NL1007475C1 - Inrichting en werkwijze voor het behandelen van pluimvee. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het behandelen van pluimvee. Download PDF

Info

Publication number
NL1007475C1
NL1007475C1 NL1007475A NL1007475A NL1007475C1 NL 1007475 C1 NL1007475 C1 NL 1007475C1 NL 1007475 A NL1007475 A NL 1007475A NL 1007475 A NL1007475 A NL 1007475A NL 1007475 C1 NL1007475 C1 NL 1007475C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
chicken
conveyor belt
legs
gripping
parts
Prior art date
Application number
NL1007475A
Other languages
English (en)
Inventor
Herman Kerstholt
Original Assignee
Herman Kerstholt
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Herman Kerstholt filed Critical Herman Kerstholt
Priority to NL1007475A priority Critical patent/NL1007475C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1007475C1 publication Critical patent/NL1007475C1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K45/00Other aviculture appliances, e.g. devices for determining whether a bird is about to lay
    • A01K45/005Harvesting or transport of poultry

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Processing Of Meat And Fish (AREA)

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET BEHANDELEN VAN PLUIMVEE
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het behandelen (handling) van kippen of 5 andersoortig pluimvee, waarbij kippen vanuit een staande positie worden gebracht in een hangende, omgekeerde positie, waarbij de kippen aan hun poten zijn opgehangen. Wanneer in deze beschrijving over kippen wordt gesproken, wordt daaronder ook ander pluimvee 10 verstaan, waarop de uitvinding eveneens betrekking heeft.
Voordat kippen worden geslacht worden zij aan hun poten opgehangen waarna de verdere behandeling, inclusief het 15 slachten, geheel of vrijwel geheel automatisch plaatsvindt. Op verschillende wijzen is reeds geprobeerd het ophangen van de kippen te automatiseren, omdat dit een onaangename handeling is om door mensen te worden uitgevoerd. Er moeten lastige bewegingen worden gemaakt 20 en wanneer deze verkeerd worden uitgevoerd kan de kip worden beschadigd, waardoor het vlees van een mindere kwaliteit is.
De uitvinding beoogt een werkwijze voor het behandelen 25 van kippen, of andersoortig pluimvee, waarbij de kippen op een bedrijfszekere wijze aan hun poten worden opgehangen, welke werkwijze geheel geautomatiseerd wordt uitgevoerd. Dit wordt bereikt door toepassing van de werkwijze en/of de inrichting zoals geformuleerd in de 30 conclusies.
Bij voorkeur worden de kippen achter elkaar op een transportband geplaatst, waarna de poten van elke kip, boven het oppervlak van de transportband worden 35 aangegrepen door aangrijpmiddelen, en vervolgens de aangrijpmiddelen, met de betreffende kip, in opwaartse richting vanaf het oppervlak van de transportband wordt bewogen. Door de kip in opwaartse richting te bewegen is 10 07475 2 het mogelijk dat de aangrijpmiddelen kunnen aanvangen met het omkeren van de kip op een moment dat de kip op een transportband staat. Daarbij kan de voorwaartse, of achterwaartse, beweging van de op de transportband 5 staande kip op snelle en effectieve wijze overgaan in een roterende beweging van de kip voor het in de omgekeerde positie brengen ervan.
Bij voorkeur zijn de aangrijpmiddelen voorzien van twee 10 paren geleidingsranden die zich tijdens het aangrijpen stationair boven het oppervlak van de transportband in hoofdzaak in de bewegingsrichting van de transportband uitstrekken, waarbij elk van de poten van een kip tussen een paar geleidingsranden terecht komt. De 15 geleidingsranden, die als onderdeel van de aangrijpmiddelen zich in opwaartse richting verplaatsen nadat de kip is aangegrepen, kunnen de poten van de kip aangrijpen terwijl zij zich stationair boven het oppervlak van de transportband bevinden, terwijl het 20 aangrijpen van de poten tot stand komt als gevolg van de onderlinge verplaatsing van de aangrijpmiddelen en het oppervlak van de transportband.
