NL1005416C1 - Draagbare opvouwbare fiets waarop de fietser staat. - Google Patents

Description

Draagbare opvouwbare fiets waarop de fietser staat.

De uitvinding heeft betrekking op een tweewielig met lichaamskracht aangedreven voertuig, dat in zijn gebruik, houding en snelheid het midden houdt tussen lopen en fietsen. Zonder 5 daaraan beperkingen te ontlenen zal in deze aanvraag dit voertuig verder fiets worden genoemd.

De gebruikelijke fiets wordt aangedreven met pedalen aan een ronddraaiende tandwiel waaraan de fietser in langsrichting geen stabiliteit kan ontlenen. Ook het zadel, dat zich boven het zwaartepunt van de fietser bevindt, biedt onvoldoende stabiliteit; het stuur is 10 voor de langsstabiliteit onmisbaar. De fietser zit, wat de stand van wervelkolom betreft in een onnatuurlijke houding. De uitvinding beoogt de fietser een staande houding te bieden, waarbij de wervelkolom zijn natuurlijke houding handhaaft. Voorts biedt de uitvinding dusdanige onderstening aan de voeten dat de stabiliteit in langsrichting in hoofdzaak aan de voeten ontleend kan worden. De voeten rusten over de volle lengte op de aandrijfarmen.

15 Voorts beoogt de uitvinding een aandrijving die aansluit op de loopbewegingen van de fietser. Daarmee wordt gebruik gemaakt van die beweging die de evolutie de mens zo heeft perfectioneerd, namelijk rechtop lopen.

De fietser heeft niet of slechts gedurende korte tijd zijn volle lichaamsgewicht beschikbaar voor aandrijving. De uitvinding beoogt steeds het volle lichaamsgewicht voor 20 aandrijving beschikbaar te krijgen.

De zittende fietser krijgt, ondanks grote wielen en een verend zadel, soms te maken met zadel-, pols- of rugongemak. Steeds meer worden voor- en achterwiel daarom afgeveerd. Kleine wielen, die relatief hard dienen te zijn vanwege de gewenste lage rolweerstand, doen normaal afbreuk aan het rijcomfort. De uitvinding beoogt het gebruik 25 van kleine harde wielen, zonder verdere vering, mogelijk te maken. De oneffenheden worden automatisch gecompenseerd door de in beweging zijnde voeten en benen van de fietser. Tevens beoogt de uitvinding op deze wijze een uiterst compacte en plat opvouwbare fiets te maken.

In het hierna volgende zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van 30 niet-beperkende voorbeelden, onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen. In de tekeningen toont: figuur 1 een zijaanzicht vande vouwfiets volgens de uitvinding; figuur 2 een scheve projectie van de aandrijfarmen; figuur 3 een zijaanzicht van de staande houding van de fietser; 35 figuur 4 een scheef aanzicht van de aandrijfconstructie.

1005416 2

Figuur 1 toont een zijaanzicht van de fiets die bestaat uit een frame (1), een stuurbaar voorwiel (2) en een aangedreven achterwiel (3). De voeten van de fietser worden ondersteund door in punt (4) scharnierend aan het frame verbonden aandrijfarmen (5) en (6) waarop een vlak en slipvast oppervlak is aangebracht. De aandrijfkracht wordt door de 5 aandrijfarmen overgedragen aan het achterwiel (3), dat is voorzien van een traditionele naaf, met rem, versnelling en vrijloop.

Figuur 2 toont dat de neerwaardse beweging van de ene aandrijfarm (5) een opwaardse beweging van de andere aandrijfarm (6) impliceert.

Figuur 3 toont de natuurlijke houding van de fietser en zijn voeten en benen bij 10 een bepaalde stand van de lopende beweging. De uitvinding beoogt een mogelijke ondersteuning van de voeten door de aandrijfarmen, over hun volle lengte, waarbij de langsstabiteit in hoofdzaak aan de voeten kan worden ontleend.

