NL1006321C2 - Open-dakconstructie voor een voertuig. - Google Patents

Description

NL 2023-Me/hv

Open-dakconstructie voor een voertuig

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een open-dakconstructie voor een voertuig met een opening in het vaste dak, voorzien van een aan het voertuigdak te bevestigen, stationair gedeelte, een beweegbaar sluitelement voor 5 het naar keuze openen of sluiten van de dakopening, tussen het stationaire gedeelte en het sluitelement aangebrachte verstelmiddelen met een bedieningsorgaan voor het verstellen van het sluitelement, waarbij de verstelmiddelen verstelbaar zijn binnen een normaal verstelbereik tussen tenminste een 10 eerste stand die overeenkomt met een uiterste openingsstand van het sluitelement en een tweede stand die overeenkomt met de sluitstand van het sluitelement, alsmede een ontgrendel-mechanisme, bij voorkeur tussen het sluitelement en de verstelmiddelen voor het ontgrendelen en uitnemen van het 15 sluitelement.

Een bekende uitvoering van een dergelijke open-dakconstructie is uitgevoerd als een zogenaamd zonnedak of pop-up dak, waarbij een glaspaneel vanuit de sluitstand schuin omhoog naar een ventilatiestand kan zwenken. Door het 20 losnemen van het glaspaneel met behulp van het ontgrendel-mechanisme kan met een geheel geopende dakopening worden gereden.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verder verbeteren van een open-dakconstructie van de in de 25 aanhef genoemde soort.

Hiertoe wordt de open-dakconstructie volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de verstelmiddelen zijn voorzien van een door het bedieningsorgaan te kiezen ontgrendelstand buiten het normale verstelbereik, en dat het 30 ontgrendelmechanisme zodanig is uitgevoerd dat dit alleen activeerbaar is in de ontgrendelstand van de verstelmiddelen.

Doordat het ontgrendelmechanisme alleen aktiveer-baar is in een stand van de verstelmiddelen voor het 100 6 3 2 1 2 sluitelement buiten het normale verstelbereik, is de kans op het per ongeluk bedienen van het ontgrendelmechanisme, bijvoorbeeld wanneer het voertuig rijdt, geëlimineerd, waardoor het ontgrendelmechanisme zeer veilig is. Bij 5 voorkeur dient een speciale handeling te worden uitgevoerd om de verstelmiddelen in de ontgrendelstand te krijgen.

In een eerste uitvoering is het ontgrendelmechanisme voorzien van een met de hand bedienbaar ontgrendelorgaan dat in de verstelmiddelen is opgenomen, en dat bij voorkeur 10 slechts bedienbaar is indien de verstelmiddelen voorbij de eerste stand zijn bewogen. In het geval van een pop-up zonnedak kan het paneel worden ontgrendeld wanneer het paneel voorbij de ventilatiestand is bewogen, zodat na het ontgrendelen het paneel van buitenaf kan worden beetgepakt 15 en uit de voorste scharnieren kan worden getild, waarna het paneel kan worden opgeborgen.

In een tweede uitvoering van de open-dakconstructie volgens de uitvinding bevindt de ontgrendelstand van het ontgrendelmechanisme zich voorbij de tweede (sluit)stand en 20 is het paneel in de sluitstand in bovenwaartse richting door een veerorgaan belast, zodanig dat het paneel automatisch omhoog wordt gedrukt na ontgrendeling van het ontgrendelmechanisme .

De uitvinding zal hierna verder worden toegelicht 25 aan de hand van de tekeningen die uitvoeringsvoorbeelden van de open-dakconstructie volgens de uitvinding weergeven.

Fig. 1 en 2 tonen in langsdoorsnede een gedeelte van een als pop-up dak uitgevoerde open-dakconstructie in de gesloten stand, resp. de ventilatiestand.

30 Fig. 3 is een met fig. 1 overeenkomende doorsnede, waarbij het paneel en de verstelmiddelen zich evenwel in de ontgrendelstand bevinden.

