NL1005782C1 - Taartvorm. - Google Patents

Description

Taartvorm

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een taartvorm, geschikt voor het opnemen van een te bakken substantie, ten minste omvattende een bodemplaat en een 5 zich in hoofdzaak loodrecht daarop uitstrekkende wand, waarbij de wand losneembaar met de bodemplaat is verbonden.

Taartvormen waarbij de wand losneembaar met de bodemplaat is verbonden zijn algemeen bekend. Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan een springvorm, zoals 10 bijvoorbeeld beschreven in het Duitse Gebrauchsmuster met nummer 92 17 802.2, waarbij een ronde bodemplaat omgeven wordt door een ringvormige wand die losneembaar om de bodem heen is geklemd onder toepassing van een daartoe geschikte klemsluiting. Gewoonlijk is hierbij de binnenzijde van de wand voorzien van een groef, waarin de buitenrand van de bodemplaat kan worden opgenomen.

15

Dergelijke bekende taartvormen hebben gewoonlijk een vaste, veelal ronde, vorm. De onderhavige uitvinding beoogt daarentegen een taartvorm volgens de aanhef te verschaffen die niet noodzakelijkerwijs een ronde vorm behoeft te hebben, doch ii. verscheidene verschillende vormen kan worden uitgevoerd. Dergelijke ‘fantasie’-20 taartvormen zijn weliswaar bekend, echter alleen voor taartvormen waarbij de bodemplaat en de wand uit een geheel zijn gevormd.

De taartvorm volgens de aanhef wordt gekenmerkt doordat de wand buigzaam is en met behulp van bevestigingsmiddelen met de bodemplaat is verbonden, waarbij de 25 bevestigingsmiddelen eerste bevestigingsorganen omvatten die volgens een patroon aan de bodemplaat voorzien zijn, alsmede tweede bevestigingsorganen die voorzien zijn aan de wand en dat bij onderlinge samenwerking van de bevestigingsorganen de wand in hoofdzaak het patroon van de eerste bevestigingsorganen volgt.

30 De bodemplaat omvat eerste bevestigingsorganen die volgens een patroon hierin zijn gevormd. De wand is buigzaam uitgevoerd en is in ongebonden toestand in hoofdzaak recht van vorm. Bovendien is de wand voorzien van tweede bevestigingsorganen die met de eerste bevestigingsorganen kunnen samenwerken. Bij verbinding van de eerste 1005782 -2- met de tweede bevestigingsorganen zal de wand overeenkomstig het patroon van de eerste bevestigingsorganen gebogen en vervormd worden. Het patroon van de eerste bevestigingsorganen bepaalt derhalve de uiteindelijke uitvoeringsvorm van de taartvorm. Daar de wand in ongebonden toestand veelal recht is, doch enigerlei vorm 5 aan kan nemen, is deze voor elke gewenste vorm gelijk. Door verschillende bodemplaten te voorzien van verschillende patronen van eerste bevestigingsorganen kunnen vervolgens met behulp van de buigzame wand verschillend gevormde taartbodems gemaakt worden. In de praktijk kan de taartbodem derhalve geleverd worden door een of meer bodemplaten, al dan niet met verschillende patronen van eerste 10 bevestigingsorganen, tezamen met een toereikende hoeveelheid -universele- wand te leveren. Na gebruik van de taartvorm kan de wand op eenvoudige wijze van de bodemplaat worden verwijderd en, indien gewenst, opnieuw, bij de zelfde dan wel bij een andere bodemplaat, worden toegepast.

15 In een bijzondere uitvoeringsvorm omvatten de eerste bevestigingsorganen gleufvormige elementen, terwijl de tweede bevestigingsorganen zich aan de onderzijde van de wand uitstrekkende buigzame lipvormige elementen omvatten. Deze lipvormige en gleufvormige elementen werken samen door de lipvormige elementen door de gleuven te steken en vervolgens om te buigen.

20

In een volgende uitvoeringsvorm omvatten de eerste bevestigingsorganen zich in hoofdzaak loodrecht op het vlak van de bodemplaat uitstrekkende buigzame lipvormige elementen, terwijl de tweede bevestigingsorganen zich nabij de onderzijde van de wand bevindende gleufvormige elementen omvatten. Wederom zullen de lipvormige 25 elementen door de gleuven gestoken en omgebogen moeten worden om verbinding van de bodemplaat met de wand te bewerkstelligen.