Bij voorkeur is tussen de kop van de kip en althans een 25 deel van de aangrijpmiddelen een afscherming aangebracht die in hoofdzaak met het oppervlak van de transportband en met de kip meebeweegt voor en/of tijdens het aangrijpen van de poten van de kip door de aangrijpmiddelen. In de praktijk is gebleken dat de kip 30 een onverwachte en/of onvoorspelbare beweging kan maken wanneer de aangrijpmiddelen vlak voor, of tijdens het aangrijpen van de poten zichtbaar zijn voor de kip. Door een afscherming aan te brengen, bij voorkeur voorzien van een naar de kip gericht oppervlak dat in hoofdzaak 35 naar boven schuin van de kip af is gericht, welke afscherming meebeweegt met het oppervlak van de transportband, kan voorkomen worden dat de kip de 1007475 3 genoemde onverwachte en/of onvoorspelbare bewegingen maakt.
Goede resultaten zijn verkregen met een afscherming die 5 boven het oppervlak van de transportband beweegbaar is in hoofdzaak dezelfde richting als het oppervlak van de transportband en bij voorkeur beweegt met dezelfde snelheid. Daarbij is de afscherming bij voorkeur bevestigd in geleidingsmiddelen waarin de afscherming 10 vrij verplaatsbaar is, of onder invloed van een geringe kracht verplaatsbaar is. Deze geringe kracht kan worden uitgeoefend door de kip die op de transportband staat, zodat gewaarborgd is dat de afscherming op het juiste moment en met de juiste snelheid wordt verplaatst, dat 15 wil zeggen dezelfde snelheid heeft als de kip.
Bij voorkeur zijn aan beide zijden van de transportband zijwanden aangebracht, zodanig dicht bij elkaar dat de kip alleen in lengterichting op de transportband kan 20 staan. Daardoor wordt de kip ofwel voorwaarts ofwel achterwaarts op de transportband verplaatst, in beide gevallen staan de poten van de kip naast elkaar, in dwarsrichting, op een voorspelbare plaats op de transportband, zodat zij met stationaire 25 aangrijpmiddelen kunnen worden aangegrepen.
Bij voorkeur worden de aangrijpmiddelen met de kip geroteerd om een as die in hoofdzaak evenwijdig aan het oppervlak van de transportband loopt, en dichter bij dat 30 oppervlak ligt dan driekwart van de straal waarmee het gedeelte van de aangrijpmiddelen dat de poten aangrijpt om genoemde as roteert. Door de afstand tussen het oppervlak van de transportband en de rotatieas van de aangrijpmiddelen aanzienlijk kleiner, bij voorkeur 35 kleiner dan de helft, en meer bij voorkeur kleiner dan een kwart, te maken wordt bereikt dat de opwaartse richting waarin de aangrijpmiddelen zich verplaatsen 30 07475 4 vanaf het oppervlak van de transportband een grote hoek maakt met dat oppervlak van de transportband, zodat de poten van de kip snel vrijkomen van het oppervlak van de transportband.
5
Bij voorkeur strekt de rotatieas van de aangrijpmiddelen zich in dwarsrichting uit ten opzichte van de bewegingsrichting van het oppervlak van de transportband en bij voorkeur ligt die rotatieas voorbij de plaats 10 waar de poten van de kip worden aangegrepen. Voorts ligt de rotatieas bij voorkeur voorbij het einde van de transportband en bij voorkeur ligt die rotatieas op geringe afstand van het vlak door het oppervlak van de transportband, bij voorkeur minder dan 10 cm, meer bij 15 voorkeur geringer dan 5 cm.
De positie van de rotatieas van de aangrijpmiddelen, waardoor een snelle en effectieve omkering van de kip kan worden bereikt, kan als afzonderlijke uitvinding 20 worden beschouwd.
