NL1005040C1 - Werkwijze voor het vervaardigen van met was geïmpregneerd touw. - Google Patents
Werkwijze voor het vervaardigen van met was geïmpregneerd touw. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1005040C1 NL1005040C1 NL1005040A NL1005040A NL1005040C1 NL 1005040 C1 NL1005040 C1 NL 1005040C1 NL 1005040 A NL1005040 A NL 1005040A NL 1005040 A NL1005040 A NL 1005040A NL 1005040 C1 NL1005040 C1 NL 1005040C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- rope
- wax
- impregnated
- bath
- heating
- Prior art date
Links
Classifications
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D07—ROPES; CABLES OTHER THAN ELECTRIC
- D07B—ROPES OR CABLES IN GENERAL
- D07B7/00—Details of, or auxiliary devices incorporated in, rope- or cable-making machines; Auxiliary apparatus associated with such machines
- D07B7/02—Machine details; Auxiliary devices
- D07B7/12—Machine details; Auxiliary devices for softening, lubricating or impregnating ropes, cables, or component strands thereof
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D07—ROPES; CABLES OTHER THAN ELECTRIC
- D07B—ROPES OR CABLES IN GENERAL
- D07B1/00—Constructional features of ropes or cables
- D07B1/14—Ropes or cables with incorporated auxiliary elements, e.g. for marking, extending throughout the length of the rope or cable
- D07B1/141—Ropes or cables with incorporated auxiliary elements, e.g. for marking, extending throughout the length of the rope or cable comprising liquid, pasty or powder agents, e.g. lubricants or anti-corrosive oils or greases
- D07B1/142—Ropes or cables with incorporated auxiliary elements, e.g. for marking, extending throughout the length of the rope or cable comprising liquid, pasty or powder agents, e.g. lubricants or anti-corrosive oils or greases for ropes or rope components built-up from fibrous or filamentary material
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T428/00—Stock material or miscellaneous articles
- Y10T428/29—Coated or structually defined flake, particle, cell, strand, strand portion, rod, filament, macroscopic fiber or mass thereof
- Y10T428/2913—Rod, strand, filament or fiber
- Y10T428/2933—Coated or with bond, impregnation or core
- Y10T428/2938—Coating on discrete and individual rods, strands or filaments
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T428/00—Stock material or miscellaneous articles
- Y10T428/29—Coated or structually defined flake, particle, cell, strand, strand portion, rod, filament, macroscopic fiber or mass thereof
- Y10T428/2913—Rod, strand, filament or fiber
- Y10T428/2933—Coated or with bond, impregnation or core
- Y10T428/2964—Artificial fiber or filament
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T428/00—Stock material or miscellaneous articles
- Y10T428/29—Coated or structually defined flake, particle, cell, strand, strand portion, rod, filament, macroscopic fiber or mass thereof
- Y10T428/2913—Rod, strand, filament or fiber
- Y10T428/2933—Coated or with bond, impregnation or core
- Y10T428/2971—Impregnation
Landscapes
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
- Ropes Or Cables (AREA)
- Reinforced Plastic Materials (AREA)
- Treatments For Attaching Organic Compounds To Fibrous Goods (AREA)
Description
WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN MET WAS GEÏMPREGNEERD TOUW.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van met was geïmpregneerd touw.
5 In het bijzonder bij visgerei zoals netten en sleepnetten en dergelijke, is het wenselijk dat de voor het vormen of vastbinden van deze voorwerpen gebruikte touwen zo buigzaam en hanteerbaar mogelijk zijn en hun sterkte gedurende een lange gebruikstijd behouden. Touwen voor dit doel zijn gewoonlijk van kunststof materiaal en meestal van 10 nylon gemaakt.
Om de sterkte van een touw en de stabiliteit van in het touw gelegde knopen te bewaren en om het slijtvast te maken, is het bekend het touw bij het vervaardigen daarvan met was te behandelen. Dit heeft ook tot doel het touw buigzamer en hanteerbaarder te maken.