On te voorkomen dat de te bakken substantie, zoals bijvoorbeeld cakebeslag, wegvloeit tussen de onderzijde van de wand en de bodemplaat, is de wand van de taartvorm in een 30 voordelige uitvoeringsvorm tevens voorzien van aanvullende afdichtingsmiddelen om een afdichting tussen de wand en de bodemplaat te bewerkstelligen.

1005782 -3-

Dergelijke afdichtingsmiddelen omvatten bij voorkeur zich aan de onderzijde van de wand uitstrekkende buigzame afdichtingslippen. De afdichtingslippen kunnen, bij bevestiging van de wand aan de bodemplaat, naar de binnenzijde worden gebogen zodat de te bakken substantie op de lippen wordt gegoten of geplaatst en het wegvloeien 5 hiervan wordt voorkomen.

Bij voorkeur worden de lipvormige elementen afgewisseld door de afdichtingslippen.

Zowel de bodemplaat als de wand kunnen gemaakt worden uit duurzame materialen, 10 zoals bijvoorbeeld aluminium, waarbij slechts het vereiste geldt dat de wand buigzaam is. Gezien het gebruiksgemak heeft het echter de voorkeur om de bodemplaat en de wand te vervaardigen uit een wegwerpmateriaal. Met voordeel wordt het wegwerpmateriaal hierbij gekozen uit de groep die bestaat uit karton, kunststof of laminaat. Dergelijke materialen zijn in het algemeen vrij goedkoop en voorzien bij 15 toepassing hiervan in een zeer gebruiksvriendelijke taartvorm.

Met voordeel zijn de wegwerpmaterialen, althans aan de zijde hiervan die in aanraking komt met de te bakken substantie, voorzien van een anti-kleefmateriaal. Hierdoor kunnen de wand en de bodemplaat, na gebruik, eenvoudig van de taart worden 20 verwijderd zonder dat de taartvorm voor gebruik ingevet dient te worden.

Hoewel de wand buigzaam is uitgevoerd en als zodanig in vrijwel elke gewenste vorm kan worden gebogen, heeft het de voorkeur dat de wand na het in de gewenste vorm brengen hiervan niet alleen door de samenwerking van de eerste met de tweede 25 bevestigingsorganen, doch ook op zichzelf in hoofdzaak in deze gewenste vorm gehandhaafd blijft. Hiertoe omvat de wand bij voorkeur een of meer facetten, waarbij deze facetten met voordeel gevormd zijn door middel van een rilbewerking. Bij het ombuigen van de wand kunnen de rillen overeenkomstig worden gebogen opdat de wand in hoofdzaak in de gewenste vorm blijft. Hierdoor is de samengestelde taartvorm 30 uiteindelijk ook stabieler.

1005782 -4-

De uitvinding zal in het navolgende nader worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekening, waarin: figuur 1 een samengestelde taartvorm volgens de onderhavige uitvinding toont; figuur 2 een deel van de wand van de taartvorm met de tweede 5 bevestigingsorganen toont; figuur 3 een deel van de bodemplaat van de taartvorm met de eerste bevestigingsorganen toont figuur 4 een gedeeltelijk samengestelde taartvorm toont; figuur 5 een gedeeltelijk samengestelde taartvorm in een volgende 10 uitvoeringsvorm toont; figuur 6 een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van de bodemplaat toont; en figuur 7 een bovenaanzicht van een volgende uitvoeringsvorm van de bodemplaat toont.

De tekeningen zijn zuiver schematisch en niet op schaal weergegeven. Met name zijn ter 15 wille van de duidelijkheid sommige dimensies sterk overdreven weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren zoveel mogelijk met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.

