NL1005771C2 - Werkwijze en inrichting voor het behandelen van kippen. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het behandelen van kippen. Download PDF

Info

Publication number
NL1005771C2
NL1005771C2 NL1005771A NL1005771A NL1005771C2 NL 1005771 C2 NL1005771 C2 NL 1005771C2 NL 1005771 A NL1005771 A NL 1005771A NL 1005771 A NL1005771 A NL 1005771A NL 1005771 C2 NL1005771 C2 NL 1005771C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
chicken
compartment
container
chickens
legs
Prior art date
Application number
NL1005771A
Other languages
English (en)
Inventor
Herman Kerstholt
Original Assignee
Herman Kerstholt
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Herman Kerstholt filed Critical Herman Kerstholt
Priority to NL1005771A priority Critical patent/NL1005771C2/nl
Priority to AU29158/97A priority patent/AU2915897A/en
Priority to PCT/NL1997/000296 priority patent/WO1997045003A1/nl
Priority to AU29157/97A priority patent/AU2915797A/en
Priority to PCT/NL1997/000298 priority patent/WO1997045005A1/nl
Priority to PCT/NL1997/000297 priority patent/WO1997045004A1/nl
Priority to AU29159/97A priority patent/AU2915997A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1005771C2 publication Critical patent/NL1005771C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K45/00Other aviculture appliances, e.g. devices for determining whether a bird is about to lay
    • A01K45/005Harvesting or transport of poultry
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22BSLAUGHTERING
    • A22B1/00Apparatus for fettering animals to be slaughtered

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Processing Of Meat And Fish (AREA)

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET BEHANDELEN VAN KIPPEN
5
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het behandelen (handling) van kippen of andersoortig pluimvee, waarbij de kippen in een positie worden gebracht waarbij zij aan hun poten zijn opgehangen. Wanneer in deze 10 beschrijving over kippen wordt gesproken, wordt daaronder ook ander pluimvee verstaan, waarop de uitvinding eveneens betrekking heeft.
Voordat kippen worden geslacht worden zij aan hun poten 15 opgehangen waarna de verdere behandeling, inclusief het slachten, geheel of vrijwel geheel automatisch plaats vindt. Op verschillende wijzen is reeds geprobeerd het ophangen van de kippen te automatiseren, omdat dit een onaangename handeling is om door mensen te worden 20 uitgevoerd. Er moeten lastige bewegingen worden gemaakt en wanneer deze verkeerd worden uitgevoerd kan de kip worden beschadigd, waardoor het vlees van een mindere kwaliteit is.
25 De uitvinding beoogt een werkwijze voor het behandelen van kippen, of andersoortig pluimvee, waarbij de kippen op een bedrijfszekere wijze aan hun poten worden opgehangen, welke werkwijze gehaal geautomatiseerd wordt uitgevoerd. Dit wordt bereikt door toepassing van de werkwijze zoals 30 geformuleerd in de conclusies.
Bij voorkeur wordt elke kip in een compartiment met een beperkte ruimte gebracht, welk compartiment aanwezig is in een container, die één of meer van dergelijke 35 compartimenten bevat, en wordt de container met de erin aanwezige kip of kippen bewogen. Door elke kip afzonderlijk in een compartiment te plaatsen kan een kip op eenvoudige en bedrijfszekere wijze zowel worden verplaatst als om 1005771 2 verschillende assen worden geroteerd, door de container, waarin het compartiment aanwezig is, in de gewenste baan te bewegen.
5 Bij voorkeur wordt een kip in een compartiment met een beperkte ruimte gebracht, welk compartiment zich in een container kan bevinden, waarbij de kip op een, ten opzichte van het compartiment stationair, steunvlak komt te staan, waarna de poten van de kip worden aangegrepen door 10 grijporganen terwijl de kip op het steunvlak staat. In de praktijk is gebleken dat een kip bij het verplaatsen de neiging heeft zijn poten in de verplaatsingsrichting uit te strekken, en wanneer de kip vervolgens een steunvlak voelt zal de kip dat steunvlak gaan staan. Op dat moment bevinden 15 de poten van de kip zich op een bepaalde plaats en in een positie waarin zij gemakkelijk kunnen worden aangegrepen. Wanneer de kip tot stilstand komt zonder met haar poten een steunvlak te voelen, zal de kip haar poten intrekken.
20 Bij voorkeur wordt een kip in hoofdzaak neerwaarts bewogen bij het plaatsen op het steunvlak, zodat zij de poten neerwaarts uitstrekt. Dat vergemakkelijkt het aangrijpen van de poten door het grijporgaan.
25 Bij voorkeur worden de kippen gedeponeerd in een aanvoerruimte en in die aanvoerruimte in een transportrichting gedrongen, waarbij elke kip in één van een aantal naast elkaar gelegen doorgangen terecht komt, vanuit welke doorgang de kip in een compartiment met een 30 beperkte ruimte binnen een container wordt gebracht. Op deze wijze kan een compartiment in een container op efficiënte wijze en met relatieve hoge snelheid worden voorzien van een kip, waarna de poten van de kip kan worden aangegrepen en/of de container de nodige bewegingen kan 35 uitvoeren.
10 0 5 7 7 t 3
De uitvinding heeft ook betrekking op een systeem voor het behandelen van kippen of andersoortig pluimvee, voorzien van middelen om de kippen in een positie te brengen waarin zij aan hun poten zijn opgehangen.
5
Bij voorkeur is een compartiment zodanig klein en besloten dat de kip zich niet kan keren, zodat de kip geen andere positie kan gaan innemen dan waarin zij in de container is gebracht.
10
In een voorkeursuitvoering worden via naast elkaar gelegen doorgangen gelijktijdig kippen in meerdere compartimenten gebracht. Daarbij kunnen containers die elk een compartiment bevatten naast elkaar zijn geplaatst, er kan 15 ook gebruik worden gemaakt van een container met een aantal naast elkaar aangebrachte compartimenten. Daarbij kan het aantal naast elkaar gelegen doorgangen gelijk zijn aan het aantal compartimenten in een container, zodat via elke doorgang gelijktijdig een kip in elk compartiment van de 20 container wordt gebracht, hetgeen een efficiënte wijze van het vullen een container is.