Figuur 4 toont hoe de aandrijfkracht kan worden overgedragen aan het achterwiel. De aandrijfarmen (5) en (6) worden met elkaar verbonden met een eindige ketting of 15 tandriem (8), die over een trekwiel (9) loopt. Trekwiel (9) draagt het lichaamsgewicht over aan het frame van de fiets. Het trekwiel is vast verbonden aan een trekas (12) en draagt de aandrijfkracht beurtelings over aan de keerwielen (10) en (11), die met tussenkomst van een vrijloop, zijn verbonden met de trekas (12). Over de keerwielen (10) en (11) loopt een gesloten tandriem (13), die het achterwiel ter rechterzijde aandrijft. Ter linkerzijde van het 20 achterwiel bevindt zich een vrijlopend keerwiel (15), dat de tandriem (13) spant. De gesloten tandriem loopt door de beschreven constructie steeds rechtsom. De uitvinding beoogt op die wijze gebruik te kunnen maken van een traditionele achteras, die naar behoefte van een versnellingsnaaf kan worden voorzien.

Huidige vouwfietsen zijn zo zwaar en groot in afmetingen dat ze niet zonder 25 hinder mee kunnen in het openbaar vervoer. Ze zijn te zwaar (meer dan 12 kg) om met twee handen in het bagagenet te tillen. In het gangpad van de trein of bus versperren ze de weg. De uitvinding beoogt een dermate kleine fiets, met weinig onderdelen en kleine smalle wielen te bouwen dat hij met een hand kan worden gedragen en met twee handen boven het hoofd kan worden getild, zonder de huidige tilnormen te overschreiden. Tevens beoogt 30 de uitvinding een zo compact en platte vouwfiets, dat van hinder in het openbaar vervoer geen sprake meer is.

1005416

Claims (10)

1 Fiets of vouwfiets met het kenmerk dat de aandrijving wordt verzorgd door loopbewegingen.

2 Fiets volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de aandrijving geschiedt met 5 twee op en neer bewegende en in tegengestelde richting mechanisch gekoppelde aandrijfarmen.

3 Fiets volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de fietser in een natuurlijk rechtop staande houding op de aandrijfarmen staat.

4 Fiets volgens conclusie 1,2 of 3, met het kenmerk dat de fietser met de 10 voeten op de aandrijfarmen over de volle lengte van de voeten contact daarmee kan houden.

5 Fiets volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk dat de fiets geen zadel nodig voor de langsstabiliteit, omdat deze stabiliteit aan de voeten ontleent wordt.

6 Fiets volgen conclusie 1, 2, 3, 4 of 5, voorzien van een aandrijfsysteem 15 waarbij een eindige tandriem of ketting de op en neergaande beweging van de aandrijfarmen via een trekwiel overdraagt aan een trekas in de langsrichting van de fiets, met op die trekas gemonteerd twee tandwielen, voorzien van in tegengestelde richting werkende vrijloop, die beurtelings een gesloten tandriem aandrijven, met het kenmerk dat die tandriem steeds in de zelfde richting loopt en zodoende een traditionele achtemaaf kan 20 aandrijven.

7 Fiets volgens conclusie 1, 2, 3, 4, 5 of 6 voorzien van voor fietsen ongebruikelijke kleine wielen en dito harde banden, met het kenmerk dat geen afbreuk wordt gedaan aan de gebruikelijke lage loopweerstand van de fiets.

8 Fiets volgens conclusie 1, 2, 3, 4, 5, 6 of 7 zonder verdere veerconstructies, 25 met het kenmerk dat de bewegende fietser vanzelf alle oneffenheden compenseert en er geen afbreuk wordt gedaan aan het rijcomfort.

9 Fiets volgens conclusie 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 of 8 voorzien van scharnierpunten in het frame met het kenmerk dat de fiets ongebruikelijk klein en plat kan worden opgevouwen. 30

10 Fiets volgens conclusie 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 of 9 opgebouwd uit lichtgewicht materialen met het kenmerk dat de tilnorm van 8 kg, voor eenhandig dragen, niet wordt overschreden. 1005416