NL1005763C2 - Raamuitzetter. - Google Patents
Raamuitzetter. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1005763C2 NL1005763C2 NL1005763A NL1005763A NL1005763C2 NL 1005763 C2 NL1005763 C2 NL 1005763C2 NL 1005763 A NL1005763 A NL 1005763A NL 1005763 A NL1005763 A NL 1005763A NL 1005763 C2 NL1005763 C2 NL 1005763C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- window
- arm
- tensioning
- tensioning means
- cam
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05C—BOLTS OR FASTENING DEVICES FOR WINGS, SPECIALLY FOR DOORS OR WINDOWS
- E05C17/00—Devices for holding wings open; Devices for limiting opening of wings or for holding wings open by a movable member extending between frame and wing; Braking devices, stops or buffers, combined therewith
- E05C17/02—Devices for holding wings open; Devices for limiting opening of wings or for holding wings open by a movable member extending between frame and wing; Braking devices, stops or buffers, combined therewith by mechanical means
- E05C17/04—Devices for holding wings open; Devices for limiting opening of wings or for holding wings open by a movable member extending between frame and wing; Braking devices, stops or buffers, combined therewith by mechanical means with a movable bar or equivalent member extending between frame and wing
- E05C17/32—Devices for holding wings open; Devices for limiting opening of wings or for holding wings open by a movable member extending between frame and wing; Braking devices, stops or buffers, combined therewith by mechanical means with a movable bar or equivalent member extending between frame and wing consisting of two or more pivoted rods
- E05C17/34—Devices for holding wings open; Devices for limiting opening of wings or for holding wings open by a movable member extending between frame and wing; Braking devices, stops or buffers, combined therewith by mechanical means with a movable bar or equivalent member extending between frame and wing consisting of two or more pivoted rods with means for holding in more than one position
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Closing And Opening Devices For Wings, And Checks For Wings (AREA)
- Specific Sealing Or Ventilating Devices For Doors And Windows (AREA)
Description
Raamuitzetter.
De uitvinding heeft betrekking op een raamuit-zetter voor het uitzetten van een raamvleugel die middels een scharnierverbinding verbonden is met een raamkozijn. Met een dergelijke, van middelen voor het eenvoudig met de 5 hand aangrijpen voorziene uitzetter kan de raamvleugel in een geopende stand gezet en vaak daarin ook vergrendeld worden, en/of vergrendeld worden in een sluitstand.
Veel toegepaste uitzetters omvatten twee armen, die aan hun ene eind scharnierbaar met elkaar verbonden 10 zijn en met hun andere eind scharnierbaar verbonden zijn met respectievelijk de raamvleugel en het raamkozijn. In één uitvoering, vooral gebruikt bij dakramen, worden de armen in de sluitstand gebracht door ze vanuit de sluitstand in een doorgaande beweging door te zwenken. In een 15 andere uitvoering, vooral gebruikt bij kipramen, inbegrepen bovenlichten, gebeurt dat door de beide armen vanuit de sluitstand om een verticale as door te zwenken naar een stand parallel aan de onderdorpel van het raamkozijn. Dergelijke raamuitzetters zijn onder meer beschreven in de 20 Nederlandse octrooiaanvragen 87.00066, 91.01756 en 1002458.
Het is in de praktijk gebleken dat bij het van de open stand naar de sluitstand terugbrengen van de uitzetter, in het bijzonder bij een dakraam, de raamvleugel 2 5 met een klap naar beneden komt nadat het scharnier tussen 1005763 2 de beide armen door het dode punt is gebracht. Oudere en/of minder krachtige mensen worden hierdoor verrast, waardoor lichaamsdelen bekneld kunnen raken en verwonding optreedt. Voorts kan het voor minder krachtige mensen 5 lastig zijn om de raamvleugel met behulp van de uitzetter uit te zetten, omdat daarbij de raamvleugel tegen de zwaartekracht in weg en omhoog gezwaaid moet worden.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding hierin op eenvoudige wijze verbetering te brengen.
