NL1004680C1 - Wielklem. - Google Patents

Wielklem. Download PDF

Info

Publication number
NL1004680C1
NL1004680C1 NL1004680A NL1004680A NL1004680C1 NL 1004680 C1 NL1004680 C1 NL 1004680C1 NL 1004680 A NL1004680 A NL 1004680A NL 1004680 A NL1004680 A NL 1004680A NL 1004680 C1 NL1004680 C1 NL 1004680C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wheel
locking element
wheel clamp
arm
safety position
Prior art date
Application number
NL1004680A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Smeitink
Original Assignee
Mitchico International B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mitchico International B V filed Critical Mitchico International B V
Priority to NL1004680A priority Critical patent/NL1004680C1/nl
Priority to PCT/NL1997/000656 priority patent/WO1998024663A1/en
Priority to AU54163/98A priority patent/AU5416398A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1004680C1 publication Critical patent/NL1004680C1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R25/00Fittings or systems for preventing or indicating unauthorised use or theft of vehicles
    • B60R25/01Fittings or systems for preventing or indicating unauthorised use or theft of vehicles operating on vehicle systems or fittings, e.g. on doors, seats or windscreens
    • B60R25/09Fittings or systems for preventing or indicating unauthorised use or theft of vehicles operating on vehicle systems or fittings, e.g. on doors, seats or windscreens by restraining wheel rotation, e.g. wheel clamps
    • B60R25/093Fittings or systems for preventing or indicating unauthorised use or theft of vehicles operating on vehicle systems or fittings, e.g. on doors, seats or windscreens by restraining wheel rotation, e.g. wheel clamps comprising ground-engaging means

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)

