NL1006005C1 - Gietvorm voor het maken van betonblokken uit poreus beton. - Google Patents

Description

Gietvorm voor het maken van betonblokken uit poreus beton

BESCHRIJVING

De uitvinding betreft een gietvorm voor het maken van betonblokken uit poreus beton in het kader van de vervaardi-5 ging van bouwelementen zoals in het bijzonder stenen, platen en dergelijke met behulp van een vormraam waarvan de ene raam-zijkant met behulp van vormsluitingen vergrendelend koppelbaar is met het vormraam en bij het lossen van de vorm na het openen van de vormsluitingen van het vormraam te scheiden is.

10 In het bijzonder bij de vervaardigen van stenen uit poreus beton werden gietvormen toegepast die in wezen bestaan uit een vormraam en een met het vormraam vergrendelend koppel-bare raamzijkant. Deze raamzijkant vervult de functie van een uithardingsbodem. Na het vullen van de gietvorm met poreus be-15 ton en het ontstaan van een vormling die tegen snijden bestand is, dat wil zeggen van een betonblok, wordt namelijk de gietvorm met behulp van een keerkrans naar een snij station getransporteerd, aldaar over 90° gekeerd en met de uithardingsbodem op een snijwagen geplaatst. Na het openen van de vorra-20 sluitingen wordt het vormraam van de uithardingsbodem met de vormling, dat wil zeggen het betonblok, naar boven afgetild. Daarna volgt een bewerking van het zich in groene toestand bevindende betonblok bij het snij station. Daar wordt namelijk het betonblok met behulp van een zijkantsnijder, een langszaag 25 en een dwarszaag tot op de betreffende steenformaten gesneden. Bovendien wordt aan beide zijden een oppervlaktebewerking uit-gevoerd bijvoorbeeld met behulp van een groef/veerfrees om een groef en een veer bij de betreffende zijvlakken van de vorm-steen aan te brengen. Met de bekende gietvormen kunnen slechts 30 zeer bepaalde steenformaten worden vervaardigd aangezien door de breedte van de uithardingsbodem de lengte van de stenen wordt bepaald.

De uitvinding heeft tot doel een gietvorm van de in de aanhef vermelde soort te verschaffen die zich onderscheidt 35 door een verhoogde productiecapaciteit.

1006005 2

Dit doel wordt door de uitvinding bereikt bij een gietvorm van de in de aanhef vermelde soort, doordat de te scheiden raamzijkant is uitgevoerd als een in de lengterichting gedeelde uit twee delen of uit meerdere delen bestaande 5 bodem met, bij op de uit twee delen bestaande bodem opstaand vormraam, twee naast elkaar gesitueerde uithardingsbodems en dat de beide uithardingsbodem met behulp van bodemsluitingen met elkaar vergrendelend koppelbaar zijn en na het afnemen van het vormraam alsmede na het openen van de bodemsluiting uit 10 elkaar verplaatsbaar zijn. In het kader van de uitvinding wordt met uit meerdere delen bestaande bodem bedoeld dat niet uitsluitend de realisatie van een dubbele bodem mogelijk is maar ook een uit drie of vier delen bestaande bodem of iets dergelijks.

