NL1006328C2 - Gelaagde structuur. - Google Patents

Description

Gelaagde structuur

De uitvinding heeft betrekking op een gelaagde structuur in de vorm van een vel, kaart, blad en dergelijke, omvattende een dragerlaag met op de ene zijde een eerste 5 hechtlaag die afgedekt is door een eerste deklaag en op de andere zijde een tweede hechtlaag, die afgedekt is door een tweede deklaag, waarbij aan beide zijden de hechting tussen hechtlaag en dragerlaag groter is dan die tussen hechtlaag en deklaag.

Een dergelijke structuur is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift US-3.670.434. Deze bekende structuur wordt in het bijzonder gebruikt voor het maken van 10 fotobladen in een fotoalbum. Door het tijdelijk verwijderen van een deklaag komt de onderliggende hechtlaag vrij. Op deze hechtlaag kunnen foto’s (of andere zeer platte voorwerpen, zoals toegangsbewijzen, spoorwegkaartjes en dergelijke) worden opgeplakt, waarna over het geheel opnieuw de deklaag kan worden aangebracht die dan vasthecht aan de nog niet bedekte delen van de betreffende hechtlaag.

15 Aanvraagster heeft ingezien dat het gebruik van een dergelijke structuur uitslui tend als fotoalbumpagina in feite zeer beperkt is. Aanvraagster heeft zich derhalve ten doel gesteld een structuur te verschaffen die bijvoorbeeld ook kan worden gebruikt als een los produkt, bijvoorbeeld als ingelijste foto op een tafel, bureau, kastje of dergelijke.

20 De uitvinding verschaft nu een gelaagde structuur van het in de aanhef omschreven type, welke wordt gekenmerkt doordat de eerste en/of de tweede deklaag is voorzien van een patroon van breuklijnen, zodanig dat een door deze breuklijnen afgeba-kend deel van de betreffende deklaag kan worden verwijderd van de onderliggende hechtlaag.

25 Zoals in het bovenstaande reeds werd opgemerkt, kan een dergelijke gelaagde structuur in de vorm van een blad, een vel of een kaart, kan als los product worden gebruikt, bijvoorbeeld als ingelijste foto op een tafel, bureau, kastje of dergelijke. Daarbij kunnen zowel de voor- als achterzijde van een foto worden voorzien, maar het is ook mogelijk is om de voorzijde te voorzien van een foto en de achterzijde te 30 voorzien van bijvoorbeeld een plattegrond, een folder of andere met de foto verband houdende optisch waarneembare informatie. Dergelijke bladen of vellen kunnen echter ook worden gebruikt voor het samenstellen van albums, zoals bijvoorbeeld een fotoalbum, een verzamelalbum of dergelijke. Daarnaast zijn dergelijke bladen zeer geschikt 10063 28 2 om in archieven te worden toegepast voor het opslaan van allerlei documenten die glad moeten worden bewaard en waarbij men zo min mogelijk kans wil lopen dat het betreffende document wordt gekreukeld, wordt omgevouwen of dergelijke. Opgenomen in de gelaagde structuur kan het document eenvoudig worden bekeken zonder dat het 5 door een gebruiker behoeft te worden aangeraakt.

Opgemerkt wordt dat een structuur met slechts aan één zijde een hechtlaag die afgedekt is door een deklaag reeds bekend is uit de Amerikaanse octrooipublicatie US-4.953.780. Deze bekende structuur wordt in het bijzonder toegepast als postkaart. De vrije zijde van de dragerlaag vormt daarbij de adreszijde die eventueel voorbedrukt kan 10 zijn, terwijl op de andere zijde foto’s, plaatjes en dergelijke door de gebruiker kunnen worden opgeplakt.

Opgemerkt wordt verder dat op zich een structuur van in de aanhef genoemde soort ook reeds bekend is uit EP-0.118.250. Daarbij gaat het echter niet om een gelaagde structuur voor de bovengenoemde toepassingen, maar om een dubbelzijdig klevend 15 hechtelement van relatief kleine afmetingen, waarmee bijvoorbeeld posters of dergelijke op een vlakke ondergrond kunnen worden geplakt.

