NL1005099C2

NL1005099C2 - Kunststof emmer met deksel en verzegelingslip.

Info

Publication number: NL1005099C2
Application number: NL1005099A
Authority: NL
Inventors: Anno Gerrit Van Den Brink; Dirk Steven Van Den Brink
Original assignee: Den Brink B V Van
Priority date: 1997-01-27
Filing date: 1997-01-27
Publication date: 1998-07-29
Also published as: ID22126A; EP0855347A1; TR199800135A2; AU5273698A; IL123050A0; CA2224903A1

Description

Titel: Kunststof emmer met deksel en verzegelingslip

De uitvinding heeft betrekking op een kunststof emmer voorzien van een deksel, waarbij de emmer is voorzien van een bodemwand en ten minste één zijwand, welke zijwand aar: een bovenzijde van de emmer uitmondt in een enkele 5 bovenrand, waarbij het deksel is voorzien van een bovenwand en een neerhangende omtreksschort met behulp waarvan het deksel vastklembaar is op de enkele bovenrand, waarbij de emmer nabij de bovenrand is voorzien van een zich in hoofdzaak loodrecht op de emmer uitstrekkende omtreksrib 10 die overloopt in een zich in noofdzaak evenwijdig aan de zijwand uitstrekkende afhangende rand, waarbij de omtreksrib en de daarop aansluitende afhangende rand zijn voorzien van een profiel waarop een vrije onderrand van de neerhangende omtreksschort van het deksel, in een gesloten 15 positie van het deksel, zodanig aansluit dat de vrije onderrand niet aangrijpbaar is voor een gebruiker, waarri-de emmer is voorzien van een wegneembare verzegelingslip, die zich nabij de omtreksrib en de daarop aansluitende afhangende rand bevindt ter piaacse van een 20 verzegelingspositie, waarbij de verzegelingslip in een verzegelde toestand aangrijping van de vrije onderrand van het deksel verhindert, waarbij na verwijdering van de verzegelingslip de aangrijping van de vrije onderrand van het deksel ter plaatse van de verzegelingspositie mogelijk 25 is .

Een dergelijke emmer is bekend uit het Duitse "Offenlegungsschrift" 43 06 976.

Een bezwaar van de bekende emmer is echter dat deze ter plaatse van de verzegelingspositie aanzienlijk minder 30 stijf is dan elders ter plaatse van de omtrek. Dit is het gevolg van het feit dat omtreksrib ter plaatse van de verzegelingspositie aanzienlijk lager ligt dan bij de 1005099 2 overige omtreksdelen. Doordat de bovendien de afhangende rand die aansluit op de omtreksrib een tamelijk geringe hoogte heeft is het verband tussen de omtreksrib en de afhangende rand ter plaatse van de verzegelingspositie en 5 de omtreksrib en de afhangende rand rer plaatse van de overige omtreksgebieden minimaal, hetgeen tot gevolg heeft dat de emmer gemakkelijk knikt ter plaatse van van de verzegelingspositie.

De uitvinding beoogt een emmer van het in de aanhef 10 genoemde type zonder de hierboven beschreven nadelen. Een emmer derhalve voorzien van een deksel met een enkele bovenrand en een verzegelingslip en met een over de hele omtrek in hoofdzaak gelijke stijfheid.

Aangrijping van de vrije onderrand van het deksel ter 15 plaatse van de verzegelingspositie is na verwijdering van de verzegelingslip mogelijk doordat de emmer van het in de aanhef vermelde type volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de vorm van de omtreksrib en de daarop aansluitende afhangende rand ter plaatse van de verzegelingspositie 20 afwijkt ten opzichte van de vorm daarvan ter plaatse van de overige omtreksposities, waarbij de deze afwijkende vorm echter telkens zodanig is dat de omtreksrib zich over de gehele omtrek, derhalve ook ter plaatse van de verzegelingspositie, nabij de bovenrand van emmer 25 uitstrekt, zodanig dat de stijfheid van de emmer over de gehele omtrek daarvan in hoofdzaak gelijk is.

Doordat een groot deel van de omtreksrib en bij voorkeur ook een groot deel van de afhangende rand ook na verwijdering van de verzegelingslip aanwezig blijven ter 30 plaatse van de verzegelingspositie en doordat deze achterblijvende delen zich in hoofdzaak op de zelfde hoogte ten opzichte van de bovenrand, respectievelijk afstand van de zijwand bevinden, heeft de emmer over de gehele omtrek een bijzonder goede stijfheid.