15 Overeenkomstig de uitvinding kunnen met de gietvorm volgens de uitvinding door de uit twee delen bestaande uithardingsbodem betonblokken met in vergelijking tot de bekende gietvormen dubbele breedte worden vervaardigd. Daardoor kan bij de vervaardiging van bijvoorbeeld stenen in vergelijking 20 met de bekende gietvormen de charge worden verdubbeld aangezien iedere uithardingsbodem kan worden voorzien van een eigen steencharge. Anders dan bij de bekende gietvormen wordt namelijk bij de uitvoeringsvorm volgens de uitvinding het betonblok na het keren van de gietvorm over 90° en na het verwijde-25 ren van het vormraam van de beide uithardingsbodems juist op deze uithardingsbodems naar een middensnijder toegevoerd die het betonblok in het verticale vlak tussen de beide uithardingsbodems in de lengte middendoor deelt. Daarna is de mogelijkheid aanwezigheid de beide uithardingsbodems uit elkaar te 30 verplaatsen zodat de beide zijvlakken van de betonblokhelften in groene toestand kunnen worden bewerkt, dus bijvoorbeeld met behulp van een zij snijder of met een groef/veerfrees een veer en een groef in de groene vormling kunnen worden aangebracht. De productiecapaciteit wordt derhalve bij de gietvorm volgens 35 de uitvinding door het creëren van een uit twee delen bestaande bodem, dus van twee uithardingsbodems, verdubbeld. Dat zou door het eenvoudig verbreden van een bestaande enkelvoudige uithardingsbodem niet gelukken aangezien dan scheiden van de betonblokken door een middendoorsnijding niet mogelijk is en 40 dus het inbrengen van een groef en een veer uitsluitend, zo- 1 0 0 6 0 09 3 lang het betonblok zich op de uithardingsbodem bevindt, op de beide buitenzijden van het ongedeelde betonblok mogelijk zou zijn. Eerst na het uitharden zou een middendoorsnijding kunnen worden uitgevoerd. In dat geval zouden een groef en een veer 5 op de binnenvlakken van de reeds uitgeharde stenen moeten worden aangebracht. Dat is uit installatie-oogpunt omslachtig en uit fabricagetechnisch oogpunt niet efficiënt, waarbij nog een aanmerkelijke milieuvervuiling komt door stofontwikkeling. Om deze redenen zijn voor de vervaardiging van stenen met een 10 lengte van bijvoorbeeld 375 mm twee van de bekende gietvormen nodig waarvan de uithardingsbodems ieder een breedte van 375 mm bezitten terwijl de gietvorm volgens de uitvinding in een dergelijk geval twee uithardingsbodems bezit van ieder 375 mm breedte om een betonblok te vervaardigen van 750 mm breedte 15 (dat in verband met de te compenseren snijverliezen enigszins breder is), waaruit vervolgens met behulp van de middendoorsni jding betonblokhelften ontstaan met een steenlengte van ieder 375 mm. De genoemde uithardingsbodembreedte en dus de be-tonblokbreedte stemmen overeenkomstig de uitvinding praktisch 20 overeen met de dubbele lengte van de met behulp van langs- en dwarssneden te vervaardigen stenen. Na het uit elkaar verplaatsen van de uithardingsbodems met de betonblokhelften en de tweezijdige bewerking daarvan gebeurt het langs- en dwars-snijden van de betonblokken tot op de betreffende steenforma-25 ten op de bekende wijze. Pas de voltooide gesneden stenen worden dan aan het uithardproces toegevoerd.

Verder voor de uitvinding belangrijke kenmerken worden hieronder toegelicht. Zo vormen de beide in de vormramen geplaatste uithardingsbodems een lange raamzijkant en zijn de-30 ze bij hun stootvlakken met behulp van een verwijderbare langsafdichting afgedicht. In het kader van de uitvinding is het evenwel voldoende wanneer de stootvlakken van de beide uithardingsbodems bij het vervaardigen van betonblokken af-dichtend tegen elkaar aanliggen. De beide uithardingsbodems 35 kunnen met behulp van centreerpennen en overeenkomstige cen-treerpenuitsparingen ten opzichte van elkaar centreerbaar zijn en verder met behulp van aan de buitenzijde aangesloten schuifaandrijvingen uit elkaar verplaatsbaar. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de beide uit-40 hardingsbodems nadat de uit de twee delen bestaande bodem is 1006005 4 geplaatst op een overeenkomstig in de lengterichting gedeeld platform uit elkaar verplaatsbaar met behulp van schuifaan-drijvingen voor het uit elkaar verplaatsen van de platform-helften. Daarbij kan een van de beide helften als stationaire 5 platformhelft en de andere helft als verplaatsbare platform-helft zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld met wielen. Bij de schuifaandrijvingen kan het gaan om pneumatisch of hydraulisch bedienbare zuiger/cilinderinrichtingen, tandheugelaandrijvingen, elektrische aandrijvingen en dergelijke.

