NL1005938C2

NL1005938C2 - Werkwijze voor het behandelen van organische producten, zoals bijvoorbeeld olijven, in zoutoplossingen.

Info

Publication number: NL1005938C2
Application number: NL1005938A
Authority: NL
Inventors: Simon Marinus Bakker
Original assignee: W J Wiendels Beheer B V
Priority date: 1997-05-01
Filing date: 1997-05-01
Publication date: 1998-11-03

Description

Korte Titel: Werkwijze voor het behandelen van organische producten, zoals bijvoorbeeld olijven, in zoutoplossingen

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het behandelen van organische producten, zoals bijvoorbeeld olijven, in een zoutoplossing, waarbij eerst de zoutoplossing en de te behandelen producten in een vloeistofbad 5 worden toegevoerd, waarbij na een bepaalde behandelings-tijd, de behandelde producten uit het vloeistofbad worden genomen en de vervuilde zoutoplossing, waarin zich organische bestanddelen afkomstig uit de behandelde producten bevinden, wordt afgevoerd.

10

Een dergelijke werkwijze is bijvoorbeeld bekend bij de behandeling van olijven, waarbij de olijven worden behandeld in een marineerproces. In tegenstelling tot de olijven die bedoeld zijn voor de vervaardiging van olijfolie, 15 worden olijven die bedoeld zijn voor directe consumptie, al geplukt op het moment dat ze geschikt zijn om het marineerproces te ondergaan. Om de olijven een gewenste smaak te geven en geschikt te maken voor consumptie, worden de olijven behandeld of gemarineerd in één of meer stappen in 20 marineerbaden met onder meer zoutoplossingen, kleur- en/of smaakstoffen en stoffen die het marineerproces versnellen.

Een probleem bij deze werkwijze is dat de overgebleven afvalstroom bestaat uit zeer moeilijk te scheiden componen-25 ten, namelijk enerzijds een oplossing van zouten en anderzijds een oplossing van organische stoffen, zoals onder andere polyfenolen. Het organische afval laat zich door de hoge zout-concentratie slecht met de bekende biochemische of chemische zuiveringsmethoden verwijderen, terwijl de 30 zouten niet uit het water verwijderd kunnen worden zonder tegelijk de organische bestanddelen mee te verwijderen. Bovendien ontstaat bij deze methode een moeilijk verwerkbaar slib. Wegens steeds strengere milieu eisen mogen de betreffende verontreinigende stoffen niet meer op het 35 oppervlakte water worden geloosd, zoals tot op heden werd gedaan. Een ander probleem is dat voor deze behandelings- 1005938 2 methoden grote hoeveelheden zout nodig zijn.

Het doel van de uitvinding is een werkwijze van de in de aanhef omschreven soort, waarbij de afvalstroom zo klein 5 mogelijk wordt gehouden en waarbij met bekende zuiveringstechnieken gezuiverd kan worden, en waarbij de benodigde hoeveelheid toe te voegen zout zo klein mogelijk is.

Dit doel van de vinding wordt bereikt met behulp van een 10 werkwijze, waarbij met behulp van filtermiddelen de organische bestanddelen worden verwijderd uit de zoutoplossing, waarna tenminste een deel van de zoutoplossing wordt teruggevoerd naar het vloeistofbad voor het behandelen van een nieuwe hoeveelheid producten.

15

Met deze maatregel wordt bereikt dat de uiteindelijke te verwijderen afvalstroom nog slechts voornamelijk bestaat uit organisch afval dat met bekende zuiveringstechnieken kan worden verwerkt. De omvang van de afvalstroom is daar-20 door sterk teruggebracht terwijl het afval op eenvoudige wijze kan worden verwerkt. De zoutoplossing wordt geheel of gedeeltelijk opnieuw gebruikt, zodat enerzijds het zout-verbruik minimaal is terwijl anderzijds de afvalstroom weinig of geen zouten meer bevat.

25

Bij een voorkeursuitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding wordt als filter een micro-filtratiemembraan toegepast, bijvoorbeeld een organisch of een anorganisch micro-filtratiemembraan. Dergelijke filtratiemembranen zijn 30 zeer geschikt voor het filteren van niet-opgeloste bestanddelen uit de zoutoplossing. Bij een andere voorkeursuitvoering wordt als filtermiddel een ultrafiltratiemembraan toegepast, bijvoorbeeld een organisch of anorganisch ultra-filtratiemembraan. Dergelijke filters filtreren nog fijner, 35 zodat een nog zuiverder zoutoplossing kan worden teruggewonnen. Een andere zeer geschikt filter is een nanofiltratiemembraan, dat eveneens een organisch of een anorganisch nanofiltratiemembraan kan zijn. Nanofiltratiemembranen filtreren niet alleen de niet-opgeloste bestanddelen uit de 1005938 3 zoutoplossing maar tevens opgeloste bestanddelen, zoals ionen en opgeloste organische verbindingen, zodat een zeer hoge zuivering van de zoutoplossing wordt bereikt.