35 Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconciusie en zullen hierna aan de hand van een 1 0 0 5 0 9 9 3 aantal uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naai' de tekening, verder worden verduidelijkt.

Fig. 1 toont een perspectief-aanzicht var. een emmer; fign. 2A, 3A, 4A, 5A, 6A, 7A tonen een bovenaanzicht 5 deel van de omtreksrand van de verschillende uitvoeringsvoorbeelden van emmers ter plaatse van de verzegelingspositie; fign. 2B, 3B, 4B, 5B, 6B, 7B tonen een zij-aanzicht van een deel van de omtreksrand van de verschillende 10 uitvoeringsvoorbeelden van emmers ter plaatse van de verzegelingspositie; en fign. 2C, 3C, 4C, 5C, 6C, 7C tonen een doorsnede aanzicht over lijn C-C uit de respectievelijke A- en B-figuren.

15 Figuur 1 toont een voorbeeld van een kunststof emmer 1 waarop de onderhavige uitvinding betrekking heeft. De kunststof emmer 1 is voorzien van een bodemwand 3 en ten minste één zijwand 4, welke zijwand 4 aan een bovenzijde van de emmer uitmondt in een enkele bovenrand 5. De emmer 1 20 is tevens voorzien van een deksel 2 met een bovenwand 6 en een neerhangende omtreksschcrt 7 met behulp waarvan het deksel 2 vastklembaar is op de enkele bovenrand 5. De emmer 1 is nabij de bovenrand 5 voorzien van een zich in hoofdzaak loodrecht op de emmer 1 uitstrekkende omtreksrib 25 8 die overloopt in een zich in hoofdzaak evenwijdig aan de zijwand 4 uitstrekkende afhangende rand 9. De omtreksrib 6 en de daarop aansluitende afhangende rand 9 zijn voorzien van een profiel waarop een vrije onderrand 7a van de neerhangende omtreksschort 7 van het deksel 2, in een 30 gesloten positie van het deksel 2, zodanig aansluit dat de vrije onderrand 7a niet aangrijpbaar is voor een gebruiker. De emmer 1 is verder voorzien van een wegneembare verzegelingslip 11, die zich nabij de omtreksrib 8 en de daarop aansluitende afhangende rand 9 bevindt ter plaatse 35 van een verzegelingspositie 12. De verzegelingslip 11 verhindert in een verzegelde toestand aangrijping van de 1005099 4 vrije onderrand 7a van het deksel 2. Na verwijdering van de verzegelingslip 11 is aangrijping van de vrije onderrand 7a van het deksel 2 mogelijk ter plaatse van de verzegelingspositie mogelijk. Volgens de uitvinding is deze 5 aangrijping van de vrije onderrand 7a van het deksel 2 ter plaatse van de verzegelingspositie 12 na verwijdering van de verzegelingslip 11 mogelijk doordat de vorm van de omtreksrib 8 en de daarop aansluitende afhangende rand 9 ter plaatse van de verzegelingspositie 12 afwijkt ten 10 opzichte van de vorm daarvan ter plaatse van de overige omtreksposities. Deze afwijkende vorm is telkens zodanig dat de omtreksrib 8 zich over de gehele omtrek, derhalve ook ter plaatse van de verzegelingspositie 12, nabij de bovenrand 5 van emmer 1 uitstrekt, zodanig dat de snijfheid 15 van de emmer over de gehele omtrek daarvan in hoofdzaak gelijk is.

Bij de uitvoeringsvoorbeelden van figuren 2, 2, en 4 wordt de afwijkende vorm gekenmerkt doordat de omtreksrib 6 ter plaatse van de verzegelingspositie 12 iets lager is 20 opgesteld dan ter plaatse van de overige omtreksposities en doordat de op de omtreksrib 8 aansluitende afhangende rand 9 zich iets dichter bij de zijwand 4 van de emmer 1 bevindt dan ter plaatse van de overige omtreksposities. De verzegelingslip 11 is via een ondereinde lla daarvan 25 losmaakbaar verbonden met de omtreksrib 8 ter plaatse van de overgang tussen de omtreksrib 8 en de afhangende rand 9. In de in figuren 2-4 weergegeven uitvoeringsvoorbeelden is de losmaakbare verbinding van de verzegelingslip 11 met de omtreksrib 8 telkens gevormd door verbreekbare bruggen 13 30 uit kunststof, het is echter tevens mogelijk dat deze verbinding wordt gevormd door een zeer dunwandig kunststof vlies 14 of door een combinatie van een verbreekbare bruggen 13 met een dunwandig vlies.