Figuur 1 toont de taartvorm 1 volgens de onderhavige uitvinding, omvattende een 20 bodemplaat 3 met een zich in hoofdzaak loodrecht daarop uitstrekkende wand 2. De wand 2 omvat hierbij een buigzaam materiaal. Zowel de wand 2 als de bodemplaat 3 kunnen, indien gewenst, vervaardigd worden uit een wegwerpmateriaal, zoals bijvoorbeeld karton. De wand 2 is voorzien van tweede bevestigingsorganen in de vorm van lip vormige elementen 4. Deze wand 2 met lipvormige elementen 4 is in meer detail 25 in figuur 2 getoond. Om de wand 2 aan de bodemplaat 3 te bevestigen dient een samenwerking tussen de eerste en tweede bevestigingsorganen tot stand te worden gebracht. Hiertoe worden de lipvormige elementen 4 in gleufvormige elementen 6 in de bodemplaat gebracht, waarna het lipvormige element aan de onderzijde van de bodemplaat 3 wordt omgebogen. Figuur 3 toont in meer detail de bodemplaat 3 met de 30 gleufvormige elementen 6. De wand 2 omvat bij voorkeur meerdere facetten die door middel van een rilbewerking en het daaropvolgende omvouwen van de ril 5 gevormd 1005782 -5- zijn. Door het rillen en het daaropvolgend buigen van de wand 2 in de gewenste configuratie, blijft de wand in hoofdzaak in de gewenste vorm. Om de wand 2 nog verder te verstevigen, wordt deze bij voorkeur van een rillijn 11 voorzien, zodat de bovenzijde van de wand 2 langs deze lijn 11 naar buiten kan worden gevouwen.

5

In figuur 4 is getoond op welke wijze de wand 2 met de bodemplaat 3 wordt verbonden. De wand 2 is buigzaam uitgevoerd en omvat in ongebonden toestand een in hoofdzaak rechte strook. De bodemplaat 3 is voorzien van een patroon van eerste bevestigingsorganen in de vorm van gleufvormige elementen 6. Om de wand 2 met de 10 bodemplaat 3 te verbinden moet een samenwerking tussen de lipvormige elementen 4 en de gleufvormige elementen 6 tot stand worden gebracht door de lipvormige elementen 4 door de gleufvormige elementen 6 heen te steken en daarna aan de onderzijde om te vouwen. Zoals te zien is in figuur 4 wordt de wand 2 hierbij gebogen opdat deze in hoofdzaak overeenkomt met het patroon van gleufvormige elementen 6 in de 15 bodemplaat 3.

Figuur 5 toont een soortgelijke taartbodem als in figuur 4, met het verschil dat de wand 2 is voorzien van aanvullende afdichtingsmiddelen in de vorm van buigzame afdichtingslippen 9. Deze afdichtingslippen 9 kunnen bij koppeling van de wand 2 met 20 de bodemplaat 3 naar binnen worden gebogen, zodat de te bakken substantie op de lippen 9 terecht komt en niet tussen de wand 2 en de bodemplaat 3 weg kan lekken. Hoewel dit niet duidelijk blijkt uit de getoonde uitvoeringsvorm, is de breedte van de afdichtingslippen 9 op de plaats waar deze worden gebogen, bij voorkeur in hoofdzaak gelijk aan de afstand tussen de lipvormige elementen 4.

25

Hoewel de taartvorm volgens de onderhavige uitvinding een gebruikelijke vorm kan hebben, waarbij een bodemplaat 3 zoals getoond in figuur 5 wordt toegepast, is het ook mogelijk om de taartvorm in een zogenaamde fantasie-vorm uit te voeren. Een voorbeeld hiervan is getoond in figuur 6, waarbij de bodemplaat 3 in de vorm van een 30 gitaar is uitgevoerd. Doordat de wand 2 buigzaam is en bij samenwerking met de bevestigingsorganen aan de bodemplaat 3 het patroon hiervan aanneemt, kan de wand 2 1005782 -6- zich in overeenkomstige vorm loodrecht uitstrekken op de bodemplaat 3. De buitenrand 8 van de bodemplaat 3 kan overeenkomstig het patroon van de eerste bevestigingsorganen 6 gevormd zijn, zoals aangegeven met verwijzingscijfer 8A, doch kan ook een andere, bijvoorbeeld rechthoekige vorm, aannemen, zoals aangegeven met 5 verwijzingscijfer 8B.

