NL1004912C2 - Verbeterde naafrem voor een rijwiel - Google Patents

Description

VO 9416

Titel: Verbeterde naafrem voor een rijwiel.

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

In figuur 6 is de constructie van een bekende naafrem voor een rijwiel weergegeven. Zoals in de tekening getoond maakt de naafrem gebruik van een arm 52 om een rechthoekig 5 blok 53 te verdraaien teneinde een paar remschoenen 51 te verstellen, daardoor buitenwaarts te bewegen en in contact te brengen met het binnenoppervlak van de naaf waardoor de snelheid van het rijwiel wordt vermindert of de beweging wordt stilgezet. Verder zijn twee veren 54 aangebracht voor 10 het doen terugkeren van de remschoenen 51 in hun oorspronkelijke posities, wanneer de rem wordt losgelaten. Een dergelijke naafrem toont de volgende bezwaren: 1. Het contactvlak tussen de remschoenen 51 en het binnenoppervlak van de naaf is klein, waardoor het niet 15 mogelijk is om een effectieve remkracht uit te oefenen.

2. Wanneer de remschoenen versleten zijn en het rechthoekige blok 53 niet tijdig wordt bijgesteld, kan een falende remwerking gemakkelijk optreden.

20 KORTE OMSCHRIJVING VAN DE TEKENING In de tekening toont: figuur 1 een aanzicht met uiteen genomen delen van de naafrem volgens de uitvinding; figuur 2 een aanzicht in perspectief van de naafrem 25 volgens de uitvinding; figuur 3 een aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van de naafrem; figuur 4 een aanzicht op vergrote schaal van een deel van figuur 3; 30 figuur 5 een schematische tekening van een rijwiel, uitgerust met een naafrem volgens de uitvinding; en figuur 6 de constructie van een bekende naafrem voor een rijwiel.

10049 1 2 2

BESCHRIJVING VAN EEN BIJ VOORKEUR TOEGEPASTE UITVOERINGSVORM

Onder verwijzing naar de tekening en in het bijzonder de figuren 1, 2 en 5 daarvan omvat de naafrem voor een rijwiel volgens de uitvinding een naaf 30, aandrijf-5 middelen, remmiddelen, terugstelmiddelen en een afdekplaat 40.

De naaf 30 is een cilindrisch onderdeel, waarin een draadstang 31 is aangebracht, die door de naaf 30 steekt. De naaf 30 is aan één einde uitgerust met een konische 10 uitsparing 301.

De aandrijfmiddelen omvatten een aandrijfschroef 21, een lager 22, een instelmoer 23 en een arm 24. De aandrijf-schroef 21 is een buisvormig onderdeel, dat aan één uiteinde is voorzien van een tweegangig-schroefdraadgedeelte 213 en 15 aan het andere uiteinde 211 van een reeks inkepingen 2111.

De arm 24, die aan het boveneinde is voorzien van een opening 241, uitgerust met een reeks tanden 242 en aan het benedeneinde met een boring 243, is verbonden met het andere uiteinde 211 van de aandrijfschroef 21, waarbij de 20 uitsteeksels 242 grijpen in de inkepingen 2111. Het boorgat 243 van de arm 24 is verbonden met een (niet weergegeven) kabel. De instelmoer 23 is aangebracht in de boring 212 van de aandrijfschroef 21 en heeft een in langsrichting verlopend, inwendig tapgat 231 en verder een flens cp eer: 25 tussengelegen deel. Het lager 22 is geschoven over een uiteinde van de instelmoer 23, en ligt aan tegen de flens 232 van de instelmoer 23.

De terugstelmiddelen omvatten een torsieveer 25 en een schroefveer 32. De torsieveer 25 is aan beide uiteinden 30 uitgerust met een haakgedeelte 251, welke aanliggen tegen de arm 24. Een pakkingring 26 is op de draadstang 31 gemonteerd om te verhinderen dat de torsieveer 25 losraakt van deze draadstang. De schroefveer 32 is geschoven over de draadstang 31 en aangebracht binnen de konische uitsparing 35 301 van de naaf 3. Een moer 33 is op de draadstang 31 gedraaid om te verhinderen dat de schroefveer 32 losraakt van de draadstang 31.

