NL1006018C1 - Hulpmiddel voor het handmatig vouwen van papier. - Google Patents

Description

Hulpmiddel voor het handmatig vouwen van papier

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een hulpmiddel voor het handmatig vouwen van papier, in het bijzonder briefpapier.

5 Het vouwen van papier zonder hulpmiddelen is wijd verbreid. Nadeel daarbij is echter dat voor een nette vouw (recht en scherp) de nodige precisie in acht moet worden genomen, met name als het papier in drieën moet worden gevouwen. Het precies uitvoeren van de vouw kost uiteraard de nodige tijd. Om het vouwen in drieën te vergemakkelijken kan briefpapier uitgevoerd worden met een merkje (meestal een streepje). Hoewel eenvoudiger, blijft het recht io vouwen een kwestie van precisie. Daarnaast komt een dergelijk merkje niet op alle papier voor en wordt het niet door iedereen ‘mooi’ gevonden. Het precies in drieën vouwen is met name belangrijk bij het gebruik van vensterenveloppen. Bij een niet correct uitgevoerde vouw komt de adressering scheef achter het venster van de envelop terecht, of in ernstige gevallen zelfs boven of onder het venster, waardoor de postale verwerking bemoeilijkt wordt.

15 Het hulpmiddel dat is omschreven in de Duitse “Gebrauchsmuster” G 92 13 946.9 is een apparaat voor het elektrisch vouwen van papier. Dergelijke apparaten zijn kostbaar en de goedkoopste en eenvoudigste apparaten kunnen slechts één pagina per keer vouwen, zodat bijvoorbeeld het vouwen van een brief bestaande uit drie pagina’s separaat moet gebeuren, waarna de gevouwen pagina’s weer bij elkaar gevoegd worden. Op deze manier gaat het 20 tijdsvoordeel van het elektrisch vouwen verloren. De prijs van deze apparaten maken deze oninteressant voor kleine kantoren en thuisgebruik. Grote kantoren hebben slechts één of enkele van deze apparaten. Daardoor worden deze apparaten alleen interessant voor grote partijen vouwwerk, aangezien anders de bespaarde tijd niet opweegt tegen de tijd die nodig is om bij een elektrisch vouwapparaat te komen.

25 Handmatige hulpmiddelen zijn o.a. beschreven in de Europese patentaanvrage 0 523 977 en de Zwitserse aanvrage nr. 234448. Beide hebben als nadeel dat de vouw niet scherp is en dat het papier in het hulpmiddel bevestigd en verwijderd moet worden. De vouwhandeling is dus niet in één beweging uit te voeren. Een ander hulpmiddel is beschreven in de recente internationale patentaanvraag WO 95/34433. Dit hulpmiddel bestaat uit een basisplaat met 30 daarop twee positiehouders die een hoek van 90 graden met elkaar maken. Daarnaast is een vouw-referentiepunt aangebracht (bijvoorbeeld een lijn) aan de lange zijde. Het papier wordt tegen de twee positiehouders aangelegd, en het vouw-referentiepunt wordt gebruikt om te 1006018 2 ‘richten’. Het vouw-referentiepunt is bedoeld als vervanging van het streepje, zoals dat vaak op briefpapier wordt meegedrukt.

Nadeel van dit hulpmiddel is echter het richten. Hoewel het vouw-referentiepunt een indicatie geeft waar de vouw moet komen, is dit nog steeds een precies werkje en zijn fouten.

5 zich uitend in scheve vouwen en/of niet juist gepositioneerde vouwen (niet exact in drieëen), zeer wel mogelijk. Verder moet voor de tweede vouw' het papier eerst opnieuw gepositioneerd worden.

Met de onderhavige uitvinding wordt beoogd in een vouw-hulpmiddel te voorzien waarbij papier zeer precies, snel en scherp gevouwen kan worden in tweeën, drieën of in 10 vieren. Daarnaast wordt met de onderhavige uitvinding beoogd te voorzien in een vouwhulpmiddel waarbij het richtproces niet meer nodig is. waardoor de vouw altijd op exact de juiste plaats komt. Tenslotte wordt met de onderhavige uitvinding beoogd in een vouwhulpmiddel te voorzien waarbij het vouwproces bestaat uit een vloeiende volgorde van bewegingen, die snel uitgevoerd kunnen worden.