Teneinde de in de dragerlaag ingehechte foto of ander document aan de nog steeds blootliggende buitenzijde te beschermen, verdient het verder de voorkeur dat eerste en/of de tweede deklaag op zijn beurt wordt afgedekt door een beschermlaag 20 waarvan de naar de betreffende deklaag toegekeerde zijde voorzien is van een lijmlaag.

Het is op diverse manieren mogelijk om de lijmlaag op de beschermlaag voorafgaand aan het gebruik ervan af te sluiten en voor zijn gebruiksdoel te conserveren. Een eerste uitvoeringsvorm heeft in dit verband het kenmerk dat de deklaag onder de beschermlaag dienst doet voor het afdekken van de lijmlaag, waarbij het materiaal van 25 de deklaag en de lijmlaag losneembaar aan elkaar hechten.

Het is echter ook mogelijk dat een afsluitlaag tussen de deklaag en de beschermlaag dienst doet voor het afsluiten van de lijmlaag, waarbij het materiaal van de afsluitlaag en de lijmlaag losneembaar aan elkaar hechten.

Om het inhechten in een ordner of in een album te vergemakkelijken verdient het 30 de voorkeur dat het uitstekende deel van de hechtlaag is voorzien van een perforatie van standaard afmetingen zodanig dat de structuur in een ordner of iets dergelijks kan worden opgeborgen.

Om de gebruiker eventueel te voorzien van instructies hoe de gelaagde structuur 1006328 3 te gebruiken kan het de voorkeur verdienen dat elke deklaag althans op het verwijderbare deel daarvan voorzien is van een opdruk of indruk.

De uitvinding zal in het volgende aan de hand van de bijgaande figuren in meer detail worden verklaard.

5 Figuur 1 toont een doorsnede door een eerste uitvoeringsvorm van een gelaagde structuur volgens de uitvinding.

De figuren 2a, 2b en 2c tonen toepassingen van een dergelijke structuur als blad in een fotoalbum.

Figuur 3 toont een meer algemene toepassing van een dergelijke structuur voor 10 het losneembaar opplakken of hechten van verschillende informatiedragers.

De figuren 4a en 4b tonen verder ontwikkelde uitvoeringsvormen van een structuur volgens de uitvinding.

Figuur 5 toont een ontwikkeling waarbij extra beschermlagen worden toegepast.

De figuren 6a en 6b tonen de toepassing van de uitvoeringsvorm volgens figuur 15 5.

Figuur 7 toont een variant op de uitvoeringsvorm van figuur 5.

Figuur 1 toont schematisch een doorsnede door een gelaagde structuur volgens de uitvinding. De structuur als geheel is aangeduid met 8 en bestaat uit een centrale dragerlaag 10, aan de ene zijde voorzien van een hechtlaag 12 en aan de andere zijde 20 voorzien van een hechtlaag 16, waarbij de hechtlaag 12 is afgesloten door een deklaag 14 en de hechtlaag 16 is afgesloten door een deklaag 18.

De dragerlaag 10 in figuur 1 bestaat uit papier, karton of kunststof, waarvan de stijfheid en dikte in belangrijke mate bepalend zijn voor de stijfheid en dikte van de gehele structuur. Bij voorkeur zijn de lijm- of hechtlagen 12 en 16 relatief dun en 25 wordt ook voor de deklagen 14 en 18 een relatief dun materiaal gebruikt. Geschikte lijmsoorten voor de lagen 12 en 16 en geschikte materialen voor de deklagen 14 en 18, bijvoorbeeld dunne lagen uit papier of kunststof, zijn aan de vakman bekend en behoeven geen nadere bespreking. Daarmee wordt de totale dikte van de structuur 8 in hoofdzaak bepaald door de dikte van de dragerlaag 10. Voor deze laag 10 kan een 30 geschikt materiaal worden gekozen zodanig, dat de structuur als geheel, afhankelijk van de afmetingen daarvan, de gewenste stevigheid en stijfheid bezit. Voor toepassingen als "staande foto" op een bureau of dergelijke, zal bij voorkeur een wat dikkere dragerlaag worden gekozen. Voor toepassing in een fotoalbum verdient een wat dunnere drager- inoRQpo 4 laag de voorkeur en voor archiveringswerkzaamheden zal wellicht een nog dunnere dragerlaag geprefereerd worden.