10CMP 1 3 3

De remmiddelen omvatten een remblok 10 en een positioneerplaat 14. Het remblok 10 heeft de vorm van een afgeknotte kegel, die kan passen in de konische uitsparing 301 van de naaf 3. Het remblok 10 heeft een in de langs-5 richting verlopend, vein dubbelgangige schroefdraad voorzien gat 101, die in ingrijping kan worden gebracht met het dubbelgangig-schroefdraadgedeelte 213 van de aandrijfschroef 21 en is verder voorzien van drie gaten 102, aangebracht om het dubbelgangige-draadgat 101. De positioneerplaat 14 is 10 uitgerust met drie pennen 142 (waarvan er slechts 2 in figuur 1 zijn weergegeven) die passen in de drie gaten 102 van het remblok 10, verder een gat 141 voor het doorlaten van de draadstang 31 en vier gaten 143 rondom het gat 141. Het remblok 10 is derhalve beweegbaar ten opzichte van de 15 positioneerplaat 14.

De afdekplaat 40 is in het centrale deel daarvan voorzien van een konisch nekgedeelte 401 en van een aantal gaten 403 rond dit nekgedeelte 401. De afdekplaat 40 is door middel van schroeven 60 vastgezet op de positioneerplaat 14 20 welke schroeven 60 door de afdekplaat 40 steken in de positioneerplaat 14, waarbij de draadstang 31 steekt door het centrale gat 402 van de afdekplaat 40.

Bij het remmen wordt aan de arm 24 getrokken door de (niet weergegeven) kabel, 'waarbij de torsieveer 25 wordt 25 verdraaid en de aandrijfschroef 21 wordt geroteerd.

Aangezien de aandrijfschroef 21 aan de linkerzijde (zie de figuren 1-4) wordt geblokkeerd door de instelmoer 23, zal de aandrijfschroef 23 niet naar links bewegen. Tegelijkertijd wordt het remblok 10 gedwongen in rechtstreeks contact te 30 treden met de konische uitsparing 301 van de naaf 30, waardoor de snelheid van de naaf 30 wordt verlaagd of de beweging wordt gestopt.

10049 12

Claims (1)

1. Naaf rem voor een rijwiel, omvattende: een cilindrische naaf, waarin een draadstang is aangebracht die door de naaf steekt, welke naaf aan één uiteinde is voorzien van een konische uitsparing; 5. aandrijfmiddelen, omvattende een aandrij fschroef, een lager, een instelmoer en een arm, welke aandrij f schroef bestaat uit een buisvormig onderdeel, dat aan een eerste einde is uitgerust met een van schroefdraad voorzien gedeelte en aan een tweede uiteinde met een reeks 10 inkepingen, terwijl de arm aan een uiteinde is voorzien van een opening, uitgerust met een reeks inwendige tanden en aan een ander uiteinde van een gat, waarmee een remkabel verbindbaar is, welke arm is verbonden met het tweede uiteinde van de aandrijfschroef, waarbij de tanden ingrijpen 15 in de uitsparingen en de instelmoer is aangebracht in de aandrijfschroef en is voorzien van een in langsrichting verlopend, inwendig van draad voorzien gat en verder van een flens ter plaatse van een tussenliggend deel daarvan, terwijl het lager is geschoven over een uiteinde van de 20 instelmoer en aanligt tegen deze flens; terugstelmiddelen, omvattende een torsieveer, een schroefveer en een moer, welke torsieveer aan heide uiteinden is voorzien van een haakvormig deel, dat aanligt tegen de arm, welke schroefveer is geschoven over de 25 aandrijfschroef en is geplaatst binnen de konische uitsparing en de moer grijpt in de schroefstang teneinde het daarvan losraken van de schroefveer te verhinderen; remmiddelen, omvattende een remblok en een positioneer-plaat, welk remblok verschuifbaar in de positioneerplaat is 30 gemonteerd, en de vorm heeft van een afgeknotte kegel, die is aangepast aan de konische uitsparing en is voorzien van een in langsrichting verlopend draadgat, dat in ingrijping brengbaar is met het van draad voorziene deel; en 1Üü 49 12 een afdekplaat, die vast is gemonteerd op deze positio-neerplaat en is uitgerust met een centrisch gat voor het doorlaten van de draadstang. Ï00 4P i ?