15 Om in het beoogde doel te voorzien heeft het vouw-hulpmiddel volgens de uitvinding als kenmerk dat deze bestaat uit een basisplaat met twee parallel lopende horizontale positiehouders waartegen de beide korte zijden van het papier gepositioneerd worden. Een uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven in figuren 1 (bovenaanzicht) en 2 (dwarsdoorsnede), waarbij B de basisplaat voorstelt, PI en P2 de beide positiehouders, I de afstand tussen de 20 beide positie houders en II de afstand van positiehouder P2 tot de onderzijde van de basisplaat B, Hl de dikte van de basisplaat en H2 de hoogte van de positiehouders. De afstand I tussen de positiehouders moet voor het vouwen in drieën circa 1/3 van de papierlengte zijn, afhankelijk van de hoogte H2 van de positiehouder P2.

Het te vouwen papier wordt met een korte zijde tegen positiehouder P2 gelegd (in het 25 geval van bedrukt briefpapier: met het briefhoofd naar beneden), zie figuur 3. Vervolgens wordt de andere korte zijde geplaatst tegen positiehouder PI, zie figuur 4. Het papier bevindt zich nu in een curve en wordt door de beide positiehouders exact op zijn plaats gehouden. Door de handen en/of duimen naar beneden (richting de basisplaat) te bewegen wordt de eerste vouw verkregen. De handen bevinden zich nu onderaan de basisplaat en gaan in één 30 beweging door met de tweede vouw door de zojuist gemaakte vouw richting positiehouder PI te bewegen en daar tegenaan te plaatsen. Door opnieuw de handen en/of duimen richting de basisplaat te bewegen wordt de tweede vouw een feit, zie de figuren 5 en 6. Als achter het 1006018 3 hulpmiddel een stapel (venster)enveloppen is geplaatst kan in vrijwel dezelfde beweging het papier in de envelop gestopt worden.

In het hier uiteengezette hulpmiddel zijn de positiehouders ‘stroken’ van circa 1 a 2 cm breed. Deze breedte kan echter ook groter of kleiner zijn (bijvoorbeeld slechts een 5 opstaande rand of opstaande cilindertjes). Echter, voor P2 is het voor het vouwproces het gemakkelijkst als er een plat vouw-oppervlak aanwezig is !

Het is met dit hulpmiddel ook mogelijk om enkele en/of dubbele vouwen te maken. In de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 en 2 wordt dan uitsluitend P2 of, bij voorkeur, PI gebruikt, zie de figuren 7 en 8. Beide korte zeiden worden tegelijkertijd tegen dezelfde 10 positehouder geplaatst, waarna de handen en/of duimen richting basisplaat bewegen. Voor een dubbele vouw moet dit proces nogmaals herhaald worden.

Om het positioneren van het papier optimaal te laten plaatsvinden moet de basisplaat voldoende glad zijn, waardoor het papier gemakkelijk tegen de positiehouders aan kan schuiven.

15 Het is mogelijk om nog een derde positiehouder. onderaan de basisplaat B te bevestigen. Hierdoor wordt het mogelijk om de vouw op meerdere manieren uit te voeren. Voor de snelheid, netheid en precisie van het vouwproces heeft dit echter geen voordelen, terwijl de benodigde hoeveelheid materiaal toeneemt. De derde positiehouder kan echter wel voordelen bieden als op één vouw-hulpmiddel twee formaten papier in drieën moeten kunnen 20 worden gevouwen. Het vouw-hulpmiddel moet dan echter wel duidelijke aanduidingen bevatten welke positiehouders gebruikt moeten worden bij de verschillende papier formaten.

De mogelijkheid om meerder formaten papier te vouwen kan ook worden bereikt door één of meerdere extra positiehouders te plaatsen tussen PI en P2. Afhankelijk van het formaat te vouwen papier wordt in de eerste vouwslag een andere positiehouder dan PI gebruikt. De 25 afstand I tussen PI en P2 zal altijd het grootste formaat papier representeren. De afstand tussen een extra positiehouder en P2 is circa 1/3 van de papierlengte (afhankelijke van de hoogte H2 van de positiehouders) van het te vouwen papierformaat.