Bij voorkeur is de doorgang zodanig smal dat de kip zich niet kan keren en alleen in langsrichting, vooruit of 25 achteruit, door de doorgang kan worden verplaatst. De doorgang kan daarbij iets breder zijn dan de breedte van een kip, met name een breedte tussen 10 en 18 cm bij voorkeur een breedte tussen 13 en 16 cm, of een andere afmeting die is aangepast aan het betreffende soort 30 pluimvee.
Voor het verplaatsen van de kippen door de doorgang kunnen dwars op de transportrichting staande elementen, bijvoorbeeld vingervormige elementen of schotten worden 35 verplaatst in de transportrichting, waarbij tussen elk paar achter elkaar geplaatste elementen zich een kip kan bevinden. Door het besturen van de verplaatsing van de 1005771 4 elementen kan op het gewenste moment een kip via de doorgang worden afgegeven naar het compartiment.
Bij voorkeur wordt de bodem van de aanvoerruimte gevormd 5 door een zich in de transportrichting verplaatsbare transportband die de kippen in de transportrichting kan dringen. Hierdoor kunnen de kippen op efficiënte wijze vanuit de aanvoerruimte naar de naast elkaar gelegen doorgangen worden verplaatst. De transportband kan daarbij 10 eveneens de bodem van de doorgangen vormen. Bij voorkeur loopt de bodem van de aanvoerruimte en/of de bodem van de doorgangen schuin naar beneden, hetgeen het verplaatsen van de kippen ten gunste komt.
15 In een voorkeursuitvoering zijn waarnemingsmiddelen aanwezig die vaststellen of een kip vooruit of achteruit door een doorgang wordt verplaatst. Deze waarnemingsmiddelen kunnen voorzien zijn van optische middelen of andere middelen die de contour van de 20 passerende kip of een deel van de kip waarneemt. Ook kan daarbij gebruik gemaakt worden van ultrasoon- of infraroodapparatuur of van andere sensoren die kippen of bepaalde delen van een kip kunnen herkennen. Indien de poten worden waargenomen kan worden vastgesteld in welke 25 richting de tenen staan, hetgeen een betrouwbaar gegeven is om vast te stellen of de kip in voorwaartse of achterwaartse richting wordt verplaatst.
In een voorkeursuitvoering kan het stationaire steunvlak 30 worden verplaatst tussen een positie vlak onder het compartiment en een positie op grotere afstand van het compartiment. In eerstgenoemde positie wordt het steunvlak stationair ten opzichte van het compartiment gefixeerd op het moment dat de kip het compartiment binnenkomt, terwijl 35 het stationaire steunvlak kan worden verwijderd nadat de poten van de kip zijn aangegrepen door een aangrijporgaan.
1005771 5
In een voorkeursuitvoering is het grijporgaan voorzien van twee bewegende grijpdelen, die beide in in hoofdzaak tegengestelde richting, in hoofdzaak evenwijdig aan de lengterichting van de kip, naar de poten bewegen en de 5 poten aangrijpen. Daarbij kan het ene grijpdeel een in hoofdzaak rechte rand hebben en het andere grijpdeel een rand met twee uitsparingen, welke randen naar elkaar toe beweegbaar zijn, zodat elke poot van de kip in een uitsparing terecht komt en dan door genoemde randen worden 10 omringd.
Met lengterichting van de kip, of van het betreffende andersoortige pluimvee, wordt de horizontale richting bedoeld van voren naar achteren van een staande kip.
15
In een voorkeursuitvoering is het compartiment, in rechtopstaande positie van de container, aan de onderkant voorzien van een centrale opening waardoorheen de twee poten van een kip kunnen reiken. Het tot buiten het 20 compartiment reiken van de poten vergemakkelijkt het aangrijpen van die poten. Met de rechtopstaande positie van de container wordt de positie bedoeld waarin de container zich bevindt wanneer het compartiment of de compartimenten worden voorzien van een kip.
25
Bij voorkeur heeft een compartiment twee, in hoofdzaak evenwijdige zijwanden die een onderlinge afstand hebben die in hoofdzaak overeenkomt met de breedte van een kip, dat wil zeggen enigszins breder is dan de breedte van een kip, 30 doch niet zo breed dat de kip zich kan keren. Bij voorkeur is deze breedte tussen 10 en 18 cm, en in een voorkeursuitvoering tussen 13 en 17 cm. Een breedte van ongeveer 15 cm, blijkt in de praktijk goed te voldoen.
35 In een voorkeursuitvoering heeft het compartiment twee eindwanden die, in rechtopstaande positie van de container, naar beneden naar elkaar toe lopen, waarbij de onderranden 1005771 6 van de twee eindwanden een onderlinge afstand hebben die kleiner is dan de helft, bij voorkeur een derde, van de grootste onderlinge afstand tussen de twee eindwanden. Met eindwanden worden de wanden bedoeld die in hoofdzaak 5 loodrecht op de zijwanden van het compartiment staan.
Bij voorkeur is het compartiment voorzien van beweegbare wanddelen, welke wanddelen met name kunnen bewegen wanneer de kip in het compartiment wordt gebracht, in het 10 compartiment in een bepaalde positie moet worden gebracht of wanneer de kip het compartiment moet verlaten. Bij voorkeur kunnen daarbij de onderste gedeelten van de eindwanden van een compartiment naar elkaar toe en van elkaar af beweegbaar zijn.