5 Bij voorkeur zijn deze filters keramische filtratiemembra-nen. Keramische membraanfilters zijn zeer geschikt voor het afscheiden van deeltjes in agressieve vloeistofstromen. Een voordeel van keramische filters is dat ze bestand zijn tegen drukken en hoge temperaturen en dat ze chemisch 10 resistent zijn, bijvoorbeeld tegen agressieve schoonmaakmiddelen. Tijdens gebruik zullen zich op het filter zouten waarvan het oplosbaarheidsproduct is overschreden, afzetten, hetgeen wordt aangeduid als 'scaling'. Ook zullen organische stoffen en micro-organismen zich afzetten op het 15 filter, hetgeen wordt aangeduid als 'bio-fouling'. Om vervuilingen te kunnen verwijderen dient het filter te worden gereinigd met vaak agressieve schoonmaakmiddelen.

Bij een verdere voorkeursuitvoering wordt het afgescheiden 20 slib met behulp van bacteriën omgezet in onder meer methaan, dat vervolgens weer voor andere doeleinden kan worden gebruikt.

Een deel van de gefilterde oplossing wordt bij voorkeur 25 verder extra gefilterd met behulp van tweede filtermiddelen die fijner filtreren dan de eerste filtermiddelen, waarna de aldus extra gefilterde oplossing tezamen met de behandelde producten wordt verpakt in houders, zoals blikjes of glazen potjes. Dit heeft als voordeel dat een deel van de 30 zoutoplossing uit het hoofdproces wordt onttrokken zodat steeds een beperkte hoeveelheid nieuwe zoutoplossing wordt toegevoegd en de zoutoplossing op die wijze steeds in beperkte mate wordt ververst, zonder dat de zoutoplossing behoeft te worden geloosd op bijvoorbeeld het oppervlakte-35 water. Hierbij worden bij voorkeur een of meer keramische nano-filters worden gebruikt, waardoor een nog zuiverder zoutoplossing wordt verkregen.

De vinding, zal nader worden toegelicht aan de hand van de 1 0 Ü 59 3 8 4 tekening. Hierin toont:

Figuur 1: Schematische weergave van een werkwijze vol gens de uitvinding.

5

Figuur 1 toont een processchema waarin de verschillende stappen van een werkwijze volgens de uitvinding voor het marineren van olijven worden weergegeven. Olijven worden geoogst voordat ze rijp zijn. De pas geoogste olijven 10 hebben een enigszins bittere smaak en een harde schil. Om deze nog onrijpe olijven geschikt te maken voor consumptie worden de pas geplukte olijven gelegd in een eerste marina-debad met een zoutoplossing bestaande uit water met een oplossing van circa 5% NaCl, meestal zeezout, gedurende een 15 periode die kan variëren van enkele weken tot een jaar. Olijven die als zwarte olijven worden verkocht, ondergaan nog verdere behandelingen om de kleur van de olijven zwart te maken en de smaak te wijzigen. De olijven worden daartoe in een tweede marinadebad toegevoerd. Het water bevat nog 20 ongeveer 1% NaCl oplossing. Hierbij wordt afhankelijk van de omgevingstemperatuur 2,5 a 4 % NaOH toegevoegd. Vervolgens wordt er gedurende vier tot vijf uur lucht doorgeblazen om er voor te zorgen dat de oxidatie sneller verloopt en om er voor te zorgen dat de olijven niet aan elkaar gaan 25 plakken en gelijkmatig zwart worden zonder dat er kleurverschillen ontstaan doordat de ene kant van de olijf sneller oxideert dan de andere kant. De smaak van de olijven wordt gewijzigd doordat het zout van de zoutoplossing voor een deel wordt opgenomen door de olijven. Vervolgens wordt het 30 water afgevoerd. Dit afgevoerde water bevat ongeveer 1% opgeloste NaCl. Deze zoutoplossing wordt door middel van keramische microfiltratie gereinigd van niet-opgeloste organische bestanddelen. Afhankelijk van de samenstelling wordt de gefilterde zoutoplossing of permeaat teruggevoerd 35 naar het eerste marinadebad, waarbij zout wordt toegevoegd om het zoutgehalte op het gewenste niveau te brengen. Het organische afval dat uit de zoutoplossing is gefilterd, wordt afgevoerd en vervolgens verwerkt met bekende zuive-ringsmethoden. Vervolgens worden de olijven in een derde 1005938 5 marinadebad gelegd in een nieuwe zoutoplossing met circa 4% NaCl. Na ongeveer een uur worden de olijven met de zoutoplossing in een beluchtingstank gevoerd, waar de zoutoplossing wordt belucht. Hierbij wordt koolstofdioxide (C02 gas) 5 geblazen door de zoutoplossing om de zuurgraad of pH van de olijven, die door de toevoeging van NaOH sterk is verhoogd, op een gewenste waarde tussen de 6 en de 8 te brengen. Tijdens dit deel van het proces wordt veel schuim gevormd dat wordt afgevoerd. Vervolgens worden de olijven uit het 10 bad genomen. De zoutoplossing blijft achter in het vloei-stofbad en ziet er donkerbruin en schuimend uit. Deze vervuilde zoutoplossing bestaat uit een oplossing van onder andere anorganische zouten en organische stoffen, zowel niet-opgeloste stoffen als opgeloste stoffen. Naarmate het 15 marinadebad meer verontreinigd is met anorganische zouten, wordt de zoutoplossing steeds minder bruikbaar voor het behandelen van een nieuwe lading olijven. De zoutoplossing, die vroeger werd afgevoerd en geloosd op het oppervlaktewater, wordt daarom bij de werkwijze volgens de uitvinding, 20 geleid naar een keramische en/of organisch micro-filter, ultra-filter, nanofilter of hyperfilter waarbij vrijwel alle organische bestanddelen uit de zoutoplossing worden gefilterd, waarna de gefilterde zoutoplossing gedeeltelijk weer wordt gebruikt voor het behandelen van een nieuwe 25 lading olijven. Omdat de standtijd van het marinadebad bij hergebruik van de gezuiverde zoutoplossing beperkt wordt door accumulatie van vervuilende stoffen, die door dit proces niet verwijderd kunnen worden, wordt een deel van de zoutoplossing steeds ververst door toevoeging van een wate-30 rige zoutoplossing terwijl steeds een deel van de gebruikte zoutoplossing nadat het is gezuiverd, wordt afgevoerd en, bij voorkeur na verdere zuivering door middel van nanofil-tratie, wordt gebruikt voor het conserveren en verpakken van de olijven in blikken of potjes. NaCl, of een waterige 35 oplossing daarvan, wordt met behulp van een automatische zoutdoseerinstallatie toegevoerd. Het organische afval dat uit de zoutoplossing is gefilterd, wordt afgevoerd en verder verwerkt met de bekende verwerkingstechnieken.