10 Ook een werkwijze voor het vervaardigen van bouwele menten zoals stenen, platen en dergelijke uit poreus beton behoort tot de uitvinding, waarbij eerst een betonblok in een gietvorm met een vormraam en met een van het vormraam te scheiden raamzijkant wordt gegoten en na het vervaardigen van 15 een die bestand is tegen snijden vormling de gietvorm over 90° op de te scheiden raamzijkant gedraaid en het vormraam bij het lossen van de vorm wordt verwijderd. De werkwijze bezit het kenmerk, dat het betonblok in groene toestand op de twee naast elkaar gesitueerde uithardingsbodem vormende raamzijkanten in 20 horizontale richting aan de onderzijde en in verticale richting in de lengterichting wordt doorgesneden, dat vervolgens de beide betonblokhelften op de uithardingsbodems uit elkaar worden verplaatst en aansluitend de beide betonblokhelften aan beide zijkanten worden bewerkt en dat tot slot de beide beton-25 blokhelften op op zich bekende wijze horizontaal in lengterichting en verticaal in dwarsrichting tot op de betreffende formaten doorgesneden worden.

In het kader van de uitvinding zijn evenwel zeker ook diagonale doorsnijdingen denkbaar.

30 Hieronder wordt de uitvinding aan de hand van een te kening, die uitsluitend een uitvoeringsvoorbeeld voorstelt, nader verklaard; getoond worden: figuur 1 een gietvorm volgens de uitvinding in schematisch bovenaanzicht, 35 figuur 2 het geheel volgens figuur 1 in een schema tisch aanzicht op de beide uithardingsbodems, figuur 3 het geheel van figuur 1 in een schematisch zijaanzicht met een gegoten betonblok uit poreus beton na het keren van de gietvorm over 90°, 1006005 5 figuur 4 een vooraanzicht op het geheel van figuur 3 na het verwijderen van het vormraam met een aangegeven midden-snede en een horizontale snede aan de onderkant op een platform, 5 figuur 5 het geheel van figuur 4 na het uit elkaar verplaatsen van de beide platformhelften en de beide uithar-dingsbodems met de betonblokhelften, figuur 6 een deel van het geheel van figuur 5 na voltooiing van een oppervlaktebewerking aan de beide zijkanten en 10 figuur 7 een deel van het geheel van figuur 5 na het langszagen en dwarszagen van de betonblokken ter verkrijging van de betreffende steenformaten.

In de figuren wordt een gietvorm 1 getoond voor het maken van betonblokken 2 uit poreus beton voor de vervaardi-15 ging van bouwelementen zoals in het bijzonder stenen 3, platen of dergelijke. De gietvorm 1 is voorzien van een vormraam 4 waarvan de ene raamzijkant 5 met behulp van aangegeven vorm-sluitingen 6 vergrendelend koppelbaar is met het vormraam 4 en bij het lossen na het openen van de vormsluitingen 6 van het 20 vormraam 4 is te scheiden. De te scheiden raamzijkant is uitgevoerd als een in de lengterichting gedeelde en uit twee delen bestaande bodem 5 met, bij op de uit twee delen bestaande bodem geplaatst vormraam 4, twee naast elkaar gesitueerde uit-hardingsbodem 5a, 5b. De uithardingsbodem 5a, 5b zijn met be-25 hulp van aangegeven bodemsluitingen 7 vergrendelend met elkaar koppelbaar en na het verwijderen van het vormraam 4 en na het openen van de bodemsluitingen 7 uit elkaar verplaatsbaar. De beide in de vormramen 4 aangebracht uithardingsbodems 5a, 5b vormen een lange raamzijkant en zijn bij hun stootvlakken met 30 behulp van centreerpennen 8 en overeenkomstige centreerpenuit-sparingen 9 gecentreerd. De beide uithardingsbodem 5a, 5b zijn, nadat de uit twee delen bestaande bodem op een eveneens in de lengterichting gedeeld platform 10 is geplaatst, met behulp van schuifaandrijvingen 11 voor het uit elkaar verplaat-35 sen van de platformhelften 10a, 10b, uit elkaar verplaatsbaar. Het platform 10 kan zich bevinden op een transportwagen 12.