10 Hiertoe voorziet de uitvinding in een raamuit- zetter voor het uitzetten van een raamvleugel, die middels een eerste scharnierverbinding scharnierend verbonden is met een raamkozijn, omvattend een eerste arm en een tweede arm, die met elkaar verbonden zijn middels een tweede 15 scharnierverbinding, waarbij de eerste arm middels een derde scharnierverbinding verbonden is met de venstervleu-gel en de tweede arm middels een vierde scharnierverbinding verbonden is met het raamkozijn, waarbij de eerste en de tweede arm verplaatsbaar zijn van een in hoofdzaak aan 20 elkaar parallelle stand, waarin de raamvleugel zich in de sluitstand bevindt, en tenminste één ten opzichte van elkaar divergerende stand, waarin de raamvleugel zich in een geopende stand bevindt, waarbij de raamuitzetter voorts eerste, op trek werkende spanmiddelen omvat voor 2 5 het van elkaar af spannen van de eerste en de tweede arm naar de divergerende stand daarvan.
De eerste spanmiddelen zorgen er voor dat het openen van het raam zonder veel krachtsinspanning kan plaatsvinden, omdat zij de verwijdering van de twee armen 30 van elkaar bevorderen. De eerste spanmiddelen kunnen daarbij als een extra middel functioneren voor het in de uiterste geopende stand houden van de beide armen. Daarenboven bieden zij weerstand tegen een teruggaande beweging van de armen, zodat de bediener het de sluitbeweging beter 35 kan beheersen.
Bij voorkeur strekken de eerste, op trek werkende spanmiddelen zich uit in een van de beide armen, bij 1005763 3 voorkeur in de tweede arm.
Opgemerkt wordt dat uit het Duits octrooischrift 270.917 een scharnierconstructie voor een venstervleugel bekend is, die voorzien is van twee armen die scharnier-5 baar met elkaar verbonden zijn, en ter plaatse van dat scharnier voorzien is van een torsieveer.
In een verdere ontwikkeling van de raamuitzetter volgens de uitvinding is deze voorts voorzien van vergren-delmiddelen voor het in een open, eerste ventilatiestand 10 of kierstand ten opzichte van elkaar vergrendelen van de eerste en de tweede arm. Hierdoor wordt de mogelijkheid tot inbraak zonder braaksporen sterk verminderd. Bij voorkeur worden daarbij de vergrendelmiddelen door tweede spanmiddelen gespannen naar een de beide armen in de 15 eerste ventilatiestand vergrendelende stand. De tweede spanmiddelen zijn bij voorkeur gelijk aan de eerste spanmiddelen. Aldus wordt met dezelfde middelen nog meer functies uitgeoefend, zonder evenredige vermindering van de constructieve eenvoud daarvan.
20 De vergrendelmiddelen omvatten bij voorkeur een nok en een van tenminste één nokopneemruimte voorziene nokkenbaan, waarbij de nok aangebracht is op de tweede arm en de nokkenbaan voorzien is op de eerste arm en de nok en de nokkenbaan naar elkaar toe gespannen zijn door de 25 eerste spanmiddelen. De nokkenbaan is daarbij ter verhoging van de eenvoud als één geheel gevormd met de eerste arm.
De raamuitzetter volgens de uitvinding is bij voorkeur voorts voorzien van een ontgrendelhefboom, die 30 middels een vijfde schamierverbinding bevestigd is op de uitzetter en daarop verdraaibaar is naar een de nok, tegen de werking van de spanmiddelen in, uit de nokopneemruimte dwingende stand. Met de ontgrendelhefboom kan de gebruiker de vergrendeling gemakkelijk opheffen wanneer hij of zij 35 het raam verder wil openen of wil sluiten.
Het is daarbij voordelig indien de bedienings-hefboom verbonden is met de uitzetter om tijdens de bewe- 1005763 4 ging van de uitzetter naar de eerste ventilatiestand buiten de eerste en de tweede arm de draaien. Aldus wordt bereikt dat de bedieningshefboom pas zichtbaar en bedien-baar wordt wanneer dat nodig is.