15
In een voorkeursuitvoering is een grijporgaan aanwezig om de poten van een kip, die zich in een compartiment bevindt, aan te grijpen, welk grijporgaan beweegbaar is van een positie nabij het compartiment naar een positie op grotere 20 afstand van het compartiment teneinde de kip buiten het compartiment te brengen. Nadat de poten van een kip zijn aangegrepen door het grijporgaan en voordat het grijporgaan zich verwijderd van het compartiment kan de container, tezamen met het grijporgaan of grijporganen, worden 25 omgekeerd, zodat de kip omgekeerd aan het grijporgaan hangt wanneer de kip het compartiment heeft verlaten. Bij voorkeur wordt de container omgekeerd door rotatie om een in hoofdzaak horizontale as die zich in breedterichting van het compartiment uitstrekt.
30
Wanneer een container voorzien is van een aantal in een rij naast elkaar aangebrachte compartimenten, zijn die compartimenten bij voorkeur zodanig gericht dat de richting van de rij samenvalt met de dwarsrichting van de 35 compartimenten. Daardoor zijn de in de container aanwezige kippen naast elkaar gepositioneerd.
1005771 7
Bij voorkeur heeft het compartiment, in rechtopstaande positie van de container, aan de bovenzijde een opening waardoorheen een kip in het compartiment kan worden gebracht, waarbij het compartiment ook geheel open kan zijn 5 aan de bovenzijde.
In een voorkeursuitvoering worden op meerdere plaatsen containers gevuld met kippen, welke containers later in één rij achter elkaar worden voortbewogen. Daardoor is het 10 mogelijk de behandelingssnelheid te vergroten zonder dat het vullen van de containers zodanig snel gebeurt dat niet elk compartiment van een kip wordt voorzien.
Wanneer een container slechts één compartiment omvat is het 15 mogelijk om elke kip desgewenst om een verticale as te roteren, teneinde de kippen naast elkaar te kunnen positioneren waarbij elke kip gelijk gericht is.
Wanneer de containers op een rij naast elkaar staan wanneer 20 kippen in de containers worden gebracht, waarbij de lengterichting van het compartiment, en daarmee de lengterichting van de kip, dwars staat ten opzichte van de lengterichting van de rij, kunnen de compartimenten op efficiënte wijze worden gevuld. Daarbij is er echter weinig 25 ruimte om de containers om een verticale as te roteren om de kippen gelijk gericht naast elkaar te plaatsen. Teneinde containers om een verticale as te kunnen roteren wordt bij voorkeur bij twee in een rij naast elkaar gelegen containers de ene container ten opzichte van de andere in 30 zijn lengterichting verplaatst, zodat beide containers de ruimte krijgen om te roteren om een verticale as. Ook kunnen containers in verticale richting worden verplaatst teneinde voldoende ruimte te krijgen.
35 Wanneer van aan een haak of grijporgaan hangende kippen moet worden nagegaan in welke richting de kippen zijn gericht, teneinde bijvoorbeeld verkeerd hangende kippen 1005771 8 180° te draaien om een verticale as, kan de richting van een kip op efficiënte en betrouwbare wijze worden bepaald door te detecteren naar welke kant de tenen zijn gericht.
In de haak of het grijporgaan bevinden de uiteinden van de 5 poten zich op een vaste plaats, zodat het detecteren van de tenen goed mogelijk is.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een container voor het herbergen van één of meer kippen of andersoortig 10 pluimvee, voorzien van ten minste één compartiment met een zodanige breedte en lengte dat het slechts één kip kan bevatten waarvan de lengterichting in hoofdzaak overeenkomt met de lengterichting van het compartiment.
15 Verdere kenmerken van de uitvinding, die zowel afzonderlijk als in combinatie kunnen worden toegepast, worden beschreven aan de hand van de figuren of worden vermeld in de conclusies.
20 Ter verduidelijking van de uitvinding zullen, onder verwijzing naar de tekening, enige uitvoeringsvoorbeelden van een inrichting voor het behandelen van kippen worden beschreven.
25 Figuur 1 toont hoe kippen van een staande naar een hangende positie worden gebracht;
Figuur 2 toont hoe de poten van een kip worden aangegrepen; Figuur 3 is een zijaanzicht van het grijporgaan volgens f iguur 2; 30 Figuur 4 toont een grijporgaan waaraan een kip hangt;
Figuren 5,6 en 7 tonen inrichtingen voor het behandelen van kippen, en
Figuur 8 toont een gedeelte van een inrichting voor het behandelen van kippen.
35 1005771 9
De verschillende figuren zijn slechts schematische weergaven, waarbij overeenkomstige delen met gelijke verwijzingscijfers zijn aangegeven.
5 Figuur 1 toont de aanvoer van kippen 1 via een transportband 2 die beweegt in de richting van pijl 3. Transportband 2 kan de bodem vormen van een aanvoerruimte waarin de kippen 1 worden gedeponeerd om door middel van transportband 2 in de richting van pijl 3 te worden 10 verplaatst. Vanaf transportband 2 worden de kippen 1 op een schuingerichte transportband 4 verplaatst waar de kippen 1 terecht komen tussen telkens twee opeenvolgende schotten of staafvormige uitsteeksels (vingers) 5 die zijn bevestigd aan eindloos orgaan 6 dat zich verplaatst in de richting 15 van pijl 7. Door een juiste afstemming van de snelheid van transportband 2 en van het eindloze orgaan 6 wordt bereikt dat telkens tussen twee opeenvolgende schotten 5 een kip 1 aanwezig is op transportband 4.
20 Vanaf transportband 4 worden de kippen 1 in de richting van pijl 8 in een compartiment 9 gebracht. Compartiment 9 heeft daartoe een opening aan de bovenzijde en heeft twee eindwanden 10 die in neerwaartse richting naar elkaar toe lopen. Opgemerkt wordt dat in de figuren de kippen 1 25 schematisch zijn weergegeven, waarbij zij zich uiteraard, anders dan de tekening suggereert, tussen de eindwanden 10 bevinden en niet zich tot voorbij de eindwand reiken.