In de figuren 2a en 2b is een uitvoeringsvoorbeeld getoond van een gelaagde structuur 18 die in dit geval kan worden toegepast bijvoorbeeld als blad in een fotoal-5 bum. In figuur 2a is alleen de bovenste deklaag 24 zichtbaar. Door middel van breuklijnen (lijnen waar de deklaag 24 plaatselijk is verzwakt of zelfs geheel doorsneden) zijn in deze deklaag 24 afzonderlijke gebieden 26a, 26b, 26c en 26d gedefinieerd. Door het losnemen van de deklaag ter plaatse van een van deze gebieden kan het onderliggende deel van de hechtlaag worden blootgelegd. Vervolgens kan dit blootliggende 10 deel worden gebruikt om bijvoorbeeld een foto op het blad 24 te positioneren en vast te hechten.

In figuur 2b zijn op de bovenbeschreven wijze twee kleine foto’s 30 en 32 geplakt op de gebieden 26d en 26c nadat hier de afgebakende gebieden van de deklaag 24 waren verwijderd. Verder is een relatief grote foto 34 op de structuur 18 geplakt, 15 gebruikmakend van zowel de gebieden 26a als 26b. Over het algemeen zijn twee van dergelijke relatief grote hechtgebieden ruim voldoende om een grote foto goed op zijn plaats in een fotoalbum te bevestigen.

Het zal duidelijk zijn dat de gelaagde structuur volgens de uitvinding ook kan worden toegepast voor het opplakken van een enkele foto, folder of andere velvormige 20 informatiedrager op de wijze als in de bovengenoemde Amerikaanse octrooiaanvrage US-4953780 voor een postkaart is beschreven. In verband daarmee toont figuur 3 een uitvoeringsvorm waarbij de deklaag 44 van slechts een enkele breuklijn 40 is voorzien. Naar keuze kan de gebruiker ofwel de gehele deklaag verwijderen en een foto ter grootte van de gehele plaat opplakken dan wel de deklaag binnen de breuklijn 40 25 verwijderen en daarop een foto of dergelijke plakken.

Er wordt nogmaals op gewezen dat in de figuren 2 en 3 slechts een zijde van de structuur zichtbaar is. Ook de ander zijde is op soortgelijke wijze voorzien van een hechtlaag en deklaag en kan op soortgelijke wijze worden gebruikt. Daarbij kunnen wel eventuele breuklijnen aan beide zijden een verschillend patroon hebben.

30 De gelaagde structuur volgens de uitvinding kan voor zeer universele doeleinden worden gebruikt indien ze worden uitgevoerd als schematisch weergegeven is in de figuren 4a en 4b. De gelaagde structuur in figuur 4A is in dit geval voorzien van een deklaag 54 die een patroon 52 van breuklijnen heeft. Dit patroon 52 is zodanig ge 1006328 5 vormd dat kleinere of grotere delen van de deklaag 54 kunnen worden verwijderd om daarmee kleinere of grotere delen van de onderliggende hechtlaag bloot te leggen. Daarmee kunnen naar wens kleinere of grotere foto’s of andere informatiedragers, papieren, kartonnen elementen en dergelijke op de dragerstructuur worden vastgehecht.

5 Ook hier geldt dat over het algemeen niet noodzakelijk is om een hechtgebied ter grootte van het te hechten voorwerp ter beschikking te stellen. Over het algemeen zal een kleiner hechtgebied ruim voldoende zijn om een goede hechting te garanderen.