5 Bij voorkeur is de bedieningshefboom in het einde van de uitzetter gelegen dat de tweede scharnierver-binding bevat. Hierdoor wordt de bediening van de ontgrendel hef boom van buiten af nagenoeg onmogelijk gemaakt, zodat de raamuitzetter volgens de uitvinding de braakge-10 voeligheid van het betreffende kip- of uitzetraam, zonder braaksporen achter te laten, verder vermindert.
In een verdere ontwikkeling van de raamuitzetter volgens de uitvinding is deze voorts voorzien van derde spanmiddelen voor het naar elkaar toe spannen van de 15 eerste en de tweede arm naar de uiterste sluitstand daarvan, waarbij de eerste spanmiddelen en de derde spanmiddelen werkzaam zijn in complementaire trajecten van de bewegingsbaan van de raamvleugel. Hiermee wordt - met behoud van de eerdergenoemde voordelen - bereikt dat de 20 raamvleugel in het laatste gedeelte van het sluittraject, waarin geen gevaar meer bestaat voor verwonding of ongemak kan worden ervaren, voortgedwongen wordt, zodat een onopzettelijk onvolkomen sluiting wordt voorkomen. Op dezelfde wijze wordt ook een onopzettelijke, onvolkomen openingsbe-25 weging, bijvoorbeeld ontstaan doordat iemand per ongeluk tegen de uitzetter aanstoot, tegengegaan.
Het heeft hierbij de voorkeur indien de eerste spanmiddelen en de derde spanmiddelen gevormd worden door eenzelfde veerelement. Aldus worden door dezelfde middelen 30 meerdere functies uitgeoefend, waardoor ondanks de veelzijdigheid van de raamuitzetter deze relatief eenvoudig in opzet gehouden kan worden.
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voor-35 beelduitvoering.
Getoond wordt in: figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een i 1005763 5 onderste gedeelte van een in doorsnede weergegeven dakraam waarop een voorbeelduitvoering van de raamuitzetter volgens de uitvinding gemonteerd is; figuur 2 de raamuitzetter van figuur 1, met 5 schematisch weergegeven dakraam, in een pre-bedienings-stand; figuur 3 de raamuitzetter van figuur 2, in een eerste ventilatiestand; figuur 3A de uitzetter in de toestand van figuur 10 3 in vergrote weergave; figuur 4 de raamuitzetter van figuur 2, in een tweede ventilatiestand; en figuur 5 de raamuitzetter van figuur 2, in de volledig geopende stand van het dakraam.
15 De in figuur 1 weergegeven voorbeelduitvoering van de raamuitzetter 1 volgens de uitvinding is in hoofdzaak U-vormig en omvat twee, op zich spiegelsymmetrische U-vormige delen 5 en 6 (figuur 2), die in elkaar passen en aan de uiteinden van hun benen respectievelijk ter plaatse 20 van scharnieren 8 en 9 verbonden zijn met een van een ruit 4 voorziene raamvleugel 3 met een raamkozijn 2 van een dakraam, die zelf ter plaatse van scharnier 31 (zie figuren 2-5) met elkaar verbonden zijn. Nabij de basis zijn de beide U-vormige delen 5 en 6 middels scharnier 11 met 25 elkaar verbonden. De scharnierlijn SI loopt evenwijdig met de scharnierlijn (S4, zie figuren 2-5) van scharnier 31 en eveneens met de scharnierlijnen S2 en S3 van de scharnier-verbindingen 8, 9. Het U-vormige deel 5 bezit een basis, die ergonomisch gevormd is om een betrouwbaar greepgedeel-30 te 7 te vormen voor de gebruiker.
Aldus wordt met de scharnieren 31, 8, 9 en 11 en met het U-vormige deel 5, het U-vormige deel 6, raamkozijn 2 en raamvleugel 3 een vierstangenmechanisme gevormd.