Bij voorkeur zijn de aangrijpmiddelen zodanig uitgevoerd dat zij kunnen roteren om een hoek van vrijwel 180°, en wel in beide richtingen.
25
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding worden, wanneer de kip omgekeerd aan de aangrijpmiddelen hangt, de poten van de kip aangegrepen door een grijporgaan met twee, naar elkaar toe beweegbare, 30 neerwaarts gerichte delen die elk een poot kunnen aangrijpen, waarbij elk deel een naar het andere deel gerichte gaffel met twee benen draagt. Door de twee delen naar elkaar toe te bewegen kunnen de twee poten van een kip elk door een gaffel worden aangegrepen, 35 zodat het grijporgaan de poten van de kip kan overnemen van de aangrijpmiddelen.
1007475 5
Bij voorkeur zijn de twee benen van de gaffel enigszins schuin omhoog gericht, zodat de poten van de kip, wanneer deze omgekeerd hangt, niet uit de gaffel schuiven. In een andere voorkeursuitvoering zijn de 5 gaffels uit elastisch materiaal vervaardigd, bij voorkeur een kunststof, zodat de gaffel een poot van de kip klemmend vasthoudt. Deze klemmende werking van de gaffel dient zodanig klein te zijn dat de poot niet wordt beschadigd. In de praktijk is gebleken dat een 10 dergelijke geringe klemkracht reeds voldoende is om de poten van de kip voldoende stevig vast te houden.
Bij voorkeur bevindt de gaffel zich bij het aangrijpen van een poot onder de geleidingsrand, en beweegt het 15 grijporgaan zich na het aangrijpen zodanig, dat de poten van de kip uit de geleiding worden geschoven. Vervolgens kan het grijporgaan desgewenst om een vertikale as over 180° worden geroteerd teneinde de kip in de gewenste positie te brengen, bijvoorbeeld wanneer de kip in 20 achterwaartse richting op de transportband werd verplaatst en daardoor in een andere positie hangt dan de kippen die op de transportband in voorwaartse richting werden verplaatst.
25 Vervolgens kan het grijporgaan de kip overgeven aan een slachthaak, waaraan de kip hangt tijdens het slachten.
Daartoe kunnen bij voorkeur de neerwaarts gerichte delen van het grijporgaan, waaraan de poten van de kip hangen, 30 uit een drager van die delen worden gelost, waarbij die delen worden aangegrepen door middelen die de delen, althans de boveneinden van de delen, door een slachthaak bewegen, waarbij die slachthaak in een in hoofdzaak horizontaal vlak ligt, waarna de poten van de delen 35 worden gelost, zodat zij in de slachthaak komen te hangen, waarna de slachthaak in zijn normale, in hoofdzaak vertikale stand wordt gebracht en de kip Ί 0 074 75 6 verder wordt vervoerd.
Zowel de wijze waarop het grijporgaan, bestaande uit een drager met twee neerwaarts gerichte delen, werkt, als de 5 wijze waarop de poten van de kip door dat grijporgaan worden overgegeven aan een slachthaak, kunnen als afzonderlijke uitvindingen worden beschouwd. Met name het in horizontale stand brengen van de slachthaak wanneer de kip er in wordt gehangen.
10
Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting voor het behandelen van de kippen worden beschreven.
15
Figuur 1 toont een zijaanzicht van een inrichting voor het behandelen van kippen,-
Figuur 2 toont een bovenaanzicht van de inrichting volgens figuur 1; 20 figuur 3 toont een grijporgaan; figuur 4 toont de werking van een grijporgaan, en figuur 5 toont hoe een kip in een slachthaak wordt gehangen.
25 De verschillende figuren zijn slechts schematische weergaven, waarbij overeenkomende onderdelen met gelijke verwijzingscijfers zijn aangegeven.
Figuur 1 toont een transportband 1 waarvan het 30 bovenoppervlak zich beweegt in de richting van pijl 2.