Description

Korte aanduiding: Wielklem.
De uitvinding heeft betrekking op een wielklem voor het blokkeren van een voertuig, omvattende een bevesti-gingslichaam, drie stijve armen die bestemd zijn om om een wiel van het voertuig heen te grijpen en daartoe aan één 5 einde U-vormig gebogen zijn uitgevoerd, een borgelement dat zich in een om een wiel aangebrachte beveiligingsstand van de wielklem in de richting van de wielas tot binnenin het velglichaam van het wiel uitstrekt, waarbij het bevesti-gingslichaam, de drie armen en het borgelement met elkaar 10 kunnen worden verbonden en vergrendeld, en waarbij de wielklem in de beveiligingsstand ten minste één wielmoer afdekt.
Een dergelijke wielklem is bekend uit US-A-5 437 171. Bij deze bekende drie-armige wielklem strekt een langwerpig 15 bevestigingslichaam zich uit over de gehele diameter van het wiel. Op beide uiteinden van het bevestigingslichaam zijn twee vast met het bevestigingslichaam verbonden armen gevormd. Bovenop het bevestigingslichaam is een derde arm scharnierend aangebracht. De derde arm kan scharnieren 20 tussen een open en een gesloten stand. In de gesloten stand kan de derde arm met behulp van een hangslot op het bevestigingslichaam worden vergrendeld. Verder heeft deze bekende wielklem als borgelement een komvormig afdekelement dat bestemd is om in de beveiligingsstand alle wielmoeren van 25 het wiel af te dekken. Het komvormige afdekelement is voorzien van twee pennen die in de gesloten stand van de derde arm vastgeklemd worden tussen het bevestigingslichaam en twee inkepingen in de onderzijde van de derde arm. De bekende wielklem is verder uitgerust met een anti-verdraai-30 ingsvoorziening die er voor zorgt dat de drie armen als het ware in de wielband worden getrokken indien getracht wordt het voertuig ongeoorloofd te verrijden. Hierdoor ontstaat een vormvaste verbinding tussen de wielklem en het wiel, oftewel het wiel kan dan niet meer verdraaid worden ten - 2 - opzichte van de wielklem. Hiertoe is het bevestigingsli-chaam nabij één armeinde in twee ten opzichte van elkaar over een beperkte hoek scharnierbare delen uitgevoerd. Omdat de anti-verdraaiingsvoorziening werkt op het principe 5 van hefboomwerking is één van de twee scharnierbare delen voorzien van een zich voorbij het betreffende armeinde uitstrekkend verlengstuk. Dit verlengstuk dient voor een goede werking van de anti-verdraaiingsvoorziening in de beveiligingsstand op de grond te rusten.
10 Nadelig bij de bekende wielklem is dat de anti-ver draaiingsvoorziening slechts in werking treedt indien het armeinde met het verlengstuk rechtstreeks op de grond steunt. Verder werkt de anti-verdraaiingsvoorziening slechts in één rijrichting van het voertuig, namelijk in 15 die richting waarin het verlengstuk zich bevindt. Dit maakt het dan ook nog steeds roogelijk het voertuig ongeoorloofd te verrijden ondanks het feit dat de bekende wielklem om één van de wielen is aangebracht.
Het doel van de onderhavige uitvinding is een wielklem 20 te verschaffen waarbij deze nadelen worden ondervangen.
Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt door een wielklem volgens de aanhef die is gekenmerkt, doordat ten minste een deel van het borgelement op de steekcirkel tussen de wielmoeren ligt en aldus in de aangebrachte 2 5 toestand van de wielklem een verdraaiing van het wiel ten opzichte van de wielklem begrenst. Een ongeoorloofd verdraaien van het wiel ten opzichte van de wielklem wordt nu te allen tijde voorkomen doordat het deel van het borgelement dat op de steekcirkel tussen de wielmoeren ligt bij 30 een eventuele verdraaiing tegen één van de wielmoeren zal stuiten. Aldus is volgens de uitvinding een zeer goedkope, eenvoudige en efficiënte voorziening verschaft die voorkomt dat het wiel ongeoorloofd ten opzichte van de wielklem kan worden verdraaid. De grenzen waarbinnen het wiel nog ten 35 opzichte van de wielklem kan worden verdraaid worden bepaald door de afstand tussen twee naast elkaar liggende wielmoeren, en de vorm van het borgelement.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is het borgelement een - 3 - penvormig borgelement dat in de beveiligingsstand met één einde op de steekcirkel tussen de wielmoeren ligt, terwijl het bevestigingslichaam ten minste één wielmoer afdekt. Doordat het penvormige borgelement de verdraaiing van het 5 wiel begrenst kan het bevestigingslichaam met voordeel zeer klein worden uitgevoerd omdat het slechts één wielmoer hoeft af te dekken. Het ongeoorloofd verwijderen van een wiel wordt aldus voorkomen omdat in ieder geval één wielmoer niet kan worden losgedraaid. Aldus kan een zeer com-10 pacte wielklem worden vervaardigd.