Het compartiment 9 heeft ook twee zijwanden die evenwijdig 30 lopen aan het vlak van de tekening en die een onderlinge afstand hebben die enigszins groter is dan de kip 1, doch zodanig klein is dat de kip zich niet kan keren.
Wanneer de kip 1 in het compartiment 9 wordt gebracht komt 35 zij op een steunvlak 11 (figuur 3) te staan, dat zich in een grijporgaan 12 bevindt. Grijporganen 12 worden via transportinrichting 13, bijvoorbeeld een lopende band, 1005771 10 aangevoerd naar de plaats waar compartiment 9 zich bevindt om de kippen 1 te ontvangen. Beweger 14 verplaatst telkens een grijporgaan 12 van de lopende band 13 naar de plaats waar de kip 1 met haar poten 35 in het grijporgaan 12 5 terecht komt. Met "beweger" wordt een orgaan bedoeld dat bijvoorbeeld een hydraulische aandrijfcilinder omvat, of een lineaire motor, en die een onderdeel van het systeem kan verplaatsen.
10 Wanneer het grijporgaan 12 onder een gereed staand compartiment 9 wordt geplaatst worden de twee bewegende grijpdelen 16,17 door middel van beweger 18 uit elkaar bewogen waarna de kip 1 in het compartiment 9 wordt gebracht. De kip heeft de neiging zijn poten in de richting 15 waarin zij zich verplaatst uit te strekken, zodat de poten 35 van de kip op het steunvlak 11 komen te staan waarna de grijpdelen 16,17 weer naar elkaar toe worden bewogen en daarbij de poten 35 aangrijpen (zie fig.2). Vervolgens wordt het compartiment 9 en het grijporgaan 12 door middel 20 van beweger 32 en beweger 33 naar rechts bewogen tot de positie die is aangegeven met verwijzingscijfer 19, waarna het grijporgaan 12 en het compartiment 9 worden geroteerd om de loodrecht op de figuur staande as 20, onder aandrijving van aandrijfmotor 21.
25
Het grijporgaan 12 en het compartiment 9 bevinden zich dan op de plaats aangegeven met verwijzingscijfer 22, waarna deze door middel van dezelfde bewegers 32,33 naar rechts worden bewogen naar de positie aangegeven met 30 verwijzingscijfer 23.
Om genoemde as 20 roteert een stelsel van twee bewegers 32 en twee bewegers 33, zodat telkens een samenstel van een compartiment 9 en grijporgaan 12 zich gelijktijdig 35 linksonder (rechtop) en rechts boven (omgekeerd) kan bevinden.
1005771 11
In positie 22 en 23 zijn de eindwanden 10 ten opzichte van elkaar naar buiten bewogen, zodat de kip 1 in bovenwaartse richting uit het compartiment 9 kan worden verwijderd door middel van beweger 24.
5
Nadat het compartiment 9 is teruggebracht naar positie 22 wordt genoemd stelsel weer over 180° geroteerd om as 20, zodat het compartiment in positie 19 komt en daarna voorzien wordt van een door beweger 14 verplaatst 10 grijporgaan 12 om vervolgens een volgende kip l te ontvangen.
De uit het compartiment 9 verwijderde kip 1 (rechts boven in figuur 1), die aan het grijporgaan 12 hangt, kan verder 15 worden getransporteerd, waarbij de poten 35 van de kip worden overgenomen door grijphaak 37 zoals is weergegeven in figuur 4. Op zichzelf is dit overnemen en verder transporteren bekend.
20 Figuur 2 toont een compartiment 9 met daaronder grijporgaan 12 met twee grijpdelen 16,17 die de poten 35 van de kip 1 hebben aangegrepen, terwijl die poten op stationair steunvlak 11 staan. Met streeplijnen is de open positie van grijporgaan 12 weergegeven. Het grijporgaan wordt door 25 middel van trekveer 36 in de gesloten positie gehouden, en door middel van niet weergegeven organen geopend.
Figuur 3 toont een zijaanzicht van het grijporgaan 12 volgens figuur 2.
30
Figuur 4 toont het grijporgaan 12 waarin de kip 1 hangt en waarbij grijphaak 37 aanwezig is die de kip 1 overneemt wanneer de grijpdelen 16,17 zich uit elkaar bewegen zoals met de streeplijnen is aangegeven.
35
Figuur 5 toont een installatie voorzien van drie aanvoerplaatsen 38,39,40 waar kippen via ruimte 41 in 1005771 12 aanvoerruimte 42 kunnen worden gebracht. Aanvoerruimte 42 bestaat uit twee delen die elk voorzien zijn van een bodem in de vorm van een transportband die de kippen verplaatsen in de richting van een aantal naast elkaar gelegen 5 doorgangen 43. Deze doorgangen 43 hebben een in de transportrichting kleiner worden de breedte zodat zij bij hun uitmonding elk bij een compartiment 9 van een container 44 zijn gepositioneerd.
10 In elk van de delen van de aanvoerruimte 42 bevinden zich tien doorgangen 43 waarmee gelijktijdig een container 44 met tien compartimenten 9 van kippen kan worden voorzien.
Na het vullen van een container 44 wordt de container (in figuur 5) naar rechts bewogen en vervolgens in 15 dwarsrichting verplaatst naar een omkeerinrichting 45 waarin de container 44 in zijn geheel om zijn horizontale langsas over 180° kan worden gedraaid. De grijporganen die zich bij het vullen van de container 44 onder de container bevinden komen daarbij aan de bovenkant van de container te 20 liggen. Deze grijporganen zijn daarbij bevestigd aan de container 44.
Na het keren worden de containers verder naar rechts (in figuur 5) verplaatst waarbij de poten van de kippen door 25 transportmiddelen 46, die voorzien zijn van grijphaken, worden overgenomen. Daarbij worden de poten van alle tien kippen die zich in een container 44 bevinden gelijktijdig door grijphaken aangegrepen waarna de container zich in zijn geheel naar beneden beweegt, zodat de kippen vrij aan 30 grijphaken komen te hangen. Het overnemen van de kippen door grijphaken 37 is in figuur 4 in meer detail weergegeven.