Het U-vormige deel 5 bezit nabij scharnier 8 een 35 neerwaarts gerichte inkeping 32, waarin het scharnier 9 opgenomen kan worden, zodat de in figuur 2 weergegeven pre-bedieningsstand, waarin de raamvleugel 3 nog gesloten 1005763 6 is, gerealiseerd kan worden. Dichter naar het scharnier 11 toe is het U-vormige deel 5 voorzien van een nokkenbaan 23 (figuur 3A), met nokgeleiderrand 28 met inkepingen 24, 25, 26 en 27. Op het U-vormige deel 5 is ter plaatse van een 5 draaipen 22 een plaatvormige ontgrendelhefboom 21 schar-nierbaar bevestigd. Deze hefboom 21 gaat in binnenwaartse richting van de raamuitzetter over in bedieningsgedeelte 20, dat voor een groot deel passend opgenomen kan worden in het holle greepgedeelte 7 van het U-vormige deel 5 en 10 bezit een rand 34 die dient voor beweging van een nog nader te bespreken pen 15.
In het U-vormige deel 6, dat zich uitstrekt tussen de scharnieren 9 en 11, is op een richting T heen en weer verschuifbare wijze opgenomen een langwerpige 15 plaat 29, die aan de uiteinden respectievelijk voorzien is van pennen 15 en 16. Pen 15 is verschuifbaar opgenomen in een in het U-vormige deel 6 gevormd langgat 12, terwijl de pen 16 verschuifbaar is opgenomen in een eveneens in U-vormig deel 6 gevormd langgat 13. Het nabij scharnier 11 2 0 gelegen uiteinde 12a van het langgat 12 is op een afstand van de scharnierhartlijn SI gelegen, die gelijk is aan de afstand van de bodems van de inkepingen 24, 25, 26 en 27 ten opzichte van die scharnierhartlijn.
Voorts is te zien dat het U-vormige deel 5 in 25 het greepgedeelte 7 voorzien is van een pen 19. Een schroefveer 30 is met haakvormige uiteinden 17 en 18 respectievelijk om de pennen 16 en 19 gehaakt. De veer 30 is zodanig gekozen, dat de pen 16 naar de pen 19 gespannen wordt. Doordat de pen 16 echter opgesloten is in het 30 langgat 13, zal de pen 16 en daarmee ook, via de plaat 29, de pen 15 naar scharnier 11 gespannen worden.
Zoals in figuur 2 te zien is, sluit de lijn die de pennen 16 en 19 met elkaar verbindt, en derhalve samenvalt met de krachtlijn van de veer 30, in de weergegeven 35 gesloten stand van het raam een hoek α in met de lijn die de scharnieren 11 en 9 met elkaar verbindt. Hierdoor zal de veer 30 al in die stand de U-vormige delen 5 en 6 met 1005763 7 hun uiteinden van elkaar willen dwingen. Doordat de inkeping 24 op de tekening van figuur 2 gezien schuin neerwaarts naar rechts opent (begrenzingen 24a, 24b) wordt de pen 15 binnen de inkeping 24 gehouden, hetgeen nog bevor-5 derd wordt door de door de veer 3 0 via de pen 16 en de plaat 2 9 op de pen 15 uitgeoefende, op de tekening gezien naar links, gerichte kracht. Hierdoor wordt voorkomen dat de raamuitzetter 1 uit zichzelf open kan gaan staan.