De wand 2 behoeft langs de omtrek van de taartvorm 1 niet uit één deel gevormd te zijn, doch kan uit meerdere delen bestaan. Om het ontstaan van openingen in de wand 2 te vermijden worden de wanduiteinden met daaraan de lipvormige elementen 4 10 gedeeltelijk over elkaar heen gelegd opdat door ten minste een gleuf een ‘dubbel’ lipvormig element 4 wordt gestoken. Deze zelfde maatregel kan worden toegepast voor het sluiten van de uiteinden, zoals getoond in figuur 1 met verwijzingscijfer 7.

Na gebruik van de taartvorm 1 kan de wand 2 eenvoudig van de bodemplaat 3 15 verwijderd worden door de lipvormige elementen 4 weer terug te vouwen in de uitgangspositie en uit de gleuven te halen.

Het voordeel van de taartvorm volgens de onderhavige uitvinding is dat deze in vrijwel iedere gewenste vorm geleverd kan worden, gezien het feit dat de wand universeel is, 20 terwijl het patroon van bevestigingsorganen in de bodemplaat de uiteindelijke vorm bepaald. Door verschillende bodemplaten te gebruiken, kan derhalve de vorm van de taartvorm gevarieerd worden.

1905782

Claims (12)

1. Taartvorm (1), geschikt voor het opnemen van een te bakken substantie, ten minste omvattende een bodemplaat (3) en een zich in hoofdzaak loodrecht daarop uitstrekkende 5 wand (2), waarbij de wand (2) losneembaar met de bodemplaat (3) is verbonden, met het kenmerk, dat de wand (2) buigzaam is en met behulp van bevestigingsmiddelen met de bodemplaat (3) is verbonden, waarbij de bevestigingsmiddelen eerste bevestigingsorganen (6) omvatten die volgens een patroon aan de bodemplaat voorzien zijn, alsmede tweede bevestigingsorganen (4) die voorzien zijn aan de wand (2) en dat 10 bij onderlinge samenwerking van de bevestigingsorganen (4,6) de wand (2) in hoofdzaak het patroon van de eerste bevestigingsorganen (6) volgt.

2. Taartvorm volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de eerste bevestigingsorganen (6) gleufvormige elementen omvatten, terwijl de tweede bevestigingsorganen (4) zich 15 aan de onderzijde van de wand uitstrekkende buigzame lipvormige elementen omvatten.

3. Taartvorm volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de eerste bevestigingsorganen zich in hoofdzaak loodrecht op het vlak van de bodemplaat uitstrekkende buigzame lipvormige elementen omvatten, terwijl de tweede bevestigingsorganen zich nabij de 20 onderzijde van de wand bevindende gleufvormige elementen omvatten.

4. Taartvorm volgens één of meer van de conclusies 1-3, met het kenmerk dat de wand (2) tevens voorzien is van aanvullende afdichtingsmiddelen om een afdichting tussen de wand (2) en de bodemplaat (3) te bewerkstelligen. 25

5. Taartvorm volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de afdichtingsmiddelen zich aan de onderzijde van de wand uitstrekkende buigzame afdichtingslippen (9) omvatten.

6. Taartvorm volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de lipvormige elementen (4) 30 worden afgewisseld door de afdichtingslippen (9). 1805782 -8-

7. Taartvorm volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de bodemplaat (3) en de wand (2) vervaardigd zijn uit een wegwerpmateriaal.

8. Taartvorm volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de 5 bodemplaat (3) en de wand (2) vervaardigd zijn uit een materiaal dat gekozen is uit de groep die bestaat uit karton, kunststof of laminaat.

9. Taartvorm volgens conclusies 7 of 8, met het kenmerk dat de taartvorm, althans aan de zijde hiervan die in aanraking komt met de te bakken substantie, voorzien is van een 10 anti-kleefmateriaal.

10. Taartvorm volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wand een of meer facetten omvat.

11. Taartvorm volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de facetten gevormd zijn door middel van een rilbewerking.

12. Taartvorm volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de wand nabij de bovenzijde voorzien is van een in hoofdzaak parallel aan de onderzijde 20 van de wand verlopende rillijn (11). 1003782