De kippen worden daarna verder afgevoerd om geslacht te 35 worden, terwijl de containers 44 via een omkeerinrichting 47 in de rechtopstaande positie worden gebracht en verder 1005771 13 worden afgevoerd naar de doorgangen 43 om opnieuw gevuld te worden.
Omdat het vullen van de containers 44 met kippen 1 langer 5 duurt dan het overnemen van de kippen door middel van transportmiddelen 46 worden de containers op twee plaatsen gelijktijdig gevuld, terwijl er slechts één plaats is waar de containers de transportmiddelen 46 passeren.
10 De containers 44 worden in hun baan voortbewogen door middel van kettingen, of een andere op zichzelf bekende transporteur, terwijl schematisch is aangegeven hoe zij de bochten passeren.
15 Figuur 6 toont een installatie die anders is uitgevoerd. Deze installatie heeft één aanvoerplaats 38 waar kippen kunnen worden toegevoerd aan de dubbel uitgevoerde aanvoerruimte 42 die ongeveer overeenkomt met aanvoerruimte 42 volgens figuur 5. In figuur 6 zijn aan elk einde van 20 aanvoerruimte 42 slechts twee doorgangen 43 aanwezig zodat de tien compartimenten 9 van een container 44 gevuld wordt met kippen door telkens één compartiment op te schuiven waarbij telkens twee kippen worden toegevoerd. Na vijf keer opschuiven van container 44 is deze gevuld met kippen. Voor 25 het overige functioneert de installatie volgens figuur 6 overeenkomstig de installatie volgens figuur 5, echter is de baan die de containers 44 volgen enigszins anders. Daarbij verplaatsen de containers 44 zich in dwarsrichting naar een positie naast de doorgangen 43, zodat zich een 30 voorraad naast elkaar opgestelde containers 44 bij de doorgangen 43 kan vormen.
Figuur 7 toont een installatie waarbij zestien doorgangen 43 naast elkaar aanwezig zijn zodat zestien kippen 35 gelijktijdig in compartimenten 9 kunnen worden aangebracht. Dit kunnen losse compartimenten 9 zijn of zestien compartimenten die zich in één container bevinden. De 1005771 14 zestien compartimenten worden zijdelings verplaatst en als geheel omgekeerd om met de streep-stip-lijn aangegeven as 50 zoals aangegeven met pijl 51. Na verder zijdelings te zijn verplaatst tot positie aangegeven met 5 verwijzingscijfer 52 worden de compartimenten verplaatst langs de streep-stip-lijn naar inrichting 53, waar de poten van de kippen worden overgenomen door transportmiddelen 46 om de kippen verder af te voeren. Daarbij worden de kippen in inrichting 54 overgenomen door transportmiddelen 10 aangegeven met verwijzingscijfer 55.
De containers verplaatsen zich daarna via streep-stip-lijn 56 terug naar de positie waar zij met kippen kunnen worden gevuld. Bovendien is schematisch inrichting 57 aangegeven 15 waar de kippen om een verticale as over 180° kunnen worden geroteerd teneinde er voor te zorgen dat de kippen gelijk gericht aan de grijphaken hangen. De richting waarin de kippen aan de grijphaken hangen wordt daarbij gedetecteerd door waar te nemen welke richting de tenen van de kip 20 wijzen. Omdat de poten van de kip in een grijphaak hangen bevinden de tenen zich op een nauwkeurig bepaalbare plaats en kunnen de tenen eenvoudig worden gedetecteerd met electronische middelen die op zichzelf bekend zijn.
25 Figuur 8 toont een deel van een installatie waarbij de containers 9, nadat zij zijn gevuld met kippen, om en om over een verschillende afstand worden verplaatst teneinde tussen de containers 9 ruimte te verkrijgen. Daardoor is het mogelijk een kip met de container om een verticale as 30 over 180° te roteren. De containers die elk slechts één compartiment omvatten verplaatsen de kippen vervolgens naar een installatie waar zij over 180° om een horizontale as worden geroteerd teneinde in omgekeerde richting aan grijphaken te worden opgehangen.
35 10 0 5 7 7 t 5 15
De weergegeven uitvoeringsvormen zijn slechts een voorbeeld van het toepassen van de uitvinding, vele andere uitvoeringsvormen zijn mogelijk.
1005771

Claims (56)

1. Werkwijze voor het behandelen van kippen of 5 andersoortig pluimvee, waarbij de kippen in een positie worden gebracht waarin zij aan hun poten zijn opgehangen, met het kenmerk, dat elke kip in een compartiment met een beperkte ruimte wordt gebracht, welk compartiment aanwezig is in een container, die 10 één of meer van dergelijke compartimenten bevat, en de container met de erin aanwezige kip of kippen wordt bewogen.
2. Werkwijze voor het behandelen van kippen of 15 andersoortig pluimvee, waarbij de kippen in een positie worden gebracht waarin zij aan hun poten zijn opgehangen, met het kenmerk, dat een kip in een compartiment met een beperkte ruimte wordt gebracht, welk compartiment zich in een container kan bevinden, 20 waarbij de kip op een, ten opzichte van het compartiment stationair, steunvlak komt te staan, waarna de poten van de kip worden aangegrepen door een grijporgaan terwijl de kip op het steunvlak staat. 25
3. Werkwijze voor het behandelen van kippen of andersoortig pluimvee, waarbij de kippen in een positie worden gebracht waarin zij aan hun poten zijn opgehangen, met het kenmerk, dat een kip op een 30 steunvlak wordt geplaatst door de kip neerwaarts te verplaatsen naar dat steunvlak, waarna de poten van de kip worden aangegrepen door een grijporgaan terwijl de kip op het steunvlak staat.