Een soortgelijke uitvoering is getoond in figuur 4B. Ook daarin is de deklaag 64 voorzien van een patroon 62 van breuklijnen welk patroon zodanig is gevormd dat 10 kleinere of grotere delen van de deklaag 64 kunnen worden verwijderd om daarmee kleinere of grotere delen van de onderliggende hechtlaag bloot te leggen. In dit voorbeeld lopen de breuklijnen aan drie zijden door tot aan de rand. Aan de vierde zijde is de structuur voorzien van een aantal gaten 60 van gestandaardiseerde dimensies waarmee de gehele kaart- of velvormige structuur in een standaard ordner of dergelijke kan 15 worden opgeborgen. In dit geval kunnen eventueel de hechtlaag en de deklaag langs de rand waar de gaten 60 zich bevinden worden weggelaten maar dat is niet noodzakelijk.

Alhoewel in de figuren 4A en 4B slechts één zijde van de gelaagde structuur is getoond, wordt er nogmaals met nadruk op gewezen dat, bij het omdraaien van deze structuur, dezelfde mogelijkheden kunnen worden gerealiseerd aan de andere zijde.

20 Een verdere ontwikkeling van de gelaagde structuur volgens de uitvinding is getoond in figuur 5. De structuur als geheel is aangeduid met 98 en bestaat uit een centrale dragerlaag 70, aan de ene zijde voorzien van een hechtlaag 72 en aan de andere zijde voorzien van een hechtlaag 76, waarbij de hechtlaag 72 is afgesloten door een deklaag 74 en de hechtlaag 76 is afgesloten door een deklaag 78.

25 Op de bovenste deklaag 74 bevindt zich een lijmlaag 80 die afgedekt is door beschermlaag 82. Op de onderste deklaag 78 bevindt zich een lijmlaag 84 die afgedekt is door beschermlaag 86. De lijmlagen en de beschermlagen zijn vervaardigd uit dusdanig materiaal dat de lijmlaag 80, 84 sterk hecht aan de beschermlaag 82, 86 en losneembaar hecht aan de onderliggende deklaag 74, 78.

30 In de figuren 6a en 6b is getoond hoe een dergelijke structuur bijvoorbeeld kan worden toegepast. Allereerst wordt de beschermlaag 82 met de lijmlaag 80 losgetrokken van de onderliggende deklaag 74 zoals getoond is in figuur 6A. In de daaronder liggende deklaag 74 zijn door middel van breuklijnen afzonderlijke gebieden 88a, 88b, 1006328 6 88c en 88d gedefinieerd. Door het losnemen van de deklaag ter plaatse van al deze gebieden worden vervolgens de onderliggende delen van de hechtlaag 72 blootgelegd. Vervolgens kunnen deze blootliggende delen worden gebruikt om bijvoorbeeld twee grote foto’s 90 en 91 te positioneren en vast te hechten. Ten slotte wordt de bescherm-5 laag over het resulterende geheel geslagen en door middel van de lijmlaag 80 vastgezet waardoor de foto’s worden beschermd tegen uitwendige invloeden.

In figuur 6A is verondersteld dat de beschermlaag na het losnemen daarvan toch aan de rand van de structuur blijft vast zitten. In het algemeen wordt dat door gebruikers als gemakkelijk ervaren en daarvoor verdient dat ook de voorkeur. Noodzakelijk is 10 het echter niet. Het vast blijven zitten van de beschermlaag kan worden gerealiseerd door de rand daarvan vast te zetten met een andere geschikte lijmsoort die niet losneembaar is. Een andere mogelijkheid is de beschermlagen 82 en 86 uit een stuk te vervaardigen waarbij deze integrale laag als het ware om een rand van de structuur gevouwen is, met name die rand waar de laag vast moet blijven zitten.