15 Een andere doel van een dergelijke behandeling is te voorkomen dat het touw bij gebruik in water, bijvoorbeeld voor vissen, water opneemt en zo zwaarder en moeilijker hanteerbaar wordt, terwijl bovendien zijn treksterkte afneemt. Bovendien kan door het touw met was te behandelen voorkomen worden dat zandkorrels in het touw dringen, waar 20 het zand in gebruik zodanige slijtage aan de filamenten van het touw kan veroorzaken, dat de sterkte van het touw afneemt en er gevaar voor breuk bestaat, met mogelijk zeer ernstige gevolgen. Ook zal de wasbehandeling de inwendige wrijving in het touw verminderen, daar de filamenten gemakkelijker op elkaar kunnen schuiven wanneer het touw ge-25 rekt, gevierd of gebogen wordt.
Dus is het voor een doelmatige behandeling van het touw wenselijk een impregnering te bereiken, waardoor de was tussen en om de vezels van het touw wordt afgezet. Een mogelijkheid om de filamenten of strengen waarvan het touw gemaakt is volgens een doorloopwerkwijze met was 30 te behandelen, is door deze filamenten of strengen kortstondig door een bad met warme, vloeibare was te leiden. Deze werkwijze kan een goede impregnering opleveren, maar zal normaal gesproken aanzienlijke moeilijkheden bij de touwproductie opleveren, wanneer op kritische plaatsen van de machines ongewenst was afgezet kan worden, terwijl de 35 door de was vettige filamenten bovendien moeilijk bij de productie van het touw te hanteren zijn.
Derhalve is het geschikter gebleken het voltooide touw te impregneren. In dit verband moet het touw niet alleen aan zijn oppervlak 10 05 0 40 2 worden behandeld, maar dient het diep geïmpregneerd te worden, en in GB-A-1 296 339 is zelfs voorgesteld om van een impregnering onder echte druk gebruik te maken, daar wordt voorgesteld een dienovereenkomstig te behandelen meeraderige kabel door een behandelkamer te 5 bewegen naar welke impregneermiddel onder druk wordt toegevoerd. In verband met touw is het echter niet nodig gebleken een dergelijke werkwijze te gebruiken, omdat een toereikend binnendringen van was bereikt kan worden door het touw enkel over een geschikte afstand of gedurende een geschikte tijd door een wasbad te leiden.
10 In beide gevallen zal echter een aanzienlijke waslaag op het buitenoppervlak van het touw achterblijven. Het is aantrekkelijk als te voelen is dat het touw met was geïmpregneerd is, maar dat wordt al snel een nadeel als een echte waslaag op het oppervlak blijft zitten, ook als is deze laag erg dun. De dikte van de laag kan aanzienlijk 15 gereduceerd worden door het touw af te schrapen of door het touw tussen tegenover elkaar liggende klemrollen "uit te knijpen" om het was-verbruik al te verminderen, maar gebleken is dat het zelfs hierdoor moeilijk is het ongewenste vettige karakter te vermijden, dat al ontstaat als er maar een beetje vrije was op het oppervlak zit.
20 Overwogen moet worden de was in een natuurlijke toestand op het touw te laten zitten, dat wil zeggen in een gestolde, halfstijve toestand die bereikt wordt door het koelen nadat het touw door het warme wasbad is gegaan, zonder enige verdere fixatie of harding daarvan. Het is bekend andere vanuit milieu-oogpunt en ten aanzien van de doeltref-25 fendheid minder aantrekkelijke impregneringsmiddelen te gebruiken die echt gehard kunnen worden, zie US-A-3 424 608 en US-A-3 9H 785. bijvoorbeeld door het geïmpregneerde touw door een verwarmingszone te voeren. Hierdoor kan bereikt worden dat zelfs een op de buitenkant achtergebleven laag impregneermiddel niet kleverig en niet vettig is, 30 maar dat staat los van de uitvinding, die op het gebruik van een milieuvriendelijke en niet hardbare hars als impregneermiddel gericht is.