4. Werkwijze voor het behandelen van kippen of andersoortig pluimvee, waarbij de kippen in een positie worden gebracht waarin zij aan hun poten zijn 1005771 opgehangen, met het kenmerk, dat kippen worden gedeponeerd in een aanvoerruimte en in die aanvoerruimte in een transportrichting worden gedrongen, waarbij elke kip in één van een aantal 5 naast elkaar gelegen doorgangen terecht komt, vanuit welke doorgang de kip in een compartiment met een beperkte ruimte binnen een container wordt gebracht.
5. Werkwijze volgens een der conclusies 1-4, met het 10 kenmerk, dat via naast elkaar gelegen doorgangen gelijktijdig kippen in meerdere compartimenten worden gebracht.
6. Werkwijze volgens een der conclusies 4-5, met het 15 kenmerk, dat het aantal naast elkaar gelegen doorgangen gelijk is aan het aantal compartimenten in een container en dat via elke doorgang gelijktijdig een kip in elk compartiment van de container wordt gebracht. 20
7. Werkwijze volgens een der conclusies 4-6, met het kenmerk, dat in de doorgang dwars op de transportrichting staande elementen worden verplaatst in de transportrichting, waarbij tussen elk paar 25 achter elkaar verplaatste elementen zich een kip kan bevinden.
8. Werkwijze volgens een der conclusies 4-7, met het kenmerk, dat de kippen in de transportrichting worden 30 gedrongen door een zich in genoemde richting verplaatsende transportband die de bodem van althans een deel van de aanvoerruimte en/of althans een deel van de bodem van de doorgangen vormt.
9. Werkwijze volgens een der conclusies 4-8, met het kenmerk, dat door middel van waarnemingsmiddelen 1005771 wordt vastgesteld of een kip vooruit of achteruit door een doorgang wordt verplaatst.
10. Werkwijze volgens een der conclusies 2-9, met het 5 kenmerk, dat het stationaire steunvlak zich onder het compartiment bevindt wanneer de kip in het compartiment wordt gebracht.
11. Werkwijze volgens een der conclusies 2-10, met het 10 kenmerk, dat het grijporgaan is voorzien van twee bewegende grijpdelen, die beide in in hoofdzaak tegengestelde richting, evenwijdig aan de lengterichting van de kip, naar de poten bewegen en de poten aangrijpen. 15
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het ene grijpdeel een in hoofdzaak rechte rand heeft en het andere grijpdeel een rand heeft met twee uitsparingen, welke randen naar elkaar toe worden 20 bewogen zodat elke poot van de kip in een uitsparing terecht komt en door genoemde randen wordt omringd.
13. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat delen van de wand van het 25 compartiment, dat in de container aanwezig is, uit elkaar worden bewogen om de kip te laten passeren.
14. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat, nadat de poten van een kip die zich 30 bevindt in een compartiment, die in de container aanwezig is, zijn aangegrepen door een grijporgaan, het grijporgaan en de container van elkaar worden verwijderd, waarbij de kip tot buiten de container wordt gebracht. 35
15. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat, nadat de poten van een kip die zich 1005771 in een container bevindt zijn aangegrepen door een grijporgaan, de container die één of meer compartimenten omvat wordt omgekeerd, tezamen met het grijporgaan. 5
16. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een container wordt omgekeerd door de container over 180 graden te roteren om een in hoofdzaak horizontale as die in hoofdzaak loodrecht 10 staat op de lengterichting van een compartiment.
17. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een kip in het compartiment wordt gebracht via een opening aan de bovenzijde van het 15 compartiment, in rechtopstaande positie van de container.
18. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op meerdere plaatsen containers 20 worden gevuld met kippen, en later de gevulde containers in één rij achter elkaar worden voortbewogen.
19. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met 25 het kenmerk, dat een container slechts één compartiment omvat, welke container, afhankelijk van de stand van de kip in het compartiment, om een verticale as over 180 graden wordt geroteerd.
20. Werkwijze volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de containers op een rij naast elkaar staan wanneer kippen in de containers worden gebracht, waarbij de lengterichting van het compartiment, en daarmee de lengterichting van de kip, dwars staat op de 35 lengterichting van de rij. 1005771
21. Werkwijze volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, dat van twee in een rij naast elkaar gelegen containers, waarbij de lengterichting van de compartimenten dwars op de lengterichting van de rij 5 staat, de ene container ten opzichte van de andere in zijn lengterichting wordt verplaatst, zodat beide containers de ruimte krijgen om rond een verticale as te worden geroteerd.
22. Systeem voor het behandelen van kippen of andersoortig pluimvee, voorzien van middelen om de kippen in een positie te brengen waarin zij aan hun poten zijn opgehangen, gekenmerkt door containers die elk zijn voorzien van één of meer compartimenten, 15 waarbij elk compartiment een beperkte ruimte vormt waarin slechts één kip aanwezig kan zijn en door middelen om de container met de erin aanwezige kip of kippen te bewegen.
23. Systeem voor het behandelen van kippen of andersoortig pluimvee, voorzien van middelen om de kippen in een positie te brengen waarin zij aan hun poten zijn opgehangen, gekenmerkt door middelen om een kip in een compartiment met een beperkte ruimte 25 te brengen, welk compartiment zich in een container kan bevinden, en door een, ten opzichte van het compartiment stationair, steunvlak waarop de kip kan staan en door grijporgaan die de poten van de kip kunnen aangrijpen terwijl de kip op het steunvlak 30 staat.
24. Systeem voor het behandelen van kippen of andersoortig pluimvee, voorzien van middelen om de kippen in een positie te brengen waarin zij aan hun 35 poten zijn opgehangen, gekenmerkt door een aanvoerruimte waarin kippen kunnen worden gedeponeerd en door middelen om de kippen in een 1005771 transportrichting te dringen en door een aantal naast elkaar gelegen doorgangen die elk van de aanvoerruimte naar een compartiment met een beperkte ruimte binnen een container lopen. 5
25. Systeem volgens een der conclusies 22-24, met het kenmerk, dat het compartiment zodanig klein en omsloten is dat de kip zich niet kan keren.