Op de transportband staat een kip 3 die zich derhalve naar links verplaatst. Door het verplaatsen van kip 3 komen de poten 4 van de kip 3 terecht in aangrijpmiddelen 5.
35
Figuur 2 toont aangrijpmiddelen 5 in bovenaanzicht. Deze aangrijpmiddelen 5 zijn voorzien van twee paren ’’0 074 7 5 7 geleidingsranden 6 waarbij tussen elk paar geleidingsranden 6 een poot 4 van de kip 3 terecht komt door het verplaatsen van transportband 1.
5 In figuur 2 zijn op transportband 1 twee rijen kippen 3 weergegeven, welke kippen naar links worden verplaatst. Elke rij kippen 3 bevindt zich tussen twee zijwanden 7 die zodanig dicht bij elkaar zijn geplaatst dat de kippen slechts in lengterichting, voorwaarts of 10 achterwaarts, op transportband 1 kunnen worden verplaatst. Bij de bovenste (fig. 2) rij kippen 3 zijn de aangrijpmiddelen 5 in een positie waarbij de geleidingsranden 6 zich stationair boven transportband 1 bevinden. Deze positie van de aangrijpmiddelen 5 is ook 15 met getrokken lijnen weergegeven in figuur 1.
Het naar de kippen 3 toe gerichte deel van de buitenste geleidingsranden 6, welke delen zijn aangegeven met verwijzingscijfer 8, zijn bevestigd aan zijwanden 7, 20 zodat deze delen 8 niet meebewegen bij het roteren van aangrijpmiddelen 5.
Figuur 1 toont een afscherming 9 in de vorm van een schuin gericht schot (dit schot 9 is overigens in figuur 25 2 niet weergegeven). Figuur 1 toont dat het schuingerichte schot 9 zich tussen de kip 3 en de aangrijpmiddelen 5 bevindt op het moment dat de poten van de kip tussen de geleidingsranden 6 geraken, welk moment is weergegeven in figuur 1. Bij het verder 30 verplaatsen van kip 3 duwen de poten 4 van de kip het schot 9 naar links, waartoe dat schot zodanig is bevestigd dat deze beweging kan worden gemaakt door een kleine kracht die wordt uitgeoefend door de poten 4 van de kip 3 op het schot 9. Deze verplaatsing is aangegeven 35 met pijl 10.
Nadat de kip 3 zodanig ver is verplaatst dat de poten 4 1007475 8 zich geheel tussen de geleidingsranden 6 bevinden, begint een linksom (fig. 1) gerichte rotatie van de aangrijpmiddelen 5 om rotatieas 11, zoals aangegeven met pijl 12. Zowel de aangrijpmiddelen 5, het schot 9 en de 5 kip 3 roteren gezamenlijk linksom over een hoek van 180°. Na deze rotatie hangt de kip in omgekeerde richting aan de aangrijpmiddelen (zie figuur 1). In deze positie van kip 3 verplaatst het schot 9 zich tot een vooraf bepaalde positie naar links, zodat de poten 4 van 10 kip 3 op een nauwkeurig vooraf bepaalde plaats terecht komen.
In figuur 2 is met verwijzingscijfer 13 de in omgekeerde stand hangende kip weergegeven, waarbij de poten 4 zich 15 tussen de rails 6 bevinden. Op dat moment worden de poten 4 van de kip aangegrepen door de gaffels 14 van een grijporgaan, welke gaffels zich, in figuur 2 gezien, onder de geleidingsranden 6 naar elkaar toe bewegen zoals aangegeven met pijlen 15.
20
Daarna wordt het geleidingsorgaan naar links bewogen (pijl 16) zodat de poten van de kip uit de aangrijpmiddelen 5 schuiven.
25 Vervolgens kan de kip desgewenst om een vertikale as over 180° worden geroteerd, teneinde alle kippen in dezelfde richting te brengen, onafhankelijk of zij voorwaarts of achterwaarts op transportband 1 werden verplaatst. De rotatie is aangegeven rotatieas en pijl 30 17 (figuur 1).