Het is tevens mogelijk om de onderzijde van basisplaat B als positiehouder P2 te gebruiken, zie de figuren 9 en 10. Deze uitvoeringsvorm heeft als voordeel dat het materiaal 30 en (bureau-)ruimte bespaart. Nadeel is echter dat de vouwbeweging niet volledig op de basisplaat uitgevoerd kan worden, met als gevolg dat het oppervlak waarop de eerste vouw plaatsvindt niet helemaal glad is en mogelijk vuil afgeeft aan het papier.

1006018 4

Hoewel niet noodzakelijk is het mogelijk om het hulpmiddel te voorzien van één of meerdere verticale positiehouders. Dit heeft als theoretisch voordeel dat het papier nog beter gepositioneerd blijft. Nadeel is echter dat tijdens het vouwen meer raaktpunten in de gaten moet worden gehouden, waardoor het vouwproces langer duurt.

5 De omschreven uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding kunnen ook gebruikt worden om meerdere vellen papier in één keer te vouwen. Het aantal in één keer te vouwen vellen is afhankelijk van de hoogte H2 van de positiehouders. Een typische hoogte voor de positiehouders is 3 - 5 mm. Hogere of lagere positiehouders zijn echter ook mogelijk. Als de positiehouders onvoldoende hoog zijn, kan het zijn dat bij het vouwen van meerdere vellen 10 het papier ‘omhoog schiet’. Dit is te voorkomen door hogere positehouders te gebruiken of door de vorm van de positiehouders te wijzigen (zie figuur 11).

De omschreven uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding zijn geschikt voor het in drieën vouwen van één soort papier met een bepaalde lengte, bijvoorbeeld A4. Voor andere formaten papier is het mogelijk separeate hulpmiddelen te maken. Het is uiteraard mogelijk 15 om één of beide positiehouders verplaatsbaar te maken, waardoor met één vouw-hulpmiddel meerder formaten (briefpapier in drieën gevouwen kunnen worden. In een kantooromgeving wordt in de regel echter met slechts één maat (briefpapier gewerkt!

De onderhavige uitvinding kan worden uitgevoerd in elk materiaal dat voldoende stevigheid heeft en voldoende glad is, zoals bijvoorbeeld diverse soorten kunststof, hout.

20 glas, karton, steen, metaal enzovoort.

Hoewel de uitvinding aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden nader is uiteengezet, zal het duidelijk zijn dat de uitvinding geenszins tot de gegeven voorbeelden beperkt moet worden opgevat. Daarnaast spreekt het voor zich dat de onderhavige uitvinding onderdeel kan zijn van andere kantoor-hulpmiddelen en daarmee geïntegreerd kan worden.

25 Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld muismatje, whiteboard (ook op achterzijde !), pennenbakje, rekenmachine, liniaal, brievenstandaard, briefopener, enveloppenhouder, ‘Post-it Notes’-houder ((gele) plakbriefjes).

1006018

Claims (5)

1. Hulpmiddel voor het handmatig vouwen van papier, in het bijzonder briefpapier, met het kenmerk dat het hulpmiddel bestaat uit een basisplaat met daarop twee horizontale 5 positiehouders die parallel lopen met een onderlinge afstand van circa 1/3 van de papierlengte.

2. Hulmiddel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de positie van tenminste één van de positiehouders in te stellen is.

3. Hulpmiddel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de basisplaat wordt gebruikt als één 10 van de positiehouders.

4. Hulpmiddel volgens conclusie 1, 2 of 3 met het kenmerk dat een extra horizontale positiehouder, zich bevindende onderaan de basisplaat, is toegevoegd.

5. Hulpmiddel volgens conclusie 1, 3 of 4 met het kenmerk dat één of meerdere extra positiehouders zijn toegevoegd, zich bevindende tussen de twee reeds aanwezige 15 positiehouders. 1006018