In een andere uitvoeringsvorm is het borgelement een penvormig borgelement dat aan één einde een uitsparing heeft, welke uitsparing in de beveiligingsstand één wielmoer omsluit. Omdat het borgelement één wielmoer omsluit 15 hoeft geen enkel ander deel van de wielklem er nog zorg voor te dragen dat één of meerdere wielmoeren worden afgedekt. Op deze wijze kan dus eveneens een zeer compacte wielklem worden vervaardigd.
In weer een andere uitvoeringsvorm wordt het borgele-20 ment gevormd door een komvormig afdekelement dat in de beveiligingsstand alle wielmoeren van het wiel omsluit. Het afdekelement heeft aan de binnenzijde van de komvorm een tussenschot, waarbij het tussenschot in de beveiligingsstand op de steekcirkel tussen de wielmoeren ligt. Aldus 2 5 zijn op voordelige wijze alle wielmoeren omsluitend af gedekt en is een doeltreffende en eenvoudige anti-verdraai-ingsvoorziening verschaft.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn beschreven in conclusies en de navolgende beschrij-30 ving.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een vooraanzicht is van een om een wiel aangebrachte wielklem volgens de uitvinding; 35 fig. 2 een aanzicht is in doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1; fig. 3 een vooraanzicht is van een uitvoeringsvariant van het in fig. 1 en 2 getoonde borgelement; 'i n. j 4 6 8 0 V v - 4 - fig. 4 een aanzicht is in doorsnede volgens de lijn IV-IV in fig. 3; fig. 5 een aanzicht is overeenkomstig fig. 2 met daarin een andere uitvoeringsvariant van het borgelement; 5 fig. 6 een achteraanzicht is van een variant van het in fig. 5 getoonde afdekelement van het borgelement; fig. 7 een zijaanzicht is van een variant van de in fig. 5 getoonde afstandhouder van het borgelement; fig. 8 een vooraanzicht is van een variant van het in 10 fig. 6 getoonde afdekelement; en fig. 9 een aanzicht is in doorsnede volgens de lijn IX-IX in fig. 8.
De in fig. 1 en 2 weergegeven wielklem volgens de uitvinding omvat twee zwenkbare armen 2 die om een wiel 4 15 van een voertuig grijpen en die zwenkbaar aan een bevesti-gingslichaam 6 van de wielklem zijn aangebracht. Met voertuig wordt hier bijvoorbeeld een auto, aanhanger, caravan, vrachtwagen, enz. bedoeld. In plaats van twee zwenkbare armen kunnen ook één zwenkbare en één vaste arm worden 20 toegepast. De armen 2 zijn aan het van het bevestigingsli-chaam afgekeerde einde in hoofdzaak U-vormig gebogen uitgevoerd en strekken zich met het vrije einde uit tot over de achterzijde van het velglichaam 12, zodat de wielklem ook na het leeg laten lopen van de wielband niet ongeoorloofd 25 in axiale richting, dat wil zeggen in de richting van de wielhartlijn 14, kan worden verwijderd. De twee zwenkbare armen 2 steunen aan weerszijden van het wiel 4 af op de grond. Als gevolg van de wrijving tussen de grond en de armen 2 kan het samenstel van de twee armen 2 en het beves-30 tigingslichaaro 6 zelfstandig in diverse posities op de grond blijven staan.
Het bevestigingslichaam 6 bestaat in hoofdzaak uit een met elkaar verbonden voor- en achterwand 6a respectievelijk 6b, waartussen een slotlichaam 7 is opgenomen. De achter-35 wand 6b strekt zich hierbij uit tot boven het bovenvlak van de voorwand 6a en het bovenvlak van het slotlichaam 7. In dit verhoogde deel van de achterwand 6b is een doorgaande opening 8 aangebracht waardoorheen zich een penvormig [).
- 5 - borgelement 9 uitstrekt. Het penvormige borgelement 9 omvat aan zijn ene einde een aanslag in de vorm van een dikkere kop 9a en aan zijn andere einde een groef 9b met daarin een borgring 15. De borgring 15 zorgt ervoor dat het borgele-5 ment 9 niet onbedoeld uit de opening 8 kan worden getrokken. Het van het bevestigingslichaam 6 afgekeerde einde van het borgelement 9 strekt zich uit tot binnenin het velgli-chaam 12 en ligt op de steekcirkel 13 tussen de wielmoeren 10 van het wiel 4. De steekcirkel 13 waarop alle wielmoeren 10 10 van het wiel 4 liggen is in fig. 1 aangegeven met een streep-stippellijn. Aldus voorkomt het excentrisch ten opzichte van de wielhartlijn 14 binnenin het velglichaam 12 stekende borgelement 9 een ongeoorloofde verdraaiing van het wiel 4 ten opzichte van de wielklem doordat een wiel-15 moer 10 van het wiel 4 bij verdraaien van het wiel 4 tegen het borgelement 9 stuit. De opening 8 is bij voorkeur zodanig ruim dat het borgelement 9 daarin vrij kan draaien. Een zaag krijgt daardoor geen grip op het borgelement 9. In plaats van het vrij draaibare borgelement kan ook een 20 cilindrische bus (niet getoond) met ruime speling over het borgelement worden geschoven. Het borgelement 9 wordt met zijn kop 9a opgesloten tussen de achterwand 6b van het bevestigingslichaam 6 en een achterste wanddeel van de nog nader te beschrijven derde arm 20.