Bij de in figuren 5-7 weergegeven 35 uitvoeringsvoorbeelden is de verzegelingslip 11 in wezen gevormd uit kunststofwanden 15, 16 die tevens de omtreksrib 1005099 5 8 en/of de afhangende rand 9 vormen. Ook hierbij is de verbinding tussen de verzegelingslip 11 en de omtreksrib 8 en/of afhangende rand 9 is gevormd door verbreekbare bruggen 13 uit kunststof of door een zeer dunwandig 5 kunststof vlies 14 of door een combinatie daarvan.

In alle weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de kunststof emmer 1 is de verzegelingslip 11 voorzien van een aangrijprand 11a die eenvoudig aangrijpbaar is ten behoeve van het wegbreken van de verzegelingslip 11.

10 Bij de uitvoeringsvoorbeelden van figuren 5, 6 en 7 is omtreksrib 8 over de gehele omtrek van de emmer 1 via verstevigingsribdelen 17 met de of elke zijwand 4 van de emmer 1 is verbonden, ook ter plaatse van de verzegellippositie 12. Het spreekt vanzelf dat dergelijke 15 verstevingsribdelen 17 ook zouden kunnen worden toegepast bij uitvoering van het type zoals weergegeven in de figuren r £ — L*

Een kunststof emmer 1 met een bijzonder goede stijfheid wordt verkregen wanneer de vorm van de omtreksrib 2C 8, de afhangende rand 9 en de verzegelingsrib 11 zodanig zijn dat, na het wegbreken van de verzegelingslip 11, ter plaatse van de verzegelingspositie 12 nog een belangrijk stijfheid verschaffend deel van de omtreksrib 8 en de afhangende rand 9 achterblijven. Hierbij zou het 25 achterblijvende deel van de omtreksrib 8 ter plaatse van de verzegelingspositie 12 bijvoorbeeld een breedte kunnen hebben die ten minste 50% van de breedte van de omtreksrib 8 ter plaatse van de overige omtreksposities bedraagt, terwijl het achterblijvende deel van de afhangende rand 9 30 ter plaatse van de verzegelingspositie 12 bijvoorbeeld een hoogte zou kunnen hebben die ten minste 50% van de hoogte van de afhangende rand 9 ter plaatse van de overige omtreksposities bedraagt.

Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt 35 tot het beschreven uitvoeringsvoorbeelden maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding mogelijk 1 ü ü 5 ΰ S 9 6 zijn. Zo is in figuur 1 een emmer 1 met een hengsel 16 weergegeven, welk hengsel 18 via een scharnier 19 met de zijwand 4 van de emmer 1 is verbonden. De uitvinding is echter tevens toepasbaar bij emmers die niet van een 5 hengsel 18 zijn voorzien. Verder is in de onderhavige tekst telkens gesproken over slechts één verzegelingslip 11 en één verzegelingspositie 12. Het zal echter duidelijk zijn dat de uitvinding hiertoe niet is beperkt en dat emmers met twee of meer verzegelingslippen en verzegelingsposities die 10 zijn uitgevoerd zoals hierboven uitvoerig beschreven eveneens binnen het raam van de uitvinding vallen.

1 0 0 5 0 9 9

Claims

1. C 5 0 9 9 s omtrek van de emmer (1) via verstevigingsribdeien (17-, mci.. de of elke zijwand (4) van de emmer (1) is verbonden.