Door uitvoerige proefnemingen in verband met de uitvinding is gebleken dat het in feite mogelijk is een touwoppervlak te verkrijgen 35 dat na doorgang van het touw door een warm wasbad, volledig vrij van een teveel aan was is, namelijk doordat het touw voor of voor dat doel na een koeling volgende op zijn doorgang door het warme wasbad, door een verwarmingszone wordt bewogen om de impregneringswas tot boven 1005040 3 zijn smelttemperatuur te verwarmen. Deze behandeling heeft niets met een harding van het impregneringsmiddel te maken, maar integendeel met het vloeibaar maken daarvan, zodat de was door een bestaande ca-pillairwerking in het touw gezogen zal worden, voor een deel om de 5 inwendige impregnatie te voltooien en voor een deel om het teveel aan was van het buitenoppervlak te verwijderen. Het is mogelijk gebleken hierdoor een resultaat te verkrijgen dat ideaal is ten aanzien van het feit dat het oppervlak van was ontdaan is maar toch zijn met was geïmpregneerde karakter behoudt.
10 Hierdoor kunnen die werkingsvoordelen worden bereikt, terwijl het touw niet vet lijkt en geschikt is om knopen te leggen voor visnetten, sleepnetten en dergelijke.
Het is belangrijk op te merken dat de doorloopimpregnering van het touw zodanig bestuurd dient te worden, dat het touw niet volledig 15 geïmpregneerd wordt, daar het touw anders niet meer over de noodzakelijke capaciteit zal beschikken om het teveel aan was van het buitenoppervlak op te nemen.
Bovendien is het van belang op te merken dat het aanbrengen van de hete was met de daarmee gepaard gaande intensieve verwarming van de 20 touwfilamenten een probleem zal veroorzaken dat al bekend is in verband met elke verwarmingsbehandeling van touwen: een verwarming mag of kan dan zeer gewenst zijn om een voorkrimpen van de touwen te bewerkstelligen, zodat het touw daarna gevrijwaard blijft van een dergelijk krimpen, dat anders onvermijdelijk bij praktisch gebruik van het touw 25 op zou treden als gevolg van ontspanning vein inwendige spanningen, die hun oorsprong vinden in de productie van de filamenten en/of het vervaardigen van het touw. Voor sommige toepassingen of producten, bijvoorbeeld sleepnetten, is het belangrijk dat het voor het vervaardigen van het product gebruikte touw in het algemeen is voorgekrompen, zodat 30 het een zeer geringe resterende krimpbaarheid heeft wanneer het in gebruik wordt genomen, omdat een ongelijkmatig verder krimpen, bijvoorbeeld met een omvang van 10# een ongunstige verwringing van het product kan veroorzaken. De andere kant van het probleem is dat elke verwarming van het ongebruikte touw onvermijdelijk tot een afname van 35 de sterkte van het touw leidt, waarbij de sterkte des te meer afneemt des te hoger de temperatuur is.
Voor elk touwproduct dient derhalve overwogen te worden of de sterkte ofwel de restkrimp voor het beoogde gebruik de hoogste priori- 1005040 4 teit heeft. In verband met de onderhavige uitvinding is het mogelijk gebleken zowel een zeer geringe restkrimp van slechts 0-2% te verkrijgen, als een relatief geringe sterkte-afname, die slechts zo'n 10-20# kan bedragen, terwijl deze waarde normaal hoger is voor effectief 5 voorgekrompen touwen.
Om al deze redenen is het van belang dat het touw slechts gedurende enkele seconden met het warme wasbad in contact is, bijvoorbeeld korter dan 10 seconde of zelfs korter dan 1 seconde, terwijl de navolgende verwarming in lucht bijvoorbeeld 5_30 minuten mag duren ten 10 einde de gewenste wasverdeling te verkrijgen zonder de touwsterkte aanzienlijk verder te verminderen.
Het is dus tamelijk kritisch de tijd dat het touw in het wasbad verblijft overeenkomstig de gewenste eigenschappen van het uiteindelijke touwproduct in te stellen, en over het algemeen zal dit een zaak 15 zijn van het empirisch instellen van de procesparameters.