De gebruiker van de raamuitzetter 1 kan de 10 veerkracht van de veer 30 zonder veel moeite overwinnen wanneer hij of zij het greepgedeelte 7 aanvat en in de richting A omhoog zwaait. Hierbij glijdt de pen 15 over het schuine, aan de zijde van het scharnier 11 gelegen randgedeelte 24a van inkeping 24 om uit de inkeping 24 te 15 gaan en terecht te komen in de inkeping 25. Dan is de ventilatiestand of kierstand die weergegeven is in figuur 3 bereikt. Ook in dit geval zorgt de veer 30 ervoor, dat de pen 15 stevig in de betreffende inkeping wordt gehouden. De rand van de inkeping 25 is komvormig, zodat het 20 niet mogelijk is om door eenvoudig het greepgedeelte 7 verder in de richting A te zwaaien, of terug, de pen 15 uit de inkeping 25 te bewegen. Deze ventilatiestand is bijgevolg geblokkeerd, waarbij de blokkade enkel opgeheven kan worden door middel van bediening van de ontgrendelhef-25 boom 21. Zoals in detail van figuur 3A te zien is, blijft de rand 34 van de ontgrendelhef boom 21 voor het grootste deel binnen de rand 28 van de nokkenbaan 23. Bijzonder is echter dat de rand 34 van de ontgrendelhef boom 21 ter plaatse van de inkeping 25 buiten de rand 28 van de nok-30 kenbaan kan reiken. Hierdoor wordt bereikt, dat de veer 30, middels de tegen de rand 34 drukkende pen 15, de ont-grendelhefboom 21 om het scharnier 22 in een richting B (zie figuur 3 en 3A) verdraait wanneer de pen 15 in de inkeping 25 rust. Het andere eind van de ontgrendelhefboom 35 21, het bedieningsgedeelte 20, is zodanig vormgegeven ten opzichte van het greepgedeelte 7 dat het bedieningsgedeelte 20 dan beneden, buiten het greepgedeelte 7 reikt, zoals 1005763 8 te zien is in figuur 3A, en makkelijk vanaf de binnenzijde aangevat kan worden om met een rotatie tegengesteld aan B, om scharnier 22, de hefboom 21 met rand 34 de pen 15 uit de inkeping 25 te laten duwen. Het bedieningsgedeelte 20 5 is echter lastig, zo niet onmogelijk te bereiken van een plaats buiten het dakraam, zodat hiermee een inbraak-belemmerende blokkering voor de ventilatiestand gerealiseerd is, die - niet zonder sporen van braak achter te laten - op te heffen is.
10 De vormgeving van de ontgrendelhefboom 21, in het bijzonder het bedieningsgedeelte 20 daarvan, is verder zodanig dat deze in de teruggetrokken stand ten opzichte van het greepgedeelte 7, zoals weergegeven in de figuren 2, 4 en 5, tegen de binnenwand van het greepgedeelte 7 15 aanligt en bijgevolg met greepgedeelte 7 aangevat kan worden om een stevige greep te verschaffen, zonder dat er iets ontgrendeld wordt. Eventueel kan een extra veer ingebouwd worden tussen het U-vormige deel 5 en de ontgrendelhefboom 21 om deze in lichte mate voor te spannen 20 in een draairichting tegengesteld aan richting B.
Nadat in de stand van figuur 3 het bedieningsgedeelte 20 naar binnen in het greepgedeelte 7 wordt gedrukt en de ontgrendelhefboom 21 de pen 15 uit de inkeping 25 gedrukt heeft is de raamuitzetter 1 vrijgemaakt om 25 verder opengeklapt te worden bij verdergaande beweging van het greepgedeelte 7 in de richting A. De pen 15 blijft daarbij als gevolg van de werking van de veer 3 0 tegen de nokkenbaan 23 gespannen en zal op een gegeven moment terechtkomen in inkeping 26. Deze stand is de tweede 30 ventilatiestand die weergegeven is in figuur 4. De vorm van de rand van de inkeping 26 is hierbij zodanig dat door het uitoefenen van een kracht op het greepgedeelte 7 in de richting A, of in tegengestelde richting, de pen 15 tegen de werking van de veer 30 in uit de inkeping 26 gelicht 35 kan worden om verder langs de nokkenbaan 23 bewogen te kunnen worden.
