NL1005758C2 - Werkwijze voor het kuisen van produkten, zoals groenten, fruit en dergelijke, en inrichting die deze werkwijze toepast. - Google Patents

Description

- 1 -

Werkwijze voor het kuisen van produkten, zoals groenten, fruit en dergelijke, en inrichting die deze werkwijze toepast.

Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het 5 kuisen van produkten, zoals groenten, fruit en dergelijke, meer speciaal een werkwijze voor het afscheiden van vreemde voorwerpen of voorwerpen die niet tot het eindprodukt behoren, zoals klevende delen, aarde, kleine stenen, loof, bladeren, stengels, zand, muizen, slakken, wormen en 10 dergelijke.

Vooraleer groenten, fruit en dergelijke gesorteerd en verpakt kunnen worden, worden deze meestal gekuist. Dit kuisen is meestal tijdrovend, vooral als deze handeling manueel geschiedt.

15 De tot op heden bekende inrichtingen zijn doorgaans bestemd voor het kuisen van een bepaald type produkt, zodat voor het kuisen van lichte groenten, zoals spinazie, veldsalade en dergelijke, en voor het kuisen van relatief zwaardere groenten, zoals wortelen, aardappelen, spruiten en 20 dergelijke, afzonderlijke inrichtingen nodig zijn.

De uitvinding heeft als doel de voornoemde en andere nadelen van de bekende inrichtingen uit te sluiten en een werkwijze te bieden waarmee produkten, zoals groenten, fruit en dergelijke, zeer doeltreffend kunnen gekuist 25 worden, waarbij deze inrichting zeer eenvoudig is zodat de bedrijfszekerheid zeer groot wordt.

Tot dit doel bestaat de werkwijze volgens de uitvinding voornamelijk in het verzamelen van de produkten boven een luchtstroom, waarbij de produkten door deze luchtstroom 1005758 - 2 - zodanig beïnvloed worden dat lichte en zware delen van de produkten gescheiden worden van elkaar.

Bij voorkeur zullen de produkten, vooraleer ze in de luchtstroom terecht komen op een hellend vlak gebracht 5 worden, waarbij tijdens de verplaatsing van de produkten over het hellend vlak reeds een gedeelte van de vreemde voorwerpen en de voorwerpen die niet tot het eindprodukt behoren worden verwijderd.

Volgens een variante van de werkwijze volgens de uitvinding 10 komen de produkten in eën opvanginrichting terecht van waaruit ze verder verdeeld worden en in de voornoemde luchtstroom terecht komen.

Volgens andere varianten kunnen de produkten, die zich op het voornoemd hellend vlak of in de voornoemde 15 opvanginrichting bevinden, geschud worden waardoor kleine onreinheden nog beter afgevoerd worden.

De uitvinding heeft eveneens een inrichting als voorwerp die de voornoemde werkwijze toepast en die hoofdzakelijk bestaat uit een aanvoerinrichting, waarbij een 20 blaasinrichting en minstens twee opvanginrichtingen zijn voorzien.

Bij voorkeur wordt in de inrichting volgens de uitvinding een hellend vlak voorzien waarop de aanvoerinrichting aansluit. 1 1005758

In een andere uitvoering wordt een opvanginrichting voorzien waarop de aanvoerinrichting aansluit en van waaruit de produkten verder verdeeld worden.

- 3 -

Volgens een variante kan het voornoemd hellend vlak of de voornoemde opvanginrichting voorzien zijn van een schudinrichting.

De inrichting is zondermeer aansluitbaar op allerlei 5 transportsystemen, zoals transportbanden, goten, en andere inrichtingen, zoals sorteerinrichtingen, loofafschelders, wasinrichtingen en dergelijke.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend 10 karakter, twee voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een inrichting volgens de uitvinding beschreven met verwijzing naar de tekeningen, waarin: figuur 1 een zijaanzicht weergeeft van een inrichting volgens de uitvinding; 15 figuur 2 een zijaanzicht weergeeft van een uitvoeringsvariante van figuur 1.

Een inrichting die de werkwijze volgens de uitvinding toepast bestaat hoofdzakelijk uit een gestel 1 waarop een aanvoerinrichting, bijvoorbeeld een transportband 2, is 20 bevestigd.

Deze transportband 2 is voorzien van uitsteeksels 3 en is onder een hoek instelbaar bevestigd op het gestel 1 door middel van aan de transportband 2 bevestigde cilinders 4 die verschuifbaar kunnen geleiden over op het gestel 1 25 bevestigde assen 5 en in een bepaalde positie tegen verschuiven vergrendelbaar zijn.

Op het gestel 1 is een hellend vlak 6 op een welbepaalde hoogte, eventueel trilbaar, aangebracht dat aansluit op het 1005758 - 4 - bovenuiteinde van de voornoemde transportband 2 en dat hoofdzakelijk bestaat uit een kader 7 waarin meerdere naast elkaar gelegen rollen 8 gelagerd zijn, waarbij de afstand tussen de rollen 8 onderling instelbaar is en waarbij de 5 rollen 8 een regelbare draaiende beweging kunnen uitvoeren.