25 De derde arm 20 is aan zijn naar het bevestigingsli chaam 6 gekeerde einde voorzien van een massief blok 17. Aan de onderzijde van het blok 17 zijn twee slotpennen 18 vast aangebracht die bestemd zijn om aan te grijpen in het slotlichaam 7. In de in fig. 1 en 2 weergegeven toestand 3 0 dient de derde arm 20 nog zover naar beneden te worden gebracht dat de slotpennen 18 aangrijpen in het slotlichaam 7. Het slotlichaam 7 is hierbij bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat de slotpennen 18 daarin door insteken automatisch worden vergrendeld. Het is hierbij voordelig dat de onder-35 zijde van het blok 17 van de derde arm 20 aan komt te liggen tegen de bovenzijde van de voorwand 6a van het bevestigingslichaam 6, zodat er geen vreemd voorwerp tussen deze twee vlakken kan worden gestoken. Het tussen de derde / - 6 - arm 20 en het bevestigingslichaam 6 steken van bijvoorbeeld een breekijzer kan verder nog worden tegengegaan door de naad tussen beide onderdelen van buiten ontoegankelijk te maken, in het bijzonder door het bevestigingslichaam buiten 5 om de bovenrand te voorzien van een opstaande rand waar het blok 17 van de derde arm achter komt te liggen. Het sleutelgat van het slotlichaam 7 bevindt zich bij voorkeur aan de onderzijde daarvan, opdat de toegang daartoe met bijvoorbeeld een boor bemoeilijkt wordt. In de achterwand van 10 het blok 17 is een sleuf 19 aangebracht die ertoe dient de kop 9a van het borgelement 9 op te nemen. De kop 9a kan in een variant ook verzonken komen te liggen in de achterwand van het bevestigingslichaam, in dat geval is de sleuf 9 overbodig.
15 Het om een wiel aanbrengen van de in fig. 1 en 2 getoonde wielklem volgens de uitvinding kan als volgt plaatsvinden. De zwenkbare armen 2 worden zodanig ten opzichte van elkaar verdraaid dat zij in eikaars verlengde komen te liggen. Dit samenstel van in eikaars verlengde 20 liggende armen 2 en bevestigingslichaam 6, zonder de derde arm 20, wordt vervolgens over de grond onder het wiel 4 doorgeschoven. Hiervoor is het noodzakelijk dat de vrije einden van de twee armen 2 zoveel ruimte vrijlaten dat zij aan weerszijden langs het op de grond rustende deel van het 25 wiel 4 kunnen schuiven. Het borgelement 9 wordt met zijn kop 9a naar voren toe uit het bevestigingslichaam 6 getrokken totdat de borgring 15 tegen de achterwand 6b aanligt. Het borgelement 9 kan nu dienen als handgreep. Het bevestigingslichaam 6 wordt vervolgens langs het wiel 4 omhoog 30 getild totdat het borgelement 9 in het verlengde van de steekcirkel 13 van de wielmoeren 10 ligt. Op dat moment kan het borgelement 9 naar binnen worden gedrukt zodat het met zijn vrije einde op de steekcirkel 13 tussen de wielmoeren 10 komt te liggen. Vervolgens wordt de derde arm 20 van 35 bovenaf om het wiel 4 gehangen en met zijn slotpennen 18 in het slotlichaam 7 vergrendeld.
De wielklem bestaat met voordeel uit slechts twee losse delen, en kan in de niet-aangebrachte toestand van de - 7 - wielklem eenvoudig worden teruggebracht tot een klein en handzaam pakket. De twee zwenkbaar aan het bevestigingsli-chaam bevestigde armen kunnen namelijk zodanig ten opzichte van elkaar worden verdraaid dat zij naast elkaar komen te 5 liggen. Verder kan de derde arm van het bevestigingslichaam worden losgemaakt en op de andere twee armen worden gelegd. De derde arm is hierbij in het bijzonder net zo lang uitgevoerd als de andere twee armen. Dit is mogelijk omdat de slotpennen 18 zich aan de onderzijde van de derde arm 20 10 bevinden. De wielklem is eenvoudig aan te brengen zoals hierboven beschreven en is bovendien zeer diefstalbesten-dig. In plaats van de beschreven slotmiddelen 7, 18 zijn natuurlijk nog vele andere op zich bekende slotmiddelen toepasbaar.
15 In fig. 3 en 4 is een variant van het borgelement 9 in figs. 1 en 2 weergegeven. Het eveneens penvormige borgelement 103 is aan zijn van het bevestigingslichaam afgekeerde einde dopvormig uitgevoerd. Het dopvormige einde is voorzien van een uitsparing 102. Deze uitsparing 102 is bestemd 20 om over één wielmoer heen te vallen. Het borgelement 103 is verder voor een groot deel voorzien van buitenschroefdraad. Het bevestigingslichaam 115 omvat een van binnenschroef-draad voorziene doorboring 116 voor het opnemen van het borgelement 103. In het van schroefdraad voorziene deel van 25 het borgelement 103 zijn aan diametraal tegenover elkaar liggende zijden afvlakkingen 104 aangebracht. De losse derde arm 111 omvat nu aan zijn onderzijde naast twee slotpennen 112 twee blokkeernokken 114 die bestemd zijn om aan te grijpen op de