Nadat de kip 3 door middel van het grijporgaan uit de aangrijpmiddelen is geschoven, roteert het grijporgaan opnieuw om rotatieas 13 over 180°, en wel rechtsom naar 35 de positie waarin een volgende kip door de aangrijpmiddelen 5 kan worden aangegrepen. Daarbij wordt schot 9 weer in de uitgangspositie gebracht zoals 1007475 9 weergegeven met de getrokken lijn in figuur 1, welke verplaatsing gebeurt door overigens niet weergegeven middelen.
5 In figuur 1 is voorts het grijporgaan 18 weergegeven dat verbonden met een wagen 19 die zich langs een geleiding 20 kan verplaatsen, zoals aangegeven met pijl 21. Grijporgaan 18 draagt twee neerwaarts gerichte delen 22 met aan de onderkant de gaffels 14.
10
De werking van grijporgaan 18 is getoond in figuur 3.
Het grijporgaan is voorzien van een drager 25 die de twee neerwaarts gerichte delen 22 kan opnemen in naar buiten zwenkende armen 26. In figuur 3a zijn de armen 15 naar beneden gericht en kunnen naar buiten zwenken zodat zij de delen 22 omsluiten (figuur 3b). Door drager 25 naar boven te bewegen (figuur 3c) worden de neerwaarts gerichte delen 22 door de armen 26 aangegrepen zodat zij buitenwaarts kunnen worden gezwenkt (figuur 3d). De 20 gaffels 14 die aan het ondereinde van de neerwaarts gerichte delen zijn bevestigd kunnen daardoor de poten van een kip aangrijpen wanneer de gaffels naar elkaar toe zwenken.
25 Figuur 4 toont het aangrijpen van de poten 4 van de kip door de gaffels 14 wanneer de neerwaarts gerichte delen 22 naar elkaar toe bewegen. Op deze wijze kunnen de gaffels 14 de poten aangrijpen wanneer deze poten zich in de geleidingsranden 6 bevinden. In de uitvoeringsvorm 30 volgens figuur 4 zijn de zijwanden 7 meegeroteerd met de aangrij pmiddelen.
Figuren 5-10 tonen de wijze waarop de kip 3 in de slachthaak 30 wordt gehangen, nadat het grijporgaan de 35 kip uit de aangrijpmiddelen heeft geschoven. Een grijper 31, weergegeven als een rechthoek, plaatst zich daarbij vanuit de positie aangegeven met 32 naar de positie 10 07475 10 aangegeven met 33, waarbij de grijper de delen 22 van het grijporgaan aangrijpt en wel aan de onderste verbreding 34 (fig. 4) van drie boven elkaar aangebrachte verbredingen 34,35,36. Nadat de neerwaarts 5 gerichte delen 22 zijn gelost uit de drager 25, zoals dat is weergegeven in figuur 3a, beweegt de grijper 31 zich verder naar links met de neerwaarts gerichte delen 22 en de daaraan hangende kip 3 langs de lijn 37 (figuur 5 en 6). En vervolgens naar boven zodat positie 38 door 10 de grijper 31 wordt bereikt (fig. 7). In die positie 38 is grijper bovenwaarts verplaatst waarbij het bovenste gedeelte van de neerwaarts gerichte delen 22 door de slachthaak 30 reiken, waardoor de bovenste verbreding 36 van de delen 22 door een tweede grijper 39 kunnen worden 15 aangegrepen, welke grijper 39 zich verplaatst heeft van positie 40 naar positie 41 (figuren 5 en 8). Vervolgens verplaatst grijper 39 zich naar boven en naar rechts, totdat positie 42 wordt bereikt (figuren 5 en 9). In die positie verplaatsen de neerwaarts gerichte delen zich 20 buitenwaarts, aangedreven door niet weergegeven middelen, waardoor de kip enigszins naar beneden valt totdat de poten 4 zich in de slachthaak 30 bevinden. Vervolgens verplaatst de grijper 39 zich verder naar rechts, naar beneden, een en ander zoals weergegeven met 25 de lijn 43 totdat positie 44 wordt bereikt waarin neerwaarts gerichte delen 22 weer worden overgenomen door grijper 31 die inmiddels weer in de uitgangspositie was teruggekeerd (figuren 5 en 10).