Fig. 4 is een met fig. 3 overeenkomende doorsnede, waarbij het ontgrendelmechanisme is ontgrendeld en het 35 paneel kan worden uitgenomen.

i \j V ij) j i 3

Fig. 5 is een gedeeltelijke langsdoorsnede van een tweede uitvoering van een als pop-up dak uitgevoerde opendakconstructie volgens de uitvinding in de ventilatie-stand.

Fig. 6 is een met fig. 5 overeenkomende doorsnede, 5 waarbij het paneel zich echter in de sluitstand bevindt.

Fig. 7 is een met fig. 6 overeenkomende doorsnede, waarbij het ontgrendelmechanisme is ontgrendeld.

Fig. 1-4 tonen een eerste uitvoering van de opendakconstructie volgens de uitvinding die is bedoeld voor een 10 voertuig, in het bijzonder een motorvoertuig, zoals een personenauto, die is uitgevoerd met een vast dak 1 waarin een opening 2 is uitgespaard. De open-dakconstructie is uitgevoerd met een stationair gedeelte zoals een frame 3 dat op één of andere wijze aan het vaste dak 1 is bevestigd. Het 15 stationaire gedeelte ondersteunt op beweegbare wijze een sluitelement 4 dat hier is uitgevoerd als een stijf en bij voorkeur meer of minder doorzichtig paneel van bijvoorbeeld glas. Dit paneel 4 is met behulp van algemeen met 5 aangeduide verstelmiddelen voor het bewegen van het paneel tussen 20 een sluitstand, waarin het de dakopening 3 afsluit (fig. 1) en een ventilatiestand, waarin het paneel schuin achterwaarts omhoog tot buiten de dakopening is bewogen (fig. 2). Een open-dakconstructie waarvan het paneel 4 een dergelijke beweging kan uitvoeren staat ook wel bekend als zonnedak of 25 pop-up dak.

De weergegeven uitvoering van de open-dakconstructie is elektrisch bedienbaar en is daartoe uitgevoerd met een met stippellijnen aangeduide elektromotor 6 die een aandrijfas 7 draaiend kan aandrijven. Met deze aandrijfas 7 30 zijn de verstelmiddelen 5 verbonden en in dit geval bestaan de verstelmiddelen uit een kniehefboom met hefboomsarmen 8 en 9. De korte hefboomsarm 8 is op de aandrijfas 7 bevestigd en kan zodoende om de aandrijfas 7 zwenken. De hefboomsarm 9 is aan één uiteinde scharnierbaar met de hefboomsarm 8 35 verbonden en aan zijn tegenoverliggende uiteinde via een scharnier 10 op het paneel 4 aangesloten.

100 6 3 2 1 4

Met behulp van een ontgrendelmechanisme 11 is het paneel 4 nabij zijn achterste uiteinde van het frame 3 losneembaar, in dit geval ter plaatste van een scharnier 12 tussen de hefboomsarmen 8 en 9. Het ontgrendelmechanisme 11 5 is ingebouwd in de hefboomsarm 9 in de vorm van een aan de hefboomsarm 9 gevormde haak 13 of dergelijke die om de scharnierpen 12 van de hefboomsarm 8 kan grijpen, terwijl een schuif 14 aan de hefboomsarm 9 de scharnierpen 12 geheel in de haak 13 kan opsluiten. De schuif 14 is in de lengte-10 richting ten opzichte van de hefboomsarm 9 heen en weer beweegbaar en met behulp van een veer 15 in de richting van de grendelstand belast. Met behulp van een om het scharnier 10 verdraaibare vinger- of handgreep 16 is de schuif 14 tegen de kracht van de veer 15 in verschuifbaar.