afvlakkingen 104 van het borgelement 30 103. Het borgelement 103 kan aldus in de vergrendelde stand van de derde arm 111 niet meer verdraaid worden. Hierdoor is de afstand tussen het velglichaam 117 en het bevestigingslichaam 115 gefixeerd. In de niet-vergrendelde stand van de derde arm 111 kan, door het verdraaien van het 35 borgelement 103, de lengte "1" waarmee het borgelement 103 uit het bevestigingslichaam 115 steekt naar wens worden ingesteld. Dit heeft als voordeel dat de wielklem nagenoeg spelingsvrij op een wiel kan worden aangebracht, hetgeen - 8 - een ongeoorloofd verwijderen nog verder bemoeilijkt. Bij het aanbrengen van de wielklem is het dan van belang het borgelement 103 zover aan te draaien dat de voorzijde van het borgelement 103 aanligt tegen de voorzijde van het 5 velglichaam 117, terwijl de vrije armeinden van de armen van de wielklem aanliggen tegen de achterzijde van het velglichaam 117. Aldus is de wielklem eenvoudig aanpasbaar aan verschillende wielbreedtes. In plaats van het schroef-draaddeel kan het borgelement ook zijn voorzien van meerde-10 re inkepingen die bestemd zijn om samen te werken met blokkeernokken. De afstand kan dan worden ingesteld door het in de niet-vergrendelde stand verschuiven van het borgelement in de doorboring in het bevestigingslichaam.
In de in fig. 5 getoonde uitvoeringsvorm wordt het 15 borgelement gevormd door een komvormig afdekelement 203 en een daarmee verbonden penvormige afstandhouder 204. Het komvormige afdekelement 203 omsluit alle wielmoeren 10 van het wiel. In de voorwand van het komvormige afdekelement 203 is een uitsparing 205 aangebracht waarin een verjonging 20 204a van de penvormige afstandhouder 204 steekt. Teneinde het verdraaien van het wiel ten opzichte van de wielklem te voorkomen is binnenin het komvormige afdekelement 203 een tussenschot 206 aangebracht dat op de steekcirkel 13 tussen twee wielmoeren 10 ligt. De penvormige afstandhouder 204 is 25 in de getoonde uitvoeringsvorm niet vast verbonden met het komvormige afdekelement 203.
In fig. 6 en 7 zijn bijzondere uitvoeringsvormen van het komvormige afdekelement en de penvormige afstandhouder weergegeven. Deze bijzondere uitvoeringsvormen dienen er 30 wederom toe een instelbaarheid te verkrijgen van de afstand tussen de voorzijde van het komvormige afdekelement en de voorzijde van het velglichaam. In het afdekelement 303 zijn drie uitsparingen A, B en C met verschillende diameter of doorsnede aangebracht. De penvormige afstandhouder 304 35 omvat overeenkomstig drie trapvormige overgangen A, B en C. Door bij het aanbrengen van de wielklem de penvormige afstandhouder 304 naar keuze in de uitsparing A, B of C van het afdekelement 303 te steken wordt een bepaalde afstand - 9 - verkregen. Aldus kan de wielklem aan verschillende wiel-breedten worden aangepast.
Zowel bij de in fig. 1, 2 als bij de in fig. 5-7 getoonde uitvoeringsvormen kan een bepaalde gewenste af-5 stand ook worden verkregen door het toepassen van meerdere met de wielklem mee te leveren verwisselbare borgpennen c.g. penvormige afstandhouders die in lengte oplopen.
In fig. 8 en 9 is het in fig. 5-7 getoonde komvormige afdekelement als massief halvemaanvormig afdekelement 403 10 uitgevoerd. Het kan in het bijzonder in een diepe velg van bijvoorbeeld een vrachtauto worden aangebracht tussen de wielas en de velgrand. Een uitsparing 405 dient ertoe om het vrije einde van een penvormige afstandhouder op te nemen. In het massieve afdekelement 403 zijn verder twee 15 uitsparingen 406 aangebracht voor het omsluitend opnemen van twee wielmoeren, zodat voorkomen wordt dat het afdekelement 403 in een velglichaam rondom de wielhartlijn kan worden verdraaid, waardoor de wielmoeren één voor één toegankelijk zouden zijn.
20 De wielklem volgens de uitvinding kan door een gebrui ker ook om een wiel worden aangebracht zonder daarbij gebruik te maken van het borgelement. Het borgelement biedt extra bescherming en dus meer zekerheid tegen ongeoorloofd verwijderen van de wielklem volgens de uitvinding.
25 Opgemerkt wordt echter dat in het bijzonder de in fig.
1 en 2 duidelijk weergegeven wielklem ook met weglating van het borgelement een zeer gebruiksvriendelijke wielklem biedt. Doordat de derde arm door het in het slotlichaam steken van de slotpennen direct vergrendelt op het samen-3 0 stel van bevestigingslichaam en de andere twee armen, is een zeer eenvoudig aan te brengen wielklem verkregen die bovendien slechts uit twee losse delen bestaat, zeer licht kan worden uitgevoerd, goedkoop te vervaardigen is, en in de niet-aangebrachte toestand tot een zeer compact en 35 handzaam pakket kan worden teruggebracht.
1 π o a p o η