1. Kunststof emmer (1) voorzien van een deksel (2), waarbij de emmer is voorzien van een bodemwand (3) en ten minste één zijwand (4), welke zijwand (4) aan een bovenzijde van de emmer uitmondt in een enkele bovenrand 5 (5), waarbij het deksel (2) is voorzien van een bovenwand (6) en een neerhangende omtreksschort (7) met behulp waarvan het deksel (2) vastklembaar is op de enkele bovenrand (5) , waarbij de emmer (1) nabij de bovenrand ; 5 ' is voorzien van een zich in hoofdzaak loodrecht op de emmer 10 uitstrekkende omtreksrib (8) die overloopt in een zich in hoofdzaak evenwijdig aan de zijwand (4) uitstrekkende afhangende rand (9), waarbij de omtreksrib (8) en de daaror aansluitende afhangende rand (9) zijn voorzien van een profiel waarop een vrije onderrand (7a) van de neerhangende 15 omtreksschort (7) van het deksel (2), in een gesloten positie van het deksel (2), zodanig aansluit dat de vrije onderrand (7a) niet aangrijpbaar is voor een gebruiker, waarbij de emmer (1) is voorzien van een wegneembare verzegelingslip (11), die zich nabij de omtreksrib (8. en 20 de daarop aansluitende afhangende rand (9) bevindt ter plaatse van een verzegelingspositie (12), waarbij de verzegelingslip (11) in een verzegelde toestand aangrijping van de vrije onderrand (7a) van het deksel (2) verhindert, waarbij na verwijdering van de verzegelingslip (11) de 25 aangrijping van de vrije onderrand (7a) van het deksel (2) ter plaatse van de verzegelingspositie mogelijk is, met het kenmerk, dat de aangrijping van de vrije onderrand (7a) var: het deksel (2) ter plaatse van de verzegelingspositie (12) na verwijdering van de verzegelingslip (11) mogelijk is 30 doordat de vorm van de omtreksrib (8) en de daarop aansluitende afhangende rand (9) ter plaatse van de verzegelingspositie (12) afwijkt ten opzichte van de vorm daarvan ter plaatse van de overige omtreksposities, waarbij 1005099 de deze afwijkende vorm echter telkens zodanig is dat de omtreksrib (8) zich over de gehele omtrek, derhalve ook ter plaatse van de verzegelingspositie (12), nabij de bovenrand (5) van emmer (1) uitstrekt, zodanig dat de stijfheid van 5 de emmer over de gehele omtrek daarvan in hoofdzaak gelijk is .

2. Kunststof emmer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de omtreksrib (8) ter plaatse van de verzegelingspositie (12) iets lager is opgesteld dan ter 10 plaatse van de overige omtreksposities en dat de op de omtreksrib (8) aansluitende afhangende rand (9) zich iets dichter bij de zijwand (4) van de emmer (1) bevindt dan ter plaatse van de overige omtreksposities, waarbij de verzegelingslip (11) via een ondereinde (11a) daarvan 15 losmaakbaar is verbonden met de omtreksrib (8) ter plaatse van de overgang tussen de omtreksrib (8) en de afhangende rand (9).

3. Kunststof emmer volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de losmaakbare verbinding van de verzegelingslip (11) 20 met de omtreksrib is gevormd door verbreekbare bruggen (13 uit kunststof of door een zeer dunwandig kunststof vlies (14) of door een combinatie daarvan.

4. Kunststof emmer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verzegelingslip (11) is gevormd uit de 25 kunststofwanden (15, 16) die tevens de omtreksrib (8) en/of de afhangende rand (9) vormen, waarbij de verbinding tussen de verzegelingslip (11) en de omtreksrib (8) en/of afhangende rand (9) is gevormd door verbreekbare bruggen (13) uit kunststof of door een zeer dunwandig kunststof 30 vlies (14) of door een combinatie daarvan.

5. Kunststof emmer volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verzegelingslip (11) is voorzien van een aangrijprand (11a) die eenvoudig aangrijpbaar is ten behoeve van het wegbreken van de verzegelingslip (11).

6. Kunststof emmer volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het omtreksrib (8) over de gehele

7. Kunststof emmer volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vorm van de omtreksrib 5 (8), de afhangende rand (9) en de verzegelingsrib (11) zodanig zijn dat, na het wegbreken van de verzegelingslip (11), ter plaatse van de verzegelingspositie (12) nog een belangrijk stijfheid verschaffend deel van de omtreksrib (8) en de afhangende rand (9) achterblijven.

8. Kunststof emmer volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat, na het verwijderen van de verzegelingslip (11', het achterblijvende deel van de omtreksrib (8) ter plaatse var. de verzegelingspositie (12) een breedte heeft die ten minste 50% van de breedte van de omtreksrib (8 > ter plaatse 15 van de overige omtreksposities bedraagt, waarbij het achterblijvende deel van de afhangende rand (9) ter plaat Sevan de verzegelingspositie (12) een hoogte heeft die ten minste 50¾ van de hoogte van de afhangende rand (9': ter plaatse van de overige omtreksposities bedraagt. 1005099