15 Een vergelijking tussen de fig. 3 en 4 toont dat in fig. 4 de greep 16 is bediend voor het ontgrendelen van het ontgrendelmechanisme 11 en in fig. 4 is de schuif 14 zodanig teruggetrokken dat de scharnierpen 12 uit de haak 13 kan ontsnappen. De greep 16 grijpt daarbij zodanig op de 20 hefboomsarm 9 aan dat een verdere verdraaiing van de greep 16 om het scharnier 10 tevens een verdraaiing van de hefboomsarm 9 om het scharnier 10 zal veroorzaken, zodat het ontgrendelen van het ontgrendelmechanisme 11 automatisch wordt gevolgd door het losmaken van de hefboomsarm 9 van de 25 hefboomsarm 8, en het losnemen van het paneel derhalve eenvoudig is. Indien het paneel 4 aan de achterzijde is losgemaakt, kan dit paneel, dat zich in de ventilatiestand bevindt, gemakkelijk van buiten het voertuig worden beetgepakt en ook van zijn voorste scharnieren, die uit speciale, 30 doch bekende haakscharnieren kunnen bestaan, worden uitgenomen en opgeborgen.

Opgemerkt wordt dat de verstelmiddelen 5 zich volgens de fig. 3 en 4 in een stand bevinden die zich voorbij de normale ventilatiestand bevindt, In deze ventila-35 tiestand en ook in verder in de richting van de sluitstand verplaatste standen, is de greep 16 met de hefboomsarm 9 mee teruggedraaid, waardoor het uiteinde van de greep 16 zodanig ) i] Q 5 r* ; 5 dicht bij de onderzijde van het paneel is gekomen, dat het niet of nauwelijks valt te bedienen. Daarom dienen de verstelmiddelen via de elektromotor 6 met behulp van bedieningsorganen, zoals drukknoppen of dergelijke eerst 5 naar de ontgrendelstand te worden verplaatst, voordat het paneel 4 kan worden ontgrendeld. Dit verhoogt de veiligheid van het geheel. Eventueel kan de greep 16 tot de ventilatie-stand nog verder worden afgedekt door een kapje of dergelijke aan het paneel 4. In de gesloten stand is de greep 16 10 niet te bedienen omdat de greep 16 zich dan vlak boven een framedeel bevindt dat een benedenwaartse zwenkbeweging van de greep 16 verhindert.

De fig. 5-7 tonen een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de open-dakconstructie volgens de uitvinding, dat eveens 15 een zonnedak of pop-up dak betreft, waarbij het paneel 4 evenwel door anders uitgevoerde verstelmiddelen 17 kan worden verplaatst tussen de sluitstand (fig. 6) en de ventilatiestand (fig. 5). De verstelmiddelen zijn voorzien van een uitstelhefboom 18 die aan zijn onderzijde met behulp 20 van een scharnierpen 19 scharnierbaar en verschuifbaar is opgenomen in een sleuf 20 van een in een stationaire geleiding 27 geleid aandrijfelement 21, en aan zijn tegenoverliggende uiteinde is de hefboom 18 losneembaar verbonden met een scharnierpen 22 van het paneel 4. Een concentrisch 25 om de onderste scharnierpen 19 verlopende blokkeerwand 23 aan de hefboom 18 werkt samen met een cirkelsegmentvormige wand 24 aan de voorzijde van het aandrijfelement 21, teneinde te bewerkstelligen dat de uitstelhefboom 18 in omhoogverzwenkte standen niet ten opzichte van het aandrijf-30 element 21 kan verschuiven.

De verstelmiddelen 17 omvatten verder een hulphef-boom 25 die aan zijn onderste uiteinde door middel van een scharnierpen 26 scharnierbaar met de stationaire geleiding 27 is verbonden en aan zijn bovenste uiteinde met behulp van 35 een scharnierpen 28 ongeveer in het midden scharnierbaar op de hefboom 18 aangrijpt. Als onderdeel van de verstelmiddelen 17 is het aandrijfelement 21 uitgevoerd met een grendel- 100 6 3 2 1 6 sleuf 2 9 die kan samenwerken met een pen 30 nabij het bovenste uiteinde van de uitstelhefboom 18 voor het geleiden en in de onderste stand vergrendelen van de uitstelhefboom 18 in en nabij de sluitstand.

5 Ten behoeve van het ontgrendelen van het paneel 4 ten opzichte van het frame 3 en het zodoende kunnen uitnemen van het paneel 4 is de scharnierpen 22 van het paneel 4 losneembaar met de uitstelhefboom 18 verbonden.