30 Tijdens de hierboven beschreven werkwijze ligt de slachthaak in een in hoofdzaak horizontaal vlak, en vervolgens wordt de slachthaak weer gekanteld naar een in hoofdzaak vertikale positie en wordt de slachthaak verder verplaatst om de kip verder te vervoeren.
1007475

Claims (24)

1. Werkwij ze voor het behandelen van kippen of ander pluimvee, waarbij kippen vanuit een staande positie 5 worden gebracht in een hangende, omgekeerde positie, waarbij de kippen achter elkaar op het oppervlak van een transportband worden geplaatst, waarna de poten van elke kip, boven het oppervlak van de transportband worden aangegrepen door 10 aangrijpmiddelen, en vervolgens de aangrijpmiddelen, met de betreffende kip, in opwaartse richting vanaf het oppervlak van de transportband worden bewogen.
2. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen de kop van de kip en althans een deel van de aangrijpmiddelen een afscherming wordt aangebracht die in hoofdzaak met het oppervlak van de transportband en de kip 20 meebeweegt voor en/of tijdens het aangrijpen van de poten van de kip door de aangrijpmiddelen.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de afscherming, althans tijdelijk, met het 25 oppervlak van de transportband meebeweegt doordat de kip de afscherming voortduwt. 1 1007475 Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aangrijpmiddelen met de kip 30 worden geroteerd om een rotatieas die in hoofdzaak evenwijdig aan het oppervlak van de transportband loopt en dichter bij dat oppervlak ligt dan driekwart van de straal waarmee het gedeelte van de aangrijpmiddelen dat de poten aangrijpt om genoemde 35 as roteert, zodat de kip in omgekeerde positie met de poten aan de aangrijpmiddelen komt te hangen.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de aangrijpmiddelen, telkens in tegengestelde richting, over vrijwel 180° wordt geroteerd.
6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat, wanneer de kip omgekeerd aan de aangrijpmiddelen hangt, de poten van de kip worden aangegrepen door een grijporgaan met twee, naar elkaar toe beweegbare, neerwaarts gerichte 10 delen die elk een poot kunnen aangrijpen, waarbij elk deel een naar het andere deel gerichte gaffel met twee benen draagt.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat 15 de gaffel bij het aangrijpen van een poot zich onder de geleidingsrand bevindt, en na het aangrijpen zodanig beweegt dat de poten uit de geleiding worden geschoven.
8. Werkwijze volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat het grijporgaan de kip overgeeft aan een slachthaak, waaraan de kip tijdens het slachten hangt.
9. Werkwijze volgens een der conclusies 6-8, met het kenmerk, dat de neerwaarts gerichte delen van het grijporgaan, waaraan de poten van de kip hangen, uit een drager van die delen worden gelost, waarbij die delen worden aangegrepen door middelen die de 30 delen, althans de boveneinden van de delen, door een slachthaak beweegt, waarbij die slachthaak in een in hoofdzaak horizontaal vlak ligt, waarna de poten van de delen worden gelost, zodat zij in de slachthaak komen te hangen, waarna de slachthaak in 35 zijn normale, in hoofdzaak vertikale stand wordt gebracht en de kip verder vervoerd. 10 07475
10. Inrichting voor het behandelen van kippen of ander pluimvee, voorzien van middelen om kippen vanuit een staande positie in een hangende, omgekeerde positie, te brengen, waarbij de kippen achter 5 elkaar op het oppervlak van een transportband zijn geplaatst, welke inrichting is voorts voorzien van aangrijpmiddelen om de poten van elke kip, boven het oppervlak van de transportband aan te grijpen, welke aangrijpmiddelen in opwaartse richting 10 beweegbaar zijn vanaf het oppervlak van de transportband.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de aangrijpmiddelen voorzien zijn van twee 15 paren geleidingsranden die zich tijdens het aangrijpen stationair boven het oppervlak van de transportband in hoofdzaak in de bewegingsrichting van de transportband uitstrekken, en waarbij elk van de poten van een kip tussen een paar 20 geleidingsranden terecht kan komen.