26. Systeem volgens een der conclusies 24-25, met het kenmerk, dat het aantal naast elkaar gelegen doorgangen gelijk is aan het aantal compartimenten in een container en dat via elke doorgang gelijktijdig een kip in elk compartiment van de container kan 15 worden gebracht.
27. Systeem volgens een der conclusies 24-26, met het kenmerk, dat de doorgang zo smal is dat de kip zich niet kan keren en alleen in langsrichting, vooruit of 20 achteruit, door de doorgang kan worden verplaatst.
28. Systeem volgens een der conclusies 24-27, met het kenmerk, dat in de doorgang dwars op de transportrichting staande elementen aanwezig zijn die 25 verplaatsbaar zijn in de transportrichting, waarbij tussen elk paar achter elkaar verplaatste elementen zich een kip kan bevinden.
29. Systeem volgens een der conclusies 24-28, met het 30 kenmerk, dat althans een deel van de bodem van de aanvoerruimte en/of althans een deel van de bodem ven de doorgangen wordt gevormd door een zich in de transportrichting verplaatsbare transportband, die de kippen in de transportrichting kan dringen. 35
30. Systeem volgens een der conclusies 24-29, met het kenmerk, dat althans een deel van de bodem van de 1005771 aanvoerruimte en/of althans een deel van de bodem van de doorgangen schuin naar beneden loopt in de transportrichting.
31. Systeem volgens een der conclusies 24-30, met het kenmerk, dat nabij de doorgang waarnemingsmiddelen aanwezig zijn om vast te stellen of een kip vooruit of achteruit door een doorgang wordt verplaatst.
32. Systeem volgens een der conclusies 23-31, gekenmerkt door middelen om het stationaire steunvlak te verplaatsen tussen een positie vlak onder het compartiment en een positie op grotere afstand van het compartiment. 15
33. Systeem volgens een der conclusies 23-32, met het kenmerk, dat het grijporgaan is voorzien van twee beweegbare grijpdelen, die beide in in hoofdzaak tegengestelde richting, evenwijdig aan de 20 lengterichting van het compartiment, nabij het en ten opzichte van het steunvlak kunnen bewegen teneinde de poten van een kip aan te grijpen.
34. Systeem volgens conclusie 33, met het kenmerk, dat 25 het ene grijpdeel een in hoofdzaak rechte rand heeft en het andere grijpdeel een rand heeft met twee uitsparingen, welke randen naar elkaar toe beweegbaar zijn, zodat elke poot van de kip in een uitsparing terecht komt en door genoemde randen wordt omringd. 30
35. Systeem volgens een der conclusies 22-34, met het kenmerk, dat het compartiment, in rechtopstaande positie van de container, aan de onderkant voorzien is van een centrale opening waardoorheen de twee 35 poten van een kip kunnen reiken. 1005771
36. Systeem volgens een der conclusies 22-35, met het kenmerk, dat het compartiment twee, in hoofdzaak evenwijdige zijwanden heeft die een onderlinge afstand hebben die in hoofdzaak overeenkomt met de 5 breedte van een kip.
37. Systeem volgens een der conclusies 22-36, met het kenmerk, dat het compartiment twee eindwanden heeft die, in rechtopstaande positie van de container, naar 10 beneden naar elkaar toelopen.
38. Systeem volgens conclusie 37, met het kenmerk, dat de onderranden van de twee eindwanden een onderlinge afstand hebben die kleiner is dan de helft, bij 15 voorkeur een derde, van de grootste onderlinge afstand tussen de twee eindwanden.
39. Systeem volgens een der conclusies 22-38, met het kenmerk, dat delen van de wand van het compartiment, 20 dat in de container aanwezig is, uit elkaar beweegbaar zijn om de kip te kunnen laten passeren.
40. Systeem volgens conclusie 39, met het kenmerk, dat althans de onderste gedeelten van de eindwanden van 25 een compartiment naar elkaar toe en van elkaar af beweegbaar zijn.
41. Systeem volgens een der conclusies 22-40, met het kenmerk, dat een grijporgaan aanwezig is om de poten 30 van een kip, die zich in een compartiment bevindt, aan te grijpen, welk grijporgaan beweegbaar is van een positie nabij het compartiment naar een positie op grotere afstand van het compartiment teneinde de kip buiten het compartiment te brengen. 35
42. Systeem volgens een der conclusies 22-41, gekenmerkt door middelen om een container tezamen met een 1005771 grijporgaan dat de poten van een kip aangrijpt, welke kip zich in de container bevindt, om te keren.
43. Systeem volgens een der conclusies 22-42, met het 5 kenmerk, dat een container is voorzien van een aantal in een rij naast elkaar aangebrachte compartimenten.
44. Systeem volgens conclusie 43, met het kenmerk, dat de lengterichting van de compartimenten, en daarmee de 10 lengterichting van de in de compartimenten aanwezige kippen, dwars op de lengterichting van de container staat, welke laatste lengterichting de richting van genoemde rij is.
45. Systeem volgens een der conclusies 22-44, gekenmerkt door middelen om een container om te roteren over 180 graden om een in hoofdzaak horizontale as die in hoofdzaak loodrecht staat op de lengterichting van een compartiment. 20
46. Systeem volgens een der conclusies 22-45, met het kenmerk, dat het compartiment, in rechtopstaande positie van de container, aan de bovenzijde een opening heeft waardoorheen een kip in het 25 compartiment kan worden gebracht.
47. Systeem volgens een der conclusies 22-46, met het kenmerk, dat het compartiment, in rechtopstaande positie van de container, aan de bovenzijde vrijwel 30 geheel open is.