Hiertoe is de uitstelhefboom 18 voorzien van een 10 schuif 31 die over een beperkte afstand in de lengterichting van de uitstelhefboom ten opzichte hiervan kan schuiven. De uitstelhefboom 18 en de schuif 31 zijn aan hun bovenste uiteinde voorzien van bijbehorende, loodrecht op elkaar staande vorken 32, resp. 33 die zodanig kunnen samenvallen 15 dat de scharnierpen 22 tussen de vorken 32 en 33 scharnier-baar kan worden opgenomen. Bij het verschuiven van de schuif 31 in een richting weg van de scharnierpen 22 wordt de vork 33 van de schuif 31 zover weg bewogen dat de scharnierpen 22 uit de vork 32 van de uitstelhefboom 18 kan worden verwij-20 derd (zie fig. 7). De bediening van de schuif 31 vindt plaats met behulp van het aandrijfelement 21 dat is voorzien van een zijdelings uitsteeksel 34 dat op een in de sluitstand van het paneel 4 verticaal verlopende wand 35 kan aangrijpen en de schuif 31 naar voren kan drukken ten 25 opzichte van de door de hulphefboom 25 en de sleuf 29 tegengehouden uitstelhefboom 18. Een veer 36 die werkt tussen de uitstelhefboom 18 en de schuif 31 zorgt voor het weer naar de grendelstand terugbewegen van de schuif 31.

In de fig. 5-7 is verder nog te zien dat het 30 stationaire frame 3 is uitgevoerd met een verticale geleiding 37 voor een schroefveer 38 die in de sluitstand van het paneel 4 op de onderzijde van dit paneel kan aangrijpen en het paneel 4 in bovenwaartse richting belast. Deze veer 38 bewerkstelligt dat bij het ontgrendelen van het paneel 4 35 wanneer dit zich in de sluitstand bevindt het paneel 4 door de veer 38 omhoog wordt gedrukt en gemakkelijk met de hand kan worden beetgepakt en uitgenomen. De bovenzijde van de ·, * ï % “V v, ‘ 'J V* v *.» ίβ j i 7 vork 33 van de schuif 31 kan nog zijn voorzien van een schuine wand die ervoor zorgt dat de scharnierpen 22 de schuif 31 vanuit zijn grendelstand naar de ontgrendelstand kan wegdrukken wanneer de scharnierpen 22 van bovenaf in de 5 vork 32 van de uitstelhefboom 18 wordt gedrukt, zodat het weer grendelen van het paneel 4 automatisch kan plaatvinden, doordat de schuif 31 na het inbrengen van de scharnierpen 22 in de vork 32 met behulp van de veer 36 weer automatisch naar de grendelstand terugbeweegt en de scharnierpen 22 10 opsluit.

In de normale werking van deze open-dakconstructie zal het aandrijfelement 21 bewegen tussen de standen die zijn weergegeven in de fig. 5 en 6 teneinde het paneel 4 tussen de sluitstand en de ventilatiestand te kunnen 15 bewegen. Ten behoeve van het uitnemen van het paneel 4 kan het aandrijfelement 21 met behulp van een aparte bedieningsknop of dergelijke verder voorwaarts voorbij de stand ten behoeve van de sluitstand van het paneel 4 worden bewogen voor het ontgrendelen van het ontgrendelmechanisme en het 20 daardoor vrijgeven van het paneel 4.

Doordat de elektromotor voor de bediening van het paneel 4 tevens wordt gebruikt voor het ontgrendelen van het ontgrendelmechanisme voor het paneel 4, kan deze ontgrende-ling elektronisch worden bestuurd en kan eenvoudig en veilig 25 worden geregeld wanneer en in welke stand de ontgrendeling kan plaatsvinden. Eventueel kunnen nog sensoren worden aangebracht die kunnen waarnemen of het paneel 4 al dan niet is gemonteerd. Wanneer deze sensoren pas een veiligheidssig-naal geven wanneer het paneel 4 goed is gemonteerd, kan de 30 aandrijving voor het paneel pas worden bediend nadat het paneel aanwezig is.

