels de schakelmessen 16 verbonden met de aardpunten 18 van het onderste schakelccmpartiment 13- 25 Uiteraard zijn volgens de onderhavige uitvinding andere varianten mogelijk, met andere modulaire opbouw en andere, meer complexe scha-keldiagrammen.

i ü u / 49 9

Claims (11)

1. Schakelinrichting met een voorzijde en een achterzijde, omvattende tenminste een groep van n vermogensschakelaars (4), n zijnde een 5 integer £ 2, die ieder een eigen aansluitgeleider (6) en een eigen uitgangsaansluiting (21) hebben en zich althans nagenoeg in een lengterichting loodrecht op de voorzijde van de schakelinrichting uitstrekken, tenminste één railcompartiment (13, 13') met n zich parallel aan genoemde voorzijde uitstrekkende rails (14, 14') voor elke groep 10 van n vermogensschakelaars (4), waarbij ieder railcompartiment (13. 13') is omsloten door tenminste vier wanden waarvan er twee parallel zijn aan de voorzijde en twee loodrecht staan op de voorzijde, tenminste één groep van n railscheiders (3, 3') voor elk railcompartiment (13, 13')* voor het maken en verbreken van contact tussen rails (14, 15 14') en respectieve uitgangsaansluitingen (21) van de vermogensschake laars (4), waarbij de uitgangsaansluitingen van de vermogensschakelaars (4) zijn geconstrueerd als koppelstukken (21), op ieder waarvan één verbindingsmiddel (24) aangesloten is en een verder verbindingsmiddel (24') kan worden aangesloten in een tegenovergestelde richting 20 loodrecht op de lengterichting, waarbij ieder verbindingsmiddel (24, 24') een verbinding vormt tussen een van de vermogensschakelaars (4) en een van de railscheiders (3, 3'). met het kenmerk dat de n rails (14, 14') zich uitstrekken langs één van de loodrecht op de voorzijde staande wanden,

2. Schakelinrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen (24, 24') losneembaar zijn van het koppelstuk (21).

3. Schakelinrichting volgens conclusie 2 met het kenmerk dat de verbindingen tussen de vermogensschakelaar (4) en de aansluitgeleider 30 (6) en tussen de verbindingsmiddelen (24, 24') en de koppelstukken (21) uitgevoerd zijn als schuifcontacten.

4. Schakelinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk dat deze voor de tenminste ene groep van n vermogensschakelaars (4) is voorzien van twee railcompartimenten (13, 13'). 2.n railscheiders (3, 35 3') en 2.n verbindingsmiddelen (24, 24'), waarbij de twee railcompar timenten (13, 13') zich aan weerszijden van de genoemde ene groep van vermogensschakelaars (4) bevinden en de 2.n verbindingsmiddelen (24, 24') zijn aangesloten op de bij de vermogensschakelaars (4) behorende 1007499 koppelstukken (21).

5. Schakelinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3. met het kenmerk dat deze voor de tenminste ene groep van n vermogensschakelaars (4) is i voorzien van twee railcompartimenten (13, 13'). 2.n railscheiders (3, 5 3'). n verbindingsmiddelen (24') en n extra verbindingsmiddelen (23), waarbij de twee railcompartimenten (13, 13') zich aan weerszijden van I de genoemde ene groep van vermogensschakelaars (4) bevinden en de n verbindingsmiddelen (2V) zijn aangesloten op de bij de vermogensscha-! kelaars (4) behorende koppelstukken (21), de n extra verbindingsmidde- 10 len (23) zijn aangesloten op de ingangsaansluitingen van de vermogensschakelaars (4) en de bij een van de railcompartimenten (13) behorende railscheiders (3) zodanig zijn ingericht, dat zij contact kunnen maken met de extra verbindingsmiddelen (23).

6. Schakelinrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, 15 met het kenmerk dat ieder van de railscheiders (3, 3’) uitgevoerd is als scheider met dubbele onderbreking.

7· Schakelinrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk dat de railscheiders (3, 3') zijn voorzien van aandrijfassen (15, 15'). die zich in de genoemde lengterichting loodrecht 20 op de voorzijde van de schakelinrichting uitstrekken, waarbij bedie-ningsmechanismen voor de vermogensschakelaars (4) en de railscheiders (3, 3') aan de voorzijde van de inrichting zijn voorzien.

8. Schakelinrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk dat deze is voorzien van SF6-gasisolatie of luchtisola-25 tie.

9- Schakelinrichting volgens een van de conclusies 1 tot en met 7, met het kenmerk dat deze is voorzien van SF^-gasisolatie, dat n = 3 en dat in de tenminste ene groep van drie vermogensschakelaars (4) , gezien in de genoemde lengterichting, de drie vermogensschakelaars (4) 30 opgesteld zijn in de vorm van een driehoek.

10. Schakelinrichting volgens een van de voorafgaande conclusies met het kenmerk dat aan de achterzijde van de schakelinrichting (10) een op de ingangsaansluitingen van de tenminste ene groep van n vermogensschakelaars (M) aangesloten spanningstransformator (7) aanwezig is 35 voor meetdoeleinden.

11. Schakelinrichting volgens een van de voorafgaande conclusies met het kenmerk dat de inrichting verder omvat een aan de voorzijde geplaatste aarder (26), welke de inrichting aardt ter plaatse van de 1007499 verbindingsmiddelen (24, 24') tussen de vermogensschakelaar (4) en de railscheider (3, 3'). waarbij de verbindingsmiddelen (24, 24') zijn voorzien van aardervangcontacten (27). ******* 1 0 0 7 4 9 9