12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, gekenmerkt door een afscherming die boven het oppervlak van de transportband beweegbaar is in in hoofdzaak 25 dezelfde richting als het oppervlak van de transportband beweegt.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de afscherming een naar de kip gericht 30 oppervlak heeft dat in hoofdzaak naar boven schuin van de kip af is gericht.
14. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, gekenmerkt door geleidingsmiddelen waarin de afscherming is 35 bevestigd, in welke geleidingsmiddelen de afscherming vrij verplaatsbaar is, of onder invloed van een geringe kracht verplaatsbaar is, in Λ .9=¾ Λ _ _ i I ! ' / Λ ITT v ·. · 4 J 0 hoofdzaak evenwijdig aan het oppervlak van de transportband.
15. Inrichting volgens een der conclusies 10-14, met 5 het kenmerk, dat aan beide zijden van de transportband zijwanden zijn aangebracht, zodanig dicht bij elkaar dat de kip alleen in lengterichting op de transportband kan staan.
16. Inrichting volgens een der conclusie 10-15, met het kenmerk, dat de aangrijpmiddelen roteerbaar zijn om een as die in hoofdzaak evenwijdig aan het oppervlak van de transportband loopt en dichter bij dat oppervlak ligt dan driekwart van de straal 15 waarmee het gedeelte van de aangrijpmiddelen dat de poten aangrijpt om genoemde as roteert, zodat de kip in omgekeerde positie met de poten aan de aangrijpmiddelen komt te hangen.
17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat, gezien in de bewegingsrichting van het oppervlak van de transportband, de rotatie-as van de aangrijpmiddelen zich in dwarsrichting uitstrekt en voorbij de plaats ligt waar de poten van de kip 25 worden aangegrepen, en bij voorkeur voorbij het einde van de transportband ligt.
18. Inrichting volgens conclusie 16 of 17, met het kenmerk, dat de rotatie-as van de aangrijpmiddelen 30 op geringe afstand van het vlak van het oppervlak van de transportband ligt, bij voorkeur minder dan 10 cm.
19. Inrichting volgens een der conclusies 16-18, met 35 het kenmerk, dat de aangrijpmiddelen in beide richtingen over een hoek van vrijwel 180° roteerbaar is. 1007475
20. Inrichting volgens een der conclusie 10-19, gekenmerkt door een grijporgaan dat de poten van de kip kan aangrijpen wanneer de kip omgekeerd aan de aangrijpmiddelen hangt, welk grijporgaan is 5 voorzien van twee, naar elkaar toe beweegbare, neerwaarts gerichte delen die elk een poot kunnen aangrijpen, waarbij elk deel een naar het andere deel gerichte gaffel met twee benen draagt.
21. Inrichting volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de twee benen van de gaffel zich vanaf de neerwaarts gerichte delen, althans gedeeltelijk, schuin omhoog zijn gericht.
22. Inrichting volgens conclusie 20 of 21, met het kenmerk, dat de twee benen van de gaffel uit elastisch materiaal, bij voorkeur een kunststof zijn vervaardigd, zodat zij klemmend een poot vasthouden. 20
23. Inrichting volgens een der conclusies 20-22, met het kenmerk, dat de gaffel bij het aangrijpen van een poot zich onder de geleidingsrand bevindt, en na het aangrijpen zodanig kan bewegen dat de poten 25 uit de geleiding worden geschoven.
24. Inrichting volgens een der conclusies 20-23, met het kenmerk, dat het grijporgaan de kip kan overgeven aan een slachthaak, waaraan de kip 30 tijdens het slachten hangt.