Uit het voorgaande zal duidelijk zijn dat dit uitvoeringsvoorbeeld uitblinkt door inbraakbestendigheid en veiligheid tegen verkeerde bediening van het ontgrendel-35 mechanisme. Het ontgrendelmechanisme is voorts op eenvoudige en betrouwbare wijze te bedienen.

100 6 3 2 1

Claims (15)

1. Open-dakconstructie voor een voertuig met een opening (2) in het vaste dak (1), voorzien van een aan het voertuigdak te bevestigen, stationair gedeelte (3), een beweegbaar sluitelement (4) voor het naar keuze openen of 5 sluiten van de dakopening, tussen het stationaire gedeelte (3) en het sluitelement (4) aangebrachte verstelmiddelen (5; 17) met een bedieningsorgaan (6) voor het verstellen van het sluitelement, waarbij de verstelmiddelen (5; 17) verstelbaar zijn binnen een normaal verstelbereik tussen tenminste een 10 eerste stand die overeenkomt met een uiterste openingsstand van het sluitelement (4) en een tweede stand die overeenkomt met de sluitstand van het sluitelement, alsmede een ontgren-delmechanisme (11; 31-38), bij voorkeur tussen het sluitelement en de verstelmiddelen voor het ontgrendelen en uitnemen 15 van het sluitelement, met het kenmerk, dat de verstelmiddelen (5; 17) zijn voorzien van een door het bedieningsorgaan (6) te kiezen ontgrendelstand buiten het normale verstelbereik, en het ontgrendelmechanisme (11; 31-38) zodanig is uitgevoerd dat dit alleen activeerbaar is in de ontgrendel-20 stand van de verstelmiddelen.

2. Open-dakconstructie volgens conclusie 1, waarbij het sluitelement (4) een stijf paneel omvat, dat beweegbaar is tussen de sluitstand en een schuin achterwaarts omhoog staande ventilatiestand.

3. Open-dakconstructie volgens conclusie 2, waarbij het ontgrendelmechanisme (11) is voorzien van een met de hand bedienbaar ontgrendelorgaan (14) dat in de verstelmiddelen (5) is opgenomen, en bij voorkeur slechts bedienbaar is indien de verstelmiddelen voorbij de eerste stand zijn 3 0 bewogen.

4. Open-dakconstructie volgens conclusie 3, waarbij de verstelmiddelen (5) zijn voorzien van een kniehefboom (8, 9. tussen een aandrijfas (7) en een met het paneel (4) ύ π rt ΐϊ T 1-3 4 ; ό g c & 1 verbonden scharnier (10) , en waarbij het ontgrendelmechani-sme (11) in de kniehefboom (8, 9) is ingebouwd.

5. Open-dakconstructie volgens conclusie 4, waarbij de beide hefboomsarmen (8, 9) van de kniehefboom losneembaar 5 met elkaar zijn verbonden met behulp van een met de hand bedienbare schuif (14) als ontgrendelorgaan van het van het ontgrendelmechanisme (11).

6. Open-dakconstructie volgens conclusie 5, waarbij het ontgrendelmechanisme (11) ten behoeve van de ontgrende- 10 ling is voorzien van een op het ontgrendelorgaan (14) aangrijpende, scharnierbare greep (16) die zodanig bedien-baar is dat deze met één beweging zowel het grendelorgaan (14) bedient als de betreffende onderdelen (8, 9) van elkaar scheidt.

7. Open-dakconstructie volgens conclusie 5 en 6, waarbij de scharnierbare greep (16) meedraait met de verdraaiing van de betreffende hefboomsarm (9) tijdens de bediening van het paneel (4) en deze verdraaiing zodanig is dat de greep (16) pas voor bediening vrijkomt wanneer de 20 hefboomsarm (9) van de verstelmiddelen (5) in de ontgrendel-stand is aangekomen.

8. Open-dakconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het ontgrendelmechanisme (11) is voorzien van een vangconstructie en een veer (15), zodanig 25 dat de gescheiden onderdelen (8, 9) automatisch weer in de vergrendelde stand terug kunnen worden gedrukt.