1005938 6

De olijven worden inmiddels doorgevoerd naar een volgende tank waar schoon water wordt toegevoerd. Slechte olijven, die bijvoorbeeld ongelijkmatig zwart of rimpelig zijn geworden, worden verwijderd, waarna de olijven gesterili-5 seerd worden. Dit steriliseren vindt plaats in een draaiende trommel bij een temperatuur van 120° C. Vervolgens worden de olijven in blikken of potten verpakt waarbij de zoutoplossing, die door het nanofilter is gezuiverd, wordt toegevoegd tezamen met aromaten en anti-oxidanten. Deze 10 zoutoplossing wordt verwarmd tot een temperatuur van ongeveer 80° C om te voorkomen dat de olijven kapot gaan door een te plotselinge temperatuurovergang.

Het zout dat voor de zoutoplossingen wordt gebruikt, be-15 staat in het algemeen uit zeezout van een goedkope kwaliteit. Voor het water wordt water gebruikt met een drinkwa-terkwaliteit.

1 OU 5938

Claims

1. Werkwijze voor het behandelen van organische producten, zoals bijvoorbeeld olijven, in een zoutoplossing, waarbij eerst de zoutoplossing en de te behandelen producten in een vloeistofbad of marinadebad worden toege-5 voerd, waarbij na een bepaalde behandelingstijd, de behandelde producten uit het vloeistofbad worden genomen en de vervuilde zoutoplossing, waarin zich organische bestanddelen afkomstig uit de behandelde producten bevinden, wordt afgevoerd met het kenmerk, dat vervolgens met behulp van 10 filtermiddelen de organische bestanddelen worden verwijderd uit de zoutoplossing, waarna tenminste een deel van de zoutoplossing wordt teruggevoerd naar het vloeistofbad voor het behandelen van een nieuwe hoeveelheid producten.

2. Werkwijze volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat voor de filtermiddelen een micro-filtratiemembraan wordt toegepast.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 met het kenmerk, 20 dat voor de filtermiddelen een ultra-filtratiemembraan wordt toegepast.

4. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat voor de filtermiddelen een nano- 25 filtratiemembraan wordt toegepast.

5. Werkwijze volgens één van de conclusies 2, 3 of 4 met het kenmerk, dat het filtratiemembraan een keramische fil-tratiemembraan is. 30

6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het afgescheiden slib met behulp van bacteriën wordt omgezet in gasvormige producten, bijvoorbeeld methaan. 35

7. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies 1005938 met het kenmerk, dat een deel van de gefilterde oplossing extra wordt gefilterd met behulp van tweede filtermiddelen die fijner filtreren dan de eerste filtermiddelen, waarna de aldus extra gefilterde oplossing tezamen met de behan-5 delde producten wordt verpakt in houders, zoals blikjes of glazen potjes.

8. Werkwijze volgens conclusie 7 met het kenmerk, dat voor de tweede filtermiddelen een of meer keramische 10 nano-filters worden gebruikt. 1005938