Claims (8)

1. Wielklem voor het blokkeren van een voertuig, omvattende een bevestigingslichaam (6), drie stijve armen (2, 20. die bestemd zijn om om een wiel (4) van het voertuig heen te grijpen en daartoe aan het van het bevestigingsli- 5 chaam afgekeerde einde in hoofdzaak U-vormig gebogen zijn uitgevoerd, een borgelement (9) dat zich in een om een wiel (4) aangebrachte beveiligingsstand van de wielklem in de richting van de wielhartlijn (14) tot binnenin het velgli-chaam (12) van het wiel (4) uitstrekt, waarbij het bevesti-10 gingslichaam (6), de drie armen (2, 20) en het borgelement (9) met elkaar kunnen worden verbonden en vergrendeld, en waarbij de wielklem in de beveiligingsstand ten minste één wielmoer (10) af dekt, net het kenmerk, dat ten minste een deel van het borgelement (9) op de steekcirkel (13) tussen 15 de wielmoeren (10) ligt en aldus in de beveiligingsstand een verdraaiing van het wiel (4) ten opzichte van de wielklem begrenst.
2. Wielklem volgens conclusie l, met het kenmerk, dat het 20 borgelement een penvormig borgelement (9) is dat in de beveiligingsstand met één einde op de steekcirkel (13) tussen de wielmoeren (10) ligt, terwijl het bevestigingslichaam (6) ten minste één wielmoer (10) afdekt.
3. Wielklem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het borgelement een penvormig borgelement (103) is dat aan één einde een uitsparing (102) heeft, welke uitsparing (102) in de beveiligingsstand één wielmoer omsluit.
4. Wielklem volgens conclusie 1 waarbij het borgelement een komvormig afdekelement (203, 303) omvat dat in de beveiligingsstand alle wielmoeren van het wiel omsluit, met het kenmerk, dat het afdekelement (203, 303) aan de binnenzijde van de komvorm een tussenschot (206) heeft, waarbij 35 het tussenschot (206) in de beveiligingsstand op de steekcirkel tussen de wielmoeren ligt. έ 0 !>. -- 11 -
5. Wielklem volgens één van de voorgaande conclusies, net het kenmerk, dat twee armen (2) on losmaakbaar en ten opzichte van elkaar zwenkbaar zijn verbonden met het bevesti-gingslichaam (6) , en de derde (20) arm in zijn geheel van 5 het bevestigingslichaam (6) losmaakbaar is en met behulp van slotmiddelen (7, 18) aan het bevestigingslichaam (6) kan worden vergrendeld.
6. Wielklem volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de 10 slotmiddelen een slotlichaam (7) en ten minste één daarin door insteken vergrendelbare slotpen (18) omvatten, waarbij het ene vast is verbonden met het bevestigingslichaam (6) en het andere vast is verbonden met de derde arm (20).
7. Wielklem volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat het borgelement (9) op het bevestigingslichaam (6) wordt geborgd door het vergrendelen van de derde arm (20) .
8. Wielklem volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het 20 borgelement (9) aan één einde een aanslag heeft, en dat het bevestigingslichaam (6) een doorgaande opening (8) heeft voor het tijdens het aanbrengen van de wielklem daardoorheen steken van het borgelement (9), waarbij het borgelement (9) zich in de beveiligingsstand uitstrekt door de 25 opening (8) in het bevestigingslichaam (6) en met zijn aanslag is opgesloten tussen een wanddeel (6b) van het bevestigingslichaam (6) en een wanddeel (19) van de vergrendelde derde arm (20).
NL1004680A 1996-12-03 1996-12-03 Wielklem. NL1004680C1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004680A NL1004680C1 (nl) 1996-12-03 1996-12-03 Wielklem.
PCT/NL1997/000656 WO1998024663A1 (en) 1996-12-03 1997-12-01 Wheel clamp
AU54163/98A AU5416398A (en) 1996-12-03 1997-12-01 Wheel clamp