Dit hellend vlak 6 kan op geschikte wijze in beweging gebracht en gehouden worden door middel van een trilmotor 9.

Onder het hellend vlak 6 is een afvoerinrichting 10, bijvoorbeeld een transportband of een afvoergoot, 10 aangebracht.

Op een lager niveau dan het hellend vlak 6 is op het gestel 1 een blaasinrichting 11 bevestigd die hoofdzakelijk bestaat uit een verplaatsbaar opgestelde ventilator 12 en een, eventueel in snelheid regelbare, motor 13 die met 15 elkaar gekoppeld zijn door middel van een riemoverbrenging 14. In de blaasrichting van de ventilator 11 staan meerdere reflectors 15 opgesteld die bij voorkeur instelbaar zijn.

Op een lager niveau dan de blaasinrichting 10 en onder het 20 laagste uiteinde van het hellend vlak 6 zijn twee naast elkaar geplaatste transportinrichtingen, bijvoorbeeld transportbanden 16-17, opgesteld, waarbij deze transportbanden 16-17 bijvoorbeeld over geleidingsstangen 18 in horizontale richting verschuifbaar zijn en in een 25 welbepaalde positie vergrendelbaar bevestigd zijn op het gestel 1.

Onder het afvoeruiteinde van iedere transportband 16-17 staat een afvoerinrichting 19 opgesteld die zelf aansluit op een transportband 20. Deze afvoerinrichtingen 19 zijn 30 bijvoorbeeld van hetzelfde type als de aanvoerinrichting 2 1005758 - 5 - en zijn eveneens onder een hoek instelbaar door middel van cilinders 21 die kunnen verplaatst worden over stangen 22.

De inrichting is voorzien van een omhulsel 23, bij voorkeur uit gaas.

5 In een uitvoeringsvariante, zoals weergegeven in figuur 2, wordt in plaats van een hellend vlak 6 een opvanginrichting 24 voorzien, die hoofdzakelijk bestaat uit een opvangbek 25 die, eventueel trilhaar, op het gestel 1 is bevestigd. Deze opvanginrichting 24 wordt in beweging gebracht en gehouden 10 door middel van een trilmbtor 26. In de opvangbak 25 is een trechter 27 voorzien die nagenoeg boven de transportband 16 uitgeeft.

De werking van de hierboven beschreven inrichtingen is zeer eenvoudig en als volgt.

15 Produkten, zoals groenten, fruit en dergelijke, worden via de transportband 2 aangevoerd tot op een zekere hoogte, waarbij de uitsteeksels 3 ervoor zorgen dat de produkten opwaarts worden meegevoerd.

Eens het bovenuiteinde van de transportband 2 bereikt, 20 vallen de produkten automatisch op het hellend vlak 6 of in de opvanginrichting 24.

Op het hellend vlak 6 kunnen de produkten zich vrij naar beneden verplaatsen, waarbij tijdens deze verplaatsing afval, zoals vreemde voorwerpen en voorwerpen die niet tot 25 het eindprodukt behoren tussen de rollen 8 door terecht komen op de transportband 10. Bij deze verplaatsing worden de produkten eventueel door de werking van de trilmotor 9 geschud, waardoor ze meer verdeeld worden en kleine onreinheden gemakkelijker loskomen.

1005758 - 6 -

De produkten die van het laagste uiteinde van het hellend vlak 6 vallen komen in een luchtstroom terecht die door de ventilator 12 opgewekt wordt, waarbij reflectors 15 ervoor zorgen dat de luchtstroom zo uniform mogelijk verspreid 5 wordt over de ruimte die gelegen is tussen het laagste uiteinde van het hellend vlak 6 en de opvanginrichtingen 16-17.

Door de luchtstroom worden de lichte delen van de produkten ten opzichte van de zwaardere delen verder weg geblazen. De 10 zwaardere delen komen op deze wijze op de opvanginrichting 16 terecht die nagenoeg onder het laagste uiteinde van het hellend vlak 6 is geplaatst, terwijl de lichte delen op de verder geplaatste opvanginrichting 17 terecht komen.

De luchtstroom en de stand van de reflectors 15 worden 15 hierbij zodanig geregeld ten opzichte van de positie van de beide opvanginrichtingen 16-17 dat een optimale opvang en scheiding van de lichte en zwaardere delen wordt verkregen.

De uitvoeringsvorm, zoals weergegeven in figuur 1, wordt specifiek aangewend in het geval dat de vreemde voorwerpen 20 en voorwerpen die niet tot het eindprodukt behoren lichter zijn dan het eindprodukt, zoals bijvoorbeeld voor het kuisen van wortelen, spruiten, erwten en dergelijke.