De mate van wasabsorptie en krimp kan worden bestuurd door de temperatuur van respectievelijk het wasbad en de verwarmingszone, alsmede door de bijbehorende duur van de touwdoorgang daardoor. De afmeting van het touw is van belang, daar een dik touw wel een twee 20 maal zo lange behandeltijd in de verwarmingszone nodig kan hebben als een dun touw.
Een de voorkeur hebbende wassoort is van het type dat bekend is als microkristallijne was met een smeltpunt van ongeveer 75°C. De temperatuur van het wasbad kan ongeveer 80-100°C of meer bedragen en 25 normaal zal het voldoende zijn ervoor te zorgen dat het touw tamelijk kort, bijvoorbeeld ongeveer 2 seconde in het bad is ondergedompeld wanneer het daardoorheen bewogen wordt. Daarna dient het touw, wanneer het teveel aan was eruit is geknepen, verder gevoerd worden in een verwarmingseenheid met een luchttemperatuur van bijvoorbeeld 120-30 130eC, en bij voorkeur een luchttemperatuur tussen 100 en 150°C. De verblijfstijd van het touw in de verwarmingseenheid is betrekkelijk lang, bijvoorbeeld ongeveer 10 minuten, waarbij deze verblijfstijd in het algemeen tussen ongeveer 5 en 20 minuten of meer varieert. Dit betekent niet dat het touw bijzonder langzaam bewogen moet worden, 35 daar zich een grote lengte in de verwarmingseenheid kan bevinden. In deze eenheid dient het touw zodanig geleid te worden dat het die gewenste mate van krimping kan ondergaan.
Bij voorkeur dient het touw, nadat dit de verwarmingseenheid 1005040 5 heeft verlaten, enigszins gekoeld te worden en wel voldoende om de was te laten stollen voordat het touw vervolgens wordt opgerold, zodat het dan zonder kleefproblemen kan worden opgerold.
Het touw zelf vertoont wanneer het goed behandeld is de opmerke-5 lijk eigenschap dat hierop zelfs wanneer het uit elkaar gehaald wordt geen zichtbare wasafzetting aanwezig is en dat ook niet op de afzonderlijke strengen of filamenten. Er is een zekere geringe adhesie tussen de dunste vezels of liever gezegd kleven deze aan elkaar, maar dat geldt niet voor de strengen, zodat het touw goed geschikt is om 10 gemakkelijk gesplitst te worden. Zo is het duidelijk dat de was echt van het oppervlak van de strengen is weggezogen, zelfs op de plaatsen waar de strengen elkaar raken, terwijl het oppervlak toch "van binnenuit geïmpregneerd" blijft. Het oppervlak glimt minder dan nylontouwen of dergelijke gewoonlijk doen en voelt prettig zacht aan ("zachte 15 greep"). In gebruik zal het gladde en compacte oppervlak voor een lage waterweerstand zorgen wanneer de touwproducten door het water worden gesleept en het touw zal zijn afmetingen behouden met een onbeduidende restkrimp (0-1,5%) en zonder op te zwellen of anderszins dikker te worden.
20 Navolgend zal de uitvinding gedetailleerder worden beschreven aan de hand van de tekening en daarin toont:
Figuur 1 een schematisch aanzicht van een modulair productiesysteem voor het vervaardigen van met was geïmpregneerde touwen 25 volgens de uitvinding;
Figuur 2 een schematisch aanzicht van een impregneringsmodule;
Figuur 3 een schematisch aanzicht van een verwarmingskastmodule; en
Figuur 4 een schematisch aanzicht van een koelinrichting-kastmo-30 dule;
Volgens figuur 1 wordt een touw 4 dat met een gebruikelijk productiesysteem (niet getoond) is vervaardigd, door geleidingsmiddelen 5 eerst door een impregneringsmodule 1 geleid, vervolgens door een ver-35 warmingskastmodule 2 en daarna door een koelinrichting-kastmodule 3* waarna het touw in een niet getoond wikkelstation wordt opgerold. In elk van de modules 1, 2 en 3 en zo nodig zelfs daartussen, wordt het touw geleid en voortbewogen door als wielen of cilinders uitgevoerde 1005040 6 geleidingsmiddelen 5* Sommige daarvan kunnen aandrijfwielen of -cilinders zijn. De voortbewegingssnelheid kan door een (niet getoonde) besturingseenheid worden bestuurd.