15 Een andere verdere ontwikkeling van de gelaagde structuur volgens de uitvinding is getoond in figuur 7. Deze structuur als geheel is aangeduid met 98 en bestaat uit een centrale dragerlaag 100, aan de ene zijde voorzien van een hechtlaag 112 en aan de andere zijde voorzien van een hechtlaag 116, waarbij de hechtlaag 112 is afgesloten door een deklaag 114 en de hechtlaag 116 is afgesloten door een deklaag 20 118.

Boven de bovenste deklaag 114 bevindt zich een beschermlaag 120 die aan de binnenzijde voorzien is van een lijmlaag 122 die op zijn beurt is afgesloten door een afsluitlaag 124. Onder de onderste deklaag 118 bevindt zich een beschermlaag 126 die aan de binnenzijde voorzien is van een lijmlaag 128 die op zijn beurt is afge-25 sloten door een afsluitlaag 130. De afsluitlaag 124 ligt dus aan tegen de deklaag 114 en de afsluitlaag 130 ligt aan tegen de deklaag 118.

De wijze waarop deze structuur kan worden gebruikt is geheel dezelfde als beschreven is aan de hand van de figuren 6A en 6B met dit verschil dat voor het fixeren van de beschermlaag 120, 126 de betreffende afdeklaag 124, 130 moet worden 30 verwijderd om de betreffende lijmlaag 122, 128 vrij te geven.

In figuur 7 zijn de beschermlagen 120, 126 aan de linker zijde van de figuur door een sterk hechtende lijm vastgezet aan de rand van de centrale drager 100. In de figuur is er verder van uit gegaan dat de overige lagen 112, 114, 116, 118, 122, 124, 1006328 7 128 en 130 niet doorlopen tot aan de genoemde rand maar op korte afstand daarvan eindigen zodat het mogelijk is om de beschermlagen 120, 126 direct vast te zetten aan het vrije gebied langs de linker rand van de centrale drager 100.

Deze linker rand kan tevens worden benut voor het aanbrengen van gaten 136 5 waarmee de plaatvormige of velvormige structuur in een ordner of dergelijke kan worden ingehecht.

1006328

Claims (6)

1. Gelaagde structuur in de vorm van een vel, kaart, blad en dergelijke, omvattende een dragerlaag met op de ene zijde een eerste hechtlaag die afgedekt is door een 5 eerste deklaag en op de andere zijde een tweede hechtlaag, die afgedekt is door een tweede deklaag, waarbij aan beide zijden de hechting tussen hechtlaag en dragerlaag groter is dan die tussen hechtlaag en deklaag, met het kenmerk, dat de eerste en/of de tweede deklaag is voorzien van een patroon van breuklijnen, zodanig dat een door deze breuklijnen afgebakend deel van de betreffende deklaag kan worden verwijderd van de 10 onderliggende hechtlaag.

2. Gelaagde structuur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste en/of de tweede deklaag op zijn beurt wordt afgedekt door een eerste respectievelijk tweede beschermlaag waarvan de naar de betreffende deklaag toegekeerde zijde voorzien is 15 van een lijmlaag waarbij de hechting van de lijmlaag aan de beschermlaag groter is dan die van de lijmlaag aan de betreffende deklaag.

3. Gelaagde structuur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste en/of tweede deklaag op zijn beurt wordt afgedekt door een eerste respectievelijk tweede 20 beschermlaag waarvan de naar de betreffende deklaag toegekeerde zijde voorzien is van een lijmlaag die door een losneembare afsluitlaag is afgedekt.

4. Gelaagde structuur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dragerlaag aan een der zijkanten uitsteekt buiten de deklagen en hechtlagen. 25

5. Gelaagde structuur volgens conclusie 4, met het kenmerk dat het uitstekende deel van de hechtlaag is voorzien van een perforatie van standaard afmetingen zodanig dat de structuur in een ordner of iets dergelijks kan worden opgeborgen.

6. Gelaagde structuur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke deklaag althans op het verwijderbare deel daarvan voorzien is van een opdruk of indruk. ***** 1006328