25. Inrichting volgens een der conclusies 20-24, met het kenmerk, dat de neerwaarts gerichte delen van het grijporgaan, waaraan de poten van de kip 35 hangen, uit een drager van die delen losneembaar zijn, waarbij die delen kunnen worden aangegrepen door middelen die de delen, althans de boveneinden 1007475 van de delen, door een slachthaak kunnen bewegen, welke slachthaak beweegbaar is tussen een in hoofdzaak horizontale stand en een in hoofdzaak vertikale stand. f00/47ö
NL1007475A 1997-11-07 1997-11-07 Inrichting en werkwijze voor het behandelen van pluimvee. NL1007475C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1007475A NL1007475C1 (nl) 1997-11-07 1997-11-07 Inrichting en werkwijze voor het behandelen van pluimvee.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1007475 1997-11-07
NL1007475A NL1007475C1 (nl) 1997-11-07 1997-11-07 Inrichting en werkwijze voor het behandelen van pluimvee.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1007475C1 true NL1007475C1 (nl) 1999-05-10

Family

ID=19765974

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1007475A NL1007475C1 (nl) 1997-11-07 1997-11-07 Inrichting en werkwijze voor het behandelen van pluimvee.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1007475C1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2002005631A1 (en) * 2000-07-19 2002-01-24 Holland United Food Processing Equipment B.V. A method of and a device for processing poultry to be slaughtered

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2002005631A1 (en) * 2000-07-19 2002-01-24 Holland United Food Processing Equipment B.V. A method of and a device for processing poultry to be slaughtered
NL1015742C2 (nl) * 2000-07-19 2002-02-01 Holland United Food Proc Equip Werkwijze en inrichting voor het verwerken van te slachten pluimvee.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1006580C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verwerken van geslacht gevogelte, alsmede transportorgaan voor toepassing in een dergelijke werkwijze en inrichting.
US4377884A (en) Apparatus for deboning poultry legs
NL9300815A (nl) Werkwijze en inrichting voor het verwijderen en verwerken van een organenpakket van een slachtdier.
US4574428A (en) Poultry transferring device
US8834237B2 (en) Method and apparatus for processing a poultry carcass part
US5514033A (en) Poultry-handling assembly
NL8601050A (nl) Overbrenginrichting voor pluimvee.
JP7129173B2 (ja) 骨付き肢肉の骨肉分離装置及び骨付き肢肉の骨肉分離方法
NL8304072A (nl) Inrichting voor het toevoeren van kippen aan een slachtinrichting.
US9763459B2 (en) Animal part holder
NL9100804A (nl) Werkwijze en inrichting voor het mechanisch ontweien van geslacht gevogelte.
CN206137038U (zh) 输送设备与移除设备的组合及在该组合中使用的移除设备
US3685096A (en) Apparatus for eviscerating chickens or other fowl
NL1007475C1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het behandelen van pluimvee.
DK155789D0 (da) Fremgangsmaade og anordning til automatisk overgivelse af beklaedningsgenstande til foldeautomater samt trnasportboejle
WO1994019957A1 (en) A method for suspending live poultry by the legs and apparatus, catching means and shackle for carrying out the method
CN113766834B (zh) 悬吊式轨道运输系统
US3736622A (en) Method and apparatus for slaughtering animals
EP3522730B1 (en) Poultry shackle or product carrier with tendon trap for suspending poultry or parts thereof
US3657770A (en) Method and apparatus for slaughtering animals
NL8902252A (nl) Werkwijze en inrichting voor het uitbenen van slachtdierbuikstukken.
US3711897A (en) Method and apparatus for eviscerating poultry
FR2662582A1 (fr) Dispositif de decrochage de demi-carcasses convoyees par tinets dans une chaine d'abattoir.
NL1015742C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verwerken van te slachten pluimvee.
NL1005771C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het behandelen van kippen.

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20020601