In figuur 2 is de impregneringsmodule 1 gedetailleerder getoond.
5 Een touw 4 gaat de module in een hoofdzakelijk horizontale richting binnen, zoals met pijl A is aangegeven, via een geleidingsmiddel 5. waarna het touw tot een hoofdzakelijk verticale richting van richting verandert en naar beneden in een een wasbad 8 bevattend impregnerings-deel 6 wordt bewogen. In dit bad wordt het touw door twee geleidings-10 rollen 7 geleid, die horizontaal en verticaal verplaatsbaar zijn waardoor de ondergedompelde lengte van het touw kan worden ingesteld. Het touw 4 beweegt in hoofdzaak horizontaal tussen de rollen 7 en verlaat het wasbad 8 en de eenheid 6 in bovenwaartse richting, waarna het door een eenheid 9 gaat voor verwijdering vein teveel aan was op het touw, 15 mocht dat er zijn. Deze eenheid bestaat uit twee knijprollen 10 aan tegenoverliggende zijden vein het touw 4. De rollen 10 worden samengedrukt met een kracht die instelbaar is overeenkomstig de uit het touw te knijpen hoeveelheid was. Daarna verlaat het touw 4 de impregneringsmodule 1.
20 De verwarmingsinrichtingmodule 2, figuur 3. ontvangt het touw 4 in een gesloten, geïsoleerde kamer 11 die tot een temperatuur tussen 80 en 160°C wordt verwarmd. In deze kamer 11 wordt het touw door een veelheid geleidingsorganen 5 geleid. De lucht wordt constant in beweging gehouden door geschikte agitatiemiddelen, zoals met de pijlen 12 25 is aangegeven. Hierdoor kan een gelijkmatigere warmteverdeling in het touw 4 worden bereikt.
In de inrichting 11 wordt het touw volgens een veelheid bochten geleid, bijvoorbeeld 20-30 bochten, waardoor een inrichting met redelijke afmetingen een aanzienlijke lengte touw, bijvoorbeeld 50-100 m 30 kan bevatten. De geleidingsmiddelen, die bijvoorbeeld afzonderlijk draaibare draagschijven kunnen omvatten, dienen zo te zijn aangepast dat het relevante krimpen, bij voorkeur in een omvang van ongeveer 8-15%. mogelijk is waarbij dat krimpen impliceert dat de snelheid van het touw bij de uitgang iets langzamer dan bij de ingang is. De in-35 gangssnelheid kan in de orde van grootte van 5-25 m per minuut liggen.
Van de verwarmingseenheid 2 loopt het touw door naar de koeleenheid 3. die zoals in figuur 4 is getoond, praktisch identiek aan de eenheid 2 kan zijn, behalve dat zijn kast 14 op ongeveer 0-30°C ge 1005040 7 koeld wordt gehouden ten einde de warme was te laten stollen. Ook hier wordt bij voorkeur van luchtcirculatie gebruik gemaakt, zoals bij 13 getoond is.
Zoals al gezegd is, zal een juiste behandeling van een willekeu-5 rig nieuw touwproduct empirisch tot stand moeten komen, waarbij rekening gehouden dient te worden met de gewenste eigenschappen ten aanzien van krimp en sterkte. Wanneer anderzijds eenmaal geschikte procesparameters bepaald zijn, kunnen dergelijke parameters opnieuw gebruikt worden om volledig reproduceerbare resultaten te bereiken zo 10 lang het bepaalde touwproduct niet veranderd is.