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004680 1996-12-03
NL1004680A NL1004680C1 (nl) 1996-12-03 1996-12-03 Wielklem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1004680C1 true NL1004680C1 (nl) 1998-06-05

Family

ID=19763983

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1004680A NL1004680C1 (nl) 1996-12-03 1996-12-03 Wielklem.

Country Status (3)

Country Link
AU (1) AU5416398A (nl)
NL (1) NL1004680C1 (nl)
WO (1) WO1998024663A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1012022C1 (nl) 1999-05-11 2000-11-14 Johannes Petrus Andreas Joseph Werkwijze en inrichting voor het in ÚÚn in wezen vooraf bepaalde stroom leiden van materiaal.

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2170765B (en) * 1985-02-02 1988-06-08 Cecil Evans Vehicle security device
US5437171A (en) 1993-08-20 1995-08-01 Owen; Joseph L. Device for preventing free rotation of a wheel of a stationary vehicle

Also Published As

Publication number Publication date
WO1998024663A1 (en) 1998-06-11
AU5416398A (en) 1998-06-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4730470A (en) Security lock
US5862690A (en) Low profile handle
US4988023A (en) Modified spare tire carrier security device
PT92623B (pt) Dispositivo e processo para o travamento do volante da direccao
US5168732A (en) Automobile steering lock
US5031428A (en) Two stage automobile steering lock
US5426960A (en) Automobile steering lock
US5277042A (en) Automotive, steering wheel anti-theft device
US7278520B2 (en) Wheel locking device for vehicle
NL1004680C1 (nl) Wielklem.
US6460385B1 (en) Column lock device
US5353615A (en) Automobile steering lock
US5950463A (en) Vehicle brake locking apparatus
US5836185A (en) Telescoping vehicle anti-theft device separately simultaneously locking to the vehicle's steering wheel at each of two locations
US5491991A (en) Security device for an automobile
NL1017815C2 (nl) Slot.
EP0880449A1 (fr) Dispositif de maintien d'une bicyclette en stationnement comportant un anti-vol
US5653132A (en) Steering wheel locking apparatus
US5836182A (en) Spare tire locking device
NL9000287A (nl) Beveiliging van de koppeling tussen een motorvoertuig en een aanhanger.
NL1033437C1 (nl) Fietsslot.
GB2293586A (en) Anti-theft device for mobile equipment
JP2001123724A (ja) 二輪車の係留管理方法およびその装置,連結体用錠体装置
EP1340658A1 (en) Wheel clamp
NL9401625A (nl) Slot.

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20010701