9. Open-dakconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het bedieningsorgaan (6) voor de verstelmiddelen uit een regelbare elektromotor bestaat. 30

10.Open-dakconstructie volgens conclusie 1 of 2, waarbij de verstelmiddelen (17) verstelbaar zijn met behulp van een elektromotor, die met behulp van bedieningsorganen kan worden bestuurd en ook naar de ontgrendelstand kunnen worden gebracht, waar de ontgrendeling van het ontgrendel- 35 mechanisme (31-38) automatisch plaatsvindt.

11.Open-dakconstructie volgens conclusie 10, waarbij de ontgrendelstand van het ontgrendelmechanisme (31- '· ·· ' \ 1 'w - tj, >3 j 38. zich voorbij de tweede (sluit)stand bevindt en het paneel (4) in de sluitstand in bovenwaartse richting door een veerorgaan (38) is belast, zodanig dat het paneel (4) automatisch omhoog wordt gedrukt na ontgrendeling van het 5 ontgrendelmechanisme (31-38).

12.Open-dakconstructie volgens conclusie 10 of 11, waarbij de verstelmiddelen (17) zijn voorzien van ten minste een uitstelhefboom (18) tussen paneel (4) en aandrijfelement (21), welke uitstelhefboom (18) is uitgevoerd met een ten 10 opzichte van de uitstelhefboom verschuifbare, als ontgrende-lorgaan werkende schuif (31), waarbij de uitstelhefboom (18) en de schuif (31) met behulp van gekruiste vorken (32, 33) een pen (22) van het paneel (4) vergrendelen en door onderlinge verschuiving kunnen vrijgeven. 15

13.Open-dakconstructie volgens conclusie 12, waarbij het onderste uiteinde van de uitstelhefboom (18) in alle standen van de uitstelhefboom behalve de onderste, waarbij het paneel (4) gesloten is, in aandrijvende ingrij-ping is met het aandrijfelement (21), dat in de sluitstand 20 van het paneel (4) in ingrijping kan komen met de schuif (31) voor het bedienen van het ontgrendelmechanisme (31-38).

14. Open-dakconstructie voor een voertuig met een opening in het vaste dak, voorzien van een aan het voertuig-dak te bevestigen, stationair gedeelte, een beweegbaar 25 paneel voor het naar keuze openen of sluiten van de dakopening, tussen het stationaire gedeelte en het paneel aangebrachte verstelmiddelen met een elektrisch bedieningsorgaan voor het verstellen van het paneel, waarbij de verstelmiddelen verstelbaar zijn binnen een normaal verstelbereik tussen 30 tenminste een eerste stand die overeenkomt met een uiterste openingsstand van het paneel buiten de dakopening en een tweede stand die overeenkomt met de sluitstand van het paneel waarin het paneel de dakopening afsluit, alsmede een ontgrendelmechanisme voor het ontgrendelen en uitnemen van 35 het paneel, met het kenmerk, dat het ontgrendelmechanisme is voorzien van een met de hand bedienbaar ontgrendelorgaan dat in de verstelmiddelen is opgenomen. 100 6 3 2 1

15.Open-dakconstructie voor een voertuig met een opening in het vaste dak, voorzien van een aan het voertuig-dak te bevestigen, stationair gedeelte, een beweegbaar paneel voor het naar keuze openen of sluiten van de dakope-5 ning, tussen het stationaire gedeelte en het paneel aangebrachte verstelmiddelen met een elektrisch bedieningsorgaan voor het verstellen van het paneel, waarbij de verstelmiddelen verstelbaar zijn binnen een normaal verstelbereik tussen tenminste een eerste stand die overeenkomt met een uiterste 10 openingsstand van het paneel buiten de dakopening en een tweede stand die overeenkomt met de sluitstand van het paneel waarin het paneel de dakopening afsluit, alsmede een ontgrendelmechanisme voor het ontgrendelen en uitnemen van het paneel, met het kenmerk, dat het grendelmechanisme, bij 15 voorkeur elektrisch bedienbaar met het sluitelement in de sluitstand en dat het paneel verend is belast in de uitneem-richting van het sluitelement. 100 6 3 2 1