Bij verdergaande beweging in de richting A van 100570$ 9 het greepgedeelte 7 komt de pen 15 uiteindelijk terecht in eindinkeping 27, waarin het dakraam de geheel open stand bereikt heeft, die weergegeven is in figuur 5. Wederom zorgt de veer 30 ervoor dat de pen 15 in de inkeping 5 geduwd wordt. De vorm van de inkeping 27 is hierbij echter zodanig dat door een beweging van het greepgedeelte 7 in een richting tegengesteld in de richting A de pen 15 tegen de werking van de veer 30 in uit de inkeping 27 gelicht kan worden en weer terug kan lopen, langs de rand 2 8 van 10 de nokkenbaan 23, naar de gewenste positie.
In het hele openingstraject zorgt de veer 3 0 voor een de uitzetter 1 naar een open stand dwingende kracht, maar ook voor een kracht waarmee een betreffende stand in meerdere of mindere mate verzekerd kan worden.
15 Bij het sluiten van het dakraam, waarbij het greepgedeelte 7 in een richting tegengesteld aan richting A verzwaaid wordt, zorgt de veer 30 er daarbij voor dat de raamvleugel 3 een tegenkracht ondervindt en daardoor niet met een klap naar beneden zal kunnen komen.
20 De voorbeelduitvoeringsvorm is beschreven in een toepassing bij een dakraam. Begrepen zal echter worden dat de raamuitzetter volgens de uitvinding met het merendeel van de voordelen ook toegepast kan worden op een raam dat opgenomen is in een gevel van een bouwwerk.
10057 53
Claims (12)
1. Raamuitzetter voor het uitzetten van een raamvleugel die middels een eerste scharnierverbinding scharnierend verbonden is met een raamkozijn, omvattend een eerste arm en een tweede arm, die met elkaar verbonden 5 zijn middels een tweede scharnierverbinding, waarbij de eerste arm middels een derde scharnierverbinding verbonden is met de raamvleugel en de tweede arm middels een vierde scharnierverbinding verbonden is met het raamkozijn, waarbij de eerste en de tweede arm verplaatsbaar zijn van 10 een in hoofdzaak aan elkaar parallelle stand, waarin de raamvleugel zich in een sluitstand bevindt, en tenminste een ten opzichte van elkaar divergerende stand, waarin de raamvleugel zich in een geopende stand bevindt, waarbij de raamuitzetter voorts eerste, op trek werkende spanmiddelen 15 omvat voor het van elkaar af spannen van de eerste en de tweede arm naar de divergerende stand daarvan.
2. Raamuitzetter volgens conclusie 1, waarbij de eerste, op trek werkende spanmiddelen zich in een van de armen uitstrekken.
3. Raamuitzetter volgens conclusie 2, waarbij de eerste spanmiddelen gelegen zijn in de tweede arm.
4. Raamuitzetter volgens conclusie 1, 2 of 3, voorts voorzien van vergrendelmiddelen voor het in een open, eerste ventilatiestand ten opzichte van elkaar 25 vergrendelen van de eerste en de tweede arm.
5. Raamuitzetter volgens conclusie 4, waarbij de vergrendelmiddelen door tweede spanmiddelen gespannen worden naar een de beide armen in de eerste ventilatiestand vergrendelende stand.
6. Raamuitzetter volgens conclusie 5, waarbij de eerste spanmiddelen werkzaam zijn als de tweede spanmidde- i 1005763 len in het spannen van de vergrendelmiddelen.
7. Raamuitzetter volgens conclusie 6, waarbij de vergrendelmiddelen een nok en een van tenminste een nokop-neemruimte voorziene nokkenbaan omvatten, waarbij de nok 5 aangebracht is op de tweede arm en de nokkenbaan voorzien is op de eerste arm, en bij voorkeur als een geheel daarmee gevormd is.
8. Raamuitzetter volgens conclusie 5, 6 of 7, voorts voorzien van een ontgrendelhefboom, die middels een 10 vijfde scharnierverbinding bevestigd is op de uitzetter en daarop verdraaibaar is naar een de nok, tegen de werking van de eerste spanmiddelen in, uit de nokopneemruimte dwingende stand.