De twee volgende vergelijkende voorbeelden kunnen als illustratie dienen:
Voorbeelden 15 Twee drie strengen omvattende nylon touwen met respectievelijk een diameter van 11 en 16 mm, ondergaan een impregneringsbehandeling volgens de uitvinding. De volgende parameters zijn gekozen:
Touwdiameter 11 mm 16 mm 20 Snelheid door het wasbad 15 m/min 9 m/min
Ondergedompelde touwlengte 150 mm 250 mm
Badtemperatuur 100°C 100°C
Verblijfstijd in het bad 0,6 s 1,7 s touwlengte in de verwarmingseenheid 80 m 80 m 25 Temperatuur van de verwarmingseenheid 120®C 125 *c
Verblijfstijd in de verwarmingseenheid 5«3 min 8,8 min
Touwlengte in de koeleenheid 80 m 80 m
Temperatuur in de koeleenheid 23°C 23°C
Krimp 10-13¾ 30 Gewichtstoename 5¾
Vermindering sterkte 15¾
Restkrimp 0-1,2¾ 1005040
Claims (10)
1. Werkwijze voor het vervaardigen van een met was geïmpregneerd touw, waarbij het touw door een warm bad van gesmolten was wordt bewo gen om zo ruimschoots met was geïmpregneerd te worden, met het ken- 5 merk, dat het touw vervolgens in een niet volledig met was vekrzadigde toestand met hete lucht wordt behandeld op een temperatuur boven het smeltpunt van de was, gedurende een periode die lang genoeg is om de was zich verder in het touw te laten verspreiden, zodat het teveel aan was aan het oppervlak van de strengen van het touw in de strengen 10 wordt gezogen, waardoor deze in hoofdzaak zonder uitwendige wasafzettingen blijven.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de onverzadigde toestand van het touw wordt bewerkstelligd door de verblijfstijd van het touw in het wasbad zo te besturen, dat deze ontoereikend 15 voor een volledige verzadiging van het touw is.
3· Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de onverzadigde toestand van het touw wordt bewerkstelligd door het touw in volledig of ruimschoots verzadigde toestand daarvan uit te knijpen.
4. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het 20 kenmerk. dat de verblijfstijd van het touw in het wasbad korter dan 10 seconde is.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de verblijfstijd van het touw in het wasbad 0,5~4 s is.
6. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het 25 kenmerk. dat de duur van de verwarming met lucht 0,5-90 minuten en bij voorkeur 5“30 minuten bedraagt.
7. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk. dat het touw zodanig door een verwarmingszone wordt geleid dat het in hoofdzaak krimpvrij is.
8. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk. dat het touw vanuit de verwarmingszone in en door een koel-zone wordt geleid om de was te laten stollen, waarna het touw verder naar een wikkelstation gaat.
9. Met was geïmpregneerd touw, met het kenmerk, dat dit touw 35 nagenoeg volledig vrij van was is op het oppervlak van de touwstren- gen en dat dit touw zo is voorgekrompen, dat de restkrimp daarvan minder dan 2% is en bij voorkeur minder dan 0,52 is.
10. Systeem voor het vervaardigen van met was geïmpregneerd touw 1005040 volgens conclusie 9. omvattende een wasbad en middelen om het touw door dat bad te bewegen, met het kenmerk, dat voorzien is in een daarna aangebrachte verwarmingskast voor het met lucht verwarmen van het geïmpregneerde touw, eventueel met een daarna aangebrachte koelinrich-5 tingkast om het touw voorafgaande aan het opwikkelen daarvan te koelen. 1005040
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DK4396 | 1996-01-17 | ||
DK4396 | 1996-01-17 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1005040C1 true NL1005040C1 (nl) | 1997-07-18 |
Family
ID=8089089
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1005040A NL1005040C1 (nl) | 1996-01-17 | 1997-01-17 | Werkwijze voor het vervaardigen van met was geïmpregneerd touw. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US5989646A (nl) |