Voor het vervaardigen van bijvoorbeeld stenen 3 uit poreus beton wordt eerst een betonblok 2 in de gietvorm 1 gegoten en wordt na het verkrijgen van een vormling die tegen 40 snijden bestand is de gietvorm 1 over 90° naar de te scheiden 10 0 6 0 05 6 raamzijkant 5 gedraaid en het vormraam 4 bij het lossen van de vorm verwijderd. Het betonblok 2 wordt in groene toestand op de door twee naast elkaar geplaatste uithardingsbodem 5af 5b gevormde raamzijkant in het horizontale vlak bij 13 aan de on-5 derkant doorgesneden en bij 14 in het verticale vlak in langs-richting doorgesneden. De horizontale doorsnijding 13 en de langssnijding 14 zijn aangeduid. Vervolgens worden de beide betonblokhelften 2a, 2b op de uithardingsbodems 5a, 5b uit elkaar verplaatst. Aansluitend worden de beide betonblokhelften 10 2a, 2b ieder aan beide zijkanten bewerkt doordat bijvoorbeeld bij ieder zijvlak groeven 15 en veren 16 met behulp van groef/veerfrezen worden aangebracht. Tot slot worden de beide betonblokhelften 2a, 2b in het horizontale vlak langsgesneden en in het verticale vlak dwarsgesneden tot op de betreffende 15 steenformaten en kunnen dan worden toegevoerd naar het uithar-dingsproces.

1006005

Claims (6)

1. Gietvorm voor het maken van betonblokken uit poreus beton in het kader van de vervaardiging van bouwelementen zoals in het bijzonder stenen, platen en dergelijke met behulp van een vormraam waarvan de ene raamzijkant met behulp van 5 vormsluitingen vergrendelend koppelbaar is met het vormraam en bij het lossen van de vorm na het openen van de vormsluitingen van het vormraam te scheiden is, met het kenmerk, dat de te scheiden raamzijkant is uitgevoerd als een in de lengterichting gedeelde uit twee delen of uit meerdere delen bestaande 10 bodem (5) met, bij op de uit twee delen bestaande bodem opstaand vormraam, twee naast elkaar gesitueerde uithardingsbo-dems (5a, 5b) en dat de beide uithardingsbodem (5a, 5b) met behulp van bodemsluitingen (7) met elkaar vergrendelend koppelbaar zijn en na het afnemen van het vormraam (4) alsmede na 15 het openen van de bodemsluiting (7) uit elkaar verplaatsbaar zijn.

2. Gietvorm volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de beide in het vormraam (4) geplaatste uithardingsbodems (5a, 5b) een lange raamzijkant van het vormraam (4) vormen.

3. Gietvorm volgens conclusies 1 of 2, met het ken merk, dat de in het vormraam (4) geplaatste uithardingsbodem (5a, 5b) bij hun stootvlakken met behulp van een in de lengterichting lopende afdichting zijn afgedicht of onderling afdichtend tegen elkaar liggen.

4. Gietvorm volgens een der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de beide uithardingsbodem (5a, 5b) met behulp van aan de buitenzijde aangesloten schuifaandrijvingen uit elkaar verplaatsbaar zijn.

5. Gietvorm volgens een der conclusies 1 tot 3, met 30 het kenmerk, dat de beide uithardingsbodems (5a, 5b) , na het plaatsen van de uit twee delen bestaande bodem op een overeenkomstig in de lengterichting gedeeld platform (10), uit elkaar verplaatsbaar zijn met behulp van schuifaandrijvingen (11) voor het uit elkaar verplaatsen van de platformhelften (10a, 35 10b) .

6. Werkwijze voor het vervaardigen van bouwelementen zoals stenen platen en dergelijke uit poreus beton waarbij eerst een betonblok in een gietvorm met een vormraam en met 1006005 een van het vormraam te scheiden raamzijkant wordt gegoten en na het vervaardigen van een vormling die bestand is tegen snijden de gietvorm over 90° op de te scheiden raamzijkant gedraaid en het vormraam bij het lossen van de vorm wordt ver-5 wijderd, met het kenmerk, dat het betonblok in groene toestand op de twee naast elkaar gesitueerde uithardingsbodems vormende raamzijkanten in horizontale richting aan de onderzijde en in verticale richting in de lengterichting wordt doorgesneden, dat vervolgens de beide betonblokhelften op de uithardingsbo-10 dems uit elkaar worden verplaatst en aansluitend de beide betonblokhelf ten aan beide zijkanten worden bewerkt en dat tot slot de beide betonblokhelften op op zich bekende wijze horizontaal in lengterichting en verticaal in dwarsrichting tot op de betreffende formaten doorgesneden worden. 10 0 6 0 05