De bruikbare produkten vallen hierbij op de transportinrichting 16, terwijl de vreemde voorwerpen en 25 voorwerpen die niet tot het eindprodukt behoren onder invloed van de luchtstroom opgewekt door de ventilator 12 op de opvanginrichting 17 terecht komen.

De gaasafsluiting, gevormd door het omhulsel 23 zorgt voor een nagenoeg vrije doorgang van de luchtstroom doorheen het 30 omhulsel 23, terwijl de vreemde voorwerpen en voorwerpen 1005758 - 7 - die niet tot het eindprodukt behoren en die eventueel voorbij de transportband 17 worden geblazen worden tegengehouden.

De uitvoeringsvorm, zoals weergegeven in figuur 2, is bij 5 voorkeur geschikt voor het kuisen van lichte groenten, zoals bijvoorbeeld spinazie, en werkt op analoge wijze als de in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvorm, behalve dat in plaats van een hellend vlak 6 een opvanginrichting 24 is voorzien, waarbij de te behandelen produkten eventueel 10 geschud kunnen worden om ze zo goed mogelijk te verdelen, waarna ze via de trechter 27 in de luchtstroom terecht komen.

In dit geval worden de goede produkten door de luchtstroom naar de afvoerinrichting 17 gevoerd, terwijl al de rest op 15 de afvoerinrichting 16 valt, waarbij ook in dit geval het omhulsel 23 er steeds zorg voor draagt dat de lichte groenten steeds op de transportband 17 terecht komen.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, 20 doch dergelijke werkwijze voor het kuisen van produkten, zoals groenten, fruit en dergelijke alsook een inrichting die deze werkwijze toepast kunnen in allerlei vormen en afmetingen en volgens verschillende varianten worden toegepast, respektievelijk verwezenlijkt, zonder buiten het 25 kader van de uitvinding te treden.

1005758

Claims (14)

1. Werkwijze voor het kuisen van produkten, zoals groenten, fruit en dergelijke, daardoor gekenmerkt dat de produkten verzameld worden boven een luchtstroom en door 5 deze luchtstroom zodanig beïnvloed worden dat lichte en zware delen van de produkten gescheiden worden van elkaar.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde luchtstroom regelbaar is.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt 10 dat de produkten via een hellend vlak (6) tot boven de voornoemde luchtstroom worden gebracht en dat tijdens de verplaatsing over dit hellend vlak (6) reeds onbruikbare delen verwijderd worden.

4. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt 25 dat de produkten in een opvanginrichting (24) terecht komen van waaruit ze verder verdeeld worden en in de luchtstroom terecht komen.

5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat, vooraleer de produkten in de luchtstroom terecht 20 komen, ze geschud worden. 1 2 3 4 5 1005758 - Inrichting die de werkwijze volgens een van voorgaande 2 conclusies toepast, daardoor gekenmerkt dat ze 3 hoofdzakelijk bestaat uit een aanvoerinrichting (2); een 4 blaasinrichting (11) en minstens twee opvanginrichtingen 5 25 (16-17). , » - 9 -

7. Inrichting volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat tussen de aanvoerinrichting (2) en de blaasinrichting (11) een hellend vlak (6) is voorzien.

8. Inrichting volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat 5 tussen de aanvoerinrichting (2) en de blaasinrichting (11)/ een opvanginrichting (24) is voorzien.

9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat het voornoemd hellend vlak (6) respectievelijk de voornoemde opvanginrichting (24) 10 voorzien is van een trilinrichting (9), respectievelijk (26).

10. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat het voornoemd hellend vlak (6) respectievelijk onder het hellend vlak (6) een 15 afvoerinrichting (10) is voorzien.

11. Inrichting volgens een van de conclusies 6 tot 10 daardoor gekenmerkt dat de blaasinrichting (11) minstens bestaat uit een ventilator (12) die via een riemoverbrenging (14) aangedreven wordt door een motor (13). 20 12.- Inrichting volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat in de blaasrichting van de ventilator (12) een of meerdere instelbare reflectors (15) staan opgesteld.

13. Inrichting volgens een van de conclusies 6 tot 12, daardoor gekenmerkt dat onder het hellend vlak (6), 25 respectievelijk onder de opvanginrichting (24) en naast de blaasinrichting (11) een transportband (16) is voorzien. 1 1005758 - Inrichting volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat naast de transportband (16) een tweede transportband - 10 - (17) is voorzien die verder verwijderd is van de blaasinrichting (11) dan de transportband (16).

15. Inrichting volgens conclusie 13 en 14, daardoor gekenmerkt dat de transportbanden (16 en 17) evenwijdig 5 zijn aan elkaar en haaks gericht zijn op de blaasinrichting (11).

16. Inrichting volgens een van de conclusies 6 tot 12, daardoor gekenmerkt dat minstens de blaasinrichting (11) en de transportbanden (16) en (17) omgeven zijn door een 10 gemeenschappelijk omhulsel (23).

17. Inrichting volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat het omhulsel (23) bestaat uit gaas of dergelijke. 1005758