EP (1) | EP0874934A1 (nl) |
AU (1) | AU1368197A (nl) |
NL (1) | NL1005040C1 (nl) |
NO (1) | NO983219D0 (nl) |
WO (1) | WO1997026400A1 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN114990914B (zh) * | 2022-06-21 | 2023-05-23 | 九力绳缆有限公司 | 一种聚乙烯船用缆绳制造加工工艺 |
Family Cites Families (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3079665A (en) * | 1959-12-22 | 1963-03-05 | Gudebrod Brothers Silk Co Inc | Coated strands and process for making the same |
NL6512528A (nl) * | 1964-09-30 | 1966-03-31 | ||
FR2239888A5 (nl) * | 1973-08-01 | 1975-02-28 | Cordes Europ France | |
US3911785A (en) * | 1974-01-18 | 1975-10-14 | Wall Ind Inc | Parallel yarn rope |
GB2181466B (en) * | 1985-10-11 | 1988-08-24 | Bridon Plc | Blocking of strand and rope |
US5180325A (en) * | 1991-09-04 | 1993-01-19 | Hasbro, Inc. | Poseable hair strand for toy doll |
-
1997
- 1997-01-17 US US09/101,450 patent/US5989646A/en not_active Expired - Fee Related
- 1997-01-17 NL NL1005040A patent/NL1005040C1/nl not_active IP Right Cessation
- 1997-01-17 WO PCT/DK1997/000024 patent/WO1997026400A1/en not_active Application Discontinuation
- 1997-01-17 AU AU13681/97A patent/AU1368197A/en not_active Abandoned
- 1997-01-17 EP EP97900209A patent/EP0874934A1/en not_active Withdrawn
-
1998
- 1998-07-13 NO NO983219A patent/NO983219D0/no not_active Application Discontinuation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO1997026400A1 (en) | 1997-07-24 |
NO983219L (no) | 1998-07-13 |
EP0874934A1 (en) | 1998-11-04 |
US5989646A (en) | 1999-11-23 |
NO983219D0 (no) | 1998-07-13 |
AU1368197A (en) | 1997-08-11 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
JPS63252724A (ja) | パルトルージョン方法とその装置 | |
US2846752A (en) | Method of reducing elongation of cords | |
DE1410431C3 (de) | Vorrichtung zum fortlaufenden Kräuseln von thermoplastischem Garn | |
US20020150752A1 (en) | Process for manufacturing a composite tape formed from reinforcing fibres and fibres of a thermoplastic organic material | |
JPS58501943A (ja) | 繊維間に熱可塑性樹脂が充填された型付けストリップの製造方法と装置 | |
US2934400A (en) | Process of manufacturing fibers of polyethylene terephthalate | |
DE1635011A1 (de) | Verfahren und Vorrichtung zum Schlichten von Ketten | |
US2551966A (en) | Apparatus for and method of treating film | |
DE2413050A1 (de) | Verfahren und vorrichtung zur kompressiven schrumpfung von textilgeweben mit hoher geschwindigkeit unter verwendung einer einstellbaren gummiband-schrumpfeinheit | |
NL1005040C1 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van met was geïmpregneerd touw. | |
DE1410433A1 (de) | Verfahren zum Bearbeiten von Garn und nach diesem Verfahren hergestelltes Garn | |
EP2079861B1 (de) | Verfahren und vorrichtung zum behandeln eines faserkabels | |
DE69924547T2 (de) | Kalandervorrichtung und Verfahren zum Erhitzen eines laufenden multifilen Fadens | |
CN210596799U (zh) | 一种纤维绳索热处理装置 | |
WO2003095736A1 (fr) | Dispositif de revetement destine a appliquer une couche anticorrosion sur un cable d'acier precontraint | |
NL8202905A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het fabriceren van een voorwerp door het wikkelen van filamenten. | |
EP2764927B1 (de) | Verfahren zum Behandeln eines Drahtes | |
MXPA04009442A (es) | Proceso de impregnacion de polimero. | |
US3100306A (en) | Liquid application to running lengths of fibers in superimposed baths | |
DE1471892A1 (de) | Verfahren und Vorrichtung zur Erzeugung und Behandlung von Glasgarn | |
US3461658A (en) | Textile strand treatment | |
DE1410387A1 (de) | Verfahren und Vorrichtung zum Heissverstrecken | |
KR20050113210A (ko) | 머리장식용 재생 콜라겐 섬유의 제조 방법 및 연속 건조장치 | |
AT507784A4 (de) | Verfahren zum herstellen von abbrandkörpern | |
US3411282A (en) | Textile strand treatment |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20010801 |