48. Systeem volgens een der conclusies 22-47, met het kenmerk, dat op meerdere plaatsen containers kunnen worden gevuld met kippen, en dat middelen aanwezig 35 zijn om de gevulde containers in één rij achter elkaar te plaatsen en in de richting van de rij voort te bewegen. 1005771
49. Systeem volgens een der conclusies 22-48, met het kenmerk, dat een container slechts één compartiment omvat, en dat middelen aanwezig zijn om de container, afhankelijk van de stand van de kip in het 5 compartiment, om een verticale as over 180 graden te roteren.
50. Systeem volgens conclusie 49, met het kenmerk, dat de containers op een rij naast elkaar staan wanneer 10 kippen in de containers worden gebracht, waarbij de lengterichting van het compartiment, en daarmee de lengterichting van de kip, dwars staat op de lengterichting van de rij.
51. Systeem volgens conclusie 49 of 50, met het kenmerk, dat van twee in een rij naast elkaar gelegen containers, waarbij de lengterichting van de compartimenten dwars op de lengterichting van de rij staat, de ene container ten opzichte van de andere in 20 zijn lengterichting kan worden verplaatst, zodat beide containers de ruimte krijgen om rond een verticale as te worden geroteerd.
52. Container voor het herbergen van een of meer kippen 25 of andersoortig pluimvee, voorzien van ten minste één compartiment met een zodanige breedte en lengte dat het slechts één kip kan bevatten waarvan de lengterichting in hoofdzaak overeenkomt met de lengterichting van het compartiment. 30
53. Container volgens conclusie 52, met het kenmerk, dat de container een aantal op een rij gelegen compartimenten omvat, waarvan de lengterichting dwars op de richting van de rij staat. 35 1005771
54. Container volgens conclusie 52 of 53, met het kenmerk, dat van elk compartiment de eindwanden naar beneden schuin naar elkaar toe lopen.
55. Container volgens een der conclusies 52-54, met het kenmerk, dat althans delen van de eindwanden zodanig beweegbaar zijn dat de althans de onderkant van de eindwanden naar elkaar toe en van elkaar af kunnen beweegbaar zijn. 10
56. Container volgens een der conclusies 52-55, voor toepassing van de werkwijze volgens een der conclusies 1-21 of voor toepassing in het systeem volgens een der conclusies 22-51, omvattende een of 15 meer van de kenmerken volgens een der voorgaande conclusies. 1 0 0 5 7 7 t
NL1005771A 1996-05-30 1997-04-09 Werkwijze en inrichting voor het behandelen van kippen. NL1005771C2 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005771A NL1005771C2 (nl) 1997-04-09 1997-04-09 Werkwijze en inrichting voor het behandelen van kippen.
AU29158/97A AU2915897A (en) 1996-05-30 1997-05-28 Method and device for handling chickens
PCT/NL1997/000296 WO1997045003A1 (nl) 1996-05-30 1997-05-28 Werkwijze en inrichting voor het behandelen van kippen________
AU29157/97A AU2915797A (en) 1996-05-30 1997-05-28 Method and device for handling chickens
PCT/NL1997/000298 WO1997045005A1 (nl) 1996-05-30 1997-05-28 Werkwijze eninrichting voor het behandelen van kippen
PCT/NL1997/000297 WO1997045004A1 (nl) 1996-05-30 1997-05-28 Werkwijze en inrichting voor het behandelen van kippen
AU29159/97A AU2915997A (en) 1996-05-30 1997-05-28 Method and device for handling chickens

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005771 1997-04-09
NL1005771A NL1005771C2 (nl) 1997-04-09 1997-04-09 Werkwijze en inrichting voor het behandelen van kippen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1005771C2 true NL1005771C2 (nl) 1998-10-12

Family

ID=19764760

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1005771A NL1005771C2 (nl) 1996-05-30 1997-04-09 Werkwijze en inrichting voor het behandelen van kippen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1005771C2 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DK2389330T3 (en) Hanging conveyor system for transporting packaging trays
NL9101484A (nl) Werkwijze en inrichting voor het bewerken van gevogelte.
US4903819A (en) Apparatus for transporting garment hangers
EP0885160B1 (en) Apparatus for transferring objects from a first to a second conveyor
DK2263468T3 (en) Device for transporting anesthetized or dead poultry
NL9101585A (nl) Werkwijze en inrichting voor het met de poten ophangen van gevogelte aan een hangtransporteur.
US3184042A (en) Article handling apparatus
RU2102303C1 (ru) Способ сортировки одежды, подвешенной на крюках, и устройство для его осуществления
NL8304072A (nl) Inrichting voor het toevoeren van kippen aan een slachtinrichting.
NL9101768A (nl) Inrichting voor het verwijderen van de ingewanden uit de buikholte van gevogelte.
NL9100804A (nl) Werkwijze en inrichting voor het mechanisch ontweien van geslacht gevogelte.
EP0545995B1 (en) Method and arrangement for preparing a packaged substance for smoking and/or other treatment
US20090057098A1 (en) Article distribution apparatus
EP0301476A3 (en) Method and device for automatically transferring garments to folding devices and hangers
NL1005771C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het behandelen van kippen.
WO1997045005A1 (nl) Werkwijze eninrichting voor het behandelen van kippen
EP0738798B1 (en) A method for receiving and sorting for a washing treatment articles of clothing that have to be washed
GB2240529A (en) Transport device for boards having a sensitive surface, especially for wet-coated circuit boards
EP0861129B1 (en) Automated sorting apparatus and system
NL1018612C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vullen van een houderbak met met een vloeistofachtige substantie gevulde zakken.
NL1003230C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het behandelen van kippen.
NL9200676A (nl) Inrichting voor het automatisch aan transporthaken hangen van te slachten pluimvee.
JPH0811033B2 (ja) 麺受取装置
JP7514973B2 (ja) 搬送コンベヤのキャリアから家禽を自動的に吊り下げるためのシステムおよび方法
NL1007475C1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het behandelen van pluimvee.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2A A request for search or an international type search has been filed
SD Assignments of patents

Owner name: JOHANNES HENDRIKUS VAN HOUT

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20041101