9. Raamuitzetter volgens conclusie 8, waarbij de 15 ontgrendelhefboom verbonden is met de uitzetter om met een bedieningsgedeelte tijdens de beweging van de uitzetter van de gesloten stand naar de ventilatiestand buiten de eerste en de tweede arm te draaien.
10. Raamuitzetter volgens conclusie 8 of 9, 20 waarbij de ontgrendelhefboom met het bedieningsgedeelte daarvan gelegen is nabij de tweede scharnierverbinding.
11. Raamuitzetter volgens een der voorgaande conclusies, voorts voorzien van derde spanmiddelen voor het van elkaar af spannen van de eerste en de tweede arm 25 naar een uiterste sluitstand daarvan, waarbij de eerste spanmiddelen en de derde spanmiddelen bij voorkeur werkzaam zijn in complementaire trajecten van de bewegingsbaan van de raamvleugel.
12. Raamuitzetter volgens conclusie 11, waarbij 30 de eerste spanmiddelen en de derde spanmiddelen gevormd worden door eenzelfde veerelement. -o-o-o-o-o-o-o-o- 1005763
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1005763A NL1005763C2 (nl) | 1997-04-08 | 1997-04-08 | Raamuitzetter. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1005763A NL1005763C2 (nl) | 1997-04-08 | 1997-04-08 | Raamuitzetter. |
NL1005763 | 1997-04-08 |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1005763A1 NL1005763A1 (nl) | 1998-10-09 |
NL1005763C2 true NL1005763C2 (nl) | 1999-06-02 |
Family
ID=19764754
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1005763A NL1005763C2 (nl) | 1997-04-08 | 1997-04-08 | Raamuitzetter. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1005763C2 (nl) |
-
1997
- 1997-04-08 NL NL1005763A patent/NL1005763C2/nl not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL1005763A1 (nl) | 1998-10-09 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
JP6961239B2 (ja) | 止めラッチを有するラッチ構成 | |
US4420905A (en) | Closure hardware | |
FI84289C (fi) | Monteringsanordning foer en foenster- eller doerrhalva eller motsvarande. | |
US5568703A (en) | Roof window | |
BE1016457A3 (nl) | Vergrendelmechanisme voor een raam of dergelijke. | |
NL8801359A (nl) | Open dakconstructie voor een voertuig. | |
NL1005763C2 (nl) | Raamuitzetter. | |
NL8202928A (nl) | Drijfstangslot zonder funktie ingeval van paniek, in het bijzonder voor de vaste vleugel van tweevleugelige deuren. | |
EP2479370B1 (en) | Roof window with balcony function | |
FI82526B (fi) | Utstaellningsanordning foer flygeldelen av ett foenster, en doerr eller motsvarande. | |
AU2008291683A1 (en) | Safe construction with anti-pry protection | |
CN108825016B (zh) | 一种防火窗多角度限位机构 | |
BE1023748A1 (nl) | Verdektliggend scharnier voor een draai-kip en kip-draai raam en raam daarmee uitgerust | |
CZ293782B6 (cs) | Teleskopická okenní rozpěra | |
KR20160029943A (ko) | 트럭용 윙도어 잠금장치 | |
US6988334B2 (en) | Sash tilt resistance control | |
EP2439364B1 (en) | Articulated shutter holder | |
PL210308B1 (pl) | Urządzenie do zdalnego wychylania i blokady w położeniu zamkniętym ramy ruchomej, zwłaszcza klapy dymowej | |
JPH0539178Y2 (nl) | ||
US1432784A (en) | Fastener for swinging windows and the like | |
NO319168B1 (no) | Anordning ved svingbeslag for vinduer | |
KR102283916B1 (ko) | 무인 택배함 | |
NL1022326C2 (nl) | Deur, samenstel voorzien van een deur, alsmede werkwijze voor het vervaardigen van een automatisch vergrendelbare deur. | |
JP6757146B2 (ja) | 窓開閉装置 | |
NL1002458C2 (nl) | Raamuitzetter. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
AD1A | A request for search or an international type search has been filed | ||
RD2N | Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report) |
Free format text: 990118;990118 |
|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20021101 |